s
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen.
Binnenland i
Rechtzaken.
EERSTE BLAD
Buitenland.
FEUILLETON
„NOORD-BRABAND"
t
NUMMER 69
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1924
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
Naar aanleiding van berichten
uit Brussel en Genëve, dat de Belgische
en de Nederlandsche ministers van
buitenlandsche zaken van hun aanwe
zigheid te Genéve gebruik zullen
maken om met elkaar een aantal
Belgisch Nederlandsche vraagstukken
te bespreken, schrijft Laatste Nieuws
Naar wij uit zeer betrouwbare bron
vernemen, zijn deze berichten zoo niet
geheel onjuist, dan toch voorbarig Van
eenige afspraak tot het houden van een
dergelijke bespreking is niets bekend.
Toch wordt|het niet onmogelijk geacht,
dat het gelijktijdig verblijven van ge
noemde ministers te Genéve wel eens
aanleiding zou kunnen geven tot het
wisselen van gedachten over zekere
tusschen België en Nederland hangend
zij nde vraagstukken. Officieel is echter
niets in dien zin voorbereid afgespro
ken.
De annexionistische Nation Beige
komt in verband met zekere geruchten,
als zouden Theunis en Herriot op de
conferentie in Londen eischen hebben
gesteld betreffende de militaire veilig
heid van België en Frankrijk, waarbij
ook de posite van Nederlandsch Lim
burg ter sprake zou zijn gebracht op
haar thema verdediging van de Lim-
burgsche Maas terug Ditmaal echter
met een variante. Het blad zegt name
lijk, rekening te willen houden met het
fait accompli van incorporatie van Lim
burg bij Nederland, maar betoogt eeni
ge regels verder, dat waar de Neder
landers van versterken van Limburg
niet willen hooren, Frankrijk en België
voor de vraag worden gesteld, of zij
het dan maar niet zelfs zouden doen.
Wij. aldus het besluit van de Nation.
Beige, houden er absoluut niet van,
nogmaals slachtoffers te worden van een
invasie en zullen daarbij desnoods het
voorbeeld volgen der Hollanders zelf,
die een deel van de achttiende eeuw
70)
in ons land garnizoenen hebben gehou
den om zich te beschermen tegen
Frankrijk.
Tot en met j.l. Zaterdag hebben
11.345.332 betalende bezoekers de
tentoonselling te Wembley bezocht.
Het wordt hoe langer hoe onwaar
schijnlijker, dat bij de sluiting in dit j
najaar het eindcijfer van 30.000.000,
waarop de leiders van de tentoonstel-
ling hadden gehoopt om de rekening
sluitend te maken, zal worden bereikt.
De Duitsche rijksdag is gisteren, na
een aantal schandelijke incidenten, ge
reed gekomen met de tweede lezing
der Dawes-wetten. i
Een proefstemming had tot resultaat
247 voor en 171 tegen de regeerings-
voorstellen. De vereischte meerderheid
van twee derden werd dus niet bereikt.
Heden begint de derde lezing.
Met ingang van Maandag 1 Sep
tember 1924 zal dagelijks een door
gaande dag-sneltrein rijden van Ams
terdam C.S. V. 806 voorm., Den Haag
H S.M. V. 7.22 voorm. en (Hoek van
Holland) Rotterdam D.P. V, 7.57 voorm,
over Nijmegen—Cranenburg—Keulen
en verder langs de Rijnroute naar
Zwitserland en in omgekeerde rich
ting; Genéve V. 12,30 voorm, Rotter
dam D.P. (Hoek van Holland) A. 1014
nam., Den Haag H.S.M. A. 10.41 nam.,
Amsterdam C.S. A. 10.31 nam,
Groote Land- Tuinbouwtentoonstel
ling Zevenbergen.
Daar we onze lezers beloofd hadden
zoo spoedig mogelijk nadere gegevens
te verstrekken over de bovengenoemde
tentoonstelling, legaven we ons naar
het terrein, op den Kapelberg te Ze
venbergen, waar, in bet keurig uitge
voerde Hoofdcomité-paviljoen, liet se
cretariaat reeds is gevestigd.
De secretaris maakte met ons een
omwandeling over het terrein dat reeds
bijna geheel is ingericht.
