Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Gemeenteraad
EERSTE BLAD
FEUILLETON
„NOORD-BRABAND"
ZATERDAG 5 JULI 1924
4T« JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSGHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr,AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
V De heer Van Aalst om.
Dr. C J. K. van Aalst, de directeur
der Nederlandsche Handel-Maatschappij
is geen onvoorwaardelijk vrijhandelaar
meer.
Een bekeerling.
Dil is vermoedelijk een te groot
woord, maar merkwaardig blijft het
dat deze groote zakeman en man-van-
groote-zaken, zich van de dogmatische
vrijhandelaars afscheidt.
Een der schrikbeelden, waarmee de
vrijhandelaars plegen te werken, is
dat, als wij, in hoe bescheiden vorm
ook, tot beschermende maatregelen
overgaan, we ons aan represailles van
heel de overige wereld blootstellen en,
op de tweede plaats, ingaan tegen het
ongeschreven statuut van den Volken
bond, dat (de Telegraaf verzekerde het
nog pas) op den vrijhandel rust,
Nu een man als de heer Van Aalst
die van de wereld en van wereld
verhoudingen wat afweet, niet bij den
vrijhandel onder alle omstandigheden
zweert, zal men wellichf met zóó
goedkoope bezweringen wat zuiniger
en voorzichtiger worden.
Hoe de heer Van Aalst tot zijn
nieuw inzicht is gekomen.
Vermoedelijk door de macht der
feiten.
Van den eenen kant is er de nood
zakelijkheid, de directe belastingen te
verlagen.
Door bezuinigingen alleen is dit niet
te bereiken.
Er moet dus meer geld komen uit
de indirecte heffingen
Maar men kan het bier, de thee, de
tabak, den sterken drank enz. niet nog
duurder maken.
Blijven derhalve als bron van ruimere
inkomsten de invoerrechten.
Van den anderen kant heeft het
Schoenen wetje ook den heer Van Aalst
de oogen geopend.
Dit wetje, dat door de liberale en
socialistische vrijhandeiaars-profeten als
een ramp was uitgekreten, heeft een
buitengewoon gelukkige, alleen geluk
kige uitwerking gehad.
Het heeft een inzinkende industrie
tot nieuw ieven gewekt, het heeft tot
een krachtig stijgende productie geleid,
het heeft honderden en honderden
handen werk bezorgd en tienduizenden
aan steungelden uitgespaard, het heeft
geene .dure schoenen" tot gevolg
i gehad, eer de prijzen van het product
doen dalen.
Een zaken man als den heer Van
Aalst, die zijn overtuiging ten slotte
aan geen enkele theorie heeft verpand,
I heeft dit feit getroffen.
Een belangrijke tak van industrie
op de been houden, de werkloosheid
tegengaan, het stelsel van steunuit-
keeringen overbodig maken, den prijs
van het artikel niet behoeven te yer-
hoogen, dit alles moest hem winst
lijken, ook al druisch'.e de bescherming
honderd keer tegen een theorie of een
dogma in.
Toen de heer Van Aalst eenmaal zoo
ver was, werd hij blijkbaar ook minder
afkeurend van andere vormen van be
scherming, een hooger recht, dat de in
komsten van de schatkist vermeerderde
en zijdelings de eigen industrie een
duwtje gaf in dé gewenschte richting.
Of het ontwerp van minister Colijn
nu moet worden omgewerkt?
Dat zeggen we niet.
We zouden het nog best achten,
indien het zonder groote gevechten
tusschen protectionisten en vrijhande
laars zóó of zoo omtrent kon worden
aanvaard.
Maar met den heer Van Aalst zijn
de vrijhandelaars een voornamer troef
uit hun spel kwijt.
En misschien komen ook andere er
thans toe, de tariefwet minder van
den theoretischen, meer van den za-
kelijken kant te beschouwen en hun
hart niet aan een dogma te blijven laten
hangen (Hzg.)
HEUSDEN.
.Raadsvergadering van 30 Juni des
avonds om half acht.
Hierin waren afwezig de leden Chr.
de Jongh met kennisgeving en Ant.
Cox zonder.
