Toegewijd aan Handel, industrie en Cemeentebelangen.
I
FEUILLETON
„NOOkD-BRABAND"
NUMMER 73
ZATERDAG 13 SEPTEMBER 1924
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
LAGERE POSTTARIEVEN.
Wij liebben «r al meermalen op ge
wezen, boe noodzakelijk het is, de kos
ten van het dagelijksch leven te verla
gen.
Daartoe moet ook de Staat meewer
ken; en zij kan dit o.m. doen, door
mede te werken door verlaging der
spoorwegtarieven en posttarieven.
Voor twee jaar terug is de spoor
wegdirectie begonnen eenige goederen
tarieven der spoorwegen te herzien en
die iets te verlagen. En ook het per
sonenvervoer is iets verlaagd, maar ho
voor alle onderdeelen nog veel te wei-
nig.
Maar de inkomsten dekken altijd
nog niet de uitgaven der S.S. en men
kan dus nog niet eischen dat een po
ging tot verdere verlaging gedaan
wordt.
Hoewel
Geheel anders is dit echter bij de
posterijen.
Dóór worden voor 1925 zeker, voor
1924 waarschijnlijk, inkomsten en uit
gaven gedekt. En daar heeft men nog
geen enkel tarief verlaagd.
En zeker dó&r is het hoog noodig.
Voor handel en nijverheid, voor het
verkeer tusschen de menschen, natio
naal en internationaal, voor kunsten
en wetenschappen, letterlijk voor alles
wat beschaving en ontwikkeling tot
doel heeft, is het vraagstuk der post
tarieven een levenskwestie.
Hooge tarieven zijn op menig gebied
een hinderlijke belemmering en ten
eenenmale in strijd met de nieuwere
opvattingen van het verkeer.
Voldoening schonk daarom het eerste
bericht dat de postconferentie beslo
ten had, ten aanzien van het briefport
geheel, van het port voor briefkaarten
nagenoeg, tot de tarieven van vóór den
oorlog terug te keer en.
Een internationale brief van enkel
voudig gewicht kostte toen 12^ cent,
een briefkaart 5 cent; het zou nu
worden, een brief 121 cent, een brief
kaart 7£ cent.
I Maar bijna aanstonds werd de vol
doening over dit resultaat te niet ge
daan, door de beperking van het be
sluit, dat de verschillende staten, le
den van de postunie, beVoegd waren,
deze porten met 60 pet. te verhoogen,
m.a.w. het tegenwoordige port van
20 cent voor een brief en 12J Cent voor
een briefkaart te behouden.
Deze toevoeging zal, vreezen wij, de
aangenomen verlaging-in-beginsel tot
een wassen neus maken.
Wat baat het ons, of Engeland en
andere landen, die doortastender zijn
en een beteren kijk op practische za
ken hebben, hun tarieven verlagen, als
Nederland de hooge tarieven hand
haaft?
Zooeven lezen wij, dat Zweden be
sloten heeft, het internationale port
voor gedrukte stukken en monsters
van 10 tot 5 öre per 50 gram te verla
gen en daarmee terug te brengen tot
het port vóór den oorlog.
Wanneer zal dat nu ook hier geschie
den?
Wij begrijpen heel goed, dat het niet
in eens kan. Maar waarom niet de in-
landsche brievenport tot. 7^ cent, de
briefkaartenport tot 5 cent en de cou-
rentenport tot 1 cent 'eruggebracht?
Reeds dit zou voor menige zaak een
enorme verlaging van dagelij ksche on
kosten zijn en voor menig burger een
verlaging van zijn eerste levensbehoef
ten. (Av.)
74)
BINNENLAND.
De stand van de werkzaamheden
van het Maas—Waalkanaal, dat een
verbinding tot stand zal brengen tus
schen de beide rivieren van Nijmegen
tot Grave, is thans als volgt
De sluis in Heumen is voltooid, die
in Weurt is in uitvoering. Van de drie
betonbruggen zijn er twee gereed en
de derde nadert haar voltooiing. Van
de spoorwegbruggen en de ijzeren
brug voor gewoon verkeer in den
Graafschen weg zijn de onderbouwen
gereed en de bovenbouwen op de fa-
briek in uitvoering. De kleine kunst
werken, zooals de grondduikers, welke
het water van het heuvelachtige terrein
tusschen Nijmegen en Groesbeek onder
het kanaal door naar de hoofdwater
leidingen van het Rijk van Nijmegen
en het Land van Maas en Waal moe
ten brengen, zijn allen voltooid. De
grondwerkers zijn voor ongeveer de
helft gereed.
