OE ECHO WN HET ZUIDEN
"7 TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
NIEUWE
BELASTING-ONTWERPEN.
10 pet. heffing op verteringen, piano's,
gra mafoons, antiquiteiten, juweelcn,
reukwerken, dure kleeren, délicatessen.
5 pet. heffing op aanschaffing van
auto's, motorrijwielen, pleziervaartui-
gen, radio-toestellen, enz. enz.
Minister Colijn heeft, ter voldoening
van zijn desbetreffende toezeggingen,
wetsontwerpen ingediend
lo. tot aanvulling der Zegelwet '17
(weeldebelasting), volgens Fransch stel-
een mantel zestig gulden, voor een ja
pon vijf-en-zeventig gulden, voor een
blouse vijf-en-twintig gulden, voor een
rok vijf-en-twintig gulden, voor een
paar kousen voor vrouwen of kinde
ren tien gulden, voor schoeisel voor
vrouwen of kinderen vijftien gulden
het paar.
6o. taarten, pasteien, banket en ge
bak, koek in alle vormen, chocolade,
suikerwerken en bonbons en verdere
suikerhoudende waren vervaardigd in
het koek-, banket-, pastei- en suiker
bakker sbedrijf en in chocoladefabrie
ken
7o. geconfijte en ingelegde vruch
ten, verkocht in doozen. glazen, fles-
schen, potten, bussen en blikken, met
uitzondering van jams;
8o. alle soorten van wild en gevo
gelte, zoo wel in natura als in eeniger-
sel, waarbij 10 pet. wordt geheven over jej vorm toebereid, zoomede eieren,
verteringen in hotels, enz., voor de le
vering van pianola's, antiquiteiten, ju-
weelen, reukwaren, banket en andere
weelde-aftikelen, automobielen, safelo
ketten, wapens, schilderijen, enz.
De opbrengst is moeilijk te ramen,
doch zal voldoende zijn om te voorzien
in de verlaging van andere belastin-
gen.
2o. tot verlaging der successiebe
lasting, met de helft van de verhooging.
die er bij de wet van 1921 is bijgeko
men.
3o. tot verhooging van den kinder
aftrek bij de inkomstenbelasting tot
300 per kind en aftrek van 200 voor
gehuwden.
4o. tot verlaging van de verdedi-
voor zooverre niet afkomstig van kip
pen en eenden
9o. kreeften, kaviaar, sardijnen, an-
sjovisch. gerookte zalm. paling gerookt
of in gelei.
b. aan een recht van vijf ten hon
derd, de bovenbedoelde kwijtingen, be
trekking hebbende op
lo. autobussen voor personenver
voer, auto chassis, carosseriën, motor
rijwielen, aanhang- en zijspanwagens,
rijtuigen, pleziervaartuigen, alle met
hunne onderdeelen, stoffeering, uitrus
ting en toebehooren
2o. safeloketten, dóch alleen voor
zoover het gebruik daarvan wordt afge
staan aan een particulier;
3o. radio-ontvangtoestellen met on-
palingen, welke ook ten aanzien van
andere invoerrechten gelden, een bij
zonder invoerrecht geheven van 7 pet.
der waarde.
Eenige in de Tarief wet geregelde bij
zondere vrijstellingen blijven met be
trekking tot dit speciaal invoerrecht
buiten toepassing.
Verklaart de aangever dat de goede
ren zijn bestemd tot wederverkoop of
om het gebruik daarvan te verhuren,
of dat zij bestemd zijn voor den open
baren dienst van het Rijk, van provin
ciën, gemeenten, waterschappen of
veenschappen, dan blijft de heffing
van het bijzonder invoerrecht achter
wege.
Verdedigingsbelasting II.
Blijkens het wetsontwerp tot verla
ging der verdedigingsbelasting II, wel
ke voor het Leeningsfonds een ver
mindering aan inkomsten zal brengen,
geraamd op 13 millioen gulden, zullen
de bestaande tarieven aanzienlijk wor
den verlaagd.
