9
I
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen
FEUILLETON
Adriaan van Doorn
„NOORD-BRABAND"
HEDEN
NUMMER 80
WOENSDAG 8 OCTOBER 1924
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No, 38. Tekgr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
BINNENLAND.
80)
^r^WAA LW UK^gy
DOOR.
ERVARING
LAND- EN TUINBOUW.
Speciale Etalage
Nieuwste Modellen en Kleuren
Voordeelige prijzen.
Schapenmarkt - 's Bosch.
47e JAARGANG
Waalwiiksche en Lanptraatsche Courant
B
DU blad versebflnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abon nemen tsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rijk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
PriJa der AdvertanÜSn
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel
Bfl contract flink rabat
Advartentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur na ons bezit
zijn.
Ten bewijze, dat de scbeepsbouwnijver
heid hier te lande, althans te Rotterdam,
er toch niet zoo slecht voorstaat, als sommi
ge uitlatingen zouden doen gelooven, deelt
men ons mede, dat heden aan de Rotter-
damsche Droogdokmaatschappij andermaal
den bouw is gegund van twee tankschepen
voor rekening van de Koninklijke Petroleum
Maatschappij. Ook deze schepen worden,
gelijk de kort geleden vermelde schepen, ge
bouwd zonder eenigerlei subsidie van Rijk
of gemeente.
Het aantal leden van de vakbonden,
aangesloten bij het R.K. Vakbureau, be
droeg op 1 Juli j.l. 99.242, tegen 100.256 op
1 Juli van het vorige jaar. De z.g. na-oor-
logsche ledenwinst is door deze nieuwe da
ling bijna teniet gegaan: het ledental be
droeg op 1 Januari 1919 97.618. Vooral in
de provincies Noord-B rabant en Limburg is
het ledenverlies groot. In de laatste drie jaar
verloor de R.K. bouwarbeidersbond in Lim
burg 80 pet. en in Noord-Brabant 63 pet.
van zijn leden.
Het Tijdschrift voor de R.K. Vakbewe
ging verbloemt zijn teleurstelling over deze
daling niet, maar ziet niettemin in de R.K.
Vakbeweging in 't algemeen een kentering
ten goede en een groei, die door deze tijde
lijke daling niet zal worden belemmerd.
De vliegtocht NederlandIndië.
Naar het Haagsche Aneta-kantoor ver
neemt, heeft bet Comité vliegtocht Neder-
land-Indië, Zaterdagavond het volgende tele
gram ontvangen van den heer Van der Hoop
uit Philippopel
Bij het volbrengen van de derde etape
BelgradoKonstantinopel heeft de F VII
bij Philippopel een landing moeten maken.
De reden was gelegen in het lek worden
van den reservewaterkoeler, waardoor de
motor onklaar geraakte.
Daar bij Philippopel geen landingsterrein
is, werd de landing op onvoorbereid terrein
uitgevoerd, waarbij het landingsgestel van
het vliegtuig werd beschadigd.
De bemanning is ongedeerd.
Nadere berichten worden verwacht.
Naar het Persbureau, Aneta verneemt,
blijkt uit een nog bij bet comité vliegtocht
NederlandIndië ingekomen nader bericht,
van den beer Van der Hoop uit Phillippopel
ontvangen, dat de schade aan bet toestel
veel belangrijker is, dan uit bet eerste be
richt kon worden afgeleid. Doordat bet koel
water was weggeloopen, is de motor vastge-
loopen, en bij de landing waren gebroken,
het landingsgestel, de wielen en andere be
langrijke deelen. Het is begrijpelijk, dat de
bemanning thans in zeer groote moeilijkheid
verkeert, daar door het gemis van vracht-
van „Do Bcho van Aet Zuiden".
Martineau zag den indrukwekkenden grijs
aard, die met zooveel onverzettelijke wils
kracht en sombere vastberadenheid bad ge
sproken,' verwonderd aan en mompelde:
Wie zjjt gij toch?
Een oud man, antwoordde Robert, die
er zijn reden toe beeft om Filip Dormelles
te beschermen en om den man, dien gij oom
Daniël noemt, dowdelijk te haaten. Oom
Daniël, ahKom, laat ons gaan.