Nadat de notulen onveranderd
waren goedgekeurd, kwamen de vol
gende ingekomen stukken ter tafel,
f 1. Ontslagname van den Heer Chr.
'de Jongh als lid van den Raad. De
j Voorzitter meende niet te mogen na
laten, ook namens den Raad, het schei
dende lid zijn welgemeenden dank te
betuigen voor den ijver, waarmee hij
de gemeentebelangen, gedurende na
genoeg 50 jaren heeft helpen bevorde
ren, waarvan ongeveer 25 jaren als
Wethouder.
Blijkbaar ging de Raad hiermede ac-
coord.
2. Proces-verbaal van kasopneming
jbij den Gemeenteontvanger op 7 Juni;
'waarbij alles in orde bleek.
3. Brief van Ged. Staten, houdende
de goedkeuring eener onderhandsche
het meest gelezen blad in de Lang
„DE ECHO VAH. HET ZUIDEN",
Abonneert U op en Adverteert in
straat en Omgeving.
54)
LWU K
DOOR. ERVARING STERK-
verhuring van grond aan L. van der
Pol.
4. Idem: wijziging gemeentebegr.
1924.
5. De begrooting der gezondheids
commissie voor 1925, die behandeld
wordt bij nieuwe geineentebegrooting.
6. Rekening der Gezondheidscom
missie over 1923. Deze sluit in ont
vangsten met 2647.961/a, in uitgaven
met 2258.99'h, alzoo met een batig
slot van 388.97.
De Raad schonk zijne goedkeuring.
7. Circulaire van de Kamer van
Koophandel te Waalwijk aan den Mi
nister van Waterstaat betreffende een
nieuwe regeling voor Postkantoren ten
plattelande.
De Vooi'zitter las ze voor en deelde
mede naar aanleiding daarvan reeds
namens B. en W. aan den betrokken
Minister te hebben geschreven met het
oog op het behoud van den dienst aan
het Postkantoor alhier, zooals die
thans bestaat. Geruchten gaan dat
Z.E. sommige kantoren wil verlagen
tot hulpkantoren, agentschappen etc.,
waarbij de belangen van vele gemeen
ten in 't gedrang komen.
8. Het verzoek van Chr. de Jongh
om eervol ontslag als waarn. ambte
naar van den Burgerl. Stand tegen 1
Juli. Het werd op de meest eervolle
wijze verleend.
In verband hiermede werd met alg.
stemmen in zijn plaats benoemd dc
Heer Ant. van Delft, Ambtenaar ter
Secretarie.
9. Een verzoek van Ekkelboom om
ontheffing van schoolgeld over 1923
kwam te laat en werd niet ontvanke
lijk verklaard.
10. Een verzoek van Klijn-Loeff
om ontheffing van rioolbelasting van
een perceel in de Wijksche straat werd
billijkheidshalve ingewilligd.
Punt 3. Benoeming van een lid dei-
Commissie tot wering van schoolver
zuim (vacature W. van Wijnen).
Uit de voordracht: Leenhouts-Win-
semius werd no. 1 met algem. stem
men gekozen.
Punt 4. Verzoek van den hulp
keurmeester voor den Vleeschkeu-
ringsdienst met voorstel van B. en W
Dit laatste werd na toelichting van
den Voorzitter, die de billijkheid be
toogde, in vergelijking met elders, aan
genomen, al vreesde 't lid Uhl aanvan
kelijk, dat daardoor geen goede ver
houding meer zou bestaan tusschen de
wedden van hoofd en hulpkeurmees
ter en al opperde De Mol de vraag, of
de wedde van eerstgenoemden ambte
naar niet te hoog was, met alg. stem
men. Ze komt nu van 1600.op
1800.—
Punt 5. Voorstel van B. en W. tot
onbewoonbaarverklaring van de wo
ning wijk N. no. 98., 't pand in de
Nieuwstraat bewoond door N. den
Oever. Dit werd eveneens met alg.
stemmen aangenomen.
Punt 6. Vaststelling van het ver-
menigvuldigingscijfer voor de Gem.
inkomstenbelasting dienst 1924-'25.
