DE ECHO VM HET ZUIDEN jonge vrouw. FEUILLETON GEMEENTERAAD. Na het rooken WYBERT No. 03 Zaterdag 22 November 1924 TWEEDE BLAD. QEERTRUIDENBERO. Openbare vergadering van den raad dezer gemeente op Dinsdag 18 Nov. 1924 des v.m. ten half tien uur. Voorzitter edelachtb. heer J. Bianchi. Ongeveer kwart voor tien opent de Voorzitter de vergadering afwezig met kennisgeving de heer Smolders. De notulen der vorige vergadering worden voorgelezen. Segeren. In de vorige vergadering heeft een stemming plaats gehad voor schatters. Daar heeft tweemaal een vrije stemming voor plaats gehad, maar de wet zegt dat daar driemaal een vrije stemming voor moet ge schieden. Voorzitter. Waar staat dat. Segeren. Hier. De Voorzitter leest voor wat hier omtrent in het reglement van orde S(aat De heer Segeren loopt naar den Voorzitter om in het reglement te kHnnen kijken Voorzitter. Wil u alsjeblieft op uw plaats blijven zitten. U vertrouwt toch zeker wel hetgeen ik voorlees. Segeren. Ik wil het alleen maar zien. Maar ik kom er niet op terug, hoor. Zand er maar over. 't is voorbij Door den Secretaris is nog voor gelezen dat de heer Sassen met 4 stemmen is gekozen Dat is ook niet waar. Die is met 3 stemmen gekozen Voorzitter. Ik heb niebgehoord dat hij 4 heeft gelezen, in de notulen staat toch van 3 Segeren. Ik ben niet tegen de heer Sassen, dat moet men niet gaan denken, maar ik ben voor het recht. Recht moet er in alles zijn. Timmermans. Het is volkomen cor rect omschreven. Segeren. Ja, zeker volgens uw oor deel. Maar de gemeentewet zegt dat er driemaal een vrije stemming moet plaats hebben. Voorzitter. U zult mij ten zeerste verplichten als u mij dat artikel eens aanwijst. Segeren. De Secretaris leest voor 4. Men kan wel naar Den Bosch schrijven wat men wil, maar daar ga ik niet mee accoord. Met het college van zetters was het 't zelfde. De discussie was toen op een lage wijze gegaan en toen heeft U, mijnheer de Voorzitter, tegenover mijnheer Jansen nog Uw excuus ge maakt. Dat had U nooit moeten doen, tegenover geen enkel raadslid. Jansen. Ik heb ook 4 hooren lezen, maar ik kan niet zeggen waarbij dat te pas kwam. Voorzitter. Als de heer Segeren ver dachtmakingen wil lanceeren, dan moet hij die ook motiveeren maar er zich niet met hooge woorden, als zand er maar over enz. van af maken. Als U een man is, dan moet u nu eensaan- toonen waar dat in de Gemeentewet staat. In een volgende vergadering zal ik dan mededeelen of U daarin ge slaagd is. Segeren. Waarom moet de secreta ris 4 lezen. Jansen. Hebben de andere heeren dan zitten slapen, hebben die nu niets gehoord. Voorzitter Laat de Secretaris zich nu eens vergist hebben, in de notulen staat het toch goed. Ais men zooveel bladzijden moet voorlezen, dan kan men zich al eens gemakkelijk ver gissen. Jansen. Ik maak er den secretaris geen verwijt van. Ik heb ook wel eens een fout gemaakt. Segeren. De Secretaris moet het niet verdraaien. Je moet lezen wat er staat, begrijp je dat Secretaris. Voorzitter. Het is heel goed hoor de Secretaris begrijpt het. 1. Vaststelling Gemeente Begrooting dienst 1925 met daarbij behoorende bedrijfsbegrootingen. Jansen. Daar staat op mijn convo catie-biljet voorloopige vaststelling. Is dat een fout. Voorzitter. Ja. De heer Timmermans brengt namens de Commissie van onderzoek rapport uit. Op de eerste plaats wenscht de com missie hare meening waer te geven over het Gem Electr. bedrijf. Tot haar genoegen kan ze consta- teeren dat dit bedrijf in een gezonden toestand verkeert. De ontvangsten worden geraamd op i 24585, de uit gaven op f 23585, zoodat hierin zit opgesloten eene voorgestelde winst van f 1000 De resultaten zijn van dien aard dat vanaf 1 Januari de prij zen van stroom voor licht 5 ct. per K.W.U verlaagd kunnen worden en al- zoo gebracht op 40 ct terwijl