Vil.
DE GEHANGENE.
Martineau gevoelde diep bet overwicht
dat Robert Duhesme o'p hem had. De kalmte
en vastberadenheid van den grijsaard maak
ten een machtigen indruk op de zenuwach
tige besluiteloosheid van den jongen man.
Hij liet zich geleiden, bevelen, en was reeds
tevreden over zichzelf als bij de bevelen
stipt ten uitvoer bracht, zonder na te den
ken of een opmerking te maken. Het eerste
bevel dat Robert Duhesme hem gaf, was
een rijtuig te balen en toen zij daarmee naar
"de Champs Elysées reden, deelde Robert
hem kort en duidelijk mede, wat zijn plan
was.
Het eerste werk zou zijn, het spoor te
zoeken van Daniël Hilson, hem naar een
eenzame plaats te lokken en daar, onder 4
oogen, zou Robert er zich mee belasten, hem
de waarheid te doen opbiechten. Hij bad
daartoe onfeilbare middelén.
Nog dezen nacht moest dat gesprek plaats
hebben.
auto's en den moeilijken toestand van het
terrein, waar het toestel ligt, de oplossing
door reparatie slechts met zeer veel moeite
mogelijk zal zijn. Bovendien zal met een en
ander zeer veel tijd gemoeid zijn.
Door bemiddeling van bet ministerie van
buitenlandsche zaken is aan de Bulgaarscbe
regeering verzocht hulp te verleenen.
De Kon. Luchtvaartmaatschappij heeft
haar chef van den technischen dienst ter
beschikking gesteld, om bij de verder te
nemen maatregelen ter plaatse behulpzaam
te zijn.
Daar het vliegtuig, dat thans beschadigd
is, het eerste en eenige is van het type F
VII, is het niet mogelijk, een ander vlieg
tuig beschikbaar te stellen en moeten de
resultaten afgewacht worden van de voor-
loopig genomen maatregelen.
Men verzoekt ons overname van het
volgende
De propaganda van het Roode Kruis.
De Weleerw. heer J. Kitslaar schrijft in
„Het Huisgezin"
Van meer dan een zijde krijg ik circulai
res thuisgezonden, die het Roode Kruis
rondzendt en de vraag wordt er bij gesteld
Moet daar niet tegen opgetreden worden?
Ik geloof wel, dat bij de nogal vurige ac
tie van het Éoode Kruis, het wel bijzonder
goed is, herhaaldelijk het Roomsche stand
punt te belichten, dat wij, katholieken, voor
zieken, moeders en kinderen een roomsche
vereeniging wenschen.
Als dat kalm gebeurt wij hopen dit bin
nenkort zeer uitvoerig en met groote kalmte
'te doen zullen de heeren van het Roode
Kruis moeten toegeven, dat wij niet anders
kunnen en dus niet anders willen.
De heeren van het Roode Kruis, die waar
lijk vurig zijn in hun actie en forsch in hun
propaganda, doen verstandig maar geheel af
te blijven van de zorg voor zieken, moeders
en kinderen onder onze Roomsche menschen.
Wij willen beslist onze eigen organisatie
en die is het Wit-Gele-Kruis.
De circulaires van het Roode Kruis zijn
bijzonder verwarrend, ook de manieren zijn
ietwat indringerig de Nationale Federa
tie van het Wit-Gele Kruis besloot daarom
ook zeer voorzichtig om de Roode Kruis
collecte niet meer aan te bevelen of te
steunen.
Als het Roode Kruis bij zijn taak blijft
van Roode Kruis en niet verder, dan gun
nen wij deze vereeniging van harte den
steun van hooge zijde.
De hooge personen, die het Roode Kruis
steunen, zullen, naar ik hoop, als in 1925
het Wit-Gele Kruis eens een collecte door
Nederland houdt, even gaarne steunen.
Edelmoedig moeten wij zijn voor elkaar.
Het Roode Kruis moet echter een ander
redacteur voor zijn circulaires kiezen.
't Is finantieel niet nuttig.
Wij zouden liever persoonlijk ons dubbel
tje offeren voor 't Roode Kruis, als er dui
delijker in stond, dat zij van ons terrein af
wilden blijven.