De Voorz. stelde voor het te bren
gen op V1-2, thans is het 21/*, wat gerust
kan op grond van gegevens van den
Heer Rijksontvanger.
Punt 7. Verzoek van het bestuur
der R. K. Hoogere Handelsschool te
Waalwijk om hoogere subsidie. Ge
vraagd werd voortaan 100 per jaar
en per leerling; gehandhaafd bleef
voor 1924 het bepaalde op 50.
Punt 8. Wijziging der gem. begroo
ting dienst 1923.
Goedgekeurd werd, dal hierop wer
den gebracht twee posten ad 43.65 en
10.80 respect, voor kostenvergoeding
aan de Bijzondere scholen en Krank-
zinnigen-verpleging.
Punt 9. Voorstel van B. en W. om
rekening-courant aan te gaan bij de
Bank van Nederl. Gemeenten met het
oog op geregeld voorradige kasgelden.
Voor credit wordt vergoed 4 ter
wijl voor debit 6% verschuldigd is.
Na toelichting ging men er toe over
onder bepaling, dat het debetsaldo
nooit 10.000 mag te boven gaan en dat
men tegelijkertijd er een postrekening
op na zal houden.
Rondvraag. Het lid Uhl maakte
attent op de hinderlijke luidruchtig
heid der jeugd gedurende de concerten
op de Vischmarkt, waarop de Voorz.
(Wordt vervolgd.)
I
De ülcho van bet Zuiden,
Waalwpsche en Lanptraatsclie Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rflk 1-40.
Brieven, Ingezonden «tukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der AdvertentiBn
20 cent per regel; minimum 1AO
Reclames 40 cent per regel.
BU contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit
zijn.
van „De Echo van het Zuiden".
Terwijl hij deze woorden sprak, ging hij
een paar schreden terug, zoodat zijn broeder
en zijn vróuw recht tegenover elkaar ston
den.
Robert en Félicienue zagen elkaar aan,
terwijl het volle licht op beider galaat viel.
De woorden van haar echtgenoot en voor
al de dreigende toon waarop die woorden
gesproken werden, hadden mevrouw De Pra-
bert een kreet van verbazing en schrik doen
slaken, maar toen zij zich zoo plotseling
tegenover den moordenaar van Miramont-
la-Montagne, den ontsnapten galeiboef van
Gay enne bevond, toen zij zijn blik ontmoette,
greep een geheimzinnige, verbijsterende ont
zetting haar aan, haar gelaat was akelig
verwrongen, zij werd doodsbleek, onder het
kleursel dat haar wangen bedekte, en een
siddering voer door al haar leden.
7,Ü hoog het hoofd, vouwde de handen als
een smeekelinge en eensklaps viel zij op den
grond neer, terwijl haar lippen nauw hoor
baar stamelden:
GenadeGenade
Daarna verroerde zij zich niet meer, zij
lag bewusteloos.
- Helaas, zeide Bernard, altijd die be
wusteloosheid, altijd die aanvallen van ze
nuwen Wat moet ik nu nog zeggen, wat
moet ik doen? Ziedaar, Robert, het geheim
van mijn lafheid en zwakheid.
Hij boog zich over zijn vrouw en nam
haar op om haar naar haar kamer te dra
gen, zooals hij reeds zoo dikwijls had ge
daan.
Robert Duhesme was onbeweeglijk blij
ven staan, als verlamd van schrik. Het
klamme zweet bevochtigde zijn gelaat, het
schemerde hem voor de oogen, zijn bloed
bruiste onstuimig door zijn aderen en zijn
hart klopte bijna hoorbaar.
Eensklaps sprong hij op, snelde naar Ber
nard, die juist met Félicienne in de armen
de kamer wilde verlaten en greep hem bij
den arm.
Die vrouw, vroeg hij met klanklooze
stem, is dat uw vrouw, Bernard?
Ja.
De moeder van uw zoon?
Ja.
Robert Duliesme verborg het gelaat in
zijn heide handen, en barstte in snikken uit.
01 God, oGod, en dat liebt gij ge
doogd 1 En zachter liet hij er op volgen
Die ellendige Die ellendige
Bernard zag zijn broeder verbaasd aan.
