MUM MMUM
Derde Blad
Provinciaal Nieuws.
No. 60. Zaterdag 26 Juli 47ejaarg.
Waalwijk, 25 Juli 1924.
Vergadering der Kamer van
Koophandel en Fabrieken voor de
Langstraat te Waalwijk, gehouden op
Donderdag 24 Juli 1924 des namiddags
ten drié uur ten raadhuize aldaar.
Tegenwoordig zijn 12 leden, 5 van de
af deeling Grootbedrijf en 7 van de af-
deeling Kleinbedrijf.
Voorzitter is 11 J. H. C. linimci-
mans, Secretaris M. A. J. van Liernpt.
De notulen der vorige vergadering
worden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde:
I. Ingekomen stukken.
1. Het rapport van het accountants
onderzoek naar de rekening 192.3 der
Kamer, houdende mededeeling dat
deze in orde is bevonden, wordt voor
kennisgeving aangenomen.
2. Actie der Kamer inzake arbeid
in de broodbakkerijen en aanvangs
uur van den broodverkoop. Mededee
ling wordt gedaan dat de actie wordt
gesteund door de Kamers te 's-Hèrto-
genbosch, Eindhoven en Breda. Door
het Bureau wordt voorgesteld deze aan
gelegenheid ter sprake te brengen in
de vergadering van Limburgsche en
Noord-Brabantsche Kamers, die 11
Augustus a.t,. te Tilburg wordt gehou
den. De vergadering vereenigt zich met
dit voorstel.
3. Ontwerp-arbitrage reglement
In een uitvoerig prae-advies van het
Bureau wordt voorgesteld een perma
nente arbitrage-commissie in te stellen
en voor de regeling der werkzaam
heden van arbiters een reglement vast
te stellen. De Voorzitter geeft een na
dere uiteenzetting van het doel en de
werkwijze van de arbitrage. In de Ka
mer zijn meermalen klachten geuit
over den langen duur van processen
bij onze rechtelijke colleges, zoodat in
een goed geregelde arbitrage, die voor
iedereen open staat, een uitnemende
gelegenheid wordt geboden voor een
onpartijdige, zaakkundige, snelle en
goedkoope rechtspraak.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten tot vaststelling van het regie
ment, terwijl het Bureau wordt ge
machtigd zich in verbinding te stellen
met hoogstaande mannen in verschil
lende branches tot het opmaken van
een lijst van hen die zich permanent
als arbiter willen beschikbaar stellen
en waaromtrent nader een voordracht
zal worden gedaan aan de Kamer.
4. Adres der Kamer te Veendam
aan de Tweede Kamer der Staten-
Generaal waarbij wordt gevraagd het
nader gewijzigde ontwerp van wet tot
wijziging der Hinderwet te verwerpen
De wijziging beoogt o.m. de wet meer
dienstbaar te maken aan de bestrijding
van de verontreiniging van openbare
wateren door afvalwater van industri
eele ondernemingen.
Verschillende leden zijn bevreesd
dat bij het geven van voorschriften ten
aanzien van de reiniging van afval
water der fabrieken niet voldoende zal
worden rekening gehouden met de
eischen van de practijlc en dat daarom
de mogelij kheid niet is uitgesloten dat
kostbare installatiën worden voorge
schreven, die groote offers van de in
dustrie zullen eischen. Betoogd wordt
dat het voor een deel op den weg van
de gemeenten ligt de verontreiniging
- tegen te gaan, door het afval- en riool
water op een centraal punt bijeen te
brengen en het daar door een of ander
systeem te zuiveren. De wenschelijk
heid wordt te kennen gegeven dat een
voorontwerp van de te geven voor
schriften ter voorkoming van veront
reiniging om advies wordt gezonden
aan de Kamers van Koophandel, ter
wijl ten slotte besloten wordt 't adres
der Veendamsche Kamer te steunen,
5. Schrijven van het Centraal Nor
malisatie Bureau waarbij nogmaals
wordt teruggèltomen op 't verzoek om
subsidie. Door verschillende leden
wordt weliswaar het nut dezer instel
ling erkend, met het oog op de beperk
te middelen der Kamer wordt evenwel
besloten het verzoek af te wijzen.
