Toegewijd aan Handel, industrie en CSemeentebelangen
GERECHTIGHEID.
Allerheiligen.
FEUILLETON
Uit is liet merk
„NOORD-BRABAND"
NUMMER 87
ZATERDAG 1 NOVEMBER 1924
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr..-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Wanneer wij, mensclien van de mo
derne twintigste eeuw, met duizenden
en duizenden te hoop loopen in het
sportpark, om daar hulde te brengen
aan den een of anderen krachtpatser,
wiens grootste gloriedaden in blauwe
plekken geteekend staan op de sche
nen van z'n evenmensch;
Wanneer ontwikkelden van, naam
een krans van laurieren hangen om
een mensch, een kunstenaar, wiens
hoogste levensdoel gelegen was in zijn
verwaande ik-vergoding
Dan toch, mag de Katholieke Kerk
op Allerheiligen wel herdenken, die
talloos velen, die de krachtpats durf
den toedienen aan hun eigen ik, wiens
hoogste ideaal de Gods-eer was, dien
eindeloozen stoet van helden en hel
dinnen van alle volk en stand.
Dan toch mag de Katholieke Kerk
een juichbazuin doen schallen voor zoo
veel mannen en vrouwen, die met ware
wereldverachting hun talenten Wijd
den aan Christus Koninkrijk.
De gezalfden des Heeren uit eiken
kreits der Kerke hiërarchie, met volle
handen deelend de rijke schatten van
Gods genade. Machtige bestuurders
van volk'ren, die hun gezag wisten te
stellen in dienst van het Christus-ide
aal.
Mannen van wetenschap en kunst,
die hun kennis en hun kunstenaarschap
hun Schepper schonken.
Martelaars, die hun bloed en leven
hebben veil gehad voor hun God en
hun Kerk.
Stille zielen, tenslotte, die binnen
de enge grenzen van hun klooster of
den eenvoud van hun gezinsleven, in
arbeid en gebed stille krachten geweest
zijn voor de goede zaak.
Mannen en vrouwen, die tenslotte
zickzelve geweest zijn, die met de vaste
levens-richtsnoer van hun geloof, de
moeielijkste levenskwesties hebben
doorgeworsteld.
Mannen en vrouwen, die de kracht
van het offer hebben gekend, die hun
eigen ik-heid durfden ter zijde stellen,
om alles voor anderen te zijn.
Die door God beloond zijn met den
palm der eind-overwinning.
Zij, die nu onze voorbeelden zijn, die
wij te volgen hebben.
Onze voorbeelden, maar tevens onze
voorsprekers bij den troon van den Al
lerhoogste.
Moge onze bede dan samensteinmen
met de bede der gansche Kerk: „Alle
Heiligen, bid voor ons.'
A. v. d. PLUIJM.
In origineele doozen a 65 en 45 Cts,
In en uitvoer van schoenwerk
in September 1924.
De ontwikkeling van onzen buiten-
landschen handel in de vorige maand
September geeft geen bepaald onbe
vredigend beeld tegenover Augustus.
Weliswaar is de import naar parental
met 20 pCt. toegenomen, (naar de
waarde met 7 pCt.), maar ook de
export heeft zich geweerd en naar
parental 50 pCt., naar de waarde 9
pCt. aan het Augustus-quantum toe
gevoegd.
Drie maanden zijn nu verloopen
sedert de invoer weer weid „ont
ketend", en interessant is het om nu
de invoercijfers van dat kwartaal eens
tegenover elkaar te stellen. Zij be
droegen in
juli 1924 391.322 paar h f 727.000
Aug. 1924 300 690 paar a f 679.000
Sept. 1924 359.194 paar a f 727.000
De invoer is dus naar de waarde
precies op heizelfde punt teruggekomen
als in Juli, fnaar naar parental blijft
hij er 10 pCt. beneden.
•Beschouwen we ook eens zoo den
uitvoer, dan vinden we voor
juli 1924 39.013 paar a f 188.000
Aug. 1924 19 494 paar a f 104.000
Sept. 1924 29.783 paar af 113.000
zoodat we nog lang niet op het peil
van Juli zijn teruggekeerd.