Over de expositie tenten, die geheel
van bout zijn opgetrokken, hebben wij
niets andres dar lof, alleen spraken
wij onze verwondering uit over de
enorme grootte deier tenten, beslaande
een gezamenlijk oppervlak van ruim
2000 vierkante meter.
De secretaris verzekerde ons, dat
deze tenten gebeel werden ingenomen
en liet ons den plattegrond daarvan
zien. Daarbij kwamen nog negen eigen
paviljoens.
Het open macbine-terrein beslaat
een oppervlakte aan expositie van 5000
vierkante meter, zoodat we met recbt
onze voorspelling, dat de tentoonstel
ling reusachtig zou worden, zien be
waarheid.
Voor den paardendag op 10 Septem
ber zijn ruim 200 van de edelste die
ren ingeschreven, evenzoo voor den
veedag op 11 September, ruim 200 1ste
rangs fokdieren; varkens, schapen en
geiten inzendingen zijn de moeite
waard. Alleen pluimvee had de secre
taris meer verwacht. Hiervan zijn
slechts een 100-tal nummers, 'twelk
hoogstwaarschijnlijk te wijten is aan
de vroege rui der dieren.
Voor de concoursen wordt verbazend
druk ingeschreven, terwijl voor de hip
pische feesten ontzettend veel animo
is. Alles bij elkaar genomen durven we
LW U K
DOOR ERVARING STERK.
wel de meening uit te (spreken, dat dui
zenden deze tentoonstelling zullen be
zoeken en dat ze allen zeer voldaan
daarover zullen zijn.
Het verheugt ons bijzonder, dat het
Hoofdcomité deze Land- en Tuinbouw-
I tentoonstelling alleen als leerschool
opvat. Er zal hier veel te zien, te leeren
en te hooren vallen in 't welzijn van den
bezoeker;; hier kan geen geld worden
weggesmeten aan kerm esse-d'éte ver-
maken; hier is een tentoonstelling,
j welke aan alle eischen die men daar-
aan kan stellen voldoet.
Met, de verzekering van den secre
taris de volgende week eens te mogen
terugkomen, verlieten wij buitenge
woon voldaan het secretariaat.
De Krijgsraad te 's Hertogenbosch
heeft den kapitein der militaire admi
nistratie J. K, R., veroordeeld tot een
gevangenisstraf van een jaar en zes
maanden met ontslag uit den militairen
dienst met ontzetting van de bevoegd
heid om bij de gewapende macht te
dienen, wegens het als ambtenaar op
zettelijk geld, dat hij in zijn bediening
onder zich had, verduisteren. Zooals
men zich herinneren zal, betrof het een
bedrag van ruim f 40.000 de kapitein
had de wijk genomen naar het buiten
land en werd te Athene gearresteerd,
GERECHTSHOF.
- In hooger beroep stond terecht
Chr. J., 29 jaar, te Maastricht, thans
gedetineerd.
Beklaagde was door de rechtbank te
Maastricht veroordeeld tot 1 jaar ge
vangenisstraf, ter zake van diefstal
van een rijwiel dat toebehoorde aan J.
UI riek.
Beklaagde was steeds blijven ont
kennen, doch voor bet gerechtshof be
kende hij het rijwiel, dat voor bet post
kantoor te Maastricht stond, te hebben
weggenomen uit armoede, want bij was
werkloos en zonder middelen van be
staan.
Echter, beklaagde die geen vast be
roep bad, was wel handig in 't stelen.
Hij bad reeds 14 vonnissen achter den
rug, waarvan een aantal wegens dief
stal.
He adv.-gen. eischte bevestiging van
bet vonnis.
De verdediger pleitte clementie.
Uitspraak 8 Sept. a.«.
V erkiezingsgeknoei.
P. J. S„ 30 jaar, arbeider te Echteld,
moest bij de verkiezingen voor den ge
meenteraad van bet dorp, op 4 Juli
1923, den ouden Jan Willekens lielpen,
die wegens gebreken van den ouder
dom, niet in staat was zelf zijn stem
biljet in te vullen. Beklaagde pleegde
in het stemhokje de bedriegelijke han
deling, van niet bet puntje rood te ma
ken achter den naam van den candi-
daat, welke door Willekens luid was
aangegeven.
Alhoewel de schuld van beklaagde
vast stond, kon toch niet juist worden
aangegeven op welke wijze beklaagde
de bedriegelijke handeling bad ge
pleegd. Mitsdien werd hij door de
rechtbank te Tiel vrijgesproken.
