OE ECHO WN HET ZUIDEN "7 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. NIEUWE BELASTING-ONTWERPEN. 10 pet. heffing op verteringen, piano's, gra mafoons, antiquiteiten, juweelcn, reukwerken, dure kleeren, délicatessen. 5 pet. heffing op aanschaffing van auto's, motorrijwielen, pleziervaartui- gen, radio-toestellen, enz. enz. Minister Colijn heeft, ter voldoening van zijn desbetreffende toezeggingen, wetsontwerpen ingediend lo. tot aanvulling der Zegelwet '17 (weeldebelasting), volgens Fransch stel- een mantel zestig gulden, voor een ja pon vijf-en-zeventig gulden, voor een blouse vijf-en-twintig gulden, voor een rok vijf-en-twintig gulden, voor een paar kousen voor vrouwen of kinde ren tien gulden, voor schoeisel voor vrouwen of kinderen vijftien gulden het paar. 6o. taarten, pasteien, banket en ge bak, koek in alle vormen, chocolade, suikerwerken en bonbons en verdere suikerhoudende waren vervaardigd in het koek-, banket-, pastei- en suiker bakker sbedrijf en in chocoladefabrie ken 7o. geconfijte en ingelegde vruch ten, verkocht in doozen. glazen, fles- schen, potten, bussen en blikken, met uitzondering van jams; 8o. alle soorten van wild en gevo gelte, zoo wel in natura als in eeniger- sel, waarbij 10 pet. wordt geheven over jej vorm toebereid, zoomede eieren, verteringen in hotels, enz., voor de le vering van pianola's, antiquiteiten, ju- weelen, reukwaren, banket en andere weelde-aftikelen, automobielen, safelo ketten, wapens, schilderijen, enz. De opbrengst is moeilijk te ramen, doch zal voldoende zijn om te voorzien in de verlaging van andere belastin- gen. 2o. tot verlaging der successiebe lasting, met de helft van de verhooging. die er bij de wet van 1921 is bijgeko men. 3o. tot verhooging van den kinder aftrek bij de inkomstenbelasting tot 300 per kind en aftrek van 200 voor gehuwden. 4o. tot verlaging van de verdedi- voor zooverre niet afkomstig van kip pen en eenden 9o. kreeften, kaviaar, sardijnen, an- sjovisch. gerookte zalm. paling gerookt of in gelei. b. aan een recht van vijf ten hon derd, de bovenbedoelde kwijtingen, be trekking hebbende op lo. autobussen voor personenver voer, auto chassis, carosseriën, motor rijwielen, aanhang- en zijspanwagens, rijtuigen, pleziervaartuigen, alle met hunne onderdeelen, stoffeering, uitrus ting en toebehooren 2o. safeloketten, dóch alleen voor zoover het gebruik daarvan wordt afge staan aan een particulier; 3o. radio-ontvangtoestellen met on- palingen, welke ook ten aanzien van andere invoerrechten gelden, een bij zonder invoerrecht geheven van 7 pet. der waarde. Eenige in de Tarief wet geregelde bij zondere vrijstellingen blijven met be trekking tot dit speciaal invoerrecht buiten toepassing. Verklaart de aangever dat de goede ren zijn bestemd tot wederverkoop of om het gebruik daarvan te verhuren, of dat zij bestemd zijn voor den open baren dienst van het Rijk, van provin ciën, gemeenten, waterschappen of veenschappen, dan blijft de heffing van het bijzonder invoerrecht achter wege. Verdedigingsbelasting II. Blijkens het wetsontwerp tot verla ging der verdedigingsbelasting II, wel ke voor het Leeningsfonds een ver mindering aan inkomsten zal brengen, geraamd op 13 millioen gulden, zullen de bestaande tarieven aanzienlijk wor den verlaagd. Het volgend staatje ontleend aan de Tel. geeft een overzicht van hetgeen thans moet worden betaald en van het geen volgens het wetsontwerp zal wor den geheven van natuurlijke personen. Belasting volgens Belastb. som oud nieuw gingsbelasting II tot ongeveer de helft. rier(leelen en toebehooren; 4o. biljarten, met derzelver toebe en 5o. tot wijziging in verband met eeq en ander van -de dekking voor het leeningsfonds. Onderworpen zijn wat de verterings belasting betreft lo .aan een recht van tien ten hon derd over het betaald of verrekend