6. Verzoek van het Bureau voor
Handelsinlichtingen te Amsterdam om
het instituut finantieel te steunen. De
Kamer is reeds als lid toegetreden
tegen een contributie van 40.per
jaar. Ten behoeve van de ingeschreve
nen in het handelsregister wordt meer
malen van de diensten van het Bureau
gebruik gemaakt. De vergadering
waardeert de werkwijze dezer instel
ling ten zeerste en wordt dan ook be
sloten voor 1924 een bijdrage te ver-
leenen van 50.
7. Correspondentie, gevoerd met de
Gedeputeerde Staten dezer provincie
inzake de verbetering van den provin
cialen weg WaalwijkTilburg.
De Voorzitter doet mededeeling van
het zoo juist van het lid der Kamer
H. Verheijen ontvangen telegram, dat
in de "heden gehouden Statenvergade
ring het afwijzend voorstel van de Ge
deputeerde Staten op 't verzoek onzer
Kamer, naar dat College is gei en\ o^ -
eerd. Wordt goed gevonden dat het
Bureau zich nader op de hoogte stelt
of thans nog opnieuw stappen moeten
worden gedaan.
8. Schrijven van den Minister van
Waterstaat, houdende mededeeling dat
de Commissie tot reorganisatie van het
Staatsbedrijf van de Posterijen, de Te
legrafie en Telefonie nog geen verslag
is uitgebracht, doch dat bij het treffen
van eventueele maatregelen de belan
gen van het platte land zeer zeker niet
uit het oog zullen worden verloren. Dit
antwoord heeft betrekking op 't adres
der Kamer van 12 Mei jl. waarin, in
verband met de geruchten omtrent om
zetting van postkantoren in hulppost
kantoren en de opheffing van hulp
postkantoren of omzetting in agent
schappen, gewezen wordt op de groote
belangen die zeker ook het platteland
heeft bij een goed geregelden post- en
telegraafdienst.
Het schrijven wordt voor kennisge
ving aangenomen.
9. Schrijven van den Minister van
Arbeid, Handel en Nijverheid betref
fende herziening der Handelsregister
wet. De Minister deelt mede, dat hij
den tijd gekomen acht om na te gaan
in hoeverre de bijdragen in 't handels
register kunnen worden verminderd
Door het Bureau der Kamer wotdt
medegedeeld, dat van de ingeschreve
nen in het Handelsregister 61% slechts
2.50 per jaar bijdraagt, 21% 5.
8% 10.ruim 4^2 20.4^2
30.;1/2 50.en een ingeschre
vene 100.De vergadering is van
gevoelen, dat wat de 'rechten voor het
Handelsregister voor onze Kamer be
treft niet kan worden gesproken van
een drultkenden last, die handel en in
dustrie wordt opgelegd. Besloten
wordt den Minister mede te deelen, dat
alleen reeds met het oog op de om
standigheid, dat de middelen der Ka
mer zoo beperkt zijn, geen verlaging
kan worden voorgesteld, doch dat
overigens 't streven der Regeering om
de lasten voor handel en industrie te
verlichten ten zeerste wordt toege
juicht.
10. Het verzoek van de Nederland-
sche Kamer van Koophandel voor
Duitschland om toe te treden als lid,
wordt met het oog op de beperkte
middelen, waarover de Kamer, be
schikt, afgewezen.
11. Het verzoek van den Bond van
Rijwiel- en Motorhandelaren te Am
sterdam inzake oneerlijke concurren
tie door gefingeerde veilingen van rij
wielen met misleidende aankondigin
gen, wordt voor kennisgeving aange
nomen.
12. Adres der Groningsche Kamer
aan den Minister van Waterstaat in
zake verlaging van de telefoontarieven.
Deze Kamer haalt aan dat de telefoon'
dienst in 1920, 1921 en~1922 een batig
saldo heeft opgeleverd van resp. 5 mil-
lioen ruim; ruim 4 millioen en ruim
3 millioen en de winst in 1921 bedroeg
25%. Zij is van gevoelen dat deze win
sten niet behooren te worden aange
wend tot dekking van de tekorten op
post- en telegraafdienst, doch dat zij
moeten strekken tot verlaging van de
telefoontarieven,, waardoor het relatief
geringe verbruik van de telefoon zal
toenemen in het belang van handel en
industrie.
De vergadering vereenigt zich met
deze zienswijze en besluit conform het
advies van het Bureau het verzoek te
steunen.
