Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
f
EERSTE BLAD
Gemeenteraad.
FEUILLETON
„NOO&D-BRABAND"
WOENSDAG 10 SEPTEMBER 1924
NUMME 72 -
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.AdresECHO.
dit nummer bestaat uit
TWEE BLADEN.
EEN NIEUW TIJDPERK.
De terugkeer van vacantie beteekent
voor ons allen eigenlijk bet begin van
een nieuw jaar. Een nieuw jaar van
werken, van krachtinspanning en
ook van zorgen. Geestelijk verfrischt
en lichamelijk uitgerust meer dan
andere jaren misschien, nu de natte
zomer ons van buitensporige pliysieke
inspanning heeft weerhouden kee-
ren we tot den arbeid terug, toegerust
met nieuwen weerstand en met nieuwe
energie. Er hebben zich ditmaal tijdens
het vaeantieseizoen merkwaardige din
gen in de politieke wereld afgespeeld.
Over de beteekenis en de draagkracht
ervan moge er oneenigheid bestaan,
toch kan het niet aan twijfel onderhe
vig zijn, dat er met de besluiten van de
Londensche conferentie en de aanne
ming van de uitvoeringswetten in het
Duitsehe parlement, een volkomen
nieuwe toestand is geschapen. In het
drama van hulpeloosheid, dat sedert
den wapenstilstand op het schouwtoo-
neel der wereld is vertoond, is nu het
scherm gedaald, en het is goed, dat
wij aan de complicaties, die er zich in
hebben afgespeeld, niet meer herinnerd
worden.
Er is nu een streep gezet onder het
verleden; de wil tot herstel en tot
duurzamen vrede heeft zich, zij het dan
ook nog niet volkomen, toch in sterke
re maten gedemonstreerd dan ooit, en
waar voorts de materieele hulp, met
name van den kant van Amerika, dat
zich zoo lang afzijdig heeft willen hou
den van de Europeesche zaken, nu in
verschillenden vorm blijkt te komen
opdagen en daardoor ook het belang
van dien kant bij de duurzaamheid van
het Europeesche herstel toeneemt
schijnen de voorwaarden geschapen,
die voor de oude wereld op genezing
van de langdurige zware ziekte het
uitzicht openen.
Wat de wereld noodig had om weer
op haar verhaal te komen, was in de
eerste plaats rust, en het is zeker niet
de minste verdienste van de te Londen
tot stand gekomen overeenkomst, dat
er nu een eind schijnt te zijn gemaakt
aan de op gezette tijden telkens weer
opkomende crisisvlagen, die in geschil
len over het reparatievraagstuk hun
oorsprong vonden. Rust en stabiliteit
zullen de uitvloeisels zijn van de eer
lijke toepassing van het verdrag door
alle partijen. Rust op politiek gebied,
stabiliteit op het terrein van de staats
financiën der betrokken mogendheden,
met als gevolg daarvan ook bestendig
heid van de wisselkoersen, die tot dus
ver maar al te vaak speelbal waren
van politieke en finantiëele onzeker
heid en voor den handel een van de
voornaamste oorzaken van terughou
dendheid en van gemis aan vertrouwen.
Er zijn ongetwijfeld nog pessimisten
genoeg, die hier en daar duistere pun
ten in de toekomst meenen te zien. En
het is zeker niet alleen hier te lande,
dat men ze vindt. Zwartgallige en
zwaartillende menschen zijn echter
nooit degenen geweest, die in tijden
van moeilijkheden en inzinking de stu
wende krachten hebben ontwikkeld om
het herstel te verhaasten. Dat deden
wel zij, die juist in de tijden, dat de
meesten nog in sombere beschouwing
van toekomstige mogelijkheden ver
diept waren, gezonde risico's durfden
nemen en aldus een voorsprong be
haalden op hen, die bij de pakken ble
ven neerzitten.
Ook wij zijn niet van oordeel, dat
de conferentie te Londen met één slag
de moeilijkheden heeft doen verdwij
nen, die aan een universeel herstel in
den weg staan. Er kunnen zich nog al
lerlei bezwaren voordoen en mogelijk
zal de afstand nog lang zijn, die moet
worden afgelegd alvorens orde en be
drijvigheid op den ouden voet hersteld
zijn. Maar met dat al zou het onver
standig zijn, het aanbreken van den
nieuwen dag te willen ontkennen.