Het volgend staatje ontleend aan de
Tel. geeft een overzicht van hetgeen
thans moet worden betaald en van het
geen volgens het wetsontwerp zal wor
den geheven van natuurlijke personen.
Belasting volgens
Belastb. som
oud
nieuw
gingsbelasting II tot ongeveer de helft. rier(leelen en toebehooren;
4o. biljarten, met derzelver toebe
en
5o. tot wijziging in verband met
eeq en ander van -de dekking voor het
leeningsfonds.
Onderworpen zijn wat de verterings
belasting betreft
lo .aan een recht van tien ten hon
derd over het betaald of verrekend be
drag, de stukken, waarbij door of van
wege den eigenaar, bestuurder of pach
ter of in het algemeen den houder kwij
ting wordt gegeven voor de kosten van
verblijf en van verteringen in hotels,
herbergen, pensions, eethuizen, koffie
huizen, theeschenkerijen, winkels en
banketbakkerijen (zoogenaamde bars
en sociëteiten inbegrepen) en in het al
gemeen in alle inrichtingen, waar te
gen vergoeding nachtverblijf wordt ge
geven tot het verbruiken ter plaatse
van spijzen of dranken;
2o. aan de volgende rechten over
het betaald of verrekend bedrag, de
stukken, waarbij door of vanwege een
winkelier of ander kleinhandelaar, een
niet-handelaar of een verhuurder kwij
ting wordt gegeven voor hetgeen is
v ldaan om zich, voor eigen gebruik
of voor het gebruik door een derde,
de levering hier te lande te verzekeren
van de na te noemen zaken
a. aan een recht van tien ten hon
derd de bovenbedoelde kwijtingen, be
trekking hebbende op:
lo. pianola's, phonola's en andere
mechanische piano's, fonographen, gra-
mafonen, prismakijkers, alsmede alle
onderdeeleu en toebehooren daarvan,
waaronder begrepen muziekrollen, pla
ten en dergelijke;
2o. antiquiteiten, oud-porceleiu en
in het algemeen alle kunstvoorwerpen
en curiositeiten, als zoodanig verkocht,
zoomede porceleinen eetserviezen in
hun geheel of bij gedeelten, als
de prijs van het geheele servies, be
staande uit vijftig afzonderlijke stuk
ken of meer, een bedrag van eenhon
derd gulden te boven gaat, alle soorten
van geslepen kristal- of glaswerk, ta
pijten en kleeden, zoowel voor vloer
als wandbedekking, daaronder begre
pen gobelins en zoogenaamde divan-
kleeden, als de prijs van deze tapijten
en kleeden meer bedraagt dan vijftien
gulden per M2.
Onder kunstvoorwerpen worden voor
de toepassing dezer wet in het alge
meen verstaan, zaken, welke hare waar
de, afgezien van het materiaal, waaruit
zij zijn vervaardigd en den werktijd,
welke er aan ten koste is gelegd, ont-
leenen aan de kunst of kunstvaardig
heid, welke aan de totstandkoming is
besteed
3o. juweelen, sierraden, paarlen en
edelgesteenten, zoowel echte als on
echte, zoomede alle soorten van uur
werken, als de prijs van deze laatste
een bedrag van eenhonderd gulden te
boven gaat;
4o. reukwerken, zoowel in vasten
als in vloeibaren toestand
5o. stoffen, voornamelijk bestemd
voor het vervaardigen van kleeding-
stukken, zoo onder- als bovenkleereu,
waarvan de prijs per M2 ineer bedraagt
dan tien gulden, kant en bont of pels
werk, onder welk laatste mede te ver
staan veeren of andere bestanddeelen
van vogels afkomstig, voorts kleeding-
stukken, waaronder hoeden, geheel of
ten deele uit de genoemde zaken ver
vaardigd.