Ten aanzien van de algemeene
handelsbalans brengt de categorie
schoenwerk door zijn invoertoename
met f48000 en zijn uitvoertoename
met slechts f 9000 bij alle vorige ver
slechteringen alweer een van f 39.000
Deze maandenlange toename der on
gunstige verhouding toont wel aan dat
onze industrie nog niet optornen kan
tegen de kracht, waarmede de buiten-
landsche concurrentie haar op eigen
en vreemd terrein aanvalt.
Bij onderlinge vergelijking van den
in- en uitvoer in September 1924 valt
te concludeeren, dat de uitvoer in die
maand naar de hoeveelheid ruim 8
pCt., naar de waarde ca. 16 pCt. van
den invoer in diezelfde maand uit
maakte. In Augustus was die verhou
ding resp. 672 en 15-pCt., dus heel
weinig verbetering is er vooral als
we bedenken dat in Juli uie cijfeis
10 en 26 pCt., dus heel veel gunstiger
waren.
Over de eerste negen maanden
gerekend, heeft de gemiddelde invoer
per maand in 1924 bedragen aan
lederen schoenen 93.265 p. a f 338.000
stofschoenen 152 797 p. a f 186 000
terwijl in September de totaalinvoer
van beide categorieën als gezegd
359.194 paar a f727.000 beliep.
In den invoer van Sept. 1924 waren
de aandeelen van Duitschland. België
en Gr.-Britannië resp. 52, 12 etl 18
pCt,, tegen resp. 55, 10 en 16 pCt.
in Aug. en resp. 50, 11 en 21 pCt
i in juli 1924.
De gemiddelde maandelijksche uit
voer in de eerste negen maanden van
1924 beliep voor
lederen schoenen 29.407 p. a f 162 500
stofschoenen 9.734 p. a f 16 000
tezamen 39.141 p. a f 178.500
waartegenover in September in beide
categorieën 29 783 p. a f 113 000,
hetwelk scherp aantoont, dat we hier
nog heel wat in te halen hebben om
op het gemiddeld niveau terug te
kunnen komen.
De Invoer.
De importcijfers bedroegen over de
maand September voor
Schoenwerk van leder
Paren Qld. Pr. p.p.
113 849 447.000 f 3.93
tezamen
246.062 p. a f 524.000
Paren Old. Pr. p. p.
Totaal 839.385 3.041 000 f 3 62
waarvan uit
Duitschland 368 107 1.091 000 f 2.^6
België 111.932 319 000 f 2 85
Gr.-Britannië 242.121 810 000 f 3 34
Zwitserland 33 229 344 000 f10 36
Tsj.-Slowakije 59.033 359.000 f 6.08
tegen in
Jan /Sept. '23 2.116 889 7.550.000 f 3 58
Duitschland leverde dit jaar tot
dusver aan lederen schoenwerk onder
scheidenlijk naar hoeveelheid en waarde
44 en 36 pCt., België 13 en 10 pCt
Gr.-Britannië 29 en 27 pCt., Zwitser
land 4 en ,11 pCt, Tsj.-Slowakije 7
en 12 pCtwat tegenover de periode
lan./Aug. weinig of geen verschil maakt
1 (V.vd.S.)
53 025 177 000 f
16.882 40 000 f
24 069 111 000 f
4.765 49.000 f 10.36
11.203 51.000 f 4.58
3 34
2.39
4 62
87)
DOOK. ERVARING STERK.
Totaal
waarvan uit
Duitschland
België
Gr.-Britannië
Zwitserland
Tsj. Slowakije
tegen in
Sept. 1923 totaal 37.615 183.000 f 4.87
Maandgemidd.
Ie helft 1924 79.359 281 000 f 3 54
Duitschlands invoer is gezakt, even
als die van Gr.-Britannië en Zwitser
land, maar België en Tsj-Slowakije
hebben sterk opgehaald De doorsnee-
prijs is met 10 pCt gezakt tegenover
Aug., (toen hij trouwens ineens f 1.27
boven dien van Juli was gekomen).
België levert werk aan den laagsten
doorsneeprijs, en wel f 1.56 onder den
algemeenen invoerprijs Zwitserland
heeft zijn prijs gehandhaafd maar
Gr.-Biitannië is dooreen f 1.20 hooger
dan in Augustus en Duitschland f 0.83
lager.
ln de eerste drie kwartalen van Jan.
t/m. Sept. 1924 heeft de invoer van
lederen schoenwerk bedragen
Atxmneert U op til Adverteert in
,ME ECHO VAN HET ZUIDEN
het meent gelezen blad in <ie Lang
at raat en Omgevinst
BINNENLAND.