Inderdaad het daagt in het Oosten.
Ondanks de moeilijkheden op het ge
bied van de nijverheid, van het bank-
wezen en van heel het bedrijfsleven,
waarover men in Duitschland, deels
terecht, deels ook ten onrechte, den
mond vol heeft, kan ieder, die nu met
onbevooroordeelden blik daar te lande
rondkijkt, het licht op tal van plaatsen
1 zien doorbreken. En het zijn vermoede
lijk juist die teekenen van naderend
herstel bij onze Oostelijke naburen
welke door de thans op komst zijnde
groote internationale leening nog ster
ker geaccentueerd zullen worden
die bij de oude mededingers een vage
vrees hebben doen post vatten over de
gevaren, welke scheepvaart, handel en
nijverheid van die zijde te duchten
hebben. Doch afgescheiden van de
vraag of de wereld vóór 1914 in mate-
rieelen zin dan niet wel gevaren is bij
een gezonde krachtsontplooiing in Mid
den-Europa, moge hier alleen de op
merking worden gemaakt, dat in elk
geval ons land bij een herstel van het
bedrijfsleven in Duitschland niet an
ders dan zijde kan spinnen.
Zooals nog dezer dagen een bankier
TüfrpPyA/AALW U K
DOOR ERVARING STERK.
in een van de groote Engelsche finan
tiëele couranten kon getuigen, zal Ne
derland naar alle waarschijnlijkheid
in belangrijke mate de gevolgen van de
Londensche overeenkomst ondervinden,
gezien het feit, dat de handel van ons
land zoo rechtstreeks den invloed be
speurt van den gang van zaken in
Duitschland. Herleving van handel en
nijverheid bij onze Oostelijke buren
zal zich moeten openbaren in groote
bedrijvigheid hier te lande, terwijl wij,
ook naar dit buitenlandsche getuige-
nis, in een speciaal gunstige positie
verkeeren om van de gelegenheid zoo
1 goed mogelijk profijt te trekken. Het
is ongetwijfeld aangenaam, van dezen
1 schrijver in het Engelsche blad te ver
nemen dat Nederland tot de gezondste
landen van Europa behoort, doch van
meer beteekenis is het, dat wij er ons
ook van bewust worden dat wij reeds
uit dien hoofde een voorsprong in
kracht en in reserve hebben boven zoo
vele anderen tot het behalen van de
materieele voordeelen, die de toekomst
in zich bergt.
Nu de voorwaarden voor een duur
zaam internationaal herstel geschapen
schijnen en met het terugkeeren van
stabiliteit in Europa de ontbrekende
schakel in den ketting van het buiten
landsche handelsverkeer weer is in
gevoegd, moeten wij ook toonen, een
dosis gezond vertrouwen te ^bezitten.
Vertrouwen, niet enkel naai" buiten,
maar ook naar binnen. Vertrouwen,
dat een verlevendiging van het zaken
verkeer, tevens het geneesmiddel bevat,
voor een krachtig herstel ook in die
gevallen, waarin laakbare overmoed
en verblindheid gedurende tijden van
schijnvoorspoed, moeilijkheden te voor
schijn riepen in een depressieperiode,
die geen einde scheen te nemen.
Het nieuwe tijdperk, dat nu voor
ons ligt, moet er een zijn van weder
opbouw en herstel. Willen ook wij
daarin ons deel hebben dan is er voor
ongemotiveerd wantrouwen geen plaats
meer, maar worden bezadigd optimis
me en gematigd vertrouwen een eerste
eisch.
N. R. Crt.
73)
HEUSDEN.
Openbare Raadsvergadering van
Maandagavond 7.30 uur.
Beknopt verslag.
Met den Voorzitter waren alle leden
aanwezig, behalve het lid Cox, die
eenigen tijd later, bij punt 4, ter ver
gadering kwam.
Eerstens werd beëedigd het nieuw
gekozen oud-lid F. H. Verhoeven, waar
na de Voorzitter hem met enkele woor
den installeerde.