Bovendien overjassen, jassen, ves
ten, broeken en schoeisel voor manne
lijke personen en hoeden, mantels, ja
ponnen, blouses, rokken, kousen en
schoeisel voor vrouwen en kinderen,
onverschillig uit welke stoffen deze za
ken zijn vervaardigd, als de prijs de
volgende bedragen te boven gaatvoor
een overjas tachtig gulden, voor een
jas vijftig gulden, voor een broek vijf-
en-twintig gulden, voor schoeisel voor
mannen vijftien gulden het paar. voor
hooren, als ballen, keuën, enz.
5o. fotogfa.fietoestellen, ingericht
voor opnamen van geen grooter for
maat dan van 13 maal 18 c.M. en foto
grafische benoodigdheden, kennelijk be
stemd voor het vervaardigen of afwer
ken van beelden van geen grooter for
maat dan van 13 maal 18 c.M.;
6o. wapens en munitie;
7o. schilderijen.
De wijze van heffing.
De voldoening der belasting geschiedt
door gebruik van plakzegel.
Het recht bedraagt ten minste tien
cent en klimt op met vijf cent tot vijf-
en-twintig cent, boven de vijf-en-twin
tig cent met. vijf-en-twintig cent tot
vijf gulden en boven de vijf gulden met
vijftig cent.
Waar ten gevolge van deze bepaling
de druk op de kleine verteringen on
evenredig groot zou worden en de mi
nister anderzijds niet geneigd is het
Britsche systeem te volgen, waarbij
kleine verteringen zijn vrijgesteld, om
dat dan het verschijnsel te vreezen
staat dat tal van groote verteringen,
in kleinere gesplitst op de maandlijs-
ten worden gebracht, is in het ontwerp
de mogelijkheid geopend van betaling
van het zegelrecht bij abonnement.
Hierdoor behoeft men bij een kleine
vertering slechts enkele centen van den
klant te vorderen om tegenover de
eischen van den fiscus gedekt te zijn.
In de praktijk zal dus van geringe ver
teringen niet meer dan tien procent
behoeven te worden geheven.
Dit abonneinents-zegelrecht. van den
maand-omzet. moet vóór of op den 15en
van iedere daarop volgende maand
worden betaaldde desbetreffende ge
gevens moeten uiterlijk op den vijfden
werkdag van iedere maand zijn inge
voerd.
Boeten.
Bovendien zijn in het ontwerp ver
schillende boeten vastgesteld voor ge
val van ontduiking of overtreding van
deze wetsbepalingen.
De tusschenhandel is van het betalen
der belasting vrijgesteld, tenzij de aan
gekochte zaken bestemd zijn voor het
gebruik van den verkrijger of van een
lid van zijn gezin.
Diplomatieke en consulaire ambte
naren zijn eveneens vrijgesteld.
Voorts worden vrijstellingen verleend
wegens levering van zaken, bestemd
voor inrichtingen van onderwijs of voor
openbare musea of verzamelingen;
wegens levering van zaken bestemd
voor den openbaren dienst van het
Rijk, van provinciën en gemeenten, wa
terschappen of veenschappen;
wegens het verschaffen van plaatsen
in automobielen en rijtuigen, bestemd
voor het gezamelijk vervoeren van een
aantal personen, als autobussen, dili
gences, omnibussen en dergelijke.
Indien zulk een vervoermiddel gele
verd wordt aan een of meer personen
oin daarvan, met uitzondering van an
deren, het genot te hebben, dan is de
vorenstaande vrijstelling niet toepas
selijk.
Ook zijn verschillende categoriën
weelde-artikelen, die reeds op andere
wijze vrij hoog zijn belast, zooals wij
nen, likeuren, sigaren, sigaretten, gou
den voorwerpen, e.d., uitgesloten.
De belasting is uitdrukkelijk „af
wentelbaar" gesteld, d.w.z. dat zij niet
door den leverancier, maar door koo-
per of huurder moet worden betaald.