Robert, zeide hij, ik ben wel ongeluk
kig, wel wanhopig, maar ik vrees dat mij
nog andere ongelukken, nog andere rampen
dreigen, nog wreeder dan die, waardoor ik
reeds getroffen ben.
Toch zal ik den moed hebben om alles te
verdragen. Wacht hier op mij. Zult gij mij
alles zeggen?
Ja.
Bernard De Prabert knikte even met liet
hoofd en verliet met zwaren tred en Féli
cienne in de armen het vertrek.
Hij zag de donkere, sluipende gedaante
niet, die in de gang langs den muur gleed
en zich bij zijn nadering in een donkeren
hoek verborg. Toen Bernard ver genoeg ver
wijderd was, richtte die gestalte zich op en
snelde haastig weg.
Het was oom Daniël, Daniël Hilson, die
met Aurélien hij Félicienne was en met haar
beraadslaagde, toen de lakei tweemaal ach
tereen het bevel van Bernard De Prabert
had overgebracht èn die, ongerust geworden,
zijn zuster op dei; voet gevolgd had. Nabij
de deur der kamer verscholen,, had liij het
korte, heftige gesprek daarbinnen woorde
lijk afgeluisterd en waarschijnlijk had het
gebeurde ook voor hem een ernstige betee-
kenis, want hij beefde van den angst en zoo
dra Bernard aan een hoek van de gang
was verdwenen, vluchtte hij den tegenover-
gestelden kant op, zoo snel zijn beenen liein
dragen konden.
-Hij is gekomenhij is gekomen
ondanks alles.-...,, hijgde hij met de hem
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
eigene afgebroken volzinnen, terwijl hij zich
langs de leuning van de dienstbodentrap
liet afglijden.
Hoe binnengekomen?Waar?... Weet
niet... tegenwoordigheid noodlottig... gevaar
gevaar... Ben er ook nog... gelukkig...
Bataille ook en zijne agenten... te hulp roe
pen... meenemen.!, vlug, vlug... naar boven
Robert gekneveld... prop in den mond...
naar beneden dragen... in een rijtuig wer
pen en vooruit... Maar haasten... haasten...
voordat Bernard terugkomt...
Binnen een paar seconden had hij dé ves
tibule bereikt waar Bataille zich de verve
ling van bet bewaken verdreef, door met
zijne mannen te pandoeren.
Onraadriep oom Daniël, de man is
er.
Wel verduiveld! riep Bataille, terwijl
hij woedend zijn kaarten op tafel smeet. Hoe
is hij binnen gekomen? Wij hebben toch zoo
goed de wacht gehouden.
Toch binnen gekomen... ga mee... houdt
u gereed... mag zich niet verzetten... mag
niet schreeuwen.
Goed, goed, laat dat maar aan ons
over.
Alleen zal ik zoo vlug niet kunnen loo-
pen... naar beneden gaat goed... naar bo-
ven'minder.
Nn, gij zijt. zoo zwaar niet, ik zal u wel
dragen.
Goed.
Een lakei stond op korten afstand met
verwonderende oogen toe te kijken. Oom
Daniël beval hem:
Spoedig... rijtuig halen... het eerste
het beste... En nu... vooruit wij
Bataille nam oom Daniël op alsof hü een
veertje was, zette hem op zijn schouders
en droeg hem de trap op, gevolgd door zijn
ondergeschikten. Op de eerste verdieping
gekomen zeide oom Daniël
Hier is't... zacht... maak geen leven...
hij mag niets merken.
Is hij het wel? vroeg Bataille fluiste
rend.
Of hij het is? herhaalde oom Daniël
op woesten toon. Weet ik zeker... maar...
sterk... dapper... gewapend misschien... pas
op... hem eensklaps overvallen.
Allen knikten ten teeken dat zij zeer goed
begrepen.
Toen bracht oom Daniël hen naar de ka
mer van Bernard De Prabert, waarvan de
deur half open stond, hij wees hun den weg,
maar bleef zelf voorzichtigheidshalve op 'n
afstand, terwijl hij alleen zeide:
Daar.