Het O.M. kwam van de uitspraak
in booger beroep en diende de zaak
dus nader voor bet gerechtshof te Arn
hem, dat beklaagde veroordeelde tot
14 dagen gevangenisstraf.
Beklaagde ging van die uitspraak
in cassatie bij den Hoogen Raad.
De Hooge Raad concludeerde dat
bet vonnis van het gerechtshof te Arn
hem niet voldoende met redenen was
omkleed en verwees de zaak opnieuw
ter behandeling naar het gerechtshof
te 's Hertogenbosch.
Als getuigen werden geboord de bur
gemeester van Echteld en de oude J.
Willekens. Echter met Willekens was
niets aan te vangen. De man is doof
en hield maar vol van 't stemmen niets
meer af te weten.
De adv.-gen. stelde zich op 't stand
punt van de Tielscbe Rechtbank. Be
klaagde beeft geknoeid, doch ook voor
het Hof bleek niet duidelijk wat be
klaagde eigenlijk in het stemhokje
had uitgevoerd.
Wegens gebrek aan bet noodige be
wijs, luidde de eiscb; vrijspraak.
De verdedigstejr Mevrouw Stoltz-
van den Kieboom uit Den Bosch, refe
reerde zich aan het oordeel van het
O.M.
Uitspraak 8 Sept. a.s.
47e JAABGANGL
I
Waalwyksche en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschflnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rj)k 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der AdvertentlSn
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
Bfl contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit
zjjn.
van „De Echo van het Zuiden".
GERECHT».
Over vier dagenhad li ij dien morgen
nog uitgeroepen, toen hij den grauwen
herfstdag zag aanbreken, over vier dagefl
zal zij voor het geheele leven de mijne zijn,
voor altijd, mijn mooi, lief, aangebeden
vrouwtjeMarguérite
En thans
Odie kolonel Allevard, welk een af
schuwelijke rol speelde hij. Hij moest ook
bedrogen zijn, zeker, maar hoe meedoogen-
loos wreed en onverbiddelijk had hij zich
getoond, hoe had hij den ongelukkige al
zijn haat doen gevoelen
Zoo zat Filip nog steeds onbeweeglijk op
zijn stoel, met beide handen tegen het voor
hoofd gedrukt en trachtte zijn gefolterde
hersens tot kalmte te brengen opdat hij punt
voor punt zou kunnen doordringen in de
geheimen, die den strik omhulden, dien men
hem gespannen had:
Uit dit droevige gepeins werd hij gewekt
door het geluid van stemmen, de deur ging
open en generaal Rolland trad binnen, ver
gezeld van kolonel Allevard.
Generaal Rolland was een kort, dik man
netje, met een goedig gezicht, een kleine,
'borstelige grijze baard en levendige oogen.
Hij was een bekwaam wiskunstenaar, een
erkend geleerde, maar zoo weinig soldaat
als maar kon. Het eenige militaire dat er
dan ook in zijn voorkomen was, bestond in
de kepi met de drie sterren en de gegallon-
neerde broek.
Hij was van karakter een weinig terug
getrokken, maar overigens openhartig en
rechtvaardig.
Filip was opgestaan en groette eerbiedig.
Goeden dag, brunde <Ie generaal.
Vervolgens zette lig zich in den fauteuil,
die voor het schrijflureau stond, vanwaar
hij Filip recht in het gelaat kon zien.
Komaan, wat i) er gebeurd, mijn jon
gen, wat heeft kolmel Allevard mij daar
verteld, begon hij, iner op den toon van een
vader, dan van een Kchter.
Filip antwoordde link
Generaal, ik bei het slachtoffer van
een helsehe list en ik smeek u mij in be
scherming te nemen,'tegen hen, die mij in
het verderf willen stirten en mij beschuldi
gen.
De feiten zeil beschuldigen u, ant
woordde kolonel Alle'ard op bitsen toon.
De generaal sclndde zijn kogelronde
hoofd.
't Is goed, 't is goed, Allevard, zeide
hij, laten wij daar nu niet over redetwisten.
Uw ijver voert u wel ;ens wat al te ver. Ik
begrijp dat, want er rust een zware ver
antwoordelijkheid op u, maar met twisten
en harde woorden kanen wij niet verder.