Heffing hoven het invoerrecht.
Indien voor eigen gebruik zaken uit
het buitenland worden ingevoerd die
anders in winkels of door kleinhande
laars worden verkocht (dus alle boven-
opgesomde artikelen behalve die in
restaurants, hotels, enz.) wordt daar
van eventueel boven het invoerrecht,
op denzelfdeu voet als ware dat recht
in het tarief van invoerrechten opge
nomen en met inachtneming van de
1.200
1.300
1.400
1.500
1.600
1.700
1.800
1.900
2.000
2.100
3.000
5.000
8.000
10.000
15.000
20.000
25.000
30.000
35.000
40.000
45.000
50.000
55.000
60.000
70.000
80.000
90.000
100.000
tarief.
1.—
1.20
1.40
1.60
1.80
2.—
2.25
2.50
2.75
3.—
7.50
17.50
32.50
47.50
- 85.—
- 135.
- 185.—
- 235.—
- 310.—
- 385.—
- 460.—
- 560.—
- 660.—
- 760.—
- 1.010.
- 1.310.
-1.610.
- 1.910.—
2.—
2.40
2.80
3.30
4.—
4.50
5
5.50
6.—
6.75
13.50
31.—
63.50
88.50
- 163.50
- 251.—
- 351.—
- 463.50
- 588.50
- 738.50
- 913.50
- 1.113.50
- 1.338.50
- 1.563.50
- 2.063.50
- 2.613.50
- 3.188.50
- 3.788.50
De bond van kleermakerspatr. in
Nederland bericht het volgende:
Van den R. K. Naaisters- en Kleer-
makersbond St. Gerardus Majella ont
vingen wij het telegrafisch bericht dat
deze bond de collectieve arbeidsover
eenkomst aanvaardt met inbegrip der
laatste toezeggingen.
De Nederl. Christelijke Bond van ar
beiderspers) in de kledingindustrie
zond een telegram, waarin hij mede
deelde zich in beginsel en onder voor
behoud bereid te verklaren zijn af dee
lingen te adviseeren tot aanvaarding
onzer voorstellen. Deze bond acht een
conferentie noodig.
Namens den Bond van mannelijke
en vrouwelijke arbeiders in de kle
dingindustrie, den Federatieven bond
van arbeiders en arbeidsters in de
kleedingindustrie en den Neutralen
bond ontvingen wij telegrafisch be
richt, dat deze bonden de voorstellen
zooals die daar liggen, thans niet aan
vaarden. En zij vragen een conferentie
aan op aanstaanden Donderdag of
Vrijdag. Deze conferentie heeft den
bond van kleermakerspatroons toege
staan en zal vandaag, Donderdag, te
Amsterdam worden gehouden in het
Bondsbureau.
Ten gevolge van deze berichten kon
den de R. K. en Christelijke werkne
mers aan het werk blijven. Op de ove
rige georganiseerde werknemers werd
van Donderdag 19 Februari af de aan
gekondigde uitsluiting toegepast.
Het Dagblad „Het Huisgezin"
vermeld aangaande het faillissement
der Hanzebank te 's-Hertogenbosch
nog het volgende:
De Cessie's aan de Zuiderbank.
Na afloop der verificatievergadering
inzake het faillissement van de Bos
sche Hanzebank, had in 't Hotel Noord-
hrabant eene bijeenkomst plaats van
crediteuren, die de cessies geteekend
hebben aan de heeren Mrs. van dei-
Eerden, van de Mortel en Van Best.
Van het in deze vergadering verhan
delde, werd ons het volgende commu
niqué verschaft:
Na een korte toelichting geschiedde
voorlezing van het ingewonnen rechts
kundig advies, waaruit bleek, dat de in
houd der cessie's beslist zou worden
uitgeveord, zoodat degenen, die de ces
sies geteekend hebben, hun aandeel in
de uitkeering van den faillieten boedel
van de Credietvereeniging „de Hanze
bank" te 's-Hertogenbosch, in den
vorm van 70% in contanten en 30%
in aandeelen van de Zuiderbank zul
len ontvangen.