de prij zen voor kracht gehandhaafd blijven op 20 en 15 cent De Commissie verklaart gaarne dat de administratie zoowel als de tech nische leiding prachtig in orde zijn, dat ze als het ware met elkander wed ijveren om het bedrijf zoo rendabel mogelijk te maken. De dubbele boekhouding bij het Grondbedrijf ingevoerd, maakt het mo gelijk een duidelijk overzicht van het bedrijf te krijgen. De begrooting geeft aan ontvangsten aan een bedrag van f 2825, aan uit gaven f 10125 alzoo een nadeelig slot gevende van f 7300. De geraamde grondverkoop over 1925 bedraagt f 6000, terwijl voor verbetering van gronden een post is uitgetrokken van f 740. Uit de begrooting blijkt dat geen gelden meer beschikbaar worden ge steld voor werken die voorheen het grondbedrijf drukten en feitelijk bij den gewonen dienst behoorden. Het geraamde tekort wenscht men niet meer af te boeken als verlies (voorheen werd het verlies van het grondbedrijf bijgepast uit de gewone middelen), maar de terreinen naar hunne boekwaarden volgens aard, ligging en geschiktheid te verhoogen. Billijk is dit omdat anders het schijn baar verlies gedekt zou moeten worden uit de belastingpenningen, dus thans betaald worden, terwijl van werkelijk verlies eerst dan sprake zou kunnen zijn wanneer de gronden bij eventueelen verkoop minder opbrachten dan de geschatte waarde. Met dit systeem wordt bereikt le. De schijnbare verliezen komen momenteel niet ten laste der gemeen- schap 2e. De gronden komen op de waarde die zij volgens kostprijs vertegenwoor digen. De boekwaarde bedraagt thans f 16.000 minder dan de geschatte, zoo dat dit systeem eenigen tijd kan ge volgd worden. De commissie kan hare goedkeuring hechten aan deze wijze van werken, doch wenscht hier den nadruk op te leggen, dat nimmer bij eventueelen verkoop de -geschatte waarde een be letsel mag zijn om een koop niet tot stand te brengen. Verder zegt het rapport dat bij het nazien der ambtenaarssalarissen door de commissie de opmerking is gemaakt dat 't wenschelijk was, dat de 2e ambte naar van den Burg. Stand (thans wet houder Smolders) iemand was die steeds op het Raadhuis aanwezig was De Secretaris is thans als le ambtenaar steeds verplicht aanwezig te zijn. In hoofdstuk III wordt de post politie met f 200 verhoogd. Deze post is op de begrooting gebracht als bezoldiging voor den nachtwaker Goossens bij meerderen dienst. Thans is het zoo, dat de gemeente veldwachter geen enkele Zondag vrij heeft en de noodzakelijkheid gebleken is dat hij zoo nu en dan vervangen moet worden en op sommige tijden geassisteerd. Verder is gebleken dat de post onderhoud brandbluschmiddelen van f50 gebracht is op f575. De gemeente zal voortaan wat blus schingsmateriaal betreft in verband met den aanleg der waterleiding in de noodzakelijkheid verkeeren het een en ander aan te schaffen en weleen slangenwagen, twee standpijpen en twee straalpijpen. In verband met de opleiding tot politieman stelt de begrooting voor een bedrag van f5 te geven als sub sidie voor de politieschool. De commissie kan zich daarmede vereenigen alhoewel zij tot haar spijt moet constateeren. dat de Commissaris der Koningin in deze provincie van zijn macht gebruik maakt om in een afzonderlijk aan de gemeente gericht schrijven deze school aan te bevelen. De commissie is van meening, dat de Commissaris zich van eene aan beveling in dergelijke gevallen heeft te onthouden. In hoofdstuk 5 zijn de opbrengsten der kermis- en marktgelden terugge bracht van f 2000 tot f 1000. Het steeds minder worden der kermis wettigt dezen maatregel De reparatie van straten en pleinen, benevens onderhoud der gebouwen, zijn resp. gebracht van f 1000 op f 2200 en van f150 op f 485. In hoofdstuk 8 ziet de commissie, dat de nieuwe schoolgeldheffing be langrijke bedragen voor de belasting