Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. feuilleton Binnenland. Buitenland. EERSTE BLAD. De laatste der drie. JIOORD-BRABAND" NUMMER 48 ZATERDAG 14 JUNI 1924 UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Wij kunnen Schaepman niet noemen zonder van Kuyper te gewagen en over deze twee niet spreken zonder ook Lohman te vermelden. Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman, de laatst over geblevene van dit groote driemanschap, is niet meer. Zeven en tachtig jaren oud, overleed hij te 'sGravenhage in den nacht van 10 op 11 Juni. Schaepman, de redenaar bij Gods genade, Kuyper, de geboren leider, Lohman, de scherpzinnige denker. Zie daar de drie mannen, die aan Neder land een christelijke regeering verze kerden, doordat zij tot samenwerking wisten te brengen op het terrein der politiek de groote groepen van ons volk, die de goddelijke wetten ook in de staatkunde geëerbiedigd willen zien. Een halve eeuw stond de Savornin Lohman midden in het volle leven. Van 1862 tot 1884 maakte hij deel uit van de rechterlijke macht, de laatste achttien jaren met Noordbrabants hoofd stad als standplaats. Van 1879 tot 1921 was hij lid van de Tweede Kamer, met een onderbreking van slechts drie jaren, gedurende welke hij Minister van Binnenlandsche Zaken was en Eerste Kamerlid. Dertien jaren lang was hij daarenboven hoogleeraar aan de Vrije Universiteit te Amsterdam en van 1894 tot 1921 hoofdredacteur van het Chris telijk Historisch dagblad „De Neder lander". in 1909 werd hij bekleed met de hooge waardigheid van Minister van Staat, door slechts vier Nederlan ders met hem gedeeld. De ontslapen staatsman was vóór alles dienaar van het recht en de vrij heid. Beide diende hij in hartstochtelijke liefde en in bijna alle zijne redevoe ringen kwam deze liefde tot uiting. Diezelfde liefde was het die hem ge bracht heeft, die hem brengen mocht in de eerste rijen der strijders voor de bijzondere school, in welken strijd zijn bekwaamheid en scherpzinnigheid hem tot mede-aanvoerder maakten. Hoog gestegen in jaren, de tachtig reeds overschreden, was hij nog een der trouwste en werkzaamste leden van het Parlement, menig jongere ten voorbeeld in toewijding en ijver. Een redevoering van den jongste onder zijn medeleden volgde hij met niet minder oplettendheid dan het woord van den invloedrijksten partijleider en zelf nam hij herhaaldelijk aan de beraadslagingen deel. Als Lohman sprak luisterde de Kamer en vriend en tegenstander ge noten van inhoud en gedachtenrijkdom van zijn woord. Toen hij ontslag nam als Kamerlid, nu drie jaren geleden, was er één slechts, die dit noodig vond Die eene was Lohman zelf, wiens plichtsbesef hem het blijven verbood toen hij wist, dat hij niet meer beschikte over alle kracht, die hij noodig had ter vervul ling van het zware ambt, zooals h ij dat vervullen wilde. Staatsman in ruste zette hij nog den arbeid voort. Hij gaf uitbreiding aan de eerbiedwaardige reeks zijner ge schriften en bleef vraagbaak en raads man voor velen. Wij weten het: wat Lohman recht achtte was het niet steeds voor ons, maar dit vermindert niet den eerbied, dien ook de Katholieken koesteren voor deze ridderlijke figuur. Moeilijk kunnen wij ons Nederlands staatkundig leven voorstellen zonder Jhr. Mr. de Savornin Lohman, den eerlijken strijder, die God en zijn Land gediend heeft in groote liefde en on wankelbare trouw. Katholiek Nederland zal hem, den laatste der drie Grooten, die het zoo veel hebben geschonken, den cijns zijner dankbaarheid niet onthouden. Dr. L. DECKERS. van diplomaten hadden plaats genomes in de voor