DE UITBREIDING
DE ARCHITECT:
A. J. KROPHOLLER
wêêêêêm
Voorgeschiedenis
In 1932 had Waalwijk 10.200 inwoners; in 1984
28.800. Het raadhuis was na 50 jaar te klein gewor
den. Enkele afdelingen waren al elders onderge
bracht: Sociale Zaken verhuisde naar de Mr. van
Coothstraat, Burgerzaken naar de Stationsstraat, de
afdeling Welzijn naar de Markt en een afdeling van
Gemeentewerken naar de Grotestraat. Politie en
brandweer hadden inmiddels ook al een nieuw on
derkomen gekregen.
In de woonhuizen zijn tegeltableaus aangebracht
met de tekst ANNO 1941. De daken van deze ge
bouwen zijn gedekt met rode pannen.
Tijdens de bebouwing van het Raadhuisplein kwam
van de overheid een verbod op het verwerken van
zandsteen. In het pand van Holtgrefe is geen zand
steen verwerkt, maar hardsteen. Verder is de uitvoe
ring soberder. De raampartijen op de verdiepingen
zijn niet voorzien van natuursteen lateien of onder
dorpels, de uitvoering is in baksteen.
Raadhuis en Raadhuisplein vormen een mooi archi
tectonisch geheel en zijn zeer duidelijk het centrum
van Waalwijk.
Alexander Jacobus Kropholler werd geboren te
Amsterdam 26 juli 1881 en overleed te Wasse
naar 17 mei 1973. Hij werd dus bijna 92 jaar oud.
Hij was autodidact. Van 1902-1908 werkte hij als
architect samen met J.F. Staal, daarna zelfstandig.
Kropholler behoorde bij de architecten die de am
bachtelijke bouwwijze van Berlage steeds conse
quent volgden. Hij had een voorkeur voor steile da
ken, baksteen in combinatie van natuursteen als
constructief element, en duidelijk herkenbare hout
constructies. Zijn werk is hierdoor ook nauw ver
bonden met dat van de Delftse School. Hij bouwde
bankgebouwen, musea, kerken en raadhuizen en
schreef vele werken over bouwkunst.
Het zal duidelijk zijn dat tussen al deze verhuisbe-
drijvigheid door regelmatig de uitbreiding van het
raadhuis ter sprake kwam. In de vijftiger jaren heeft
architect Kropholler zelf nog een aantal ontwerpen
gemaakt voor een forse uitbreiding van het raadhuis
in westelijke richting, waarbij de arcade zou wor
den opengebroken en de toegang zou worden tot
een binnenplein waaraan de uitbreiding werd gesi
tueerd.
Tijd en omstandigheden bleken echter niet 'rijp'
voor een dergelijke uitbreiding. Eerst eind jaren
'70, begin jaren '80 begon de discussie rond uit
breidingsplannen nadrukkelijk vorm te krijgen.
Daarbij spitste de discussie zich toe op een tweetal
mogelijkheden te weten:
1concentratie van de ambtelijke diensten aan het
Raadhuisplein, of
2. de bouw van een stadskantoor aan de Taxandria-
weg.
Een belangrijke bijdrage tot de discussie is geleverd
door wethouder Henk Heuverling via zijn penne-
vrucht 'De gemeente 'thuis' in het centrum' uit
mondend in een pleidooi voor handhaving en con
centratie van de overheidsfuncties in het centrum
middels uitbreiding van het gemeentehuis in weste
lijke richting, een optie die uiteindelijk door de ge
meenteraad is gekozen.
Om tot concrete planvorming te komen is een ruim
telijk program van eisen opgesteld en zijn stede-
bouwkundige randvoorwaarden opgesteld.
Na selectie via het architecten-documentatiecen
trum en het bekijken van tientallen gebouwen
(waaronder enkele uitgebreide Kropholler-raadhui-
zen) selecteerde men drie architecten, te weten ar
chitectenbureau Bedam en Geelen te Goirle, B. en
D, architecten te Oosterbeek en architectenbureau
Landers te Rotterdam.
Als één van de uitgangspunten in het programma
van eisen gold de eis dat recht gedaan moest wor
den aan de creatie van Kropholler en de bebouwing
van het Raadhuisplein in hoofdzaak onaangetast
moest blijven.
De architect A.J. Kropholler (1881-1973)