f Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, FEULLET Na hel rooken „NOORD-BRABAND" NUMMER 18 ZATERDAG 28 FEBRUARI 1925 48e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. Prjja der Advertentito DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. Weer een andere stelling van het Socialisme klinktde klassenstrijd en de economische tegenstellingen vol trekken elk geschiedkundige ontwikke ling. Ook het Communisme is het hier meestal volkomen mee eens. Natuurlijk slaat Marx hier weer op zijn manier aan 't redeneeren. De economische verhoudingen zoo zegt hij wijzigen zich met den dag, de inrichting der maatschappij niet. Zoo doende is het niet meer dan natuurlijk dat deze twee niet gelijk blijven, maar dat de eene de andere voorbij draaft. Zoo voortredeneerende komt hij dan ten slotte tot de conclusie dat bet oude rechtsbegrip niet meer past bij de eco nomische verhoudingen van onzen tijd en derhalve moet herzien worden, en zoodoende in overeenstemming met "die verhoudingen worden gebracht. Doch wie zal uit moeten maken en ook wezenlijk uit kunnen maken wan neer deze twee overeenstemmen Ook hier loopt het Socialisme vast in een warnet dat het zich zelf spande. Slechts een honger onveranderlijk recht zal dit kunnen uitmaken, doch dat recht, we zagen het vroeger, loo chenen zij. Ook hier hebben zij de geschiedenis weer niet in hun voordeel integendeel. Juist de heele beschavingsgeschie nis vanaf Egypte en Griekenland tot op heden pleit er niet voor. Welken omkeer heeft niet het Chris tendom gebracht in de wereldgeschie denis, en toch wanneer predikte het Christendom den Klassenstrijd. Ik meen van nooit, En wanneer we dan werkelijk eens van het buskruit, van de stoomkrachts aanwending en het toepassen van de electrische krachten. Of om meer in onze dagen te blijven, welken omme keer staat ons niet te wachten na de uitvinding der vliegkunst en der draad- looze.. Werkelijk de klassenstrijd heeft zoo'n voorname rol niet gespeeld, veeleer was 't den volkerenkrijg die de ge schiedenis vormde. Onze herinneringen behoeven daarvoor nog zoo ver niet terug te gaan Welken omkeer bracht niet de laatste wereldoorlog. En al was het nu waar dat ze op dit punt gelijk hadden. Ze komen er niet verder mee, omdat we er uit zou den moeten afleiden volgens hen dat er bij alle volkeren twee verschillende levensbeschouwingen tegenover elkaar hebben gestaan. De geschiedenis is het al weer die het tegendeel bewijst, zoodat ook deze stelling den toets der Christelijke critiek onmogelijk kan doorstaan. A. v. D. PLU1JM. BINNENLAND. Het wetsontwerp tot Aanvulling der Zegelwet Weeldelasting is bij het afdeelingsonderzoek der Tweede Kamer over het algemeen niet gunstig ontvangen. Op verschillende der voor gestelde bepalingen werd critiek ge oefend, terwijl eveneens tal van prac- tlsche bezwaren te berde werden ge bracht. Ook van de zijde van hen, die niet afwijzend tegen de strekking van het wetsontwerp stonden, werd op ver schillende punten wijziging van het wetsontwerp noodzakelijk geacht. Men schijnt vrij zeker, aldus de „Tel." dat het ontwerp, zooals het is inge diend, niet op een meerderheid in de Tweede Kamer zal kunnen rekenen. Het dagelijksch bestuur der Neder landsche Handelsreizigersvereeniging te dat er nog al wat ambitie is voor het lidmaatschap der Tweede Kamer. Voor de ongeveer 32 zetels werden reeds 156 candidaten gesteld. Gecandideerd werden alle thans zit tende Kamerleden op één na, een heer W. J. F. Juten, die zich niet meer herkiesbaar stelde. Dat zijn dus 31 candidaat zittende leden. Behalve die 31 zittende leden wer den 125 „nieuwelingen" gecandideerd. 