hen gereserveerde loges, Het resultaat van de KamerzitUng is geweest, dat Mlllerand met 329 tegen 214 stemmen is gedwongen af te treden als president der republiek. Tevoren had de Senaat met 154 tegen 144 stemmen zich uitgesproken voor de verdaging van alle Interpellaties, hetgeen onder de huidige omstandig heden gelijk stond met een votum tegen de regeerieg en dus ook tegen Mlllerand. Er is thans te Wembley een groot centraal omnibusstatiois ingericht, wjar 230,000 personen per dag kunnen worden vervoerd. Het station bevat 8 naast elkander gelegen perrons van 70 voet lengte met gemakkelijke in- en uitgangen voor da omnibussen die er ten getale van 800 per dag kunnen worden verwacht. Elf verschillende buslijnen komen hier tesamen, en op de drukke uren kan er elke 15 secon den een omnibus vertrekken. Hst ver meerderd busverkeer bleek vooral gis teren. Toen hebben de bussen op de verschillende lijnen 4.480.000 men- schen vervoerd. De demokratische groep heeft bij den Deutschen Rijksdag een voorstel ingediend tot intrekking van de ver ordening op het reizen naar het bui tenland, welke behoudens uitzonderin gen, aan Duitschers die een buites- laodsche reis willen ondernemen, een belasting van 500 grondmark oplegt. LW ÜK 48) DOOD. ERVARING STERK. De secretaris van den Anti Tabaks Accijns Bond, de heer C. M. van Eijmeren te 's-Gravenhage, deelt mede, dat thans het bondsbestuur de officieuse tijding heeft bereikt, dat de regeering binnen enkele dagen bij de Staten- Generaal een ontwerp van wet zal indienen waarbij de accijns op sigaren met 5 pet. en die op sigaretten met 10 pet. wordt verhoogd. De commanditaire vennootschap Maas- en Waalsche Bank Kneppers Co., alhier, heeft haar betalingen gestaakt. Aan aandeelhouders en rekening houders heeft zij de volgende circulaire toegezonden: „Tot ons groot leedwezen zijn wij verplicht u het volgende mede te deelen. Door samenloop van on gunstige omstandigheden, en ook het door de kwaadsprekende geruchten sedert Januari j.l. verminderde ver trouwen, waardoor ons een betrekkelijk aanzienlijk kapitaal van de bedrijfs middelen werd onttrokken, is een toestand ontstaan, die het ons onmo gelijk maakt, ons bedrijf voort te zetten. „Pogingen om onze belangen met die van een groote bank te verbinden, leidden nog niet tot het gewenschte resultaat. Wij zijn dus genoodzaakt geworden om surséance van betaling aan te vragen. Wij koesteren de hoop, dat bij een voorzichtige, niet geweld dadige liquidatie, crediteuren geen schade zullen lijden. Wij vertrouwen dat u er van overtuigd zult zijn, dat wij dezen stap niet dan na rijp beraad en gedwongen door den uitersten noodzaak hebben gedaan". Het passief is 7.000 000. De directie schat het actief hooger. Bij de Tweede Kamer zijn inge komen een wetsontwerp tot verhooging van den accijns op tabak en een wets ontwerp tot vaststelling van een nieuwe tariefwet De heer P. J. Verlee te Gorinchem schrijft aan de N. R. Ct Wanneer men de Merwede opvaart tot daar, waar Maas en Waal vroeger samenspoelden en waar drie provin ciën tezamenkomen, dan ziet men een der schoonste riviergezichten in ons zoo waterrijk Nederland. Daar trekt rechts de kolossale toren van het kleine Woudrichem onze aandacht en meer links het doel van onzen tochtLoe- vestein. We staan weldra aan de poort van het fort, lezen de waarschuwing „Photografeeren verboden" en als we devesting binnentreden,vernemen we, dat de toegang tot de wallen en ook tot sommige kringen daarbuiten ver boden is. Waarom Om militaire redenen, voor leken onbegrijpelijk, vooral bij de gedachte aan de lucht reizigers, die