Het jaarboek der Sint Radboud-
stichting geeft ook een verslag over
Sept 1923 tot Sept. 1924 der R. K,
Universiteit.
Uit het hoofdstuk „Financiën" blijkt,
dat de St Radboudstichting, die in
1905 hare werkzaamheden om een
fonds bijeen te brengen, begon in
November 1919 niet meerdan f60 000
jaarlijks kon toezeggen.
In 1921 werd besloten een stich
tingsinzameling te houden en deze
bracht de som op van f 1.604 541 0072
Waarbij nog kwam de gift van 'n
vorstelijken gever, die gedurende 10
jaren de som van f 50.000 s jaars
garandeerde
De gemeente Nijmegen zal telken
jare gedurende 75 achtereenvolgende
jaren f 102 643.21 bijdragen.
De jaarlijksche kosten te- Nijmegen
voor de drie faculteiten, benevers voor
de bibliotheken, zijn ongeveer gelijk
aan die van Groningen Bij eenigszins
breedere uitrusting is het bedrag toch
niet hooger, omdat de geestelijken
docenten afstand deden van een aan
merkelijk deel van hun salaris.
Voor de oprichting der faculteiten
van wis- en natuurkunde en genees
kunde, is het noodig dat de jaarlijk
sche inzameling minstens f 200 000
bedragen zal.
i Maar de uitslag van de jaarinzame
ling, najaar 1922 tot Augustus 1923
was ongunstig en bedroeg slechts
143.000. De collecte van't najaar 1923
leverde meer bevredigende resultaten
op en 't bedrag beliep f 210 070 47V2
i
47e JAARGANG
Waalwpsche en Langstraatsche Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele r|jk f 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
B|j contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk uur ln ons bezit
z|jn.
nnnnnnnnnnnnnnnnnnuiiuiinniiunmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiii»»»
/an de sinds 78 jaren
als het beste middel
tegen hoest en ver
koudheid beproefde
T&S8.ETTEN
MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN
faTTTp)^WAA LW
van „De Echo van het Zuiden".
Klokslag liegen uur, dank -zij den ijver
van Martineau, bevonden zich op liet direc
tiebureau van de afdeelinf; ontplofbare
stoffen aan het ministerie van oorlog ver
gaderdkolonel Allevard, kapitein Massias,
luitenant Guénard en doodsbleek geslin
gerd tusschen hoop en vreen Filip Dor-
melles, die van Cherche-Midi was gekomen,
floor den directeur der gevangenis zelf be
geleid. I
Generaal Rolland trad binnen en beant
woordde vluchtig den eerbiedigen groet van
zijn ondergeschikten.
Kolonel Allevard, begon bij,, na plaats
genomen te hebben, en terwijl ilij den ko
lonel eenige papieren overhandigde, wees
zoo goed hiervan kennis te nemen en na een
zoo lang en zoo nauwkeurig onderroek als
gij noodig zult oordeelen, ons ope.nhartig,
zooals bet een hoofdofficier va.n het Fran-
isclie leger betaamt, uw meening daarover te
zeggen.
Ik zweer u, generaal, dat ik u zoowel
zonder vooringenomenheid als zonder zwak
heid, mijn zienswijze bekend :sal maken.
Die eed was niet noodig, kolonel, ik
ken u.
Dank u, generaal.
Hij nam de papieren uit de hand van zijn
meerdere aan, zette zich aa 11 zijn schrijf
bureau en begon aandachtig te lezen.
Terwijl hij las, hetgeen r ,iet langer dan
tien minuten duurde, werd ar door de aan
wezigen geen woord gesprok ;en.
De generaal was naar hetvenster gegaan
en tuurde naar de eenzamebinnenplaats.
Toen kolonel Allevard a llers had doorge
lezen, leunde hij met de ellebogen op het
blad van zijn schrijfbureau en bleef met het
hoofd in de handen een oogenblik zitten
peinzen, daarna stond hij eensklaps op.
Generaal
Welnu?