Bataille en zijn drie helpers zagen elkaar
onderzoekend aan, zij waren gereed en tege
lijk snelden zij naar binnen.
Robert Duliesme zat in een fauteuil, met
beide ellebogen op de tafel geleund, het
hoofd tusschen de handen en verzonken in
somber gepeins over het noodlot dat hem
geheel onverwacht zulk een zwaren slag
had toegebracht. Deze gedachten hielden
hem zoozeer bezig, dat hij de vier mannen
niet eens hoorde binnenkomen en dat hij
hun komst niet bemerkte, voordat zij hem
omringd, aangegrepen en In zijn stoel ach
terover gedrukt hadden. Hij was overrom
peld. machteloos; wel had hg met een enkele
beweging van zijn reuzenschouders een van
zijn aanvallers op den grond kunnen wer
pen, maar waartoe zou het dienen, een wor-
stelin'g aan te gaan tegen de overmacht, te
gen mannen die voorzien waren van koor
den en andere werktuigen, waarmee men
den sterksten man weerloos kan maken en
die tevens in liet werk doorkneed waren.
Hij verzette zich dus niet, alleen riep lip
Hulp, Bernard, hu
Het laatste woord kon lip reeds niet meer
uitroepen, want zoodra lip den mond opende
werd.er een prop ingeduwd.
Oom Daniël, die niet durfde heengaan,
wachtte op den drempel en vroeg 'hu
Is 't klaar?
Ja, antwoordde Bataille, en goed ook.
Mooi zoo, kan lip niet schreeuwen of
losrukken?
Dat zou ik wel eens willen zien.
Duskan naderen?
Gerust.
Oom Daniël sloop de kamer binnen en
nog angstig, wantrouwend, naderde lip den
ongelukkigen Robert Duliesme.
O! hg Is het wel... hg is het wel, zeide
hg. terwgi hg hem strak aankeek, zie
daar... op de linkerhand... ovaal litteeken.
Bataille overtuigde zich, dat zgn gevan
gene werkeigk het door mevrouw De Pra
bert genoemde kenteeken droeg.
Goed. we behoeven dus voor geen mis
vatting te vreezen, zeide Bataille gerustge
steld.
Neem mee... terstond... voordat iemand
komt..., zeide 00111 Daniël, die zich niet op
zgn gemak gevoelde onder den dreigenden,
minachtenden blik, dien Robert Duliesme
onafgewend op hem gericht hieldde ellen
deling beefde en zgn knieën knikten van
angst.
Haast... haast u...
De drie politiebeambten namen Robert
Duhesme op en laadden hem op huil sterken
schouders, terwgi Bataille -beval
Nu vooruit en vlug.
Met vasten tred droegen ze hem weg door
de lireede gang, waar het dikke tapgt hun
voetstappen smoorde en verder langs den
dienstbodentrap naar beneden.
Buiten stond reeds een gesloten rgtuig
met plaats voor vier personen, Robert Du
liesme werd daarin geworpen, Bataille zette
zich naast hem, twee agenten namen tegen
over hem plaats en de derde klom bg den
koetsier op den bok.
Vooruitbeval Bataille.
De koetsier was wel wat verwonderd over
zgn zonderlinge passagiers, maar een paar
woorden, die zgn buurman op den bok hem
1 in het oor fluisterde, stelden hem voldoende
op de hoogte, hg legde de zweep over het
paard en het l-gtuig rolde met tameigke
snelheid de straat door.
Hè, hè, zeide 00111 Daniël, terwgi hg
het rgtuig op het trottoir stond na te kg-
ken, dat is gebeurd... geen nood meer... goed
afgeloopen.
lig ging terug in liuis, waar hij terstond
verdween.
Tegeigkertgd klonk er een lulde stem door
't hotel.
RobertRobertriep die stem voj
angst.
Het geroep kwam van de eerste verdie
ping, het naderde meer en meer en het werd
aldoor dringender.
Tevens ontstond er een groote opschud
ding in huis, bedienden snelden van alle
kanten toe.
RobertRobertherhaalde de stem,
thans op de benedenverdieping. Robert
Waar zgt ge? Wat lieeft men met u gedaan?