Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen»
Prijsverlaging
f
FEUILLETON
GEMEENTERAAD.
JNOORD-BRABAND*
WYBERT
WOENSDAG 15 OCTOBER 1924
nummer 82 mm
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 88. Telegr.-AdresECHO.
DIT
NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
NIEUWKU1IK.
Besluit als voor.
Voorzitter. In verband met de ver-
huring van de landerijen welke a.s.
Donderdag zal plaats hebben, noodig
ik de heeren uit zoo mogelijk daarbij
aanwezig te zijn. Het kan mogelijk
zijn voor besprekingen van een en
ander.
Wethouder A. Mostermans zegt dat
het perceel bij Van der Zanden in huur,
slechts voor twee jaar verhuren en het
perceel bij v. d. Water in huur, direct
beplanten.
De Voorzitter heeft nog een voorstel
om den weg langs de 20 bunder
gaaf te maken en daarop een fietspad
en iemand er af en toe aan 't werk te
stellen Bovendien kunnen we dien
Openbare vergadering van den raad 0D jg vorige vergadering toch be- weg dan ook op eigen terrein inrichten.
p H»n 11 H Wethouder A Mostermans meent
dezer gemeente op Zaterdag den II
October des namiddags 6 uur.
Voorzitter Edelachtbare heer C. A.
v. d. Broek.
Secretaris de heer W. A. C. v. d. Leede.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering
met den christelijken groet en verzoekt
den Secretaris voorlezing te doen der
notulen vorige vergadering.
De Secretaris leest de notulen der
vorige vergadering, die onveranderd
worden goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
Mededeeling kasopneming gemeente
ontvanger: ontvangsten f 19.264.70,
uitgaven f 16 889.68, in kas f2375.02,
welk bedrag aanwezig is.
Voorzitter. Naar aanleiding van het
aangehouden verzoek vorige vergade
ring van den R K. Jongen Boerenstand
betreffende aanvraag om subsidie van
f 50.voor uit te keeren premiën,
stellen B. en W. voor f 25. subsidie
te geven, doch wenschen het dan pas
te doen ingaan in Mei of Juni van
't volgend jaar.
De heer Van Halder is van meening
dat het geven dezer subsidie wel nuttig
is. Nog dezer dagen heeft hij hooren
zeggen dat bij de vereeniging reeds
meer dan 1000 doode musschen zijn
ingeleverd.
De heer Fitters acht het ook nood-
zakelijk.
Wordt met algemeene stemmen be
sloten f25.— subsidie te geven met
ingang van Mei of Juni 1925.
2. Vaststelling gemeentebegrooting,
dienst 1925.
Voorzitter. Gedurende de ter visie
ligging zijn hierop geen op- of aan
merkingen gemaakt. Wenscht iemand
hieromtrent misschien nog verdere in
lichtingen.
Wordt alzoo vastgesteld.
3. Vaststelling begrooting gemeente
lijk electriciteitsbedrijf, dienst 1925
sproken was bij inschrijving te ver
huren.
Voorzitter. Eerst wordt de tegen
woordige huurder in de gelegenheid
gesteld het aan denzelfden prijs te
huren.
Wethouder A. Mostermans was van
meening dat men eea lijst zou laten
circuleeren.
De Voorzitter zegde zulks toe, doch
naar aanleiding eener bespreking hier
over, werd het zoo beter geacht.
Wethouder A. Mostermans. Maar als
er nu perceelen opgehouden worden
Voorzitter. Die zullen dan acht dagen
daarna worden opgeveild.
De tegenwoordige huurders worden
in de gelegenheid gesteld de perceelen
aan den gestelden prijs te nemen en
zoo niet, dan worden deze na acht
dagen wederom geveild
De heer Van Mierlo. Het was gezegd
bij inschrijving.
De Voorzitter zegt dat dit wel is
besproken, doch ook de notaris was
vaa oordeel dat het zoo beter was.
Eerst den tegenwoordigen huurder in
de gelegenheid te stellen ze te huren
en zoo niet, ze acht dagen later op
te veilen.
Bij de verhuring zal ook gevraagd
worden of de huurders de jacht aan
de gemeente willen afstaan. Deze zou
dan bij inschrijving voor twee; jaar
worden verhuurd.