ongehinderd foto's kun nen nemen ook van vestingen. Dat in het kasteel het rooken verboden wordt, wie zal het laken? Maar dat er nog steeds groote hoeveelheden munitie in de kelders zijn opgeborgen en daarom het rooken vooral verboden moet worden, wekt bij velen verbazing, 't Is toch een unicum, dat een histo risch monument gebruikt wordt als bergplaats van oorlogsmateriaal. Links op het kleine binnenplein zien we de deur van de gevangenis van een stadhouder van Holland Go- zewijn de Wilde, die in 1449 op den „Löwenstein" is onthoofd. Wij zien de deur, maai meer nietsbergplaats van munitie Hoe, zijn de ruime kelders van het reusachtige gebouw geen vol doende bergplaats? Geheim. Ontevre den bestijgen we de trap, die naar de ridderzaal voert en denkende aan Tollen's „Wie ooit dit grijs kasteel beziet, „Waar zooveel achtbre schimmen [zweven. „Verzuim Suzann's kerker niet," 47e JAARGANG. WuUijksrhr en Courant c—T)_U A jTTAwfotlUStl Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1-25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan dan Uitgever. Prijs der Ad verten tlën 20 cent per regel; minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur la one bezit zijn. MAATSCHAPPIJ VAH VERZEKERING OP HET t-EVEH van „De Echo van het Zuiden". Hierdoor werd het gebrek in zijn gezin gaandeweg grooter. Vader Lacassagne bad, zooals ik reeds zeide, twee kinderen, een zoon en een dochter, beide zeer tenger en zeer blond. Met zulk een vader waren zij zoo goed als verlaten en overgeleverd aan alle geva ren van het leven te Parijs. Toen ik de fa milie leerde kennen, was George achttien jaar oud en Georgette zestien. O! God, wat was zij schoon! Ik werd weldra hun vriend en hun beschermer. Zeer dikwijls, wanneer de vader beschonken thuiskwam, heb ik hen tegen de mishande lingen van den dronkaard beschermdzeer dikwijls heb ik uit mijn beurs die des tijds zelfs heel schraal was hun voedsel voor een geheele week betaald, wanneer de muzikant zijn loon verdronken had en de leveranciers niet langer crediet wilden ge ven. George Lacassagne was klerk bij een No taris. Hij schreef een fraaie hand en was belast met het copieeren van akten. Tot an dere werkzaamheden was hij niet in staat, want hij was lui, dom en losbandig. Zijn vader nam hem dikwijls mee naar den schouwburg en achter de coulissen knoopte hjj vriendschap aan met figuranten en ko risten, met wie hij soms geheele nachten in de gemeente-herbergen zat te spelen. Georgette kreeg pianoles aan het Conser vatoire. Men beschouwde haar als een der beste leerlingen en ik, die anders weinig gevoel voor muziek heb, geraakte in geest drift, wanneer zij 's avonds in het kleine huisje in de rue Legendre op een oud kla vier, bij maand gehuurd, walsen en ballet- Do zitting der Fraosche Kamer Is gisteren een historische gebeurtenis geworden. Zelden is oen zitting de? Kamer door zoovelen bijgewoond. Tal muziek speelde, die tot haar lievelingsstuk ken behoorden. Obroer, wanneer ge haar gezien had zooals ik haar zag, zoudt ge ook onder be koring geraakt zijn, gij zoudt haar hebben aangebeden met hart en ^iel, zooals ik dat deed. Van haar moeder een Engelsche tooneelspeelster van zekere beroemdheid had zij die slanke gestalte, de blanke huids kleur en het overvloedige haar, dat der doehteren Albions eigen is, maar in dat schoone, engelreine lichaam vloeide het ver dorven bloed van den violist Lacassagne: doch tevens had zij van hem de Fransche vrooljjkheid en levenslust overgeërfd. Kort om, zij betooverde mij. Op een winteravond kwam zij mjj roepen zij weende en was geheel ontdaan. Haar