be drag, de stukken, waarbij door of van wege den eigenaar, bestuurder of pach ter of in het algemeen den houder kwij ting wordt gegeven voor de kosten van verblijf en van verteringen in hotels, herbergen, pensions, eethuizen, koffie huizen, theeschenkerijen, winkels en banketbakkerijen (zoogenaamde bars en sociëteiten inbegrepen) en in het al gemeen in alle inrichtingen, waar te gen vergoeding nachtverblijf wordt ge geven tot het verbruiken ter plaatse van spijzen of dranken; 2o. aan de volgende rechten over het betaald of verrekend bedrag, de stukken, waarbij door of vanwege een winkelier of ander kleinhandelaar, een niet-handelaar of een verhuurder kwij ting wordt gegeven voor hetgeen is v ldaan om zich, voor eigen gebruik of voor het gebruik door een derde, de levering hier te lande te verzekeren van de na te noemen zaken a. aan een recht van tien ten hon derd de bovenbedoelde kwijtingen, be trekking hebbende op: lo. pianola's, phonola's en andere mechanische piano's, fonographen, gra- mafonen, prismakijkers, alsmede alle onderdeeleu en toebehooren daarvan, waaronder begrepen muziekrollen, pla ten en dergelijke; 2o. antiquiteiten, oud-porceleiu en in het algemeen alle kunstvoorwerpen en curiositeiten, als zoodanig verkocht, zoomede porceleinen eetserviezen in hun geheel of bij gedeelten, als de prijs van het geheele servies, be staande uit vijftig afzonderlijke stuk ken of meer, een bedrag van eenhon derd gulden te boven gaat, alle soorten van geslepen kristal- of glaswerk, ta pijten en kleeden, zoowel voor vloer als wandbedekking, daaronder begre pen gobelins en zoogenaamde divan- kleeden, als de prijs van deze tapijten en kleeden meer bedraagt dan vijftien gulden per M2. Onder kunstvoorwerpen worden voor de toepassing dezer wet in het alge meen verstaan, zaken, welke hare waar de, afgezien van het materiaal, waaruit zij zijn vervaardigd en den werktijd, welke er aan ten koste is gelegd, ont- leenen aan de kunst of kunstvaardig heid, welke aan de totstandkoming is besteed 3o. juweelen, sierraden, paarlen en edelgesteenten, zoowel echte als on echte, zoomede alle soorten van uur werken, als de prijs van deze laatste een bedrag van eenhonderd gulden te boven gaat; 4o. reukwerken, zoowel in vasten als in vloeibaren toestand 5o. stoffen, voornamelijk bestemd voor het vervaardigen van kleeding- stukken, zoo onder- als bovenkleereu, waarvan de prijs per M2 ineer bedraagt dan tien gulden, kant en bont of pels werk, onder welk laatste mede te ver staan veeren of andere bestanddeelen van vogels afkomstig, voorts kleeding- stukken, waaronder hoeden, geheel of ten deele uit de genoemde zaken ver vaardigd. Bovendien overjassen, jassen, ves ten, broeken en schoeisel voor manne lijke personen en hoeden, mantels, ja ponnen, blouses, rokken, kousen en schoeisel voor vrouwen en kinderen, onverschillig uit welke stoffen deze za ken zijn vervaardigd, als de prijs de volgende bedragen te boven gaatvoor een overjas tachtig gulden, voor een jas vijftig gulden, voor een broek vijf- en-twintig gulden, voor schoeisel voor mannen vijftien gulden het paar. voor hooren, als ballen, keuën, enz. 5o. fotogfa.fietoestellen, ingericht voor opnamen van geen grooter for maat dan van 13 maal 18 c.M. en foto grafische benoodigdheden, kennelijk be stemd voor het vervaardigen of afwer ken van beelden van geen grooter for maat dan van 13 maal 18 c.M.; 6o. wapens en munitie; 7o. schilderijen. De wijze van heffing. De voldoening der belasting geschiedt door gebruik van plakzegel. Het recht bedraagt ten minste tien cent en klimt op met vijf cent tot vijf- en-twintig cent, boven de vijf-en-twin tig cent met. vijf-en-twintig cent tot vijf gulden en boven de vijf gulden met vijftig cent. Waar ten gevolge van deze bepaling de druk op de kleine verteringen on