Ik verklaar u ale mijn vaste overtui
ging, dat deze bekentenissen waarheid be
vatten. Zij leeren de personen duidelijk
kennen, die zij geteekend hebben en die ik t
ongeluk had, mijn vrienden te noemen. Som- j
mïge bijzonderheden zouden door niemand j
zoo nauwkeurig medegedeeld kunnen worden
als door Aurélien De Prabert en Daniël
Hilson. Hun bedrog blijkt ook duidelijk uit
den valschen brief, die aan mejuffrouw _De
Uriais is verzonden en door de schandelijke
wij ze waarop alles wat er eergisteren hier
gebeurd is, tot in de kleinste bijzondei he
den in een der avondbladen is meegedeeld.
Men zocht schandaal te wekken. De geheele
toeleg komt mij thans duidelijk voor. Ik ben
misleid geworden, maar ik zweer u bij mijn
eer als soldaat, dat ik geen medeplichtige
was.
Daar ben ik zeker van, zeide de gene
raal.
Ik ben schuldig, ging de kolonel voort,
wiens stem eenigszins beefde, schuldig je
gens mijn vaderland dat ik de kostbare pa
pieren, die aan mijn zorg waren toever
trouwd, zoo slecht bewaakt li eb. maar vooral
ben ik schuldig jegens kapitein Filip Dor-
melles.
Hij stond op en naderde den jongen of
ficier.
Kapitein, ging hij voort, gij hebt vij
anden, die in hun haat voor niets terug
deinzen, maar ik zou misschien niet zoo ge
makkelijk door hen misleid zfln geworden,
wanneer ik geen onreclitvaardigen wrok
tegen u had gehad.
Ik ben zoo belachelijk zwak geweest, na
ijverig te zijn op uw bekwaamheden en toen
gij beschuldigd werd, miste ik de noodige
kalmte om die beschuldiging naar waarde
te schatten. Ik heb u veel leed veroorzaakt...
Ja, mompelde Filip.
Daarom vraag ik u vergiffenis, ik wil
my openlijk tegenover u beschuldigen en u
zeggen dat ik berouw heb over mijn onrecht
vaardige verdenking en mijn barschheid.
Kapitein Massias en luitenant Guénard zijn
er getuigen van geweest,, zij hebben mij op
dat oogenblik hun afkeuring getoond, zij
zullen er thans ook getuigen van zijn, dat
ik u voldoening geef.
't Is goed, kolonel Allevard, 't is goed
riep generaal Rolland uit, gij zijt een man
van eer, dat weten wij wel. Wij zullen dien
Aurélien De Prabert en dien Daniël Hilson
"laten opsporen en wanneer wij hen in ban
den hebben, dan zullen wij hen mondeling
hun geschreven bekentenissen doen herha
len, maar ik heb niet langer willen wachten
om'de onschuld van kapitein Dormelles be
kend te maken en hem in vrijheid te stellen.
O ik dank u, generaalriep Filip uit.
wanneer ik nog langer in de gevangenis had
moeten blijven, dan zou ik gestorven zijn
van schaamte en droefheid onder het ge
wicht van die vreeselijke beschuldiging.
Het bleeke, vermagerde gelaat, de diep
liggende oogen van den jongen officier be-
wezen inderdaad hoeveel hij geleden ijad.
I Gij zijt nog jong, mijn waarde Dormel
les, en gij zult. dat wel te boven komen, zei-
de generaal Rolland, te meer daar het u
niet aan troost zal ontbreken. Neem in de
eerste plaats die van uw kameraden en
vrienden aan, in afwachting van die, welke
u nog wel zoo aangenaam zal zijn. Heden is
reeds het verlof ingegaan, waar gij' om ge
vraagd hebt. Ilc hoop toch dat er in uw
plannen geen verandering zal gekomen zijn.
Niet? Dan is het goed. Het zal ni'ij een ge
noegen zijn morgen uw huwelijksinzegening
bij te wonen.
Tranen kwamen Filip in de oogen en hij
wist niet hoe hij den edelen man zou be
danken.
Kapitein Massias en luitenant Guénard
bleven niet achter met hem hartelijk geluk
te wenschen.
Dit was het einde van een afschuwelijke
droom, het was een wonderdadige bevrij
ding.
De generaal, gelukkig met de wending die
de gebeurtenissen hadden genomen, verge
zelde de drie officieren naar de binnenplaats.
Toen 'Filip Dormelles in gezelschap van
zijn vrienden Massias pn Guénard de groote
poort van het ministerie verliet, vond hij
daar den braven Martineau, die op hem
stond te wachten en wiens gelaat straalde
van vreugde en triomf.