De heer Van Son vraagt of de huur
ders de landerijen ook kunnen over
geven.
Voorzitter. De huurder is aan
sprakelijk.
Wethouder H. Mostermans zegt, als
er nu toevallig familie is, maar aan
een ander overgeven zou hij niet
meer doen.
De Voorzitter is van meening dat
het geen bezwaar is dit ter regeling
aan B. en W. over te laten.
Met het oog om er later een bosch
met eikenpootsel te beplanten, zou ik
dat zulks niet gemakkelijk zal gaan,
omreden er vele boeren heen rijden
De Voorzitter is van meening door
den weg alzoo in te richten het beter
zal zijn dan palen te zetten. En 't is
maar voor een jaar proef.
Wethouder A. Mostermans. Als ze
daar heen rijden zal het niet veel
uithalen.
De heer Fitters zegt dat voor aflos
sing van 't water die breede sloot dan
wel opgegraven mag worden.
Wethouder H. Mostermans zou er
enkele karren gruis doen opbrengen,
hetwelk ook geen dure kosten is.
Na nog eenige discusies wordt het
voorstel van den Voorzitter ter proef
neming voor een jaar aangenomen.
Rondvraag.
De heer Van Mierlo merkt op dat
Nic. van Baardwijk het perceel van
82)
ten?)
A LW U K
ERVARING
DOOR
Jan van Son graag wil huren, indien
de gemeente voor de sloot zorgt.
De Voorzitter zegt dat hierover al
meer is gesproken. De kwestie is echter
zoowanneer ieder huurder der per
ceelen een brug maakt van Zuid naar
Oost, kan dit niet tot last strekken.
De heer Van Son acht die breede
sloot niet voldoende uitgegraven
Voorzitter. Over het geheel recht
door dieper maken.
Wethouder A. Mostermans. Hoe diep
zou die sloot moeten uitgegraven
worden
De Voorzitter wijst er nogmaals op
dat als ieder huurder een grip maakt,
het in orde is.
Wethouder A. Mostermans zegt dat
ze het land voor 6 jaar huren, dus
als ze het zelf in orde maken, er ook
6 jaar gemak van hebben. Boyendien
zou het voor de gemeente ook veel
te veel kosten.
Voorzitter Van Son heeft het zelf
in huur en zal het ook het beste weten.
De heer Van Son zegt dat 't een heel
eind is die sloot om in orde te houden.
Wethouder H. Mostermans vraagt
hoe of het met den verkoop der iepe-
boomen staat.
Voorzitter. Naar aanleiding eener
bespreking vorige vergadering is die
heer uit Utrecht geweest, waar hier
omtrent rapport is uitgebracht.
De boomen vanaf Kerksteeg—Lange-
wiel zou men nog een jaar laten staan
en die 260 dan, vanaf laan Onzenoort
Kerksteeg, bij inschrijving doen op
veilen.
Wethouder A. Mostermans. In koopen
van 10 stuks.
Voorzitter. Eerst in ondermassa
veilen acht ik beter dan in kabels.
De heer Van Son. Dan kunnen alle
menschen bieden.
De Voorzitter zegt volgens verklaring
van den notaris ontvangen, voor te
stellen het alzoo te doen.
De heer Van Halder merkt op, dat
het op verschillende plaatsen bij
bandenverkoop ook zoo gedaan wordt,
eerst inschrijven, daarna bij opbod.
Wethouder H Mostermans. De men
schen hier moeten ook kans heboen
als ze willen, te koopen.
Voorzitter. We kunnen b.v. vooraf
3 ondermassa's bij inschrijving of
opbod veilen en dan in koopen.
De heer Van Halder. Ge kunt b.v.
om 2 uur met de inschrijving beginnen
en een uur daarna met het verkoopen
doorgaan.
De Voorzitter vraagt van 10 boomen
in een koop of 5. Volgens zijn meening
zou het beter zijn van 5.
De heer Van Mierlo. Tien is veel
te veel, 5 is genoeg.
Voorzitter. We zullen het dus in
dezen geest doeneerst de 3 onder
massa's, waarvoor een uur zal worden
bepaald voor inschrijving en daarna
5 in een koop opveilen.
Wordt alzoo goedgekeurd.