Nu zijn die circulaires bijzonder verwar
rend
Generaal Van Heutsz herdacht.
Minister Colijn bespreekt in het Haagsch
Waar?
Dat kwam er niet op aan, men zou daar
toe' rekening houden met de omstandighe
den. Daniël was een nachtbraker; een habi
tué der clubs, hij zou dus zeker wel een
groot deel van den nacht buitenshuis door
brengen. Zij zouden hem bespieden en hem
volgen.
Oals, ondanks het vergevorderde uur,
eenige minuten over elven, de ellendeling
het hotel De Prabert nog niet had verlaten.
Daar reden zij heen met alle snelheid van
een huurpaard, dat door den koetsier, in het
vooruitzicht op een goede fooi, meedoogen-
loos wordt voortgezweept.
Martineau deed het rijtuig midden in de
Avenue des Champs Elyseés stilhouden.
De beide mannen stapten uit, Robert be
taalde ruimschoots voor den rit en begaf
zich daarna met Martineau onder de hoornen
tegenover het hotel De Prabert.
Wat zoudt ge er van denken, mijnheer,
vroeg Martineau fluisterend, wanneer ik
eens naar het hotel ging, om nogmaals te
vragen of mejuffrouw De Briais al thuis
gekomen is en er tegelijk achter zocht te
komen of onze schelm nog thuis is?
Dat is goed, zeide Robert, ik zal hier
op u wachten, maar kom gauw terug.
IIij leunde met den rug tegen een boom
en hield de oogen onafgewend op den voor
gevel van het hotel gericht.
Na verloop van vijf minuten kwam Mar
tineau in groote haast terug.
Vooreerst, zeide hij,-is die arme juffr.
Marguérite nog altijd niet terug en ten
tweede hebben wij een buitenkansje: Auré
lien en oom Daniël zijn nog thuis.
Ha!
Maar zij zullen onmiddelijk uitgaan,
hun rijtuig staat reeds ingespannen op de
binnenplaats te wachten.
Wij moeten hen volgen.
Hen volgen, duivels, en ik ben dom ge
noeg geweest om ons rijtuig weg te zenden.
Misschien komt er wel één voorbij, dat wij
nog kunnen aanroepen.
Martineau had nauwelijks deze hoop ge
uit of de koetspoort van het hotel De Pra
bert werd wijd geopend en de sierlijke coupé
van Aurélien reed uit.
Te Iaat! riep Martineau wanhopig uit,
Maandblad generaal van Heutsz, schepper
van zelfstandige waarden, voltooier van het
werk van Coen, grondlegger van een toe
komstige Staatkundige eenheid van Indië,
dien ons geslacht zoo moet zien, omdat het
zeker is, dat het nageslacht hem zoo zal zien.
De beteekenis van het werk van v. Heutzs
in Indië ligt, zegt hij, voor zooveel de per
soonlijke zijde betreft, in zijn moed om in te
gaan tegen wèl overwogen en algemeen
gangbare opvattingen uit het verleden.
En voor wat den zakelijken kant aangaat
in de beslissende waarde van zfln arbeid voor
de toekomstige Staatkundige ontwikkeling
van den Indischen Archipel.
Hij is geweest de man, die een nieuwen
mijlpaal heeft gezet in onze koloniale his
torie en de juistheid heeft bewezen van het
inzicht, dat een onder geregeld bestuur ge
bracht gebied, zeker wel uitgaven meebrengt
maar ook inkomsten oplevert.
Op schitterende wijze heeft Van Heutsz
de pessimisetische oordeelvellingen over de
gevolgen van eene uitbreidingspolitiek, die
de geheele 19e eeuw door geprevaleerd had
den, gelogenstraft.
Ligt het keerpunt onzer koloniale politiek
voor wat het beginsel aangaat in 1898, het
jaar 1904 zal dat beginsel over heel de linie
weldra in toepassing zien brengen.
