Toegewijd aan Handel, |ndustrie_en^e^entebelangen-
FEULLETON
'eS.S,lA 5"-—r
eerste blad.
„NOO&D'BRABAHD"
GEMEENTERAAD.
m
WOENSDAG 10 DECEMBER 1.924
NUMMER 98
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telecr.-AdresECHO.
Telefoon No. 38.
Gemeentelijke Autonomie
De aanleiding om een korte beschou
wing over dit onderwerp te geven was
7oof mij de belangrijke rede «an den
Minister van Brnnenlandsche Zaken
en Landbouw in de 2e Kamer aer
Staten Geperaal ter gelegenheid van
de voortzetting der Algemeene beschou-
uwineen over de Staatsbegroting 1925,
over de gemeentelijke autonomie.
Alvorens op deze rede nader tn te
gaan, zijn de vragen gewettigd
lo. Wat verstaat men onder auto
n°2o.eWelke organen oefenen ze uit?
Onder autonomie verstaat men de
regeling en het bestuur van de eigen
huishouding door de lagere corporatie
Regelen is het geven van algemeen
bindende regelen voor de burgers, het
wetgeven, het verordenen, het Bestuur,
de uitvoering en de administratie.
Ook valt hieronder b.v. het inrichten
van een gemeente bedrijf, want wel
ontstaan hferdoor verplichtingervoor
ambtenaren, maar niet voor burgers.
Dueuit begrijpt hieronder
lo. de gewone private daden van
beheer, zooals verkoop van gemeente
eigendommen (actes de gestlün)
2o de administratieele actes de
puissance publique b.v. benoemen van
amVo?gneansn'onze Grondwet oefenen
autonomie uit, de provincies, de ge
meenten en de waterschappen respec.
tievelijk uitgewerkt in Provinciale
Gemeente- en Keurenwet.
Daar de Minister zich alleen bepaalt
tot het wijden van belangrijke beschou
wingen over de autonomie der gemeente
willen we ook alleen deze tot een
punt van bespreking maken.
De minister betoogt dan
De regeering heeft voor die aut
nomie grooten eerbied. Maar deze
autonomie sluit geenszins in, dat de
gemeenten, de plaatselijke regeerders,
fu maar alle mogelijke besluiten mo
aen nemen. De Minister verdedigt de
stelling dat al worden er eiken dag
ben besluiten "vernietigd, men nog met
zou kunnen spreken van aantasting
van de gemeentelijke autonomie, hoog
stens zou men kunnen gewagen van
het te veel hanteeren van^het verme
timnesrecht van de Kroon"
Of de regeering de autonomie der
gemeente wel voldoende geeerbiedigd
heeft kan helaas niet zoo dadelijk
worden toegegeven.
Niemand minder dan de zoo be
treurde Professor Oppenheim klaagt
in zijn Standaardwerk „Het Neder
landsch „Gemeente-Recht" over
grove miskenning welke hieraan van
de zijde der Regeering en der Kroon
ten deel viel.
De autonomie wordt door hem ge
noemd een der vier grondzuilen die
hier te lande het Gemeente-Recht dra-
gen en het toerusten met stevigheid
Het Koninklijk vernietiginsrecht zou
de gemelde Professor zoo min en zoo
omzichtig mogelijk willen toege
past teneinde deze autonomie ongerept
te handhaven en daardoor de «lfstan-
digheid der gemeenten te waarborgen.
Verschillende besluiten worden in ge
noemd standaardwerk gewraakt, die
door de Kroon zijn vernietigd wegens
strijd met de wet of het algemeen be
lang waarbij naar het inzicht van dien
Professor het autonome gezag volko
men was gebleven binnen de grenzen
van de huishouding der gemeente.
Op meesterlijke wijze fulmineert hj
o.a. tegen den inbreuk die door de
Woningwet aan de autonomie van
Reeeeringswege werd toegebracht
ln den laatsten tijd..zijn ,hfLan de'
19 der Lager Onderwijswet 1920 d
wijziging der Woningwet 1921 en de
Waren en Vleeschkeuringswet, die de
autonomie een geweldigen deuk heb
"U&eide wetten Jeggen ook
nog verschillende bepalingen
grond- en gemeentewet de autonomie
33 Het zijn voornamenlijk die bepalingen
waarbij de comptabiliteit in het geding
k°Om alle competentie kwesties te
vermijden is in artikel 134 der gemeente
wet bepaald, dat ta v, de autonomie
alles is bij den Raad tenzij met name
Burgemeester en Wethouders of
Burgemeester is geroepen.