De heer Van Son vraagt of er al
met het Armbestuur over gesproken is
aangaande aanleg fietspad Hoeven,
daar hij van P. van Spijk heeft ge
hoord dat die er nog niets van weet.
De Voorzitter zegt toe er in alle
geval dezer dagen met een der leden
van het Armbestuur over te zullen
spreken.
Niemand meer het woord verlangen
de, sluit de Voorzitter de vergadering
met den christelijken groet.
ïïïüïïïïïiïïTnïïnïïïïïïïïïïïïnïïmïïnTiünTïïïïnïïïïnïïïïnnïïnïïïinïïnnïïïïnïïïïïïïïïïnïTnnn
groote doozen
BINNENLAND.
„De Nederlander" (Chr. Hist.)
bespreekt het merkwaardige verschijn
sel van de belangrijke overschotten in
sommige gemeenten.
Dit verschijnsel te verklaren, is niet
zoo eenvoudig. Wij zullen er ook niet
naar trachten Daartoe zou vereischt
worden een zorgvuldig onderzoek van
de bijzondere omstandigheden, die in
elk der gemeenten tot den bestaanden
financieelen toestand leiden. Het zou
ook kunnen zijn, dat sommige uitgaven,
thans tot de buitengewone gerekend,
beter tot den gewonen dienst te bren
gen waren, waardoor de gemeente
rekening reeds een gansch ander
aanzien zou krijgen.
Wij wenschen niets te verklaren,
veel minder iets te critiseeren Wij
wenschen alleen het feit te consta-
47e JAARGANG
Kiirn oo WULINdUttVl IJ
De nlcho van het Zuiden,
Waalwpsche en Langstraatsche Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rtjk 1.40.
Brieven, Ingezonden «tukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
BU contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit
zQn.
van „De Echo van het Zuiden".
in een hardnekkig
Toen de pendule acht sloeg, voelde zij een
soort van verlichting. Nu moest het buiten
klaarlichte dag zijn en de dag brengt altijd
een zeker gevoel van veiligheid meede dag,
zelfs al ziet men hem niet, al dringt het
licht niet tot ons door, werkt kalmeerend
op de zenuwen.
De uren kropen langzaam en bang voor-
•1>Ü-
Omstreeks twaalf uur hoorde Marguérite
stappen, die buiten over het kiezelzand na
derden, de hulsdeur werd geopend, de stap
pen klonken in de gang en daarna opende
men de deur der kamer en verschoof de
stoelen die er voor geplaatst waren.
Aurélien trad binnen.
Welzoo, zelde hij, heeft mijn lieve nicht
een baricade opgeworpen. Drommels, het
heeft er van, of we nog in den tijd van de
Commune zijn. Nu, hoe gaat het vanmorgen?
Hy lachte zenuwachtig en sloot de deur
achter zich.
In de hand had hjj een mandje, dat hij
op de tafel neerzette, waarna hij voortging: heen, maar om u de waarheid te zeggen, m'n
Marguérite volhardde
stilzwijgen.
Zacht en met smeekend gelaat naderde
Aurélien.
Owanneer ge mij zoudt willen verge
ven, mjj als een vriend behandelen, den man
vergeten die uwer onwaardig la en wiens
naam op dit oogenblik door alle Franschen
met afschuw wordt genoemd, hoe zou ik u
beminnen. Marguérite, hoe zou ik u bemin
nen.
In de oogen van het meisje was zooveel
afkeer en verachting te lezen, dat Aurélien
een kreet van woede slaakte.
Koppig dingriep hij uit. Ik zal wel
wachten tot gij wat verstandiger zijt gewor
den, ik heb den tyd er is geen haast by. Die
tegenstand zal vanzelf wel gebroken worden
maar ik wil niet dat de uren van gedwongen
overpeinzing, welke ik u opleg, mijn schoone
ongenaakbare, uw kostbare gezondheid zul
len benadeelen en vooral niet den glans van
uw schoonheid zullen verduisteren (en daar
om heb ik dit van het Hotel voor u meege
bracht er zijn in deze mand heel wat fijne
gerechten. Owanneer ge eens in een stem
ming waart om mij te dejeuneeren te vra
gen, wat zou ik ln uw gezelschap smakelijk
eten. Niet? Noodigt ge mij werkelijk niet
uit? Nu, tot weerziens dan. Ik ga heen. O
ja, hier is nog een doos tandpoeder, om uw
als parelsnoeren zoo schoone gebit te ver
zorgen. Denk aan mij, ik bemin n.
