mans PI. zn., Waalwijker van geboorte, diende ver
volgens dan maar zelf een plan in.
In 1929 werd een commissie Raadhuisplannen be
noemd waarin zitting hadden Prof. Ir. M.P Granpré
Molière, hoogleraar bouwkunde te Delft, Dr. H.E.
van Gelder, directeur Stedelijk Museum 's-Graven-
hage, Corn. Veth, kunstcriticus 's-Gravenhage. De
commissie werd later nog aangevuld met architect
J. van der Valk te Tilburg.
Op 30 december 1929 werden plannen ingediend
door de architecten A.J. Kropholler, J. Klijnen uit
's-Gravenhage en H. Valk en ter beoordeling aan de
commissie voorgelegd. Op advies van de commis
sie en op voorstel van B&W, besloot de gemeente
raad op 28 maart 1930 na uitvoerige discussies met
8 tegen 4 stemmen, aan Klijnen te vragen een ont
werp te maken voor de bouw van een nieuw raad
huis. Onder de Waalwijkse bevolking was grote
verdeeldheid over de plannen. De aanhangers van
beide architecten werden in de volksmond Krop-
hollerianen en Klijnianen genoemd en in het plaat
selijk blad 'de Echo van het Zuiden' botsten de me
ningen in toenemende mate op elkaar. De rubriek
Ingezonden Stukken stond er vol van.
Klijnen diende op 7 november zijn ontwerpplan in.
De adviescommissie had evenwel bedenkingen te
gen het plan en op diens aanraden werd in de raads
vergadering van 28 november 1930 het plan Klijnen
met 10 tegen 3 stemmen verworpen, mede omdat
het te duur zou zijn. A.J. Kropholler kreeg daardoor
de opdracht een nieuw plan te ontwerpen op kos-
tenbasis van 200.000,=. Het nieuwe plan van
Kropholler werd door de adviescommissie gunstig
Ontwerpplan van A.J. Kropholler
iVAALWI,
Ontwerpplan van J. Klijnen.
Ontwerpplan van H. Valk.