Bovendien bevat de acte van cessie
nog de bepaling, dat de z.g. trustee
eerst na algeheele afwikkeling van het
faillissement van de Hanzebank die
uitkeering zal behoeven te doen, zoo
dat degenen die de cessies geteekend
hebben, het risico beloopen, eerst over
10 a 15 jaren de uitkeering te krijgen.
Verder bleek uit het rechtkundig ad
vies, dat de Zuiderbank en hare sta
tuten geenszins overeenkomen met de
beloften indertijd door de z.g. trustee
gedaan, dat voorts verschillende gron
den aangehaald worden volgens welke
uinnen worden lietwis
Medegedeeld werd nog, dat 'n rechts
kundige een onderhoud heeft gehad
met de heeren Mrs. van de Mortel en
van der Eerden, doch dat deze niet be
reid zijn om de crediteuren vrij te
laten.
Stemmen gingen in de vergadering
op om gezamenlijk te procedeeren, ten
einde te dezer zake bij de rechtbank
eene beslissing uit te lokken. Zelfs
werd een voorstel gedaan om door mid
del van reclaiheborden de hulp van de
heeren v. d. Mortel en v. d. Eerden af
te snieeken, teneinde de cessies onge
daan te maken en de finantieele nadoe
len der crediteuren van de Hanzebank
die deze cessies geteekend hebben, tot
een minimum te beperken.
Ten slotte werd besloten overal
flinke actie te voeren om gezamenlijk
te procedeeren.
De af deelingen (de crediteuren uit
de kringen der resp. bijkantoren) wor
den verzocht om den uitslag der te
houden vergaderingen te berichten aan
het comité uit de crediteuren der Han
zebank, adres Groote Straat B nr. 161
te Schijn del, waar ook alle verdere in
lichtingen te bekomen zijn.
Over het verband tusschen de
Zuiderbank te 's-Bosch en de crediteu
ren der gefailleerde Bossche Hanze
bank deelt de trustee uit het Comité
ten belange van het Middenstandscre-
diet in het Zuiden nog het volgende
mede
Op initiatief en verzoek van de Mid
denstandsorganisaties in het Zuiden
werd indertijd een trustee uit het Co
mité ten belange van het Middenstand»-
crediet in het Zuiden sinds de uit
treding van den heer mr. J. van Best
bestaande uit de heeren mr. J. van de
Mortel, te Tilburg en inr. W. van der
Eerden te 's-Bosch belast met de op
richting van een middenstandsbank.
Hieraan is gevolg gegeven door de op
richting van de Zuider-Bank.
Het kapitaal der Zuiderbank is door
de trustee genomen. De voor de beta
ling benoodigde gelden hebben derden
aan de trustee verstrekt onder de ver
plichting, dat zij zouden worden terug
betaald, zoodra de trustee zelf de be
schikking zou krijgen over uitkeerin-
gen uit het faillissement van de Hanze
bank, welke haar toekomen krachtens
aan haar door cessie of volmacht over
gedragen vorderingen van crediteuren
der Hanzebank. Het is derhalve duide
lijk dat de trustee wil zij hare verplich
tingen tegenover de geldschieters na
komen, geen afstand kan doen van de
bedoelde cessies en volmachten en zij
mitsdien geen gevolg kan geven aan
verzoeken om cessionarissen of last
gevers van hun verplichtingen jegens
haar te ontslaan. Derhalve zullen de
cessionarissen en lastgevers, zooals dit
door hen met de trustee is overeenge
komen, 30 pet. der uitkeeringen uit het
faillissement der Hanzebank ter be
schikking van de trustee hebben te stel
len legen afgifte van deelnemingen in
het kapitaal der Zuiderbank volgens
het bekende project, terwijl de overige
70 pet. der uitkeeringen terstond nadat
deze ter beschikking van de trustee
zijn gekomen aan crediteuren in con
tanten zullen worden ter hand gesteld.