Marguérite stond daar met strakken blik,
zij verroerde zich niet en scheen de woor
den van Aurélien niet gehoord te hebben.
Dus behoef ik er niet verder op aan te
i dringen, nietwaar? Het is goed, dan ga ik
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
van dien ellendeling zijn overgeleverd?
Sombere gedachten bestormden haar en
pijnigden haar hersens.
zy wierp de gedachte verre van zich de
ken.
Het arme meisje streedt met een bewon-
derenswaardigen moed tegen den onzicht-
baren vyand, die haar van alle kanten aan
spyzen aan te raken, die Aurélien had mee- viel. Haar oogen vielen dicht en haar wil
was machteloos ze weer te openen.
Een hopelooze worsteling die uren duurde,
zy krabde zich over de handen, zy beet
zich op de lippen en de lichameiyke pyn
deed haar weer voor eenige minuten de
overwinning behalen, maar haar wilskracht
en gevoeligheid minderen meer en meer en
de slaap maakte zich telkens met vernieuwde
kracht van haar meester.
Marguérite gevoelde dat zy overwonnen
werd, dat haar weerstand vruchteloos was;
een doordringende kreet, een kreet van angst
en wanhoop, klonk van haar lippen, toen
zonk haar lichaam zacht ineen en zy sliep
vast in.
Komaan, zyn we nu wat beter te spre
ken? Niet zoo boos meer? Niet zoo stryd-
vaardig?
Het meisje stond tegen den wand geleund
en antwoordde niet.
Wat nu, geen woord? hernam hy. Maar
dat is een namelooze wreedheid. Gy hebt nu
lieve Marguérite zult ge niet lang daar als
een standbeeld overeind staan. De vermoeie
nis heeft ook haar rechten, de slaap zal die
schoone oogen sluiten, zal deze hand ontwa
penen en dat slanke lichaam neerwerpen,
dat zich nn zoo krachtig staande houdt. Wat
ik zeggen wil, myn lieve nicht hier in de
toch wel den tyd gehad om na te denken en kamer staat een ledikant met een zeev goed
tot de overtuiging te komen, dat myn vor
deringen niet zoo onbiliyk zyn. Ik verlang
toch volstrekt niets oneeriyks van u, alleen
dat ge rnqn vrouw zult worden en menig
een zou dat in uw plaats met vreugde aan
nemen, myn lieve.
bed. ge hebt ongeiyk dat go daar geen ge
bruik van maakt.
Toen hy weg was, ontzonk Marguérite
den moed en zy barstte in tranen uit.
Was zy dan van de geheele wereld ver
laten? Zou zy weerloos aan de willekeur
gebracht. De ellendeling, wien elk middel
welkom zou zyn, kan immers bedwelmende
poeders of vochten in den wyn of in het
vleesch gedaan hebben.
O! de slaap, hoe bevreesd was zy daar
voor.
zy zou er tegen stryden, zoo lang, zoo
lang, dat het haar wel gelukken zou, hem te
verdryven.
Na vier hoorde zy de pendule in de aan
grenzende kamer niet meer slaanhet uur
werk was waarschyniyk niet opgewonden
en stond natuuriyk stil toen het afgeloopen
was. Die langzame voortkruiping der uren
had tot dusverre haar eenzaamheid nog een
weinig verdreven. Op de hoogte te zyn van
den tyd is een steun, die haar nu ook ont
zonk.
Marguérite zag in het uitsterven van dit
laatste geluid een onheilspellend voorteeken.
Het was haar alsof zy nu geheel in het
onbekende ronddoolde.
Gebroken naar lichaam en geest, voelde
zy dat een vreeseiyke afmatting haar over
viel en haar schoon, angstig kloppend hoofd
zonk achterover tegen den rug van den fau
teuil.
zy voelde een weinig rust, en dat deed
haar goed, haar oogleden vielen langzaam
dicht.
Eensklaps sprong zy op met een kreet van
schrik. Het was de slaap, die zich van haar
meester maakte, de slaap die haar bedreig
de, de slaap, die haar aan den vyand zou
overleveren.