13. Schrijven van de Vereeniging
tot behartiging van de Stoomvaartbe-
langen in Nederland, waarbij wordt
medegedeeld, dat steun is verleend aan
het verzoek der Kamer om de peilers
der oude voetbrug in de Donge nabij
Geertruidenberg te verwijderen, doch
dat niet kan worden ingestemd met het
verzoek om de rolbrug een viertal
keeren per dag 15 minuten gesloten te
houden.
Het schrijven wordt voor kennisge
ving aangenomen.
15. Schrijven van Mr. Zuijderloff,
waarbij de aandacht wordt gevestigd
op het belang van den Nederlandschen
handel en nijverheid, betrokken bij de
Keulsche Jaarbeurs, wordt aangeno
men voor kennisgeving.
16. Eveneens wordt voor kennisge
ving aangenomen de mededeeling van
de heeren Perlstein en Roeper Bosch,
dat zij de honoraire vertegenwoordi
ging hebben aanvaard van de Danziger
Internationale Messe.
17. Circulaire der Kamer te Til
burg waarin zij hare inzichten ontwik
kelt ten aanzien van liet vraagstuk der
retorsiemaatregelen.
Het Bureau der Kamer wijst er in
haar advies naar aanleiding van deze
circulaire op, dat de Kamer ten aan
zien van de schoenindustrie heeft kun
nen ervaren, hoe noodzakelijk het kan
zijn, dat de Regeering de beschikking
heeft over maatregelen, die bij onge-
lijken strijd tusschen onze Nederland-
sche nijverheid en die in 't buitenland,
ongelijkheid, incidenteel in het leven
geroepen zooals bv. de valutaverhou
ding in de tegenwoordige na'-oorlogs-
periode, die ongelijkheid geheel of ge
deeltelijk te kunnen opheffen.. Het
Bureau acht het wel gewenscht vooral
voor de industrie, die op dit stuk an
dere behoeften heeft dan de handel,
dat de Nederlandsche Handelspolitiek
zich meer richt op de behoeften van de
industrie. Het ligt nog versch in het
geheugen, hoe zwaar de strijd is ge
weest om de tijdelijke invoerbelemme-
ring van schoenen te verkrijgen en het
daarbij in het licht getreden verzet uit
de kringen van den handel, ofschoon
die tijdelijke maatregel buitengewoon
schitterende resultaten heeft opge
leverd.
De vergadering vereenigt zich in het.
algemeen met de in de circulaire ont
wikkelde denkbeelden en wordt da»
ook besloten in dien zin de Tilburg-
sche Kamer te berichten.
18. Schrijven van den Minister van
Financiën, begeleidende een ontwerp
nieuwe tariefwet met memorie van toe
lichting.
Over dit punt ontwikkelen zich
breedvoerige discussies. Daarbij wordt
gewezen op de groote bevoegdheid die
gegeven wordt aan de J arieicommis
sie, die in afwijking met de bestaande
wet, de beslissing heeft in alle geschil
len omtrent de toepassing der wet, ter
wijl door de wijze van benoeming van
de leden dier Commissie de handel
daarin zal domineeren. De leden dier
Commissie worden benoemd door de
Kamers të Amsterdam, Rotterdam,
Utrecht, Groningen, Twente, Tilburg
en Maastricht, ieder voor één lid, ter
wijl de Voorzitter wordt benoemd door
de Kroon. Het wordt betreurd dat ook
niet aan onze Kamer, ingesteld voor
een streek met speciale industrie-be
langen, als centrum van de schoen- en
leder nijverheid, het benoemingsrecht
voor één lid in de Tariefcommissie is
gegeven en wordt besloten alsnog po
gingen aan te wenden dit te verkrij
gen. Ten aanzien van de verhooging
van den heffingsvoet heerscht over
eenstemming, hierbij wordt gewezen
op de beduidend hoogere heffingen in
andere landen o.a. Engeland, dat als
vrijhandelsland naar verhouding van
zijn bevolking een driemaal hoogere
opbrengst uit invoerrechten heeft dan
Nederland. De vergadering acht 't on
juist dat het artikel klompen niet in de
wet is opgenomen. Zij deelt niet de
meening van den Minister dat klom
pen uitsluitend of nagenoeg uitslui
tend worden gekeeht door minder ka
pitaalkrachtigen, zij is veel meer van
gevoelen" dat het gebruik van klompen
zich regelt naar bepaalde streken van
het land, waar zoowel de beter gesitu
eerden als de minder kapitaalkrachti
gen klompen dragen. Onder de stede
lijke bevolking zal arm en rijk schoe
nen dragen op het platteland en in de
landbouwstreken geldt dit voor klom'
pen. Besloten wordt met algemeene
stemmen opneming van klompen in 't
tarief te verzoeken. Door verschillende
leden wordt de wenschelijkheid be
pleit ook zooileder en overleder voor
zooveel betreft de soorten, die in Ne
derland voldoende worden geprodu
ceerd, in het tarief op te nemen. Ook
van zoolleder kan worden gezegd dat
het een toonbankartikel is wanneer de
gelooide huiden in halve zolen en hak
stukken worden verkocht. Men kan
ook niet inzien waarom manufacturen
als grondstof vóór de confectieindu-
strie kan worden belast en niet het
leder dat dezelfde bestemming heeft
voor de schoenindustrie; zoo worden
meer artikelen aangehaald, als papier
voor de drukkerijen, glas voor spie
gels en meer andere voorbeelden. Zoo
als op het begrip toonbankartikelen
tal van uitzonderingen in het tarief
kunnen worden aangewezen, wordt 't
niet mogelijk geacht een algemeene
aanduiding te geven en principieel
door te voeren zonder afwijkingen.