betalers vordert, f 850 per kwartaal wordt minder opgebracht. De verlaging der schoolgelden bleek noodzakelijk omreden de vroegere schoolgeldregeling te dezer plaatse abnormaal hoog was. De hooge opbrengst kwam de ge meentekas ten goede en ontlastte de belastingbetalers in het algemeen, maar drukte juist daardoor op eene onbillijke wijze op een gedeelte der inwoners Dat de belasting verhoogd moet worden is mede een gevolg van de verlaging dezer schoolgelden. Voorgesteld wordt aan de teeken- school de gevraagde subsidie te ver- leenen, aan handelsonderwijs f407.18 en f 125 aan de zwemclub op dezelfde voorwaarden als een vorig jaar. Werkloozensteun is van f 2500 op f 1500 teruggebracht. De begrooting in zijn geheel geeft aan ontvangsten en uitgaven ëen bedrag van f 112,040.25. De commissie is van oordeel, dat het bedrag, benoodigd voor ambtenaars salarissen, het gemeentelijk budget vrij zwaar drukt. Weliswaar zijn de salaris sen hoofdelijk niet te hoog te noemen, doch het komt de commissie voor, dat bij een eventueele vacature niet direct overgegaan moet worden tot aanvulling daarvan, doch het dan in overweging gegeven kan worden de kantooruren met minstens een uur per dag te ver lengen. Uit deze begrooting blijkt dat, niet tegenstaande alles zoo zuinig mogelijk is opgezet, de belasting zal verhoogd moeten worden en wel behalve de gewone 100 opcenten op de Rijks inkomstenbelasting, met 2 pCt. op het belastbaar inkomen. Dit bedrag zal dan nog maaralleen voldoende zijn voor het gewone ge meentelijk huishouden. De finantieele toestand der gemeente is allesbehalve rooskleurig. Indien zij overgaat tot het laten ver richten van werken als aanleg van rioleering, herbestrating van verschil lende gedeelten der gemeente, feitelijk noodig voor het geheel, dan is daarvan het noodzakelijk gevolg nieuwe ver hooging der belastingen, zooals riool belasting, belasting op het venten door kooplieden van buiten de gemeente, belasting op de publieke vermakelijk heden, mits bestaande gezelschappen daardoor niet gedupeerd worden. De Voorzitter wenscht eerst een woord van dank te brengen aan de commissie voor de wijze waarop zij zich van haar taak heeft gekweten. Dan wil hij de commissie op enkele door haar naar voren gebrachte zaken ant woorden. Wat betreft de kwestie van 2e amb tenaar van den Burg. Stand, de; situatie is zoo: als de Secretaris afwezig is, dan moet de heer Smolders invallen en is ook die niet aanwezig, datynoet spr. zulks als derde ambtenaar doen. De heer Smolders is echter al jaren ambtenaar geweest. Mogelijk dat hij nu zelf om ontslag daarvan zal vragen, althans de mogelijkheid bestaat, dat hij misschien rekening wil houden met den hier uitgesproken wensch. Wat betreft het personeel van de secretarie, kan hij zeggen, dat men hier in de gunstige omstandigheid ver keert dat men twee volontairs heeft die al heel wat werk uit de handen nemen. Deze volontairs krijgen jaarlijks een kleine gratificatie. Waren deze volontairs hier niet, dan zou het zeer te betwijfelen zijn of men het werk af zou kunnen. Nog 'onlangs, bij de ziekte van den Ontvanger, kon men het werk niet bijhouden. Zooals het nu is gaat het goed maar zoodra er een weg is, komt er al stagnatie in de werk zaamheden. Toen de volontairs onder de wapenen waren, kon het werk ook al niet worden bijgehouden. De laatste jaren is het aantal in en uitgaande brieven meer dan verdubbeld. Neemt alleen het werk maar eens verbonden aan het maken van de notulen van voorheen en thans. Zoowel door den Secretaris als door den ontvanger wordt dikwijls werk mee naar huis genomen omdat ze bij drukke loketdienst bijna niets kunnen doen. Sommige staren op de korte werk uren van de ambtenaren maar vergeten dan dat deze 's avonds alle mogelijke wetten en wetswijzigingen moeten