'In „De Nederlandsche Hanze", orgaan van den Ned. R.K. Midden standsbond vestigt de redacteur, mr. Hubar, nog eens weer de aandacht op de onrechtvaardigheid van de heffing der Personeeje Belasting op winkels, café's, etc., dit in aansluiting aan eene bespreking van de aanhangige belas tingplannen van Minister Colijn. Hij schrijft om „Zeer juist merkt de Minister in de M. v. T. op de aanvulling der Zegel wet op. 'dat de Personeele Belasting een belasting op weelde is, doch dat zij slechts enkele uitingen van weelde treft. Daarom juist is de personeele be lasting op winkels en hotels zoo on rechtvaardig. Immers, daar treft zij geen weelde en is zij geen verteringsbelas- Rotterdam heeft aan den minister van ergens den klassenstrijd kunnen aan-financiën een adres verzonden met treffen heeft die dan die enorme ge- verzoek, hij.de wet op de weeldebe- volgen gehadv die het socialisme wel lasting, de handelsreizigers vrij te voorgeeft. stellen van de betaling van de verte- Is niet veeleer de groote omkeer in rings- en verblijfsbelasting in hotels de geschiedenis toe te schrijven aan enz. ontdekkingen en uitvindingen. Om er De aanwijzing der candidaten in maar eens enkele te noemen. de verschillende R. K. Kiesvereenigin- Welk een omkeer bracht niet de ont- j gen is nagenoeg beëindigd dekking van Amerika, de uitvinding Het voorloopig resultaat toont aan DOOR ERVARING STERK. ting, maar is zij zuiver een bedrijfs belasting, waarvan dan ook zeer terecht fabrieken en bedrijven zijn vrij gesteld. Maar waarom dan niet winkels en hotels? We hopen dat nu toch de Tweede Kamer en in het bijzonder de R. K. Kamerfractie deze gelegenheid te baat neme, om te toonen dat 't haar ernst is met de Middenstandsbelangen. Het wil ons voorkomen, dat met eenigen goeden wil toch wel een weg gevonden kan worden, om aan deze rechtmatige grieven van den Middenstand tegemoet te komen. Het minste wat gevraagd mag wor den is wel ditdat tegenover den nieuw te leggen druk op café's en hotels, aan deze worden tegemoet gekomen, door ze te ontheffen van de Personeele Belasting". Program van Actie 1925. Met handhaving, voor zoover niet reeds verwezenlijkt, van het program van 13 Mei 1922. worden voor de eerstvolgende legislatieve periode door de R. K partij vooral de volgende punten op den voorgrond gesteld 1. Handhaving en doorvoering der Christelijke beginselen in de huwelijks wetgeving. 2. Handhaving, zoo mogelijk door voering, van de gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs Zoo spoedig mogelijk invoering van het zevende leerjaar mede in verband met de Arbeidswetgeving. 3. Voortgezet herstel en behoud van het financieel evenwicht. Verlaging allereerst van die belas tingen welke het zwaarst op de on- en minvermogenden drukken, of de noodzakelijke kapitaalvorming het meest tegenhouden Meer vrijstelling of aftrek voor groote gezinnen. Geleidelijke afschaffing van indirecte belastingen op eerste levensbehoeften Vermindering van de successiebelas ting bij vererving in de rechte lijn en in de eerste graden van bloedverwant schap. Invoering van verteringsbelastingen op middelen van gemak en weelde. Herziening van het bezoldigings besluit voor zoover daarin onbillijk heden of onjuistheden voorkomen. 4. Krachtige medewerking met de plannen van den Volkerenbond die met de voorstellen van Benedictus XV volkomen overeenstemmen ter oplossing van internatonale geschillen door scheidsrechterlijke uitspraken, en ter gelijktijdige en wederzijdsche ver mindering van bewapeningen. 