Men hoopt, dat het kanaal over vier
jaar of wellicht iets eerder, dus onge
veer in de helft van 1927, in gebruik
zal kunnen worden genomen.
Van 23 tot en met 26 dezer zul
len, zooals reeds gemeld is, enkele
onderdeelen van het veldleger in Noord-
Brabant en Limburg tusschen Til
burg en Venlo oefeningen in groo-
ter verband houden.
Als leider van deze oefeningen zal
optreden luitenant generaal T. F. J
Muller Massis, commandant van het
veldleger.
Eenerzijds zal daarbij optreden als
blauwe (West) partij de lichte brigade,
onder bevel van generaal-majoor J. M.
Benteijn, inspecteur der cavalerie,
tevens commandant der lichte brigade,
en samengesteld uit den staf der lichte
brigade, twee regimenten huzaren, het
regiment wielrijders, het korps rijdende
artillerie en een vliegtuigafdeeling.
Voorts zijn hierbij nog eenige spe
ciale afdeelingen ingedeeld.
De roode (Oost) partij zal op 23 en
24 dezer onder bevel staan van ge
neraal majoor R. B. A. N. de Quay,
commandant der HIe divisie, en op 25
en 26 dezer van kolonel C F. Mus-
schert, commandant der Vde infanterie
brigade.
Deze partij wordt gevormd door een
te vormen Vde divisie en zal bestaan
uit den staf der Vde divisie, drie regi
menten infanterie, een afdeeling wiel
rijders, enkele eskadrons huzaren, een
regiment veld-artillerie en een vlieg
tuigafdeeling.
Voorts zijn ook hierbij nog enkele
bijzondere afdeelingen ingedeeld.
Als hoofdscheidsrechter zal bij deze
oefeningen gedurende de eerste twee
dagen optreden kolonel van den ge-
neralen staf W. E. van Dam van
Isselt, directeur der Hoogere Krijgs
school, daarna generaal majoor E. B
A. N. de Quay, commandant van de
111e divisie.
Uit den aard van de zaak is het niet
mogelijk, reeds thans mededeeling te
doen omtrent het verloop van de
handelingen van de partijcommandan
ten. Intusschen kan reeds nu worden
medegedeeld, dat vermoedelijk de be
langrijkste gevechtshandelingen zich de
eerste oefeningsdagen zullen afspelen
tusschen Tilburg en Venray en gedu
rende de laatste dagen tusschen Venray
en Venlo.
Verschenen is de Memorie van
Antwoord op het ontwerp-Tariefwet.
Een daarbij gevoegde nota van wijzi
ging opent de mogelijkheid om bij
Algemeene Maatregel van Bestuur de
5 pCt. inkomende rechten voor die
artikelen, welke thans belast zijn, maar
volgens regeling van het wetsontwerp
zouden worden vrijgesteld van invoer
rechten, voorloopig nog te heffen om
de betrokken industrie tegemoet te
komen.
Evenwel ligt het in de bedoeling
niet voor alle thans vrijkomende goe
deren de 5 pCt. voorloopig weer in te
voeren. Dit blijkt wel daaruit, dat de
opbrengst van dezen maatregel op nog
geen 2 millioen is geraamd, terwijl bij
herstel van de 5 pCt invoerrechten
voor alle vrijkomende goederen de
opbrengst ruim f 4 millioen zou zijn.
De Haagsche redacteur van de Msb.
meldt aan zijn blad
Verwacht wordt, dat binnen een dag
of 14 de Memorie van Antwoord op
het wetsontwerp tot verhooging van
den Tabaksaccijns zal verschijnen.
Het Eindh. Dagblad meldde onlangs
dat de voorgenomen accijnsverhooging
niet zal worden toegepast op sigaren,
doch alleen op sigaretten en tabak.