De notulen der vergadering van 18
Augustus werden ongewijzigd goedge
keurd.
Medegedeeld werd, dat de verande
ring op de gemeente-begrooting 1924
door Ged. Sta.ten was goedgekeurd.
Voorloopige vaststelling der gemeen
te-rekening en der rekening van het
Vleeschkeuringsbedrijf over 1923. Als
rapporteur der aangewezen commissie
bracht dhr. Uhl verslag uit. De inkom
sten der eerste bedroegen ƒ73047,47,
de uitgaven 61593,39^, batig slot
11593.39^. Hij adviseerde tot goed
keuring, wat natuurlijk geschiedde.
In verband met bovengenoemde ge
tallen wenscht de heer de Haan de ta
rieven der kenrloonen van den Vleësch-
keuringsdienst te zien verlaagd, doch
de Voorzitter beduidde dat zulks niet
van invloed zou zijn op de prijzen, wat
de eerste betwijfelde. Ook vond hij, dat
in dit geval geen winst mocht worden
gemaakt, doch de Voorzitter betoogde
aan de hand van de verordening het
tegenovergestelde.. Immers een batig
saldo boven de 500 moet over de di
verse gemeenten worden verdeeld. La
ter zal hierop nog wel gelegenheid zijn
eens terug te komen.
Vaststelling van de verordeningen
regelende de heffing en invordering
van rechten voor het gebruik der aan
legplaatsen van schepen, welke om de
5 jaren moeten worden herzien.
B. en W. stellen voor art. 8 te ver
anderen en het abbonnementsgeld der
vrachtbooten voor de 1ste te brengen
van 15 op 30, voor de 2e van 10
47e JAARGANG.
»vuc.iiüL/nu 1
Hcho van hel Zuiden,
Wialwtjksehe en Lan|s(raaische Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
V.
PrtJs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
BU contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit
zt)n.
van „De Echo van het Zuiden".
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
Hij was naar liet hotel van den minister
gereden, had daar van het gebeurde kennis
gegeven, de gekochte couranten achterge
laten en per telefoon had de politie last
gekregen haar maatregelen te nemen.
Inmiddels wandelden Aurélien De Prabert
en oom Daniël, arm in arm, onder het
rooken van een sigaar, langs de Madeleine.
Waar zullen wij dineeren? vroeg oom
Daniël?
Ik weet het niet, in g' en geval thuis,
het geheele hotel staat overeind, maar toch
moet ik er eerst nog even heen.
Waarom?
Wel, dat is toch nogal duidelijk. Ik zal
mijn lieve nicht Marguérite De Briais gaan
meedeelen ohet is een droevige taak
welk betreurenswaardig ongeluk haar brui
degom, den kapitein Dormelles, is overko
men.
Ilihihi, giebelde oom Daniël, kan aar
dig wordenjaheel aardigmaar
pas opverspreek u nietniet meer
zeggen dan noodig ismeisje is slim
haar niet op den hals halenkan gevaar
lijk worden
Och kom, ziet ge me nu voor zoo on-
noozel aan. Ik weet heel goed hoe ik dit
moet aanleggen. Eerst toon ik mijn deelne
ming in het leed dat haar treft, dan laat
ik even heel terloops, doorschemeren dat
mijn minnend hart nu opnieuw hoop heeft
opgevat, mfln minnend hart, liahaha
Jawel, maar toch gewaagdals ik
het eens deed?
Nooit.
Wees voorzichtig.
Geen nood.
Goedwaar vind ik u?
Arélien dacht een oogenblik na en wees
toen naar een restaurant, op de rue Royale.
Daar, bij Durand, ik ben over een uur
terug.
Goed.
Afgesproken.
Aurélien liet den arm van oom Daniël los
en begaf zich naar het hotel De Prabert.
De afstand was niet groot, maar toch zou
Aurélien onder andere omstandigheden zeker
een rijtuig genomen hebben, thans deed hij
dit echter niet. Hij had behoefte om na te
denken en vooraf te verzinnen onder welke
bewoordingen hij het bericht aan Margué
rite zou overbrengen.