De vrees door enkelen uitgesproken
dat de belasting van leder prijsstijging
zou etngevolge hebben werd door an
deren bestreden, die er op wijzen, dat
de concurrentie in de lederindustrie
scherp genoeg is om dit te voorkomen
terwijl de capaciteit van de Nederland
sche lederindustrie van dien aard is
dat de productie hooger kan worden
opgevoerd. De meeningen blijven hier
omtrent echter verdeeld en wordt bij
stemming met 9 voor en 3 tegen beslo
ten te verzoeken zooileder en overleder
voor zooveel betreft de soorten die in
Nederland in voldoende hoeveelheid
worden gefabriceerd, alsnog in het
tarief op te nemen.
Te,n slotte wordt het afgekeurd, dat
men ten aanzien der nieuwe tariefwet
zoo overhaast tewerk gdat en dat de
nieuwe wet is ontworpen zonder voor
af voeling te hebben gehouden met de
betrokken industriën.
19. Het schrijven van de Neder
landsche Spoorwegen, waarbij wordt
medegedeeld, dat ten gerieve van de
reizigers uit het Zuiden vanaf Esschen
een trein wordt ingelegd, aansluitende
met de D.-treinen ParijsAmsterdam,
wordt voor kennisgeving aangenomen.
20 Het adres der Kamer te Vlaar-
dingen, waarbij wordt aangedrongen
op verlaging van den accijns van ge
distilleerd wordt voor kennisgeving
aangenomen.
21. Idem de mededeeling van den
Minister dat de rekening der Kamer
over 1923 is goedgekeurd.
22. Idem het adres van het Bestuur
der Christelijk Historische Kiesvereen.
te Waalwijk, gericht tot de Christelijk
Historische Eerste Kamerleden, waar
in de noodzakelijkheid wordt betoogd,
dat het Wetsontwerp in zake de in-
voerbelemmering van schoenen wordt
aangenomen.
II. Het voorstel van het Bureau tot
wijziging der begrooting 1924 tot aan-
wijzing der middelen tot aankoop van
een brandkast tot brandvrije opber
ging der oranjeformulieren van het
handelsregister wordt aangenomen.
III. Het jaarverslag 1923 wordt
aangeboden, waarbij de Voorzitter
dank brengt aan de Commissie voor 't
Jaarverslag en aan den Secretaris voor
de goede verzorging van het verslag.
IV. Mededeelingen. U
De Voorzitter doet mededeeling van
de agenda van de vergadering van af
gevaardigden van Limburgsche en
Noord-Brabantsche Kamers van Koop
handel, die op initiatief van de Tilburg-
sche Kamer op 11 Augustus a.s. te Til
burg wordt gehouden. Op verzoek van
onze Kamer 'zijn de volgende punten
op die agenda geplaatst: le De tarie
venpolitiek van de P.N.E.M. en 2e De
wettelijke regeling van den arbeidstijd
in de bakkerijen en het aanvangsuur
van den broodverkoop.
Aangezien de Voorzitter en de plvv.
voorzitter op 11 Augustus verhinderd
zijn wordt "de Heer G. van Loon Pz.
met den Secretaris afgevaardigd naar
deze vergadering.