Ofschoon wij wel den indruk hebben,
dat deze zaak op bevredigende wijze
zal verloopen, staat dit echter nog niet
vast. De Minister van Finantiën toch
heeft ten deze nog geen beslissing
genomen er wordt nog een belangrijk
advies hierover afgewacht, dat eerst
een dezer dagen zal worden uitge
bracht.
Voorts vernemen wij, dat nog een
nader onderzoek zal worden inge
steld naar de mogelijkheid van een
tabaksbelasting bij de, bron. Gevreesd
wordt echter, dat dit niet tot een guns
tig resultaat zal leiden, omdat ook
vroeger reeds herhaaldelijk moet zijn
gebleken, dat een belasting bij de bron
niet het vereischte bedrag in de schat
kist zal brengen.
De niernve salarissen.
Naar de Msb. uit goede bron ver
neemt, zijn door de Regeering voor het
Staatsbedrijf P. en T. de volgende kern
salarissen vastgesteld
Ingenieurs 2400§400 (te berei
ken na 18 dienstjaren), hoofdcommie
zen 42005000 (na 6 dienstjaren),
electroteclinische hoofdambten, 4200
ƒ4800 (na 6 dienstjaren), commiezen
ƒ1800ƒ400 (na 18 dienstjaren), com
miezen-titulair monteur 16002700
(na 14 dienstjaren) en kantoorbedien
den 2e 4das 11002000 (na 14
dienstjaren.
1
47e JAARGANG.
r
Waalwyksciie en kiiptiaaisciie Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rUk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
BU contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit
zijn.
van „De Echo van het Zuiden".
GERECHTIGHEID.
Het begon met de belangen van het ge
heim. der nationale defensie uiteen te zet
ten en de gevaren die het vaderland bedreig
den, wanneer die geheimen werden verra
den, vervolgens vertelde men de feiten, zoo
sterk mogelijk gekleurder waren aan het
ministerie stukken ontvreemd, deze snel en
heimelijk gecopieerd, die copieën aan de
regeering van een vreemde mogendheid ver
kocht en de orginieele stukken in het ge
heime archief teruggelegd. En de schuldige?
Helaas, een officier, een kapitein van de
genie, en de naam stond daarachter voluit
in kapitale letters gedruktFilip Domiciles.
Het artikel eindigde met deze woorden
„Een huiszoeking, bij den verrader gedaan,
heeft geleid, tót de ontdekking van een ge
heim document van de hoogste waarde, be
treffende de fabricage van rookloos kruit.
Op het ministerie teruggebracht, werd Filip
Dormelies genoodzaakt zijn misdaad te be
kennen, waarop hij terstond in hechtenis is
genomen en overgebracht is naar de gevan
genis du Cherche Midi".
Het meisje hield Aurélien de courant voor,
wees naar het bewuste artikel en vroeg,
terwijl zjj hem met van toorn fonkelende
oogen aanzag:
Is dat waar?
De volle waarheid.
Zij frommelde de courant in elkaar en
wierp ze Aurélien in het gelaat, terwijl zij
uitriep
Ellendeling, hebt ge dan gedacht, dat
ge mij met uw helsche listen een oogenblik
zoudt kunnen misleiden? Dat ik ook maar
één seconde aan mijn aanstaande zou kun
nen twijfelen? Dat er in mijn hart een ver-
denking kon ontstaan tegen een man als
kapitein Dormelies, het toonbeeld van eer
en rechtschapenheid? Filip Dormelies, een
verraderWie zou daaraan kunnen geloo-
ven?
Aurélien bleef doodbedaard, raapte de
courant op, stak die in zijn zak en ant
woordde
Mijn hemel, lieve nicht, men heeft er
op het ministerie toch wel aan kunnen ge-
looven, want de schuldige is in hechtenis
genomen.
Welnu, mijnheer, dan zal men er niet
langer aan gelooven. Weet ge wat ik denk,
of liever waar ik van overtuigd ben?
Neen.
Dat dit alles uw werk is, uw werk en
dat van oom, Daniël Hilson. Gij hebt het
niet gewaagd, hem openlijk aan te vallen,
omdat ge daar te laf voor zijt en daarom
hebt ge hem een lagen, verradelljken valstrik
gespannen. Hoe ge dat hebt gedaan, welke
middelen ge daartoe hebt aangewend, ik
weet het niet, maar ik zal het spoedig te
weten komen, en dan zal ik u meedoogenloos
ontmaskeren en mijn Filip schitterend wre
ken.