In dat jaar toch wordt Van Heutz door
Idenburg als gouverneur-generaal uitgezon
den en de volgende jaren zien hem voor de
rest van Sumatra, voor Borneo, voor Cele
bes, voor de kleine Soenda-eilanden, voor de
Molukken het Atjehsche ervaringsbeginsel
toepassen. Als hij in 1909 aftreedt is het
werk voltooid, voor zooveel de vestiging van
ons gezag betreft. Met het ordenend regelen
is overal een aanvang gemaakt, hier en
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP NET LEVEN
daar falen al onze berekeningen. Hadden
die schelmen dan geen vijf minuten kunnen
wachtenZij zitten daar beiden in, ziet ge,
mijnheer?
Robert schudde het hoofd en zeide niets.
En zij zouden ons al die moeite voor
niets hebben laten doenging Martineau
voort. Nooit van mijn leven. Ik heb goede
beenen en ik zal hun rijtuig wel inhalen.
Eén, twee, drie, daar gaat ie. Ik kom u af
halen als zjj ergens uitgestapt en binnen
gegaan zjjn.
Met de handen op de heupen liep Marti
neau voort, zoo snel zijn lange beenen hem
konden dragen, onder de ontbladerde hoo
rnen van de laan. Er waren weinig wande
laars bij dit gure herfstweer en het late
avonduur, en de brave jóngen had ruim
baan.
Hij vloog als een hert en had zonder veel
moeite het rijtuig ingehaald, dat gelukkig
slechts door één paard getrokken werd en
in matigen draf reed.
Als een straatjongen klemde hij zich aan
het rijtuig vast, sprong op den achterbeu
gel en reed ongemerkt mee. Eenige voorbij
gangers keken hem lachend na en zelden
tegen elkaar
Die soldaat moet zeker nog in de ka
zerne wezen, voor het sluitingsuur, anders
zit er politiekamer voor hem op.
Het rijtuig, steeds met Martineau er ach
ter op, reed de place de la Concorde over,
sloeg den hoek om bij het hotel De Tremoille
en ging de Rue Royale door, naar den kant
van de Madeleine.
Martineau merkte wel op, dat nu en daji
een voorbijganger hem verwonderd nakeek.
Als de een of andere dwaas het in zijn
hoofd krijgt te roepenHoudt den dief, dan
ben ik verloren, mompelde hij.
Gelukkig evenwel kreeg niemand dat in
het hoofd, men lachte er eens om maar liet
den soldaat met rust. Het rijtuig van Auré
lien de Prabert sloeg bij de Madeleine links
om en reed den boulevard Malesherbes. op,
waar het bleef stilstaan op den hoek van de
rue de la Ville l'Evêque.
Zoodra Martineau bemerkte dat de koet
sier zjjn paard inhield, liet hij zich van het
rijtuig glijden en bleef op de straat staan.
Aurélien en oom Daniël stapten uit, het
daar zelfs reeds belangrijke vooruitgang.
In de eerste jaren der 17e eeuw blinkt ons
de gestalte van Coen tegen, den grondlegger
van ons gezag in den Archipel.
Drie eeuwen zou het vorderen eer dat
werk voltooid werd.
Coen's standbeeld staat op het Waterloo-
plein te Batavia.
Coen's epigoonneen, niet zijn epigoon,
zijn zelfstandig tegenbeeld aan het einde
van drie eeuwen koloniale historie, is Van
Heutsz.
Hij toch heeft den onontbeerlijken grond
slag gegeven om Indië in de toekomst te
doen uitgroeien tot een staatkundige een
heid. Hij heeft een nominalen invloed omge
zet in een effectieven en daarmede het eeni
ge werkzame middel verschaft, dat ons voe
ren kan tot gezonde autonomie van Indië
de gestadige doorwerking van den Neder
landsehen invloed op de maatschappelijke
toestanden en op de staatsvormen, de nei
gingen der inlandsche volken.
Het debat SnijdersVan Embden.
De Nederlander (Chr. Hist.) schrijft:
Proffessor van Embden is er niet in ge
slaagd ook maar eenigszins aannemelijk te
maken, dat nationale ontwapening de kan
sen van een medesleepen van Nederland in
een nieuwen oorlog, ook maar een grein
minder zou maken. Deze vermindering van
oorlogsgevaar aan te toonen, of althans
waarschijnlijk te maken, op gronden, be
rustend in zijn kennis van volkenrecht en
historie dit was juist hetgeen het blad
van den professor had verwacht.