In hoofdzaak berust dus bij den Raad
de regeling en het bestuur van de
huishouding der gemeente,
Dat de plaatselijke regeering of de
gemeente-raad niet alle mogelijke be-
sluiten mag nemen, zjooalsde M'nister
zeet spreekt vanzelf, dit zou eene
absolute onafhankelijkheid beteekenen
van het hooger gezag.
Een tijdelijk gemeente-bestuur den
kende „aprés moi ie déluge zou b.v-
de gemeentenaren te g°ed.vrl?;dJ2fn0
ten te houden door weinig belasting
te heffen en in piaats daarvan het
gemeentelijk vermogen op te ,teren-
De stelling van den Minister, dat
al worden er eiken dag tien besluiten
vernietigd, men nog niet zou kunnen
spreken8 van aantasting van de gemeen
telijke autonomie, hoogstens van het t
veel hanteeren van het vernietiging
recht van de Kroon, kunnen we niet
onderschrijven.
Het te veel hanteeren van het ver
nietigingsrecht van de Kroon zou
immers neerkomen op belemmering de
bewegingsvrijheid der gemeente-best
ren en daarmede de cenU.ah®art^®u"
der wrange vruchten van de ^ansc
Overheersching weer in ons btaatsrecni
worden binnengehaald.
Het moge al waar zijn. dat voor
ieder vernfetigingsbesluit de formeele
eischen geidln van het hooren van
den Raad van State, publicatie in het
hét staatsblad en dat het met redenen
moet zij omkleed, toch vinden wij in
deze correctieven niet voldoende
waarborg, dat hiervoor vernietiging
van een overigens rechtmatig besluit
zou achterwege blijven.
Liever zouden we willen aandringen
op invoering der administrative recht
spraak, opdat in beroep een van de
Regeering onafhankelijk orgaan over
dergelijke publiekrechtelijke geschillen
zou kunnen uitspraak doen.
Het gemeente-bestuur is nu genood
zaakt zich bij een genomen beslissing
der Kroon neer te leggen, zonder dat
hiertegen eenigerlei voorziening be-
staat.
Alleen bij invoering der admimstra
tieve rechtspraak zou de gemeente
lfjke autonomie zich meer intenser
kunnen ontwikkelen en zou de verge
hiking, die de vader der Gemeente
wet, Thorbecke in zijne „Aanteeke-
ning" van de autonomie met de natuur
maakt ten volle tot zijn recht komen
waar hij betoogtDe natuur is niet
daarom zoo rijk, dewijl zij één kracht
maar dewijl zij een oneindige verschei
denheid van wezens ieder met eigen
kracht onder de harmonie van een
Algemeene" wet laat werken m a.w
Het Staatsleven is zoo rijk, omdat het
verschillende lagere corporaties ieder
met eigen kracht (autonomie) onder
een Algemeene Wet (Provinciale- en
Gemeentewet) laat werken.
maatschappij van verzekering opheueven
S\WAA LW U K (MOgd
Hi -vvirst,?/ nn
door ervaring sterk.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente Vrijdag 5 December
des namiddags ten 4 uur, ten raadhuize
te Vrijhoeve-Capelle.
Voorzitter Edelachtb. heer Meijer.
Ongeveer kwart over vier uur opent
de Voorzitter de vergaderingafwezig
de heeren Middelkoop, Verheijden en
Michael.
De Voorzitter deelt mede, dat de af
wezigen kennis hebben gegeven da
ze deze vergadering niet wenschen bij
te wonen.
Voorzitler. Het zou stellig een ver
zuim zijn, indien we niet een woord
wijdden aan 't in gebruik nemen van
ons nieuw Raadhuis De meesten onzer,
ook van de overige gemeenteleden
hadden liever gezien, dat de stichting
van dit gebouw niet ware noodig ge
weest, met andere woorden, dat ae
vereeniging van de drie voormalige
gemeenten niet had plaats geba
Nu dit echter toch is geschied en
we die hadden te aanvaarden daar
was het onze plicht de ongemakken,
die ze-voor onze burgers meebracht
zooveel mogelijk te beperken
Daarom is besloten tot stichting van
dit gebouwen aldus bezien, moet het
onze goedkeuring wegdragen.