Zij was op dit oogenblik beeldschoon, met
haar door woede hoogrood gekleurd gelaat
en haar van verontwaardiging fonkelende
oogen.
Aurélien werd angstig, maar toch dwong
hij zich tot een droevig lachje, toen hij zei:
Mijn lieve nicht, hoe grievend miskent
ge mij, maar zelfs voor uw toorn moet ik
u nog dankbaar zijn, want ik zag u nooit
zoo schoon als thans.
Zij wierp hem een minachtenden blik toe.
Ja, mompelde zij voor zich, hij en zijn
oom hebben dat schandelijk bedrog ten uit
voer gebracht en ook zijn moeder heeft er
aan deelgenomen. Sedert eenigen tijd hou
den zij geheime conferenties, de oom, de
moeder en de zoon. De mannen zullen zich
niet verraden, daartoe zijn ze te behendige
schurken, maar de vrouw is zwak en zenuw
achtig, zij zal misschien spreken, ik moet
dus met haar beginnen.
Dit gemompel, waarvan Aurélien, hoe hij
zich ook inspande, niets verstond, deed zijn
ongerustheid noch toenemen.
Wat zegt gij? vroeg hij.
Niets waar gij belang bij hebt, ant-
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
('urrnj^WAA LW U K
DOOR ERVARING STERK.
woordde Marguérite, en thans, nu ik het
verpletterende nieuws weet is uw aanwezig
heid hier niet langer noodzakelijk.
Wat beoordeelt ge mij toch onrecht
vaardig, Marguérite. Gij overstelpt mij met
verdenkingen, maar om het even, van u kan
ik alles verdragen en ik beklaag mij er zelfs
niet over, ik bied u zelfs mijn hulp aan,
Die weiger ik.
Wat zult gij alleen kunnen doen? vroeg
hij.
- Ik zal naar de generaals, naar de mi
nisters, naar den President der Republiek
gaan. Hemel en aarde zal ik bewegen om
de onschuld van Filip Dormelies en de laag
heid van u en uw medeplichtigen aan den
dag te brengen.
Men zal u niet ontvangen.
Dat zal men wel.
Men zal u niet gelooven.
Ik zal bewijzen leveren.
Die hebt ge niet.
Ik zal ze wel weten te vinden, de waar
heid kan altijd bewezen worden.
Arm kind.
Ik begeer uw medelijden niet.
Aurélien stond op, kwam een stap nader
en trachtte de hand van het meisje te grij
pen.
Luister nog even naar mij, smeekte hij.
Zij week terug met zooveel afschuw alsof
liet een gevaarlijk dier was, dat haar na
derde.
Neenriep zij uit. Ga, uw tegenwoor
digheid is mij eén gruwel.
Opnieuw naderde hij een schrede, steeds
met een glimlach om (je lippen en de oogen
vol hartstocht op haar gericht, maar zij riep
nogmaals
Ga heen, ga heen
Eensklaps, snelde zij naar den wand en
drukte op den knop van een electrische
schel.
- Laat mijnheer uit, beval Marguérite
gedwongen kalm.
Aurélien boog.
Het is niet noodig, Jeannine, zeide lijj
tegen de kamenier, die de deur voor hem
opende, ik weet den weg wel.
En tot Marguérite ging hij voort:
Goeden avond dan, nicht, ik ben wan
hopig over den wrok, dien gij jegens mij
koestert, maar bedenk, dat, zoo ge ooit van
uw dwaling terugkeert, wanneer hét ook
zijn moge, gij mij steeds bereid zult vinden
u te belpen en te steunen, zooals ik u dat
heb aangeboden.
Met hoog opgeheven hoofd verliet hij liet
salon.
Toen de deur achter hem gesloten was,
viel Marguérite snikkend in de armen van
haar trouwe kamenier.
Jeannine, Jeannine, mijn Filip is in
gevaar, die ellendelingen hebben hem een
afschuwelijken strik gespannen. Ik ben be
vreesd. Oal mijn geluk is verdwenen
Stel u gerust, mejuffrouw, alles is nog
niet verloren, de kapitein zal zich wel ver
dedigen.