evenredig groot zou worden en de mi nister anderzijds niet geneigd is het Britsche systeem te volgen, waarbij kleine verteringen zijn vrijgesteld, om dat dan het verschijnsel te vreezen staat dat tal van groote verteringen, in kleinere gesplitst op de maandlijs- ten worden gebracht, is in het ontwerp de mogelijkheid geopend van betaling van het zegelrecht bij abonnement. Hierdoor behoeft men bij een kleine vertering slechts enkele centen van den klant te vorderen om tegenover de eischen van den fiscus gedekt te zijn. In de praktijk zal dus van geringe ver teringen niet meer dan tien procent behoeven te worden geheven. Dit abonneinents-zegelrecht. van den maand-omzet. moet vóór of op den 15en van iedere daarop volgende maand worden betaaldde desbetreffende ge gevens moeten uiterlijk op den vijfden werkdag van iedere maand zijn inge voerd. Boeten. Bovendien zijn in het ontwerp ver schillende boeten vastgesteld voor ge val van ontduiking of overtreding van deze wetsbepalingen. De tusschenhandel is van het betalen der belasting vrijgesteld, tenzij de aan gekochte zaken bestemd zijn voor het gebruik van den verkrijger of van een lid van zijn gezin. Diplomatieke en consulaire ambte naren zijn eveneens vrijgesteld. Voorts worden vrijstellingen verleend wegens levering van zaken, bestemd voor inrichtingen van onderwijs of voor openbare musea of verzamelingen; wegens levering van zaken bestemd voor den openbaren dienst van het Rijk, van provinciën en gemeenten, wa terschappen of veenschappen; wegens het verschaffen van plaatsen in automobielen en rijtuigen, bestemd voor het gezamelijk vervoeren van een aantal personen, als autobussen, dili gences, omnibussen en dergelijke. Indien zulk een vervoermiddel gele verd wordt aan een of meer personen oin daarvan, met uitzondering van an deren, het genot te hebben, dan is de vorenstaande vrijstelling niet toepas selijk. Ook zijn verschillende categoriën weelde-artikelen, die reeds op andere wijze vrij hoog zijn belast, zooals wij nen, likeuren, sigaren, sigaretten, gou den voorwerpen, e.d., uitgesloten. De belasting is uitdrukkelijk „af wentelbaar" gesteld, d.w.z. dat zij niet door den leverancier, maar door koo- per of huurder moet worden betaald. Heffing hoven het invoerrecht. Indien voor eigen gebruik zaken uit het buitenland worden ingevoerd die anders in winkels of door kleinhande laars worden verkocht (dus alle boven- opgesomde artikelen behalve die in restaurants, hotels, enz.) wordt daar van eventueel boven het invoerrecht, op denzelfdeu voet als ware dat recht in het tarief van invoerrechten opge nomen en met inachtneming van de 1.200 1.300 1.400 1.500 1.600 1.700 1.800 1.900 2.000 2.100 3.000 5.000 8.000 10.000 15.000 20.000 25.000 30.000 35.000 40.000 45.000 50.000 55.000 60.000 70.000 80.000 90.000 100.000 tarief. 1.— 1.20 1.40 1.60 1.80 2.— 2.25 2.50 2.75 3.— 7.50 17.50 32.50 47.50 - 85.— - 135. - 185.— - 235.— - 310.— - 385.— - 460.— - 560.— - 660.— - 760.— - 1.010. - 1.310. -1.610. - 1.910.— 2.— 2.40 2.80 3.30 4.— 4.50 5 5.50 6.— 6.75 13.50 31.— 63.50 88.50 - 163.50 - 251.— - 351.— - 463.50 - 588.50 - 738.50 - 913.50 - 1.113.50 - 1.338.50 - 1.563.50 - 2.063.50 - 2.613.50 - 3.188.50 - 3.788.50 De bond van kleermakerspatr. in Nederland bericht het volgende: Van den R. K. Naaisters- en Kleer- makersbond St. Gerardus Majella ont vingen wij het telegrafisch bericht dat deze bond de collectieve arbeidsover eenkomst aanvaardt met inbegrip der laatste toezeggingen. De Nederl. Christelijke Bond van ar beiderspers) in de kledingindustrie zond een telegram, waarin hij mede deelde zich in beginsel en onder voor behoud bereid te verklaren zijn af dee lingen te adviseeren tot aanvaarding onzer voorstellen. Deze bond acht een conferentie noodig. Namens den Bond van mannelijke en vrouwelijke arbeiders