En zoo is dan thans het besluit van
uwe vergadering tot stichting van di
gebouw tot uitvoering gebracht en het
doet me genoegen u voor de eerste
maal ter vergadering te nooden in het I
nieuwe Raadhuis van Sprang^Capelle.
Mijne Heeren, ik heet u dan allen
welkom in dit gebouw. Ik hoop en
vertrouw dat binnen deze muren immer
zal worden gevonden die samer?we[e
king en dat vertrouwen dat bij ai e
verschil van meening - weten te
vinden den weg, welke leidt tot be
vordering van de belangen van deze
^Binnen deze muren mijne heeren,
wordt over de belangen van deze
gemeente beslist en wordt de ge
schiedenis van onze gemeente vast
zogen ze er immer getuigen van
wezen, dat bij al ons werkenslechts
één doel voor oogen slaat de bevor
dering der belangen van Sprang Capelle.
Dan mijne heeren, mogen we in
vertrouwen op Gods huip zonder vrees
de toekomst tegemoet gaan. (Bravei s j
Verder kan ik den Raad nog mede-
deelen, dat ter gelegenheid van de
openstelling van dit Raadhuis mij doo
de Christelijke vereenigingen, aange
sloten bij den Volksbond, deze mooien
Voorzittershamer is aangeboden. Dit
blijk van waardeering stel ik op zeer
hoogen prijs en ik dank de vereent-
gingen vanaf deze plaats gaarne daai
V°Dit bliik van waardeering heeft mij
nog te meer getroffen omdat de kost(^
van aanschaffing niet zijn g^°®en
de kas, maar als een vrijwillige bij-
drage van de besturen. (Bravo s.)
De Voorzitter laat vervolgens de
hamer alle ieden zien, welke zonder
uitzondering hun bewondering over
de prachtige uitvoering te kennen
^Voorzitter. Dan, mijne heeren. moet
9)
47e JAARGAN
Waalwijkschc en Langstraatsche Courant
on emit Der regel; minln
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
PrJJs der Advertentlfen
20 cent per regel; minimum 150
Reclames 40 cent per regel.
Bi) contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag efl Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
y at f
SPRANG—CAPELLB.
van „DE EGEO VAN EET ZUIDEN".
EERSTE deed.
O beste graaf, vervolgde Cazérès, doe
mH het genoegen een glas champagne met
°nEnteZlchTt mevr. Cazérès richtend, voeg-
Weet wel, vriendin, dat graaf Paloutine
een mijner beste vrienden is. Ik heb hem ge
kend in mijne dagen van weelde en hg heeft
mij niet verlaten toen de slechte dagen ge-
k°Mevr. ^Cazérès vond nn de gelegenheid
om zich voorover te huigen tot den baron
en hem in het oor te fluisteren:
Beste vriend, wij kennen graaf Palou
tine reeds. Ik zal u later zeggen Hoe maar
hij heeft ongelukkig Renée achtervolgd met
aanzoeken, die voor het minst onbetamelq v
waren.
Baron Cazérès fronste de wenkbrauwen
en antwoordde op even stillen toon.
Vergeef het mij, beste vriendin, als het
zoo is, dan heb ik een jammerlijke onbe
hendigheid begaan, maar voor het oogen-
hlik is het niet mogelijk hem te ontwijken.
Nochtans, wees gerust, indien Paloutine, die
overigens een zeer hoffelijk man is, zich de
minste onbetamelijkheid zou veroorloven,
zou hij met mij te doen krijgen; ik zou hem
een paar getuigen zenden en hem met den
schoonsten degensteek ter wereld de lust
benemen nog ooit opnieuw te beginnen
Maar zie, nu moet ik u verzoeken,hem
toe te laten voor eenige oogenblikken aan
onze tafel plaats te nemen, wij zullen van
hem afscheid nemen, zoodra de welvoege-
liikheid het zal toelaten.
Vt Was niet mogelijk te weigeren, des te
i wa» me o p m, tine intusschen
minder daar graaf Raiouune
dat die onaangename ontmoeting met den
^raaf ditmaal heel en al toevallig was voel-
den Renée en hare moeder zich niet op hun
gemak; hunne harten waren met een onbe
paalde onrust vervuld.