bijhouden. Dat vraagt veel vrijen tijd. Door Burg. en Weth. zal overwogen worden wat voor nieuwe belasting het best kan worden ingevoerd. Mogelijk dat naast het haven- en kaaigeld nog andere bronnen van inkomsten kunnen worden gevonden. Segeren. Van hetgeen door den heer Timmermans is voorgelezen heb ik niet veel kunnen volgen. Gewenscht was het dat zoo'n rapport ook bij de be grooting ter inzage had gelegen, dan hadden de leden dat eens gemakkelijk op hun gemak kunnen inzien. Veel zaken komen in het rapport voor waar ik nu geen erg in heb gehad vooral nu op de agenda staat voorloopige vaststelling van de begrooting. Er wordt nu wel gesproken van een vergissing enz. enz., maar ik zou toch gaarne zien dat we allen zoo'n rapport eerst eens kregen in te zien. Degenen die buiten de commissie worden gehouden weten van niets, worden in alles blind gehouden. Ik heb er nog op gewezen of ge de leden voor de commissie maar niet bij acclamatie zou benoemen Wie kan nou zoo'n rapport volgen, vooral als op de agenda staat vermeld. Voor loopige vaststelling van de begrooting. Ik verlang dan ook voortaan dege lijke oproepingen en geen prullen zooals deze, Voorzitter. U noemt dat nu een prul-agenda, dat is aan u. Gisteren heb ik u er echter al op gewezen en had u dus nog voldoende voorlichting kunnen krijgen. Segeren. Nu heb ik maar een dag tijd gehad om de stukken te komen inzien en iemand kan wel eens andere zaken hebben te doen dan juist de stukken te komen inzien. Vergis ik me niet, dan willen de leden enkele subsjdies verhoogen, maar had ze maar verlaagd inplaats van verhoogd. I Voorzitter. In een vorige vergadering heb ik toch al gezegd dat de begroo ting 14 dagen voor de leden ter visie zou liggen. Men heeft dus voldoende tijd gehad om dat te doen, Segeren. Wij hebben nu een halve dag tijd gehad. Voorzitter. 14 dagen. Segeren. Zaterdag was maar een halve dag, Zondag van zelf niets en gisteren was het Maandag, toen heb ik een minuut of vijf in de papieren kunnen snuffelen. Wij moeten een betere agenda hebben en zeker ook zoo'n afschrift van het rapport. Waarom mogen wij dat niet eens zien. Tak. De commissie heeft zeker vijf 4) iiiiiiiiiuiuiiiiiiiiniuiiiHiiiiiuiuiuiiiiiiiiiiiïiTiTiiiiiüifiiTiiiiiun'iiiiiuritiuiiiniiuiuiiö verdwijnt de on aangename smaak in den mond direct door gebruik van de verfrisschende TABLETTEN Groote doozen 65 Cts iniinniimniHiiHiimiiiiiiiiiiiiiinimnuiimniiiiiiiiniiimiiiiiiinmiijiiimiHiiiniiuiii' van „DE ECHO VAN EET ZUIDEN". EERSTE DEEL. En bfl deze woorden wrong de -ongeluk kige haar lichaam in een verschrikkelijken zenuwaanval. Alexis liet haar den sterken geur van een fleschje ether in ademen. Dan ontspanden de zenuwen en de zenuw aanval eindigde in een vloed van tranen en hartverscheurend snikken. De ongelukkige riep om hare moeder, die haar tevergeefs zoeken moest. Eindelijk viel zij voor de tweede maal in een toestand van volkomen krachteloosheid. Juist op dat oogenblïk hoorde men onder aan den trap de vroolijke stem van Alain Pédivic. Monteray haastte zich hem tegemoet te loopen, terwijl hij Barbara zeide Blijf gij hier om de zieke te bewaken en te verzorgen, en spTeek geen woord, ik verzoek het u. Ik ga Alain tegemoet. Ha, meester, sprak dé meesterknecht, zoodra hij Monteray bemerkte, De zee schijnt er niet kalmer op te worden. Gij zult zien dat het einde van het onweer er nog niet is. Terwijl Pédivic aldus sprak, was Alexis in zijn kantoor gegaan, terwijl Alain Pédivic zijn meester volgde, zeggende Ha, ik zie het wel, gij zjjt nog zeer ver moeid en ontsteld. Hebt gij soms in gevaar verkeerd? Ik heb een gevaarlijk bad genomen, Alain en ben er bijna in gebleven, want het water had mij reeds overweldigd. Hemelsche goedheid. Welk een geluk, dat gij ontsnapt zijt. Dit zeggende sloeg Alexis de handen om hoog en met die beweging ontviel aan een zijner handen een voorwerp, dat op het vloer tapijt terecht kwam. 