in de kle dingindustrie, den Federatieven bond van arbeiders en arbeidsters in de kleedingindustrie en den Neutralen bond ontvingen wij telegrafisch be richt, dat deze bonden de voorstellen zooals die daar liggen, thans niet aan vaarden. En zij vragen een conferentie aan op aanstaanden Donderdag of Vrijdag. Deze conferentie heeft den bond van kleermakerspatroons toege staan en zal vandaag, Donderdag, te Amsterdam worden gehouden in het Bondsbureau. Ten gevolge van deze berichten kon den de R. K. en Christelijke werkne mers aan het werk blijven. Op de ove rige georganiseerde werknemers werd van Donderdag 19 Februari af de aan gekondigde uitsluiting toegepast. Het Dagblad „Het Huisgezin" vermeld aangaande het faillissement der Hanzebank te 's-Hertogenbosch nog het volgende: De Cessie's aan de Zuiderbank. Na afloop der verificatievergadering inzake het faillissement van de Bos sche Hanzebank, had in 't Hotel Noord- hrabant eene bijeenkomst plaats van crediteuren, die de cessies geteekend hebben aan de heeren Mrs. van dei- Eerden, van de Mortel en Van Best. Van het in deze vergadering verhan delde, werd ons het volgende commu niqué verschaft: Na een korte toelichting geschiedde voorlezing van het ingewonnen rechts kundig advies, waaruit bleek, dat de in houd der cessie's beslist zou worden uitgeveord, zoodat degenen, die de ces sies geteekend hebben, hun aandeel in de uitkeering van den faillieten boedel van de Credietvereeniging „de Hanze bank" te 's-Hertogenbosch, in den vorm van 70% in contanten en 30% in aandeelen van de Zuiderbank zul len ontvangen. Bovendien bevat de acte van cessie nog de bepaling, dat de z.g. trustee eerst na algeheele afwikkeling van het faillissement van de Hanzebank die uitkeering zal behoeven te doen, zoo dat degenen die de cessies geteekend hebben, het risico beloopen, eerst over 10 a 15 jaren de uitkeering te krijgen. Verder bleek uit het rechtkundig ad vies, dat de Zuiderbank en hare sta tuten geenszins overeenkomen met de beloften indertijd door de z.g. trustee gedaan, dat voorts verschillende gron den aangehaald worden volgens welke uinnen worden lietwis Medegedeeld werd nog, dat 'n rechts kundige een onderhoud heeft gehad met de heeren Mrs. van de Mortel en van der Eerden, doch dat deze niet be reid zijn om de crediteuren vrij te laten. Stemmen gingen in de vergadering op om gezamenlijk te procedeeren, ten einde te dezer zake bij de rechtbank eene beslissing uit te lokken. Zelfs werd een voorstel gedaan om door mid del van reclaiheborden de hulp van de heeren v. d. Mortel en v. d. Eerden af te snieeken, teneinde de cessies onge daan te maken en de finantieele nadoe len der crediteuren van de Hanzebank die deze cessies geteekend hebben, tot een minimum te beperken. Ten slotte werd besloten overal flinke actie te voeren om gezamenlijk te procedeeren. De af deelingen (de crediteuren uit de kringen der resp. bijkantoren) wor den verzocht om den uitslag der te houden vergaderingen te berichten aan het comité uit de crediteuren der Han zebank, adres Groote Straat B nr. 161 te Schijn del, waar ook alle verdere in lichtingen te bekomen zijn. Over het verband tusschen de Zuiderbank te 's-Bosch en de crediteu ren der gefailleerde Bossche Hanze bank deelt de trustee uit het Comité ten belange van het Middenstandscre- diet in het Zuiden nog het volgende mede Op initiatief en verzoek van de Mid denstandsorganisaties in het Zuiden werd indertijd een trustee uit het Co mité ten belange van het Middenstand»- crediet in het Zuiden sinds de uit treding van den heer mr. J. van Best bestaande uit de heeren mr. J. van de Mortel, te Tilburg en inr. W. van der Eerden te 's-Bosch belast met de op richting van een middenstandsbank. Hieraan is gevolg gegeven door de op richting van de Zuider-Bank. Het kapitaal der