5. De organisatie van leger en vloot dient beperkt te zijn tot hetgeen noodzakelijk is voor de handhaving der neutraliteit en de verdediging der onafhankelijkheid binnen de grenzen door eventueele internationale regelin gen te stellen. Zoo mogelijk samenvoeging van de departementen van oorlog en marine. 6. Bevordering van zoodanige ont wikkeling der arbeidswetgeving, dat steeds meer de regelingen betreffende de arbeidsverhoudingen in bedrijf en onderneming, getroffen kunnen worden door de organisaties van werkgevers en werknemers, al of niet door spe ciaal daartoe gekozen college's, behou dens goedkeuring en toezicht door de overheid binnen de grenzen door de wet gesteld. Wettelijke regeling van de collec tieve arbeidsovereenkomst, inclusief de mogelijkheid tot verbinding-ver klaring. De uitvoering der sociale verzeke ringen worde, voor zoover mogelijk, opgedragen aan de samenwerkende organisaties van werkgevers en arbei ders. Met dien verstande, dat de Staat aansprakelijk is voor de uitbetaling der schadeloosstelling en dat beroep open staat op een buiten de partijen van overheidswege aangewezen rechter. Doorvoering der Arbeidswet 1919, naar mate de economische toestand dit mogelijk maakt. 7. De belemmering van de vrijheid van godsdienstuitoefening nedergelegd in artikel 123 van het Regeerings- reglement voor Ned. Indië worde weg genomen. 8. Meer overheidszorg voor het be houd van de schoonheid van stad en land. 31) WY B EST «n Laifslraitsrkr Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.26. Franco per post door het geheele rjjk 1.40. Brieven, Ingezonden stnkken, gelden en*, franco to zenden aan den Uitgever. 20 cent per regelminimam 1.50 Reclame» 40 cent per regel. BJJ contract flink rabat. Ad ver ten tlSn moeten Woensdag en VrJJdag des morgen» om uiterlijk B aar ln ons besit *tjn. MAATSCHAPPIJ VAN VERZEKERING OP HET LEVEN Ti.'.iii.üiiiHili. iiïIiiiilillMiiiliiilwliiilli van „DE EO EO VAN HET ZUIDEN EERSTE DEEL. De burgemeester van Goulven schrikte op. Hy wierp een ontstelden blik op graaf Wladimir en op Andréa, terwjjl by zich scheen af te vragen of zyne twee bezoekers zelf niet in den geest gekrenkt waren. Andréa begreep volkomen goed wat er in den geest van. Gazeau omging. Neen, neen, hernam hy, wfj zyn niet zinneloos, maar wij doen een beroep op u, als burgemeester. Ik ben gansch ten uwe dienste mijne heeren, stamelde Gazeau. Maar hetgeen gy mij vertelt is zoo buitengewoon 'tls nochtans de juiste waarheid, sprak graaf Paloutine met zeer ernstige stem, terwyi zón gelaat immer somber bleef; de gravin is niet dood, zy is gered, zy leeft, wy hebben er de volstrekte zekerheid van. Het zou al te lang duren u de bewyzen te doen kennen, welke wy van haar bestaan bezitten. Maar toch. vroeg de burgemeester, waar is zy gered, boe en door wie? Cazéres gaf een teeken en zeide: 't Is hier dat bet geheim zich op schrik- kelyke wyze verwikkelt. En. een brief uit zyn zak te voorschijn halend Ziehier, sprak hy. kent gy dit hand- teeken? De oogen van den burgemeester vestigden zich onder op den brief. Alexis Monteray, sprak hy, Monteray is eigenaar van de fabriek die sinds drie jaren op Kermor gevestigd i». Zou hy het zyn die de gravin gered heeft? En hy voegde er aanstonds deze woorden by, zeer natuurlijk voor een burgeriyk amb tenaar die doordrongen is van zyn belang: En ik zou er niéts van geweten heb ben? Neen, dat is niet mogelijk. Dat is nochtans, wedervoer Cazéres op meesterachtigen toon. Bemerk wel deze woorden van het zonderlinge briefje: „Er is kwestie van uwe