Dat, zoolang vuurmonden en springstof
fen bekend zjjn, er steeds een wedloop is
geweest tussehen kanonnen en pantser
platen, tusschen duikbooten en afweernet-
ten en dat er in de toekomst een wedloop
zal zjjn tusschen gassen en maskers; wy
wisten het. Dat professor Van Embden, als
leek, de trefkansen van hommen, uit vlieg
tuigen geworpen, veel hooger stelt dan de
deskundige leger-commandant wij wis
ten het ook. Onzerzijds haten wij kanonnen,
pantserplaten, duikbooten, afweernetten, gas
sen en maskers, allen met even grooten haat
en wij verwenschen alle trefkansen.
Maar de oorlogskans, professor, schrijft
het blad, daarom gaat het. En op dit be
slissend punt was de overwinning onbepaald
.aan generaal Snijders. Alleen reeds zjjn be
toog omtrent de positie van Limburg, was
overtuigend.
WAT IEDERE MAAND TE DOEN GEEFT.
(Ie helft October.)
Nadruk verboden.
Het is nu de tijd de aanvang er van
van zaaiïng van het winterkorenvan win
terrogge tot half October, van wintertarwe
tot het eind der maand. Ook later nog, naar
omstandigheden, maar de meest geschikte
tijd is de hier genoemde.
Hebt ge u dus van goed zaaizaad voor
zien van een goed ras en van een goede
kwaliteitWees hierop niet te zuinig! Zoo
het zaad, zoo de oogstWie zijn land krach-
rijtuig keerde om en reed terug naar de Ma
deleine, terwijl oom en neef, arm in arm,
de rue de la Ville l'evêque inwandelden.
Zij werden niets gewaar van Martineau,
die dan ook voorzichtig genoeg was zich in
de schaduw van een huis te houden.
Zoo gaat het beter, mompolde Martineau,
terwijl hij toen van verre volgde, achter op
zoo'n rijtuig te zitten is een gevaarlijk werk,
men trekt zoo de aandacht en heeft elk
oogenblik de kans er af te vallen en door
een ander rijtuig overreden te worden. Waar
gaan onze twee galgevogels nu heen? Kom,
ik heb er een idee van dat ik het spoedig
te weten zal komen.
Hij liep voort, op een tamelijken afstand,
achter de twee heeren en nam de nauwkeu
rigste voorzorgen, niet door hen gehoord of
gezien te worden. Zoo ging het de geheele
straat door, die door verscheidene dwars
straten doorsneden wordt.
Oom Daniël geleund op den arm van Au
rélien, liep met kleine trippelende pasjes.
Niets gemakkelijker dan hen te volgen
zonder de aandacht te trekken en Martineau
slaagde daar ook volkomen in.
Zij liepen vervolgens de rue Rocquencourt
door en daarna de rue Saint-Honore.
Het was wel de moeite waard, dat zij
mij zoo'n grooten omweg lieten maken, mom
pelde Martineau.
Een der dwarsstraten van de rue Saint-
Honore is de rue de Penthièvre en deze
loopt uit op de avenue des Champs Elysées.
Die straat sloegen de beide wandelaars
in.
Alle duivelsriep de soldaat verwon
derd uit, het is of zij weer naar huis gaan.
Zouden ze maar een gezondheidswandelin
getje gemaakt hebben in den maneschijn?
Maar de brave Martineau werd spoedig
van het tegendeel overtuigd, want ze bega
ven zich naar 'n rijtuigstation in de Champs
Elysées en namen daar een huurrijtuig.
Ah zoo, de wandeling is al geëindigd,
nu gaan zij weer rijden, mompelde hij. Het
was ook volstrekt niet voor degezondheid,
maar om nieuwsgierigen zooals ik van het
spoor te brengen, hetgeen echter niet gelukt
is. Ik ben nu geen honderd pas van het hotel
de Prabert verwijderd en de schurken heb
ben mij een goede mijl laten afleggen om er
tig en oordeelkundig bemest en daarbij ook
een juiste bewerking toepast, kan daarom
nog niet de hoogste opbrengst verwachten.