Zuiderbank is door de trustee genomen. De voor de beta ling benoodigde gelden hebben derden aan de trustee verstrekt onder de ver plichting, dat zij zouden worden terug betaald, zoodra de trustee zelf de be schikking zou krijgen over uitkeerin- gen uit het faillissement van de Hanze bank, welke haar toekomen krachtens aan haar door cessie of volmacht over gedragen vorderingen van crediteuren der Hanzebank. Het is derhalve duide lijk dat de trustee wil zij hare verplich tingen tegenover de geldschieters na komen, geen afstand kan doen van de bedoelde cessies en volmachten en zij mitsdien geen gevolg kan geven aan verzoeken om cessionarissen of last gevers van hun verplichtingen jegens haar te ontslaan. Derhalve zullen de cessionarissen en lastgevers, zooals dit door hen met de trustee is overeenge komen, 30 pet. der uitkeeringen uit het faillissement der Hanzebank ter be schikking van de trustee hebben te stel len legen afgifte van deelnemingen in het kapitaal der Zuiderbank volgens het bekende project, terwijl de overige 70 pet. der uitkeeringen terstond nadat deze ter beschikking van de trustee zijn gekomen aan crediteuren in con tanten zullen worden ter hand gesteld. De mededeeling dat de Zuider bank haar volmachten en cessies niet wil afstaan, geeft de Gld. aanleiding tot de volgende opmerkingen: „Men herinnert zich wat gebeurd is. Vóór het faillissement der Hanze bank was uitgesproken dook de Zui derbank op, die de likwidatie der Han zebank op de meest voorzichtige wijze ter hand zou nemen, opheffing der sur séance zou bewerkstelligen en een min nelijke schikking tot stand brengen on der leiding eener commissie uit de cre diteuren. Zij zou de bankabele credieten over nemen. Daaruit een spoedige uitkeering doen. De wankele posten van de Hanze bank zouden op de meest voordeelige wijze worden afgewikkeld en uit de winst der Zuiderbank zouden de cre diteuren der Hanzebank aangevuld krijgen, wat ze voor het oogenblik van hun vorderingen moeten laten vallen. Op grond dezer voorspiegelingen hebben tal van crediteuren aan de Zuiderbank hetzij volmachten, hetzij cessie gegeven. Aan de volmachten, hebben curato ren gezegd, is wel wat te doen; maai de cessies kunnen slechts ongedaan worden gemaakt met medewerking der Zuiderbank. Deze schijnt die medewerking tot nu toe te weigeren. Het wil ons voorkomen, dat zij deze weigering niet kan volhouden, omdat deze moreel niet geoorloofd schijnt. Wat wettelijk precies kan en mag is een tweede. Maar een openbaar lichaam houdt niet straffeloos vol, wat algemeen als zedelijk ongeoorloofd beschouwd wordt. En dan vragen wijop welken grond hebben de crediteuren indertijd de ces sies geteekend? Op grond van beloften en voorspie gelingen, door de Zuiderbank gegeven. De Bank heeft zij het buiten haar schuld deze beloften niet kunnen houden. Maar dan is zij, naar onze meening, ook zedelijk verplicht de cessies terug te geven. En de crediteuren der Hanzebank vrij te laten". Een vreemde diefstal. Voor de rechtbank verscheen Geertje van R., 20 jaar, dienstbode te Sleeu- wijk, thans gedetineerd, beklaagd ter zake, dat zij in het najaar 1924 te Sleeuwijk een bedrag van ruim 2000 heeft ontvreemd ten nadeele van Ja cob Elshout en diens zuster Dingena, bij wien beklaagde in dienst was. Beklaagde bekende en beweerde tot den diefstal te zijn aangezet door buur man Van Beesd en diens vrouw, die het geld iif ontvangst had genomen en verborgen. Getuige Jacob Elshout. een manne ke dat den indruk maakt wat onwijs, althans onbeduidend te zijn in verstan delijke vermogens, doet een omslachtig verhaal over den diefstal. Geertje was een ondeugende meid en had ook schil derijtjes, een rookstel en glazen gesto len. Uit een geldkist, welke in een hoek van den kelder werd bewaard, had ge tuige een bedrag van 2035.aan bankpapier gemist. ..Had u aan de dienstbode permis sie gegeven om dat geld weg te ne men?" was de gebruikelijke vraag van den president. „Ja, da' kan de begrijpen!" ant woordde het manneke met verheffing van stem. 