dochter". Indien de gravin waarlijk dood was, zou hij de wreedheid niet gehad hebben, aldus een ongelukkige moeder te komen kwellen. Maar toch, dat is ongeloofiyk, onaan neembaar. Dat is zoo waar dat de baronnes Cazé res, wier toestand sinds eenige maanden nog al voldoende was, my schieiyk verlaten heeft en zich thans bevindt... by wien?... by dien Alexis Monteray, waarbij zy op dit oogenblik woont, en zich mevr. Durieu laat noemen. Ha, ik begrijp er niets meer van, riep Gazeau, de armen in de hoogte slaande. Die twee dames, de dames Durieu, die ik volkomen goed ken, die ik eiken dag groet, wanneer ik hen op hunne wandelingen langs het strand ontmoet... dat zou de baronnes Cazéres zyn... En de gravin Paloutine. onderbrak Wladimir, ik zou het zweeren... En aanstonds voegde hy erby Waarom is de gravin, van het oogen blik dat zy tot het leven teruggekeerd is, aangezien zy gered, aan den dood ontrukt geweest is, niet aanstonds weergekeerd by mij? 1 By ons sprak Cazéres. By ons, die niet ophouden haar ver lies te beweenenziedaar het geheimzinnige, waarvan het vervolg der gebeurtenissen ons misschien de uitleg zal geven. Waarom is zy hy Monteray gebleven, waar hare moeder ook heengegaan is? Ziedaar wat voor mij een onoplosbaar raadsel is. De baron hernam van zyn kant: Heeft de ramp. waaraan zy als door een wonder ontsnapt is. ook haar het ver stand doen verliezen. In alle geval, zeide de baron, heeft Alexis Monteray een laakbare daad begaan, door zich pliebtig te maken aan een dub bele opsluiting: eene daad die door de wet gestraft wordt. Gazeau zette groote oogen open. Gy wekt al mjjn bewondering op, myn heer, sprak hy, Monteray heeft mij altyd toegeschenen een zeer aanbevelenswaardig man te zyn. zyne belastingen worden ten gepasten tyde betaald. Zyne nyverheid is een bron van voorspoed voor de gemeente. Hij leidt een geregeld leven en schynt gen voorbeeld van werkzaamheid en van goed heid te zyn. Gy verbaast my meer dan ik het zeggen kan. Dat alles is zeer goed, maar de baron nes Cazéres en de gravin Paloutine kunnen by dien heer niet biyven wonen. Met welk doel heeft hy zich van het bestaan dier beide vrouwen meester gemaakt? Ja, met welk doel? En dit zeggende keek de baron den armen Gazeau met zulken vlammendeu blik aan, dat men zou geloofd hebben, dat hy in hem een medeplichtige van den fabrikant ver moedde. Dat. wedervoer de burgemeester, weet ik niet. En ik begi-yp geen enkel'woord van deze geschiedenis. Ik wil die zaak onder werpen aan myn bestuur, onderrichting vra gen aan den prefect. De baron wrong zich in zy» leunstoel, ten prooi aan een buitengewone ontroering. Wel neen, riep hy. 't Is juist, dat wy dit ten alle pryze willen vermyden. Wy willen alle gerucht en alle opspïaak vermyden. En daarom héb ik u verwittigd. Maar, wat. vraagt gy nu eigeniyk? Uw bescheidenheid en uwe hulp. Maar ik kan die verantwoordeiykheid niet op my nemen. Dat zou my in opspraak kunnen brengen. Wy zyn er, dacht de baron. Ik vraag van u een dienst, die u niet het minst in opspraak brengen kan. wy willen, wy hebben het gezegd, in het groot ste geheim handelen. Hebt gy gendarmen op Goulven? Ja, er zyn er twee in de gemeente. De brigadier Mignaton en Zeer goed, onderbrak Cazéres. Gy zult ons door hen laten vergezellen, wy bieden ons aan by Alexis Monteray. Dat is zoo eenvoudig mogeiyk. Het is gansch natuur- een onderzoek te doen aangaande het lot zyner vrouw, over de ramp van Goulven, over de schipbreuk der Ebbenhouten Brick. Dat is gansch natuurlijk en volkomen aan neembaar. Indien wy ons niet bedrogen