Zijn zaaizaad moet ook goed zijn. Derhalve
niet blijven voorttelen met inlandsche ras
sen of zeer ouden nabouw van nieuwe ras
sen, maar telkenjare wat origineel of enter
zaad invoerenEn dan is er meer te doen
ontsmetting van hét zaaizaadVerschillen
de middelen bezigt men daartoeKopervit
rioolUspulun, Germisan. 'tLaatste vooral
wordt zeer aanbevolen. Voor 1 H.L. graan
wordt 75 gram Germisan (of 100 gram, 1
ons, Uspulun) in 3 L. water opgelost, met
welke oplossing het graan wordt bevochtigd
daarna terdeeg omscheppen en met vochtige
zakken gedekt een nacht laten staan. Ver
volgens ter droging op een luchtige plaats
uitspreiden. Wie er meer van wil weten,
vrage inlichtingen bij den Plantenziekten-
kundigen dienst te Wageningen. Deze dienst
heeft onlangs ook proeven genomen met 'n
nieuw ontsmettingsmiddel: Tillantin, een
product van een der grootste fabrieken op
't gebied der chemische industrie in Duitsch-
land, en ook hier reeds in den handel. Een
proef tegen 'steenhrand bij tarwe, gaf het
volgende resultaat: Tillantin werd vergele
ken met de hierboven genoemde middelen
Met Tillantin 2 steenbrandaren.
Met Kopervitriool 7 steenbrandaren.
Met Uspulun 16 steenbrandaren.
Met Germisan 9 steenbrandaren.
Het nieuwe middel gaf dus verreweg het
beste resultaat. Ook tegen brand in bieten
werd Tillantin beproefd; eerst met den rooi
tijd loopt evenwel deze proef ten einde. Til
lantin is een grijs poeder, dat zich jaren
laat bewaren en gemakkelijk in water is op
te lossen. Men heeft voor een H.L. tarwe
maar 1 ons noodig.
te komen. Martineau, mijn jongen, dat be-
teekent wat, zet uw oogen en ooren goed
open.
Martineau dacht even na en intusschen
waren Aurélien en oom Daniël in het rijtuig
gestapt, dat vrij snel wegreed.
Het eerste wat mij te doen staat, is
mijn metgezel gaan waarschuwen, die zich
daar onder dien boom in de Champs Elysées
wel doodelijk zal vervelen. Dat is gelukkig
dichtbij. Verduiveld ik ken den ouden niet,
maar toch heeft hij al mijn vertrouwen op
eens gewonnen. Wanneer hij doet wat hij
gezegd heeft, dan hoop ik dat ik er bij zal
zijn, het moet een aardig gezicht wezen.
Onder deze alleenspraak had Martineau,
op de zelfde plaats waar hij hem had ach
ter gelaten, Robert Duhesme teruggevonden,
die door ongeduld verteerd w»rd.
Met een paar woorden stelde hij hem van
het gebeurde op de hoogte.
Robert slaakte een zachten kreet van
vreugde.
Ha, wij hebben hen, ellendelingenriep
hij .uit. Spoedig mijn vriend, wij zullen ook
een rijtuig nemen en hen narijden, zjj mo
gen ons niet ontsnappen.
Zij begaven zich in alle haast naar het
rijtuigstation en toen zjj er aankwamen, was
het rijtuig van Aurélien en oom Daniël nog
aan het einde van de laan zichtbaar.
Robert wenkte een koetsier, die terstond
zijn portier opende en vroeg:
Waarheen, heeren?
- Ziet ge dat rijtuig daarginds? vroeg
Robert.
Zeker, dat is er een vaq ons, twee hee
ren hebben het daar juist genomen, ant
woordde de koetsier.
Welnu, gij moet het op een f linken
afstand volgen en wanneer ge het niet uit
het oog verliest, krijgt, ge vijf francs fooi.
Geen nood, mijnheer.
Robert Duhesme en Martineau stapten in
en de koetsier legde de zweep over het paard.
Een groot aantal straten gingen zij dooi
en nu en dan opende Robert het portier om
aan den koetsier te vragen
Ziet ge het rijtuig nog?
(Wprdt vervolgd.)