De vergadering wordt daarna geslo
ten.
RIJKSVAKSCHOOL WAAI,WIJK.
(Vervolg).
Daarop was het woord aan den heer
Qediga die zich met de volgende „ge
combineerde" (d.w.z. Hollandsch en
Duitsch dooreen, dus in het z.g „Rijks
vakschool-esperanto") rede tot de aan
wezigen richtte die herhaaldelijk door
luid applaudiseeren hunne instemming
met het gesprokene betuigden.
Mijne Heeren
Zooals ik het vorig jaar reeds met
zekerheid beloofd had om mij van de
Hollandsche taal te bedienen bij het
richten van een afscheidswoord tot U,
wil ik daaraan thans ook gevolg geven
Natuurlijk zullen mijne woorden al
tijd nog een beetje gecombineerd
klinken, doch daarover moet Gij niet
vallen, want hier in ons instituut is
de term „gecombineerd" zeer vaak van
toepassing. Immers de school zelf is
gecombineerd, het looien wordt ge
combineerd enz. enz zoodat ik ten
slotte Vvel op de gedachte moet komen
een weinig het recht te hebben, ge
combineerd te mogen spreken. Doch
ter z^ke
Mijne Heeren. Er is reeds wederom
een jaar voorbij gegaan en loopt daar
mede de cursus dus af. En zooals alle
zaken van beteekenis aan het einde
van een boekjaar gewend zijn hunne
rekening-balans op te maken en te
publiceeren, in dienzelfden trant handelt
ook onze instelling en maakt heden
aan het einde van het leerjaar de balans
der resultaten bekend.
Het opstellen van zulk een balans
is niet zoo eenvoudig, hetgeen Gij
reeds daaruit kunt afleiden, dat wan
neer ergens een boekhouder gevraagd
wordt, deze bekwaam moet zijn, de
balans op te maken. Nu in zulke be
drijven betreft het doorgaans den inkoop
van diverse grondstoffen en den ver
koop van de afgewerkte fabrikaten
ofwel in handelszaken gaat het enkel
en alleen om in- en verkoop en toch
is het nog moeilijk een juiste balans
samen te stellen.
Nu is dit in ons instituut nog veel
ingewikkelder, want hier betreft de
waardeering der inkomsten menschen
materiaal, dat in de schoen- en leder
branche onderricht moet worden, dat
wil zeggen, toegerust met de benoodigde
dosis kennis, om daarna als bruikbare
bekwame mannen in die tak van nijver
heid hun intrede te kunnen doen en
haar tevens nuttige, tot verderen bloei
aanleiding gevende diensten te be
wijzen Het is dus duidelijk, dat zulk
een balans een moeilijk stuk werk is
te noemen, doch ondanks dit feit, zal
deze balans hier aan de juistheid en
waarheid niet te kort doen. En speciaal
op grond daarvan, dat deze uitkomsten
reëel en nauwkeurig zijn vastgesteld,
zullen zij misschien niet naar ieders
wensch zijn. Doch ook dit laat zich
gemakkelijk verklaren, want wij mogen
niet vergeten dat onze leerlingenkring
zoo'n bonte samenstelling toont als
wellicht bij geen enkele andere school
het geval is.
Ie. De verschillende nationaliteiten.
2e. De verschillende, uiteenloopen-
de leeftijden, welke tusschen 17—35
jaar liggen.
3e. De verschillende vóóropleidin
gen, van lagere school tot universiteit.
4e. De verschillende graden van
practijk, de een komt zonder deze, de
ander heeft een korte practijk en een
derde is reeds lang practisch werk
zaam geweest.
5e. De verschillende karakters.
6e. De uiteenloopende vlijt.
7e. Verschillende natuurlijke aanleg,
de een begrijpt gemakkelijk en de
andere zeer moeilijk.
8e. De verschillende opvattingen,
de een komt met het vaste voornemen
om zooveel en zoo goed mogelijk zijn
kennis te verrijken en werkt dag en
en nacht, terwijl daarentegen de ander
komt om het zich aangenaam te maken,
waarbij de school dan als bijzaak
wordt beschouwd enz. enz.
Wat het 8ste punt betreft, hebben
wij dit jaar niet te klagen.