hebben en indien de twee vrouwen die zich de dames Durieu laten noemen, werkeiyk de barones Cazéres en de gravin Itenée Paloutine zyn, Ls het wel zeker dat die twee personen on- middeiyk het huis van Monteray zullen verlaten, om oogenblikkeiyk hunne echt- gen ooten te volgen. Gazeau aarzelde. Maar André kwam nu met zijn voornaam ste beweegreden voor den dag. Op die wyze, zeide hy, blijft gy vol komen buiten spel.' I)e burgemeester verzette zich niet meer. Integendeel, deze schikking behaagde hem. Eenige oogenbllkken daarna, gaf hy be vel aan den brigadier Mignaton en aan zy» ondergeschikte, den baron en zijnen mede plichtige naar Alexis Monteray te volgen. Met de onveranderiyke onbeschaamdheid en de onvoorzichtige stoutmoedigheid die misdadigers en gelukzoekers zooals Cazé res kenschetste, was deze zoo dicht Alexis iiimiiiMiiiiiiiiiiiiiiii.iiiiiiiiiiiüiniimiiiiiii verdwijnt de on aangename smaak in den mond direct door gebruik van de verfrisschende TABLETTEN Groote doozen 65 Cts En hy stak den arm uit, om Alexis Mon teray met den vinger aan te wijzen. Ja. hernam hy, hy zegt Alexis Mon teray te heeten. Dat is valsch. Dat is zyn naam niet. Vraag hem zyn naam. Vraag hem ook voor welke misdaad hy tilt zyn lnn<J gejaagd is. De stem ontbrak Alexis. Vooreerst deed hy een geweldige krachts inspanning om Wladimir op het ïyf te springen. Maar Mignaton, de brigadier, breed ge schouderd en sterk als een reus, hield hem tegen en plaatste zich vastberaden tusschen de beide mannen. Gy zult wel zien dat hy liegt, dat hij een bedrieger is, riep Wladimir. Maar vraag hem dan toch zyn naam. Vraag hem dan toch waarom hy verplicht geweest is Rusland te verlaten. Welaan, welaan. Laat eens zien. wat is dat allegaar, riep de brigadier. En hy zich to zyn ondergeschikte rich tend Petot, plaats u voor de deur, en dat men nu beginne met uitleg te geven. Gy Monteray genaderd, dat hy hem bijna aan- Monteray, zyt gy mynheer Monteray of een raakte en hy sprak op stillen toon. ten- andere? einde alleen door hem gehoord te worden. De baronnes Cazéres en de gravin Paloutine zyn hier. Gy zelf zult hen ••er- zoeken ons onmiddeiyk te volgen. Gy ziet dat wy door de wet beschermd worden, zoo dat alle weerstand dwaas zou zyn. Verplicht ons dus niet middelen te gebruiken, die gy zelf zoudt te betreuren hebben. Wie weet. of Alexis Monteray, doodsbleek en onzeggeiyk ontsteld, zich niet tot ge welddaden zou hebben laten voeren, indien hy er den tijd toe gehad hadmaar voor hy een woord spreken kon, gebeurde er iéts, zoo onverwachts, zoo verbazend, dat alle aanwezigen er van ontstelden, tot zelfs ba ron Cazéres, die voor alle gevoel onvatbaar scheen. Plotseling te voorschijn komende uit de halve duisternis, waar hy tot dan toe on zichtbaar gebleven was, was Wladimir Pa loutine vooruit gesprongen. Die man ls een bedrieger, riep hy met ïyk dat graaf Paloutine er op staat zelf heesche stem. 'tls dat men hier met de tong sproken moet en niet met de vuisten. Welaan, geef uitleg. Alexis had de armen over de borst ge kruist; tot onmacht gebracht ,den doorgang versperd door het breed en zwaar lichaam van den brigadier, achter denwelken Wla dimir zich voorzichtigheidshalve verschool, 'aanschouwde hy zy» vijand met. vlammende oogen, waarin haat en diep mispryzen lag uitgedrukt. Eindeiyk kou nan zyne van ousteltenis toegeprangde keel, deze wrekende beschul diging ontsnappen Moordenaar, laffe moordenaar. Moorde naar van myn vader. Ik moest u op mfln weg terugvinden, Wladimir Paloutine. (Wotdt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1