De mededeeling dat de Zuider
bank haar volmachten en cessies niet
wil afstaan, geeft de Gld. aanleiding
tot de volgende opmerkingen:
„Men herinnert zich wat gebeurd is.
Vóór het faillissement der Hanze
bank was uitgesproken dook de Zui
derbank op, die de likwidatie der Han
zebank op de meest voorzichtige wijze
ter hand zou nemen, opheffing der sur
séance zou bewerkstelligen en een min
nelijke schikking tot stand brengen on
der leiding eener commissie uit de cre
diteuren.
Zij zou de bankabele credieten over
nemen.
Daaruit een spoedige uitkeering
doen.
De wankele posten van de Hanze
bank zouden op de meest voordeelige
wijze worden afgewikkeld en uit de
winst der Zuiderbank zouden de cre
diteuren der Hanzebank aangevuld
krijgen, wat ze voor het oogenblik van
hun vorderingen moeten laten vallen.
Op grond dezer voorspiegelingen
hebben tal van crediteuren aan de
Zuiderbank hetzij volmachten, hetzij
cessie gegeven.
Aan de volmachten, hebben curato
ren gezegd, is wel wat te doen; maai
de cessies kunnen slechts ongedaan
worden gemaakt met medewerking der
Zuiderbank.
Deze schijnt die medewerking tot nu
toe te weigeren.
Het wil ons voorkomen, dat zij deze
weigering niet kan volhouden, omdat
deze moreel niet geoorloofd schijnt.
Wat wettelijk precies kan en mag is
een tweede.
Maar een openbaar lichaam houdt
niet straffeloos vol, wat algemeen als
zedelijk ongeoorloofd beschouwd
wordt.
En dan vragen wijop welken grond
hebben de crediteuren indertijd de ces
sies geteekend?
Op grond van beloften en voorspie
gelingen, door de Zuiderbank gegeven.
De Bank heeft zij het buiten haar
schuld deze beloften niet kunnen
houden.
Maar dan is zij, naar onze meening,
ook zedelijk verplicht de cessies terug
te geven.
En de crediteuren der Hanzebank
vrij te laten".
Een vreemde diefstal.
Voor de rechtbank verscheen Geertje
van R., 20 jaar, dienstbode te Sleeu-
wijk, thans gedetineerd, beklaagd ter
zake, dat zij in het najaar 1924 te
Sleeuwijk een bedrag van ruim 2000
heeft ontvreemd ten nadeele van Ja
cob Elshout en diens zuster Dingena,
bij wien beklaagde in dienst was.
Beklaagde bekende en beweerde tot
den diefstal te zijn aangezet door buur
man Van Beesd en diens vrouw, die
het geld iif ontvangst had genomen en
verborgen.
Getuige Jacob Elshout. een manne
ke dat den indruk maakt wat onwijs,
althans onbeduidend te zijn in verstan
delijke vermogens, doet een omslachtig
verhaal over den diefstal. Geertje was
een ondeugende meid en had ook schil
derijtjes, een rookstel en glazen gesto
len. Uit een geldkist, welke in een hoek
van den kelder werd bewaard, had ge
tuige een bedrag van 2035.aan
bankpapier gemist.
..Had u aan de dienstbode permis
sie gegeven om dat geld weg te ne
men?" was de gebruikelijke vraag van
den president.
„Ja, da' kan de begrijpen!" ant
woordde het manneke met verheffing
van stem.
't Publiek lachte.
Geertje was slordig den laatsten
tijden onzindelijk op haar werk, ver
telde getuige.
De opperwachtmeester der mare
chaussees uit Woudricliem, had het
geld in een carbidbus in den grond
achter de woning van Van Beesd gevon
den. Het geld zat verpakt in twee en-
velloppen.
Van Beesd en zijn vrouw staan in
Sleeuwijk niet ongunstig bekend.