Was dat niet de voorspelling van een
nieuw ongeluk? r Andréa
Tusscken de moeder, Renée en Andrea
Cazérès werd over dat voorval m he café
concert niet meer gesproken, en gedurende
verscheidene dagen legde de baron in het
kleine huisje lange bezoeken af.
Maar op zekeren morgen zag Renée nem
vroeger aankomen dan naar gewoon e.
Hij zag er zeer vergenoegd uit.
Lief kind, zeide hij met eene stem, die
van gelukkige ontroering scheen te heven,
ik moet met uwe moeder spreken.
En met een teederen glimlach voegde hij
erzult mij weldra bedanken. Ik heb
mij met uw toekomstig geluk bezig gehou-
d<Mevr. Cazérès kwam aanstonds er bij.
Op een teeken van Andréa zeide zq hare
Laat ons een oogenblik alleen, lief kind.
En, niet wetende wat te denken, maar-met
angst vervuld, begaf Renée zich naar het
Conservatorium.
Zoodra man en vrouw zich alleen bevon
den, nam Andréa het woord.
Beste vriendin, zeide hq niet een van
vreugde glinsterend gelaat, gij ziet tegen
over u den gelukkigste der menschen. En
gij zelf, verheugt u, er is daar waarlijk reden
De arme vrouw legde de hand op haar
kloppend hart.
ja, verheug u, vervolgde de baron, de
toekomst uwer dochter en ook de uwe zqn
voor altijd verzekerd. Renée zal gravin Re
née en weldra prinses Renée genoemd wor
den. Eindelijk kan ik al het kwaad herstel
len, dat ik u eertijds veroorzaakt heb.
"Verklaar u nader, stamelde mevr. Ca
zérès.
De uitleg was langdradig, want in zijn
verbeelding vertelde Andréa een geheele
geschiedenis, geheel geschikt en voorbereid
om zijne arme vrouw te overtuigen.
Graaf Wladimir Paloutine had hem pas
V1ïwas hem vroeg in den morgen komen
opzoeken om hem te verzoeken een beslis
sende voetstap te beproeven bq de baron
^In^én woord, hij vroeg de hand van Re
née hij brandde van verlangen om ze te be
komen en hij zou de ongelukkigste der
menschen zijn indien mevr. Cazérès ze zou
^overigens, besloot Andréa, Renée kan,
zoomin als gij, zulk een vereerende en voor-
deelige partij van de liand wijzen.
Wladimir is, door zijne eigene middelen
machtig en rijk, maar hij zal het weldra nog
meer zijn bij de dood van zijn oom, prins
Demetrius Livachet, wiens eenige erfgenaam
'"prins Demetrius is zeer oud en zijn for-
tuin is kolossaal.
En zonder de baronnes den tijd te laten
om een woord te zeggen, toonde baron Ca
zérès de tallooze voordeelen welke de baron
nes en hij zelf uit die onverhoopte vereeni
ging zouden trekken.
Graaf Paloutine zou voorzeker een zeer
ruim, weelderig bestaan zijne schoonmoeder
verzekeren; dat was wel het minste dat hij
doen kon.
Andréa zou met mevrouw Cazérès het ge
meenschappelijk leven hernemen, want hij
zou dat nu voorzeker verdiend hebben, niet
waar
En dan zouden zij waarlijk gelukkig zijn.
Den winter zou men te Nizza doorbrengen
en den zomer op de eigendommen van graaf
Paloutine, in de nabijheid van St. Peters-
burg.
Ik bemin hem reeds, mijn schoonzoon,
voegde hij er in vervoering bij, ik bemin
hem alsof hij mijn eigen zoon ware en zoo
als ik onze lieve Renée bemin. Ja, waarlqk,
wü zullen allen volmaakt gelukkig worden
en dat geluk zal mijn werk zijn.
Hij zweeg opeens, gansch verbaasd zijne
vrouw aankijkend.
De ontroering van de baronnes Cazérès
Neen, inderwaarheid, die onverhoopte ver
eeniging bracht haar niet zoo in verrukking
als de baron geloofd had het te mogen ho-
!>,/,ij toonde zich zelfs zeer koel, maar voor
al treurig, wellicht was de gedachte Renée
weldra te moeten verlaten, haar pijnlijk.