Hjj is in de gevangenis.
O! God!
Maar die Aurélien heeft misschien ge
logen. Dat moet ik eerst weten. Jeannine,
ge moet naar het huis van kapitein Dor
melies gaan, rue Bonaparte 70, en zoo hij
daar is, brengt ge hem terstond hier, om
mij gerust te stellen.
Ja, mejuffrouw.
Wanneer Aurélien de waarheid heeft
gesproken, dandan komt ge terug met
den oppasser van Filip, die zoo aan hem ge
hecht is, ge weet wel, Martineau. Hij zal
mij vertellen, wat er gebeurd is en misschien
vinden wij tezamen wel een middel om mijn
Filip te verdedigen, te redden. Ga, Jean
nine, neem een rijtuig en kom spoedig terug.
Geen nood, mejuffrouw, ik zal u niet
lang in ongerustheid laten.
In een oogwenk had zij haar hoed opge
zet, haar mantel omgeslagen en toen snelde
zij de trap af, ging de straat op en riep het
eerste huurrijtuig aan.
Aurélien was angstig, angstiger dan hij
j zichzelf wel wilde bekennen. Hij kende
Marguérite, hij wist dat zij zich door niets
zou laten afschrikken en wanneer zij naar
de generaals en den minister ging en daal
de beschuldigingen herhaalde, die zij hem,
Aurélien, zooeven in het gelaat geslingerd
had, dan kon de zaak nog wel eens een
slechte wending nemen. Er waren geen be
wijzen, zeker niet, maar het zou reeds on
aangenaam zijn in die zaak betrokken te
worden, te moeten antwoorden op allerlei
onbeschaamde vragen en dan, mevrouw De
Prabert met haar zenuwachtigheid, met
haar gemis aan kalmte, kon zich licht ver
raden.
Onwillekeurig moest hij toegeven, dat het
verkeerd was geweest, dit bezoek aan zijn
nicht te brengen, maar hoe duivel had hjj
ook zulk een ontvangst kunnen voorzien!
Tranen en jammerklachten had hij ver
wacht, en in plaats daarvoor waren toorn,
bedreigingen en beleedigingen gekomen.
Inderdaad, er dreigde gevaar, een gevaar,
dat tot eiken prijs afgewend moest worden.
Hoe?
Daar dacht Aurélien over na, terwijl hij
de trap afging. Hij zelf kon geen middel be
denken, maar oom Daniël zou zeker ook in
deze wel raad verschaffen, dus het beste
wat hij doen kon, was terstond naar het
café Durand te gaan, waar zijn oom hem
wachtte.
Toen hij voorbij de loge van den portier
ging, kwam deze bediende, in zijn schitte
rende livreihem met deftige schreden
tegemoet en bood hem op een presenteerblad
een brief aan, die zooeven bezorgd was.
Aurélien herkende op het adres de hand
van Maurice de Noirtal en toen hij den brief
geopend had, las hij, dat de candidaat No
taris in de rue Saint-Maur-Popincourt een
paviljoen ter zijner beschikking had, dat
geheel gemeubleerd en onbewoond was en
te midden van een tuin stond, ver van de,
trouwens zeer stille, straat. Er waren twee
sleutels bij den brief gevoegd, één van den
tuin en één van de huisdeur.
Aurélien glimlachte, terwijl hij brief en
sleutels in zijn zak stak.
Kijk, mompelde hij, die Maurice is een
kerel, onbetaalbaar. Ik kan hem niets vra
gen of hjj doet het. Ik begrijp evenwel niet,
wat oom Daniël er mee voor had, toen hij
mij opdroeg, voor een afgelegen huis te zor
gen. Welk nut kunnen we daarvan hebben?
Oom Daniël is echter een looze vos, liij doet
niets of hij heeft er zijn reden toe en een
goede reden ook, alleen hij houdt niet van
veel praten. Wij zullen dus maar afwach
ten wat hij in zijn schild voert.
Hij wilde dat wij een afgelegen huis ter
beschikking zouden hebben, goed, wij hebben
het.
(Wordt vervolgd.)