Het Ö.M. kwalificeerde het misdrijf
als een zeer brutaal feit en wraakte
streng de wijze waarop een paar een
voudige, ongelukkige, minder normale
mensehen door de dienstbode waren
bedrogen en beroofd. Van Beesd en
zijn vrouw bekenden dat zij uit winst
bejag het geld bewaarden, zij zullen
tenslotte ook wel bekennen tot den
diefstal te hebben aangezet.
Spr. vond voor een zoo brutaal feit
geen termen tot voorwaardelijke ver
oordeeling. Er is ook geen rapport in
gekomen van het „Genootschap tot ze
delijke verbetering van gevangenen",
welke zich eerst met de zaak heeft be
moeid.
De eisch van het Ö.M. luidde 8
maanden gevangenisstraf met aftrek
van voorarrest.
„Je weet toch, dat je niet stelen
mag?" vroeg de president aan be
klaagde.
„Ja, mijnheer", schreide beklaagde.
De verdediger, mr. Adelmeijer, deel
de mede dat de „zedelijke verbetering"
geen termen gevonden had, een rapport
met verzoek om voorwaardelijke ver
oordeeling in de dienen.
PI. vond het misdrijf van beklaagde
ongewoon door de zwaarte maar ook
door de omstandigheden.
Beklaagde had reeds vroeger bij Ja-
tob en Dingena Elshout gediend en
zoozeer tot tevredenheid, dat het meis
je als familielid werd beschouwd en
haar was toegezegd geworden dat bij
testament goed zou bedacht worden.
Een dame uit Gorinehem had Geertje
ook eenmaal in dienst gehad'. Zij had
aan het meisje, terwijl deze gedetineerd
was, een vriendelijk schrijven gezon
den. met de belofte dat Geertje bij haar
terug kon komen, zoodra het meisje
uit de gevangenis vrij kwam.
Het meisje was dus steeds van goed
gedrag, doch ze is in dienst bij Elshout
door allerlei omstandigheden van
streek geraakt. Ze moest daar met be
hulp van een meisje van 14 jaar, de
zieke Dingena verplegen, 's nachts wa
ken, den winkel bestieren en het huis
houden doen. Ze had zich te bemoeien
met de geldzaken en moest in Gorin
ehem coupons gaan verzilveren. Het
meisje is al eens uit dien dienst thuis
gekomen met. schurft en stak met die
ongesteldheid het heele gezin aan. Al
les samen is het geen wonder, dat be
klaagde. overprikkeld werd en eens
troost zocht bij de buren. In plaats van
het meisje te steunen, hebben Van B.
en diens vrouw de dienstbode tot den
diefstal aangezet. De buren hielden
haar aldus voor: „Dat je in het testa
ment komt is wel aardig, maar al» ik
jou was, dan nam ik het maar. Hebben
is hebbenBreng het geld maar bij
ons, wij zullen het wel voor je bewa
ren. Toen 't meisje dan ook kwam met
het geld, zeide vrouw van Beesd:
„Nee, dat is geen geld genoeg."
Van Beesd wilde n.l. een huisje zet
ten en land koopen.
Pleiter noemt het een leemte in de
wet, dat bedoelde buren nu niet aan
sprakelijk kunnen worden gesteld voor
het uitlokken van het misdrijf.
PI. kwam tot verzoek om voorwaar
delijke veroordeeling.
Ten slotte kwam het meisje nog met
het verhaal, dat Jacob met haar had
willen trouwen! Dat was het voorstel
geweest van de bezorgde Dingena. Deze
had gezegd„Je moet maar met m'n
broer trouwen, dan was ie goed be
waard".
En Jacob vond Dingena d'r plan
wel 'n goede oplossing en had geant
woord: „Ja, dat is wel om te doen. Ik
vind 'twel aardig."
„Zoo", aldus de president, „en toen
heb je dus al vast voor een bruidschat