Neen, neen, dat niet.
zy begon in de kamer heen en weer te
loopen, met de oogen zoo wyd mogeiyk ge
opend, zy verzette stoelen fauteuils, om door
bezigheid den slaap te bestryden.
Odie slaap zou haar zoo welgedaan
hebben.
Wanneer zy sliep zou zy het verdriet ver
geten, dat haar martelde, dan zou de koorts
verdwynen, die haar slapen deed gloeien.
Hoeveel tyd liep zy doelloos rond?
Haar afgematheid nam toe en langzaam
maar zeker voelde zy haar kracht bezwy-
TABLETTEN
Bij Apothekers
en Drogisten.
Intusschen hadden ook Aurélien De Pra-
bert en zyn waardige oom Daniël een on-
aangenamen dag doorgebracht.
Generaal Rolland, die besloten was een
nauwkeurig onderzoek ln te stellen naar de
feiten, die kapitein Filip Dormelles ten laste
werden gelegd, had oom en neef tegen den
volgenden dag aan het ministerie van oor
log ontboden.
De twee schurken waren niet in verlegen
heid, wat zy op de vragen van den generaal
zouden antwoorden. Sedert lang gingen zy
op vriendschappeiyken voet om met kolonel
Allevard en het was dus volstrekt niets
vreemds, dat zy hem op zyn bureau kwa
men bezoeken.
Trouwens, hun aanzleniyke stand en het
groote vermogen der familie De Prabert
stelden hun boven alle verdenking.
Zoo Filip Dormelles al getracht had aan
te voeren, dat oom en neef de hand in zyn
ongeluk hadden gehad, dan was dat toch
slechts een verklaring zonder eenig bewgs,
een uitvlucht. Aurélien De Prabert zou na-
yverig zyn op Filip Dormelles? Maar mej.
Marguérite De Briais behoorde reeds sedert
vyf of zes jaren tot het gezin De Prabert en
wanneer haar neef haar inderdaad het hof
had willen maken, dan zou hy daarmee toch
niet gewacht hebben, tot de jonge officier
hem het gras voor de voeten wegmaaide.
Neen, hy gevoelde niet de minste neiging
tot het meisje, dat hy eenigszins als een
zuster beschouwde.
Bovendien, Marguérite verkeerde in den
laatsten tyd ln een zoo overspannen toe
stand, dat men aan haar woorden geen
groote tteteekenis kon hechten.
Zoo had zy dezer dagen aan mevrouw De
Prabert, die haar toch na den dood van haar
ouders in haar huis had opgenomen en zoo
veel als een tweede moeder voor haar was
geweest, gezegd dat het haar uitdrukkeiyke
wil was, mevrouw De Prabert niet by haar
huweiyk tegenwoordig te zienzoo had zy
zich eensklaps, zonder haar voogd of iemand
anders te waarschuwen, uit het hotel De
Prabert verwyderd zonder dat men wist,
waar zy zich op het oogenblik bevond.
Aurélien en oom Daniël brachten een ge
deelte van den dag door met het bepalen
van hun antwoorden, waar zy de laagste
verdachtmakingen zouden invlechten, zy
zouden die antwoorden zeer bereidwillig
geven, maar op luchthartigen toon alsof zy
er ln het minst geen belang by hadden en
dan zou men er zeker niet op aandringen.
Maar niettemin was het een onaangenaam
gesprek, waaraan zij zich eens zouden bloot
stellen, maar niet voor een tweede maal.
De medeplichtigen hadden er zelfs al een
enkelen keer over gesproken, of het niet be
ter geweest was, indien zy het Fransclie
grondgebied hadden verlaten en den winter
te Nizza waren gaan doorbrengen.
Op zoo grooten afstand zou men hen zeker
wel met rust laten, maar zy konden het nog
doen, wanneer zy maar eerst zoo spoedig
mogeiyk met die onhandelbare Marguérite
De Briais tot een einde waren gekomen en
dat moest dan maar zoo spoedig mogeiyk
gebeuren.
Aurélien had reeds een plan gemaakt,
een plan, dat door oom Daniël met geest
drift was toegejuicht en als dat plan een
maal geslaagd was, dan zou hy gewroken
zyn en dan kon hy Marguérite gerust de
vryheid teruggeven.
(Wordt vervolgd.)