vader was thuisgekomen, nog meer beschon ken dan gewoonlijk, eensklaps was hij op den vloer van de kamer neergevallen en gaf geen teeken van leven meer. Ik snelde toe. De oude dronkaard, door een plotse linge beroerte getroffen, was dood. Ik nam hem op en om aan Georgette dit droevig schouwspel te besparen, droeg ik hem naar mijn huis en legde hem op mijn bedverder zorgde ik voor alles, voor de aangifte van overlijden, voor de begrafenis, voor alles. Haar broeder kwam eerst den volgenden morgen thuis, uitgeput, afgemat, door een in losbandigheid doorgebrachten nacht. Hij kon slechts weenen en jammeren over het groot ongeluk, dat hen getroffen had. Dit zwakke wezen, zelf reeds tot in den grond verdorven, kon de plaats van het hoofd van het gezin hoe onwaardig en nalatig deze dan ook was geweest niet innemen, hjj kon niet waken over zjjn zuster, want hjj was zelf reeds een verloopen en verachtelijk sujet. Toen wjj na de begrafenis in het armoe dige huisje terugkeerden, riep Georgette uit - Wat zal er nu van ons worden? Met een stem die rechtstreeks uit mjjn hart kwam, antwoordde ik Nooit zal ik u verlaten. Ik zal uw broe der, uw beschermer, uw echtgenoot zjjn, wanneer ge het wilt. Vol vreugde, vol ver rukking, wjjd ik mjjn geheele leven ann u. Neem het aan. Vertrouwelijk wierp zjj zich in mijn ar men, vljjdde zich tegen mijn borst en stak mij haar schoone gelaat toe, om den verlo- fingskus te ontvangen. Van dien dag af stond mijn besluit vast, haar te huwen. Ik schreef aan mjjn_ vader. Hij wilde er niet van hooren, nadat hij inlichtingen had ingewonnen omtrent de familie, waarmee ik mjj wilde verbinden en die, helaas, slechts ongunstig konden zijn. Deze tegenstand, broer, had slechts tengevolge, dat mjjn lief de nog sterker werd geprikkeld en ik mij tot onbezonnen daden liet verleiden. Ik deed de bij de wet vereischte stappen om zonder de toestemming van mijn vader te kunnen huwen met dat schepsel, waarvan ik zooveel geluk verwachtte, ik scheidde mij geheel van mijn familie af en trotseerde mijn vader. O! die trots, de dwaze aanmatiging der jonge lieden, die zich tegen het vaderlijk gezag verzetten Robert Duhesme bewaarde eenige oogen blikken het stilzwijgen, gebogen onder den last van het bitterste berouw. Het oogenblik waarvan hij thans sprak, was voor zijn geheele leven beslissend ge weest. Bernard legde hem troostend de hand op den schouder. Moed, Robert, moed, zeide hij. Robert ging voort: Ik was gelukkig, ja, zeker, onbesclirij felijk gelukkig, maar dat gelnk duurde slechts eenige maanden, hoogstens een jaar, want toen verdween het gaandeweg, naar mate ik het karakter leerde kennen van het schepsel, dat uiterlijk zoo volmaakt was, maar mijn hartstocht voor haar bleef even vurig, ik had haar ondanks alles lief tot razernij, alleen gevoelde ik dat ik laf en verachtelijk werd, ik verloor de achting voor mijzelven. Ja, mompelde Bernard, ik begrijp het Zij was een liefdeloos, zelfzuchtig we zen, vervolgde Robert, haar cofuetterie kende geen perken en daaraan ver pilde zij al het geld, dat haar in handen kwam en dat ik haar slechts door hard werken kon verschaffen. Dit maakte mij somher cn ver drietig, soms ook voelde ik toorn in mij opkomen, maar wanneer zij mij dan nnnzag met die groote, diepe blauwe oogen, die zulk een onweerstaanbaar smeekende uit drukking konden aannemen, dan was mijn leed vergeten, dan was mijn toorn gestild, dan sloot ik haar in de armen en vroeg haar om vergiffenis. Nooit heb ik er den moed toe gevonden, ik, die anders zoo trotsch en onbuigzaam was, haar verkeerd heden onder het oog te