Met langzame schreden slenterde hij de
avenue Chanip Elysées in en thuis gekomen
klom hij even langzaam de trap op.
Hij belde aan de deur der vertrekken van
mejuffrouw De Briais.
Jeannine deed open.
Een bezoek van Aurélien De Prabert aan
dit gedeelte van het hotel was iets zoo on
gewoons, dat de trouwe Lotharingsche een
gebaar van verwondering niet kon weerhou
den.
Zonder daarop acht te geven, zeide Auré
lien
Jeannine, kan mijn nicht mij even ont
vangen? Ik heb haar iets zeer gewichtigs
mee te deelen.
Met zichtbare verlegenheid antwoordde
de kamenier
Ik weet het nietmejuffrouw De
Briais heeft het op het oogenblik zeer druk,
maarik zal haar gaan zeggen, dat u
er is.
Goed.
Aurélien zag er zoo treurig uit, dat
Jeannine zich ongerust maakte. Zij liet hem
binnen en ging naar haar meesteres.
Aurélien zette zich in een fauteuil en
wachtte bedaard met een half verholen
glimlach om zijn fijn besneden mond.
Het duurde eenige minuten eer Marguérite
De Briais te voorschijn kwam. Het bezoek
van Aurélien verraste haar te midden van
haar toebereidselen tot het huwelijk, het
passen van haar bruidskleed, en het uitkie
zen van de kanten, linten en juweelen, die
zij op den grooten dag zou dragen.
Wat kan hij mij te zeggen hebben? had
Marguérite gevraagd, toen Jeannine den
ongewonen bezoeker bij haar aandiende.
Ik weèt het niet, mejuffrouw, maar liij
ziet er zeer ernstig, bijna somher uit.
Mijn God, zoo er maar geen ongeluk is
gebeurd.
Wat hebt ge nog te vreezen, thans, zoo
dicht bij het geluk?
Helaas, mijn beste Jeannine, die
Daniël Hilson is tot alles in staat en zijn
neef eveneenk.
Zij zullen toch den kapitein niet dur
ven aanvallen?
- Oals Filip hier was, dan zou ik niets
vreezen, noch voor mij, noch voor hem, met
zijn oogen alleen kan hij hen wel in be
dwang houden, maar nu ben ik alleen.
Het lieftallig gelaat van Marguérite, dat
zooeven nog straalde van geluk en ver
trouwen op de toekomst, werd eenskaps
somber en haar lippen trilden van ongerust
heid.
Een oogenblik bleef zij besluiteloos staan
maar vervolgens sprak zij tot haar kame
nier
Gij moét hier blijven, Jeannine, en als
ik bel komt gij dadelijk binnen.
Ja, mejuffrouw.
De jonge dame begaf zich naar het salon,
waar haar neef Aurélien op haar wachtte.
Toen hij haar zag binnenkomen, stond
Aurélien op en groette haar vol eerbied.
Ik dank u, lieve nicht, zeide hij, dat gij
zoo goed zijt mij te ontvangen.
Hebt gij mij iets belangrijks mede te
deelen?
Helaas ja, maar alvorens ik dat doe,
moet ge mij een korte inleiding toestaan.
Marguérite maakte een beweging van on
geduld.
Ja, hernam hij, ik weet wel dat mijn
tegenwoordigheid u onaangenaam is en dat
gij mij van vijandige gevoelens verdenkt,
die echter volstrekt niet in mij omgaan. Ik
lijd veel verdriet, dat verzeker ik u, maar ik
heb de kracht dat leed te onderdrukken en
ik hoop dat ik die kracht zal behouden. Tot
mijn ongeluk heb ik in mijn hart eerst be
grepen, toen het te laat was.
Toen gij hier in huis kwaarnt, waart gij
nog een onbeduidend meisje, nauwelijks den
kinderschoenen ontwassen en ik verbeeldde
mij destijds al een man te zijn, Marguérite.
Ik heb u dan ook in den beginne als een
kind beschouwd en u een weinig veronacht
zaamd. Hoe zwaar ben ik daarvoor gestraft.