Wanneer Gij Uw volle verstand over
al deze punten laat gaan, dan zult Gij
ook spoedig tot het inzicht komen,
dat er onderscheid in de waardeering
der verschillende prestaties gemaakt
moet worden. Maar ondanks dit alles
houden zich allen op dit oogenblik
met de gedachte bezig, thans aan het
einde van den cursus, het er zoo goed
mogelijk af te brengen.
Dat is ook logisch, doch tevens
onmogelijk op de hiervoor genoemde
gronden en moet ik U reeds direct
daarop wijzen, om niet in de gedachten
te geraken, dat de een of ander niet
naar recht en billijkheid behandeld
zoude zijn.
Daarom stipte ik al deze punten aan,
om ieder de gelegenheid te geven over
zijn tekortkomingen na te denken, en
als Gij dat werkelijk goed toegepast
hebt, dan zult Gij in stilte moeten
Dekennen „de man heeft groot gelijk!"
De school heeft altijd lot lijfspreuk
gehad en handelt ook steeds daarnaar
loon naar werken en ieder zijn ver
diende loon".
Reeds meerdere jaren ben ik aan
deze instelling verbonden en heb zoo
veel medegemaakt, leder jaar wordt
de school door een aantal leerlingen
verlaten en voor zoover mij bekend
is, hebben de meesten een goed heen
komen gevonden, en die betrekkingen
met succes bekleed, ja, verscheidene
daarvan hebben het zelfs tot directeur
gebracht Spreekt men met zulke men
schen. dan krijgt men vaak te hooren
„het succes in mijn beroep heb ik aan
de vakschool te danken". Hoe aange
naam klinkt het. wanneer men zoo
iets hoort, en welk een goeden indruk
maakt dat voor den betrtffenden per
soon en daarbij ook voor de school I
Aan den anderen kant zijn er ook
weer uitzonderingen, maar gelukkig
slechts weinige, wien het niet zoo
voor den wind gaat en die op grond
hiervan zich allerhande gedachten in
het hoofd halen en de schuld op alle
mogelijke en onmogelijke factoren
gooien willen en wellicht de vakschool
daarin ook nog willen betrekken,
terwijl hunzelf daarbij geen blaam
zou treffen.
Voor zulke onzinnige verzinsels
moet ik U nadrukkelijk waarschuwen,
want-in den regel is degene, die zich
over het een of ander in zoo'n geval
afkeurend uitspreekt bijv. over de
school, dan zelf de geblameerde.
Immers, bij weinig nadenken behoeft
men zich slechts af te vragen: hoe
komt het, dat van het aantal vertrek
kende leerlingen, ongeveer 90 pCt.
tot goede betrekkingen geraken en zeer
bruikbaar zijn, terwijl de rest van laat
ons zeggen 10 pCt. zoo'n pech kan
hebben Zooals van zelf spreekt, zijn
er altijd uitzonderingen geweest en
zullen er ook wel blijven, doch met
deze willen wij hier geen rekening
houden, want in het leven spelen vaak
omstandigheden mede, waaraan men
totaal niet denkt. Zulke personen zijn
te beklagen, maar diegenen zwijgen
stil en schuiven de schuld niet op
anderen, doch schrijven het aan het
toeval of te wel ongeluk toe.
Behalve zulke onvoorzichtige leer.
lingen, zijn er ook onvoorzichtige
patroons. Zooals het toeval wil, komen
van het laatstgenoemde percentage
leerlingen ook vaak meerdere in dienst
van zulke patroons en wanneer de
nieuw aangestelde krachten dan niet
aan de verwachtingen beantwoorden,
dan wordt zonder onderzoek naar
zulke personen de vakschool afbreuk
gedaan. Deze feiten moet ik ten zeerste
afkeuren, want een ervaren patroon
zal wel weten, dat hij eerst zijn man
netjes moet aankijken, want de leer
lingen zijn ook zeer verschillend en
moet hij daarbij bedenken, dat er ook
onder de leerlingen ook wel eens
knoeiers zijn en dat ook de vakschool
met zulke elementen niets weet te
bereiken. Dit alles zijn kleine voor
beelden, doch is het nuttig dat menig
een zijn aandacht daaraan schenkt, om
hem voor verkeerde oordeelvellingen
te behoeden.
Mijne Heeren, het tot dusver gezegde
komt meer van mijn scherpen kant,
nu komt evenwel de mildere zijde.
Het is niet goed om steeds zoo