Kapitein, zeide hij, na hem behoorlijk
gesalueerd te hebben, daar ginds is iemand,
die met. ongeduld op u zit te wachten.
Terwijl 'hij dit zeide wees hij naar een
rijtuig, dat op den hoek van dè rue de
Bourgogne stond.
Filip begreep hem. Hij werd plotseling zoo
aangedaan, dat hij wankelde en de beide
banden greep van Martineau die bij met
alle kracht drukte als een zwijgende maar
toch welsprekende dankbetuiging..
Vol bescheidenheid verwijderden zich de
beide officieren, terwijl zij liem haastig toe
riepen
Tot weerziens.
Martineau zeide met een schalksch lachje
Kapitein, ik heb nog een belangrijke
boodschap te doen. Wanneer gij het goed
vindt zal ik ook maar heengaan.
Aan liet portier van het rijtuig vertoonde
zich het bekoorlijke gelaat van Marguérite
De Brïais, dat bloosde van vreugde.
Toen Filip bij haar in het rijtuig was ge
stapt, liet zij het hoofd op zijn schouders
rusten en riep vol geluk uit
OGod, gered, wij z|jn gered
Martineau had geen loos voorwendsel ge
zocht, toen hij de beide verliefden alleen
liet. Hij had inderdaad een belangrijke
boodschap te doen aan het hotel De Prabert.
Robert had hem een brief gegeven om die te-
overhandigen aan zijn broeder Bernard.
Hij vond bet gelieele hotel in opschud
ding.
Benige uren van te voren hadden twee
bedienden van het hotel, die de stad inge
gaan waren, op straat, te midden van een
troep straatjongens, een jongen man gezien,
half ontkleed, met zijden koorden los 0111
armen en beenen gebonden, die allerlei bui
tensporigheden beging, danste, zong en dan
weer eensklaps kreten van angst slaakte.
Zij herkenden in dien armen krankzinni
ge, hun meester Aurélien De Prabert.
De ongelukkige had liet pavillioen ver
laten en was de straat opgesneld, naar bet
middelpunt van Parijs.
Met zeer veel moeite brachten zij hem in
,een rijtuig naar het hotel in de Avenue des
Cliamps Elysées, maar daar aangekomen,
kreeg hij een aanval van razernij, hij werd
gevaarlijk, nam alle voorwerpen op die onder
zijn bereik kwamen, sloeg links en rechts
om zich heen, trachtte de personen die hem
omringden te verwonden en herkende nie
mand.
Men moest zich van hem meester maken,
hem met geweld bedwingen en de politie
roepen om liem naar het gesticht Saint-An-
11e over te brengen.
Zijn vader, Bernard De Prabert, die ge
waarschuwd was, kwam, zelf nog uiterst
zwak, leunend op den arm van zijn getrou
wen Puybarrau,, naar beneden en beschouw
de het deerniswekkend overschot van den
eenmaal zoo trotschen Aurélien.
De grijsaard verborg zijn tranen en mom
pelde
-r God heeft hem wel wreed gestraft.
Het is de vergelding, zeide Puybarrau,
wilde hij u niet voor krankzinnig doen ver
klaren?
Om het even. antwoordde de oude man,
ik sta op den rand van het graf, hij was in
den bloei der jeugd en gezondheid.
Het gebeurde werd voor de moeder ver
borgen/die op dit betrekkelijk nog vroege
morgenuur, nog te bed lag en wier vensters
nog alle gesloten waren.
Martineau liep door het hotel en vernam
wel uit twintig monden wat er gebeurd was.
Hij klopte eerst aan dè deur der vroegere
vertrekken van mejuffrouw De Briais en
deelde aan de getrouwe Jeannine mede, dat
haar meesteres teruggevonden was en ver
zocht haar zich naar de rue Bonaparte 110.
70 te begeven, waar zij haar wachtte. Ver
volgens begaf hij zich naar de kamer van
Bernard.
Binnengelaten bij den grijsaard, die on
beweeglijk,, als gebogen onder bet noodlot,
in zijn fauteuil zat, overhandigde bij hem
een brief, die bet volgende bevatte
..De vergelding zal plaats hebben op Saint-
Colomban. Kom met haar, die uw naam
draagt.
1 Robert".
(Wordt vervolgd.)