't Publiek lachte. Geertje was slordig den laatsten tijden onzindelijk op haar werk, ver telde getuige. De opperwachtmeester der mare chaussees uit Woudricliem, had het geld in een carbidbus in den grond achter de woning van Van Beesd gevon den. Het geld zat verpakt in twee en- velloppen. Van Beesd en zijn vrouw staan in Sleeuwijk niet ongunstig bekend. Het Ö.M. kwalificeerde het misdrijf als een zeer brutaal feit en wraakte streng de wijze waarop een paar een voudige, ongelukkige, minder normale mensehen door de dienstbode waren bedrogen en beroofd. Van Beesd en zijn vrouw bekenden dat zij uit winst bejag het geld bewaarden, zij zullen tenslotte ook wel bekennen tot den diefstal te hebben aangezet. Spr. vond voor een zoo brutaal feit geen termen tot voorwaardelijke ver oordeeling. Er is ook geen rapport in gekomen van het „Genootschap tot ze delijke verbetering van gevangenen", welke zich eerst met de zaak heeft be moeid. De eisch van het Ö.M. luidde 8 maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest. „Je weet toch, dat je niet stelen mag?" vroeg de president aan be klaagde. „Ja, mijnheer", schreide beklaagde. De verdediger, mr. Adelmeijer, deel de mede dat de „zedelijke verbetering" geen termen gevonden had, een rapport met verzoek om voorwaardelijke ver oordeeling in de dienen. PI. vond het misdrijf van beklaagde ongewoon door de zwaarte maar ook door de omstandigheden. Beklaagde had reeds vroeger bij Ja- tob en Dingena Elshout gediend en zoozeer tot tevredenheid, dat het meis je als familielid werd beschouwd en haar was toegezegd geworden dat bij testament goed zou bedacht worden. Een dame uit Gorinehem had Geertje ook eenmaal in dienst gehad'. Zij had aan het meisje, terwijl deze gedetineerd was, een vriendelijk schrijven gezon den. met de belofte dat Geertje bij haar terug kon komen, zoodra het meisje uit de gevangenis vrij kwam. Het meisje was dus steeds van goed gedrag, doch ze is in dienst bij Elshout door allerlei omstandigheden van streek geraakt. Ze moest daar met be hulp van een meisje van 14 jaar, de zieke Dingena verplegen, 's nachts wa ken, den winkel bestieren en het huis houden doen. Ze had zich te bemoeien met de geldzaken en moest in Gorin ehem coupons gaan verzilveren. Het meisje is al eens uit dien dienst thuis gekomen met. schurft en stak met die ongesteldheid het heele gezin aan. Al les samen is het geen wonder, dat be klaagde. overprikkeld werd en eens troost zocht bij de buren. In plaats van het meisje te steunen, hebben Van B. en diens vrouw de dienstbode tot den diefstal aangezet. De buren hielden haar aldus voor: „Dat je in het testa ment komt is wel aardig, maar al» ik jou was, dan nam ik het maar. Hebben is hebbenBreng het geld maar bij ons, wij zullen het wel voor je bewa ren. Toen 't meisje dan ook kwam met het geld, zeide vrouw van Beesd: „Nee, dat is geen geld genoeg." Van Beesd wilde n.l. een huisje zet ten en land koopen. Pleiter noemt het een leemte in de wet, dat bedoelde buren nu niet aan sprakelijk kunnen worden gesteld voor het uitlokken van het misdrijf. PI. kwam tot verzoek om voorwaar delijke veroordeeling. Ten slotte kwam het meisje nog met het verhaal, dat Jacob met haar had willen trouwen! Dat was het voorstel geweest van de bezorgde Dingena. Deze had gezegd„Je moet maar met m'n broer trouwen, dan was ie goed be waard". En Jacob vond Dingena d'r plan wel 'n goede oplossing en had geant woord: „Ja, dat is wel om te doen. Ik vind 'twel aardig." „Zoo", aldus de president, „en toen heb je dus al vast voor een bruidschat

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 5