Komaan, wilt ge mij aet dat jonge mensch
een oogenblik alleen llten? Ik zie aan zijn
oogen, dat hij mij iets te zeggen heeft, wat
hem zwaar op het harl ligt en dat hij liever
aan mij alleen wil mededeelen, dus tot
straks. Zorg vooral dit er niets van uit
lekt, geen woord. Warneer die duivelsche
journalisten er achter kwamen, dan zouden
zjj een satansch gewell makenvaderland,
verraad, geheim van cfe nationale defensie,
rookeloos kruit en wat uiet al. Laat het dus
onder ons blijven Alle'ard1, zorg daarvoor.
Ja, generaal, zeidi de kolonel, zeer ge-
ergerd.
Hij groette hoogmoedg en ging met ge
zwollen borst en regelnatigen tred, waarbij
hij zijn sporen deed riikelen, de kamer uit.
Zie zoo, zeide geieraal Rolland,, toen
de deur achter den kilonel gesloten was.
Vervolgens richtte hj zijn helder grijze,
schrandere oogen, die door zware wenk
brauwen overschaduwd werden, op Filip.
Hij is u niet gene^n, kolonel Allevard,
is het wel? begon hij v'iéndeljjk.
Filip antwoordde onimwonden
Hijhaat mij, gene-aal.
Waarom?
Filip gaf de reden op van den afkeer, die
MAAHDHAPPU VAN WMetèfcWG ÜP HET LEVEN
zijn kolonel van hem had en die trouwens
aan het ministerie reeds genoeg hekend was.
Ja, dat weet ik, maar Allevard is een
man, van eer, die niets tegen u zon doen,
wanneer hij niet meende daar voldoende
redenen toe te hebben. Zeg mij, hebt ge wel
eens stukken van het ministerie mee naar
huis genomen?
Eens, generaal.
Wanneer?
Gisteren.
Waarom?
Zaterdag aanstaande treed Sk in het
huwelijk, generaal. Mijn verloofde had mij
verzocht gisteren met mij uit te gaan, ten
einde nog eenige inkoopen te doen. Ik vroeg
verlof aan mijn chef van dienst, mij van het
ministerie te verwijderen,, welk verzoek ko
lonel Allevard zeer ongunsstig ontving en
mij meedeelde, dat een werk, wai. mij was
opgedragen, betreffende de forten aan de
Maas, veel spoed vereischte
Weineen, een eenvoudig rapport over
de verbeteringen, die daar zullen worden
aangebracht, daar was volstrekt geen haast
bij.
Zoo had ik er ook over gedacht, gene
raal, maar ik kon niet anders dan mij voe
gen naar den wenseh van mijn meerdere.
Ik stelde dus voor mijn werk voor den vol
genden dag af te maken,, door mijn verzuim
vannadht thuis in te halen. Kolonel Alle
vard stond mjj dat toe en met zijn voorken
nis nain ik de plans van die forten mee.
Gij kent ze, generaal, en gij weet dat er bin
nenkort een openbare beschrijving van de
verbeteringen daaraan zal gegeven worden.
Zeker.
Ik bracht ze vanmorgen mee met mjjn
voltooid rapport en gaf ze aan mijn collega
luitenant Guénard, die de archieven van de
directie houdt en die ze weder op hun ge
wone plaats hier in de kast borg.
Jawel, zeer goed, maar dat is van on
dergeschikt belang. Kwaamt gij wel eens
hier?
Nooit, generaal, mijn verstandhouding
met kolonel Allevard was niet van dien
aard, dat mij iets tot hem aantrok.
Goed, dat begrijp ik, maar hoe ver
klaart ge dan het verdwijnen van de lias
B—135?
Dat kan ik mij volstrekt niet verkla
ren.
Gedurende dit gesprek liad generaal Rol
land geen seconde zijn oogen van het ge
laat van den jongen kapitein afgewend, en
zonder dat lijj er iets van liet blijken, maak
te dat openhartige, eerlijke gelaat, zulk een
diepen indruk op hem, dat hp meer en meer
van de onschuld van Filip overtuigd werd
en dat hij een diep medelijden met hem had.
Hjj aarzelde een seconde het verhoor
voort te zetten, toen gaf hij toe aan het
edelmoedige denkbeeld dat in hem opkwam.