houden en haar een verwijt te doen. Zoo kwam het ook, dat ik haar broeder in mijn huis dulde, hem geheel op mijn kos ten deed leven, ofschoon ik een grenzenloo- zen afkeer had van dat laaghartige wezen, dien speler, verkwister, falsaris, dief, be hept met alle ondeugden en in staat tot alle misdaden. Ik verdroeg hem, want... hij was haar broeder. Zoodra ik getrouwd was, moest ik werken als een plantageneger om Georgette maar tevreden te stellen, opdat zij mooie japon nen en kostbare juweelen kon dragen, opdat zij zich kon laten bedienen als een vorstin. De plans voor een nieuw systeem loco- mobiele, dat ik ontworpen had, werden door de firma Gouin aangenomen en vrij duur be taald. Met dat geld richtte Georgette ons huishouden in met een weelde en een over daad die mij deed duizelen, maar ik zweeg en begaf mij met verdubbelden ijver aan den arbeid om nieuwe uitvindingen te doen. Het geluk diende mij, verscheidene machi nerieën werden door mij verbeterd en mijn werk werd tot hoogen prijs betaald, maai de verkwistingen van Georgette namen in gelijke mate toe als mijn inkomsten ver meerderden, het was alsof mijn geld ver zonk in een bodemloozen put. De ellendige George Lacassagne bracht er ook niet wei nig toe bij om mijn geld te verspillen. Ten slotte deed hij op zijn kantoor iets, dat hem in de gevangenis had kunnen bren gen. Hij bezat een onbegrijpelijke vaardig heid met de pen en daarom had hij gebruik gemaakt om een wissel te schrijven, een valsche handteekening daaronder te plaat sen en zich daarop aan de Fransche Bank tienduizend francs te doen uitbetalen. Toen de misdaad ontdekt werd was het geld reeds verdwenen ;verloren bp liet spel, verkwist met zijn losbandige vrienden. Dit was een schoone gelegenheil om mjj van dien schelm te ontdoen, door hem aan de justitie over te laten, maar eenige tranen van Georgette, een smeekende blik, waren voldoende om mjj naar den rechter van in structie, naar verscheidene overheidsper sonen, naar den bestolene te doen snellen en alles in het werk te stellen, 0111 don fal saris aan zjjn straf te onttrekken; het ge- stoleue geld gaf ik van mjjn eigen middelen terug. Eu ook na dien tjjd duldde ik den dief, den ellendeling in mjjn huis: lijj was haar broeder. Bernard De Prabert had in spanning naar de ongelukkige geschiedenis van zjjn broe der geluisterd en hoe verder deze vorderde, des te meer werd hjj getroffen door de overeenkomst die er bestond tusschen het lot van hem en dat van Robert. Mijn God! mompelde hij, wat moet gjj geleden hebben. En nog zachter, voor Robert onverstaan baar, voegde hjj er bjj Evenals ik. Robert Duhesme vervolgde: Nu kom ik aan het groote onheil. Va der was in dien tjjd gestorven en ik liad mjjn erfdeel ontvangen. Daarmede beproef de ik zaken te doen, eerst te Rouaan en ver volgens te Londen, maar ik slaagde niet. Mjjn vennnooten bestalen mij op de guwe- ljjkste wjjze en ik bleef zonder geld en met een zwaren schuldenlast achter. Daardoor dreigde mij nog de zelfzuchtige genegen heid, de vluchtige liefkozingen te ontzinken van haar, die ik nog altoos als een zinne- looze liefhad. Georgette kon zich niet op nieuw onderwerpen aan een leven van ar moede en ontbering, zij weende en zuchtte onafgebroken en zeide dat de dood nog veel beter was dan zulk een leven. Haar lafheid en haar liefdelooze woorden veroorzaakten mjj een onbeschrijfelijke smart, maar te vens prikkelde ze mijn eerzucht, mjjn onder nemingsgeest en ik nam mjj voor opnieuw te strijden, teneinde het verloren terrein te herwinnen. (W«**t vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 1