't Is waar, ik dacht er niet meer aan, sprak hij,, 't voorwerp oprapend. Zeker zijn er ongelukkigen, die hier in de nabijheid-omge komen zijn. Sinds de zee terugloopt, is het strand met verschillende wrakken overdekt en ik heb dit in het zand gevonden. Alain Pédivic reikte aan Monteray een ju weeldoosje van Russisch leder, en gansch doorweekt, over. Ik heb wel gepoogd het te openen, maar het moet voorzeker een geheim slot hebben, want ondanks al mijne moeite, heb ik er niet in kunnen slagen het te openen. Er moet daar nochtans iets kostbaars in zitten, want Al sprekende had Alain opeens Monteray aangekeken en hij bleef steken te midden zijner zinsnede, om uit te roepen Wat scheelt u, meester? Wordt gij nu onpasselijk? De doodsche bleekheid, die reeds eenmaal het gelaat van Alexis overtogen had, ver toonde zich nogmaals op zijn gelaat, heviger nog dan te voren. In zijn geslóten handen hield hij het ju weeldoosje en scheen er de oogen niet vanaf te kunnen wenden. Wat aldus de aandacht trok van Monteray en hem die hevige ontroering veroorzaakte, was een wapenschild, in mat goud op het deksel van het doosje gedrukt. Hij is het, mompelde hij dan, zoo stil dat Alain Pédivic het niet kon hooren, hij is het, dat is zeker. Het schrikkelijke voorge voel dat ik had heeft mij niet bedrogen. En de nieuwe ontroering die hem beving bedwingende, deed Alexis zich geweld aan om zijne koelbloedigheid terug te vinden. Monteray duwde op een onzichtbaar gouden knopje, op den zijkant van het doosje ver borgen, en, bewogen door een springveer, lichte het deksel zich plotseling op. Alain liet een uitroep van bewondering ontsnappen. Het doosje bevatte een gouden drinknap, waarop hetzelfde wapenschild gegrift was. O, wat is dat schoon, wat is dat prach tig. Dat moet veel geld waard zijn. Ik zal uwe vondst voor hare waarde betalen, sprak Alexislaat mij dit juweel. O, meester, sprak Alain Pédivic zonder aarzelen, gij moogt het gerust houden, als u dat plezier doet. Alain Pédivic richtte zich naar de deur Waar gaat gij? vroeg Monteray hem opeens. Ik Weet er niets van, antwoordde luj, want er is niets te doen 't is niet mogelijk de pietmachines vandaag te laten werken, want de werkhuizen staan onder water, 't Is een verloren dag. Wel, wacht een oogenblik op mij in de keuken. Pévidlc ging aanstonds heen en Monteray liet zich in een leunstoel neerzakken, met het doosje nog altijd in zijne hand. Hij is het dus, mompelde hij tusschen zijn gesloten tanden, hij, altijd hij. 'tls het noodlot dat hem nogmaals op mijn weg plaatst. Maar die vrouw. Van waar komt zjj? Waarom heeft hij haar willen vermoor den? Hij zette het juweeldoosje op zijn lesse naar borg zijn gelaat in zijn beide handen, ten prooi aan bittere gedachten. Wie weet? mompelde hij dan, of wij niet binnen kort opnieuw tegenover elkaar zullen staan. Indien hij zich van deze ongelukkige jon ge vrouw heeft willen afmaken, zal hij zich willen verzekeren, dat zij dood is. En als een hyena, die de lijken tracht te ontgraven, zal h{j rond deze rotsen komen dwalen. Maar dan zou die vrouw hier in gevaar zijn. Dan zou zij wederom in zijne macht vallen. Neen, besloot hij, hardnekkig het hoofd schuddend, neen, dat is niet mogelijk. Bij de gedachte welk een lot die arme jonge vrouw dan zou te wachten staan, voelde hij zijn hart sidderen en hij besloot haar desnoods tegen allen te verdedigen. Na een laatsten blik geworpen te hebben op het wapenschild dat hem zulke diepe ontsteltenis veroorzaakt had, sloot hij het doosje met de drinknap in een schuiflade van zijn lessenaar weg. Daarna ging hij weer naar de kamer waar de onbekende rustte. Barbara had haar niet verlaten. Op het zien van Alexis