Komaan, mijn arme vriend, zeide hjj
op aanmoedigende toon,, zeg mjj eens alles
wat ge op 'het hart hebt en denk maar dat
ge tot een kameraad spreekt.
Ogeneraal, heb dank voor die goede
woorden, gjj geeft mjj als 't ware het leven
terug, men is voor mij zoo wreed en zoo
onrechtvaardig geweest. Ja, ik heb veel op
het hart en dat moet ik zeggen, ik zou het
wel willen uitschreeuwen. OGod, een ver
rader, ikZjj weten dan niet, dat mijn va
der, een oud soldaat van de Krim, mjj een
gloeiende liefde voor het vaderland, voor
Frankrijk heeft ingeboezemd, dat mjjn kin-
derdroomen slechts bestonden uit de over
winningen en de glorie van mjjn land, dat ik
werd opgevoed door een dapper officier
een der helden van Sebastopol, commandant
Berthier en dat hjj en mjjn vader mij
Frankrijk boven alles hebben leeren stel
len; dat al mijn wenschen, al mjjn hoop
slechts gevestigd waren op één punt: nut
tig te zjjn voor mijn vaderland, het eenmaal,
wanneer liet in gevaar mocht verkeeren,
den een of anderen schitterenden dienst te
kunnen bewijzen,, dat was mijn eerzucht.
Daarom ben ik in het leger gekomen, daar
om heb ik twaalf jaren lang gewerkt met al
mijn kracht om mijn rang te verwerven en
dat is mjj gelukt, mijn moeite is beloond.
Filip wond zich meer en meer op, zijn ge
laat gloeide van geestdrift terwijl hjj sprak.
Hij ging voort
- Ja, men heeft mjjn verdienste erkend,
zelfs meer dan ik werkelijk bezit. Ik ben
niet op de Polytechnische school of op een
andere inrichting geweest en toch ben ik
kapitein vóór mijn dertigste jaar. Wat kon
ik meer verlangen, wat had ik meer te wen-
schen? Niets. Mjjn eerzucht is voldaan, mijn
hart is vervuld van dankbaarheid. Ik heb
mjjn land gediend en mjjn land. overstelpt
mij inet weldaden. En dat fiere, voldane ge
moed, dat dankbare hart,, trillend van liefde
voor Frankrijk, zouoafschuwelijk
Mjjn God, en waarom?
Generaal Rolland was diep geroerd, hij
nam de hand van Filip en drukte dié.
Ik zie het, mijn beste Dormelles, ik zie
het, die beschuldiging is gelogen. De ge
dachte is verre van mjj, ook maar een oogen
blik aan uw schuld te gelooven, maar er
zjjn feiten, bewijzen, die weerlegd moeten
worden, een geheim, dat aan het licht moet
komenhelp mjj en het zal aan ons beiden
wel gelukken.
Met al mijn kracht, generaal, dat be
loof ik u.
Vooreerst het punt, dat de aanklager
in de aanklacht zelf aangeeft, wat in den
anoniemen brief staat. Gjj gaat trouwen,
Dormelies, en men zegt dat gjj geld noodig
hebt.
Dat is gelogen, generaal. Inderdaad,, ik
ga trouwen, maar mjjn bruid, mejuffrouw
Marguérite De Briais, bezit een aanzienljjk
vermogen en ik voor mjj behoef geen enkel
offer te 'brengen. Het is een huwelijk uit lief
de, generaal, wij hebben elkaar in de Alpen
leeren kennen. Wij zijn overeengekomen, dat
de plechtigheid in allen eenvoud zal plaats
hebben en de eenige geschenken, die mejuff.
De Briais van mjj heeft aangenomen, zijn
bloemen en de gouden trouwring, dien de
priester Zaterdag zal zegenen. Mijn geringe
spaarpenningen ais officier zonder vermo
gen, zjjn daar zelfs niet voor aangetast.
Maar hebt gij dan vijanden, die beslo
ten zjjn u in het verderf te storten?
Op deze vraag antwoordde Filip ernstig:
Ja, generaal, laffe vijanden, die er be
lang hjj hebben, dat mejuffrouw De Briais
niet mjjn vrouw wordt, en die reeds twee
maal een aanslag tegen mjjn leven hebben
gepleegd.
Wat zegt gij?
(Wordt vervolgd.)