In een paar jaren zijt gij opgegroeid tot een
vrouw, tot een bekoorlijke, betooverend
schoone vrouw. Die gedaanteverwisseling
kwam zoo plotseling, dat ik er over ver
baasd stond, en toen het mij tenslotte duide
lijk werd, wat ik voor u voelde
Marguérite, die haar ongeduld niet langer
kon bedwingen, viel hem vrij scherp in de
rede
Genoeg daarvan, ik kan niet veronder
stellen, dat gij hier gekomen zijt me het
doel mij uw gemoedstoestand te beschrijven.
Gij hebt verzocht mij te spreken, wat ver
langt ge?
Aurélien fronste de wenkbrauwen, maar
hij wist zich te beheersclien en ging voort
met zijn gemaakten glimlach en op den
vriendelijken toon, waarmee hij het gesprek
begonnen had
Ge hebt gelijk, het is nu te laat om
dergelijke verklaringen te doen, ik heb te
lang gewacht en daar zal ik mijn geheele
leven spijt van hebben. Laten we er maar
niet verder over spreken, maar gij zult toch
moeten erkennen, nicht Marguérite, dat ik
u tijdens uw verloving met kapitein Dormel
les niet heb lastig gevallen met mijn liefde
en spijt. Ik kende u te goed om niet te we
ten, dat mijn liefde hopeloos was en daarom
ben ik u zooveel mogelijk uit den weg ge
gaan.
Marguérite was volstrekt niet overtuigd,
dat de neef van Daniël Hilson zoo volkomen
en vrijwillig afstand van zijn liefde had ge
daan. Zij kon het ruwe gedrag, waaraan hij
zich bij de ontploffing in de vallei des Vil-
lards te haren opzichte had schuldig ge
maakt, maar niet vergeten en sedert haatte
zij Aurélien, die haar vroeger onverschillig
was geweest. Van de andere aanslagen, die
Aurélien en oom Daniël tegen Filip Dormel
les hadden gepleegd, wist zij niets, haar ver
loofde had het gebeurde ook voor haar ge
heim gehouden om haar niet noodeloos te
verontrusten, .maar ook zonder dat haatte
zij hem.
Ook nu geloofde zij geen woord van alles
wat hij gesproken had, zij wist dat hij loog,
zij gevoelde het, zij was er moreel van over
tuigd.
Zij wilde hem evenwel aanhooren, totdat
hij haar het doel van zijn bezoek had mee
gedeeld en zij had er een voorgevoel van,
dat hij haar iets verschrikkelijks te zeggen
had.
Om evenwel een noodeloos gesprek te
vermijden, antwoordde zij niet op zijn laat
ste woorden, maar bleef in afwachtende
houding voor hem staan.
Aurélien, zonder zich van zijn stuk te
laten brengen, ging op zijn huichelachtigen
toon voort
Niettemin heb ik op den bodem van mijn
hart een weinig hoop overgehouden, een
zwakke vonk, die blijft smeulen, die nooit
zal uitdooven. Er zou een wonder moeten
gebeuren om uw huwelijk met kapitein Dor
melles te verhinderen, nicht Marguérite, en
ik heb geduldig gewacht totdat dat wonder
zou gebeuren.
Welnu? vroeg Marguérite ongerust.
Welnu, dat wonder is gebeurd, ant
woordde hij.
Wat bedoelt ge?
Ik bedoel, dat Marguérite De Briais,
de dochter uit een eervol geslacht, de Fran-
sche, die Frankrijk liefheeft, niet de vrouw
kan worden van kapitein Dormelles.
Waarom niet? vroeg zij kalm, maar
met doodsbleek gelaat.
Omdat Filip Dormelles zijn vaderland
heeft verraden en heden ontmaskerd is.
Het meisje haalde de schouders op en zag
hem vol verachting aan, terwijl zij zeide
Ge liegt.
Aurélien haalde het nummer van de Vigi
lant te voorschijn en stak haar dat toe.
Lees.
Het artikel stond op de eerstepagina en
was voorzien van een in het oog loopenden
titel, terwijl in den tekst verscheidene woor
den met vette letters en op afzonderlijke
regels gedrukt waren.
Marguérite las het artikel vluchtig door.
'Wordt vervolgd.)