bracht de Breton- sche vrouw de hand aan het hoofd om aan te duiden dat de Ongelukkige vrouw geheel en al zinneloos was. Soms bracht de onbekende de handen aan haar voorhoofd om er op te duwen en aldus de vlij mende pijn te verminderen welke zij doorstond. Zijne huishoudster bij zich roepénd, dicht bij het venster, zeide Alexis haar Wij zullen niemand ontbieden, beste Barbara. Ik heb hier quinine, en van mor gen af, indien de koorts haar nog kwelt, zullen wij er onze zieke mee helpen. Maar voor alles moeten wij zorgen dat niemand te weten komt dat deze vrouw zich hier be vindt. Want anders zou men trachten haar voor de tweede maal, te dooden. En in korte woorden vertelde Monteray het schrikkelijk drama waarvan hij getuige geweest waa. Wij hebben haar aan een zekeren dood ontrukt, aan een vreeselijken dood. Het monster dat gepoogd heeft haar te dooden, zal het middel vinden om haar dit maal doodelijk te treffen. Als het zoo is, dat ze maar komen, de booswichten. En ze zullen eens zien hoe Bar bara Quintrec hen zal onthalen. Neen, beste Barbara. Geloof me, wij zouden niet sterk genoeg zijn om tegen die lieden te strijden. Zij zijn rijk en machtig. En om hun doel te bereiken zouden zij voor niets terugdeinzen. Wel, meester, kent gij die booswichten dan? vroeg de Bretonsche vrouw. Ik ken er tenminste een van. Ik geloof het vastik ben er zeker van. Deze woorden sprak Alexis op stillen toon. Wat moet er dan gedaan worden, meester? Zeg het... en gij zult zien dat gij zult gehoorzaamd worden. Ik geloof dat niemand de tegenwoor digheid van die vrouw onder ons dak ken nen mag. Niemand, behalve Alain Pévidic, wien ik nu even zal gaan vertellen. Deze keek verbaasd op, toen hij vernam dat zjjn meester eene schipbreukelinge gered had, zonder dat hij er iets van wist. De koorts waaraan het arme schepsel ten prooi was, hield den ganschen nacht aan, maar den volgenden dag verwekte de qui- i nine, die men de zieke toediende, eene aan merkelijke beterschap. Kalmte volgde op de koortsige beroering en op de zenuwaanval len. De geesteshelderheid keerde echter niet weer. De onbekende nam eenig voedsel en met een bewonderingswaardige snelheid keerden hare krachten terug en met hen' de gezond heid, eene bloeiende gezondheid, die de on bekende nog schooner maakte. Met zachtzinnigheid gehoorzaamde zij Bar bara, als een onderdanig kind, dat echter bijna volkomen sprakeloos bleef. Wanneer Barbara of Alexis haar iets vroegen werd haar gelaat door eene pijnlij ke uitdrukking ontsteld. Zij bracht dan hare beide handen aan het hoofd en zeide met treurige stem: Ik weet niets meer. Neen, ik weet niets meer. Op Kermor vermoedde men niets. Eene zaak nochthans had de nieuwsgie righeid der vrouwen opgewekt. Gedurende twee dagen hadden de machi nes niet gewerkt en al de mannen werden gebruikt om het lusthuis met planken te omgeven. Naar het scheen wilde Monteray binnen die omheining een hof aanleggen. Dat was een zonderlinge gedachte, aangezien de zo mer reeds drie kwart voorbij was. Binnen vier dagen tijd was de omheining gereed en in een hoek, had men met planken omgeven, een prieel opgericht, waaronder men zich tegen de zonnestralen kon beschut ten. Het leven te Kermor had hierna zijn ouden gang weer hernomen. Onnoodig te zeggen dat Barbara zich ge heel aan de zinneloozè hechtte. Zij verzorgde en liefkoosde haar en wist haar allerlei voorkomendheden te betoonen. De onbekende liet zich leiden en verzette zich nooit tegen haar wil. Maar zij stelde hoegenaamd geen belang in alles wat zij zag, hoorde of deed. In de uren van kalmte bood Monteray haar de hand. Zij verliet dan met hem hare kamer, ging in den hof, zette zich in het prieel en scheen daar eene volkomen rust te genieten. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1924 | | pagina 5