Wel, hernam hij, ik zie met grooten
spijt, aan de treurige uitdrukking van uw
gelaat, dat ik mij niet goed heb doen ver
staan, ofwel dat ik er niet in geslaagd ben
u te overtuigen.
Wel ik verzet mij niet tegen dat hu
welijk, antwoordde zij met een stamelende
stem; ja, inderdaad men noemt dat alge
meen eene schoone partij. Maar Renée, be
mint zij hem?
Zij zal hem beminnen. Waarom zou
Renée mijn vriend graaf Wladimir Palou
tine niet beminnen? Hij heeft een zeer goed
voorkomen en is daarbij nog jong en een
schatrijk edelman.
Het hart van Renée is vrij. Ik weet niet
en gij evenmin, beste vriendin, dat zij eenige
liefde ln het hart draagt.
Renée is een engel van goedheid en in
dien zü eenige neiging van dien ^aard ge
voelde, zou zij mij die onmiddelijk mede-
deelen.
Ik reken op u, om Renée voor te be
reiden. Ik moet vandaag zelf nog een gun
stig antwoord hebben. Gij moet begrijpen
dat graaf Wladimir Paloutine de man niet
is om lang te wachten.
En bij deze woorden verliet hq mevr. ca
zérès.
Tóen hij zich alleen in de huurkoets be
vond die hem daar gebracht had, verander
de de uitdrukking van zijn gelaat schielijk
en hij liet zich zijn gedachte ontsnappen.
*- Zij heeft een zeker wantrouwen be
houden, gromde hij tusschen de gesloten
tanden, zal ik mij verplicht zien het met ge
weld te breken? Ik had nochtans gehoopt
dat zij, in de armoede waarin zij verkeert,
den graaf met open armen zou aanvaard
hebben
Dat huwelijk moet ten allen prijze vol
trokken worde, anders zou ik niets van dien
domkop van een Wladimir bekomen.
Welaan, mompelde hij, nu de andere.
Ongetwijfeld zal ik daarmee minder moeite
^Def huurkoets hield stil aan d^ hoek van
de voorstad Poissonmeére, terwijl Andrea
rvn en neer wandelde.
Renée verscheen weldra met hare r
muziek in de hand, het conservatorium ver-
De baron ging haar aanstonds tegemoet.
Lief kind, zeide hij haar op zeer ern-
stigen toon, ik heb daar aanstonds met uwe
moeder een zeer pijnlijk onderhoud gehad,
zfis waarlijk niet redelijk, 'tls waar, we-
<rens de ongeneeslijke kwaal waai aan zq
lijdt, moeten wij jegens haar zeer toegevend
zijn, maar zij is al te teergevoelig, al te
wantrouwend. Welnu, graaf Wladimir is op
u verliefd. Gij hebt geen bruidschat en niet
temin is Wladimir ongeduldig om u zoodra
mogelijk gravin Paloutine te zien worden.
En uwe moeder aarzelt. Wel, denk dan toch
lief kind, ik wil zelfs van u niet spreken
denk dan toch aan de gezondheid uwei
moeder, aan de voortdurende zorgen, waar-!
van zij het voorwerp zal zijn...
Wladimir Paloutine was voorzeker del
man niet, dien Renée zich voorgesteld hao_
te beminnen. Diè Rus, wiens voorkomer
zoo aan den kozak herinnerde, boezennR
haar zelfs eene onbepaalde vrees in.
Neen, als zij alleen op de wereld was, zoi
zij zeker geweigerd hebben het bekoorlql
offer dat men haar aanbood te aanvaarden
Maar de geldnood waarin hare moede:
zich sinds zoo lang reeds bevond, de ontbe
ringen welke zij zich sedert zoo lange jarei
reeds oplegde, de verzorging welke zij vol
strekt noodig had om hare geknakte ge
zondheid te herstellen, dat alles legde hare;
instinktmatigen afkeer het stilzwijgen o
en deed haar op het oogenblik zelf eene be
slissing nemen.
Na eene opsomming van al de voordeele
welke een huwelijk met Wladimir Palou tin
haar aanbrengen zou, maakte baron Cazêrè
zich gereed om een waar pleidooi ten gunst
van ,,zijn vriend" te beginnen,
i Met een meesterachtig gebaar legde Rene
hem het stilzwijgen op.
(Wordt vervolgd.)