stellen omdat, met het oog op den
financieelen toestand, er nog niet in
kan worden voorzien. Die groote
kosten kunnen niet uit de gewone
middelen worden bestreden.
De heer Roggeveen vraagt of het
niet mogelijk is dat de Putstraat kan
worden verhard met keien die uit de
Grootestraat komen als daar nieuwe
in gebracht zullen worden. Hij geeft
Burg. en Weth. vervolgens in over
weging om een plan voor wegen
verbetering op te zetten en daar dan
telkens een fiinke som voor op de
begrooting te brengen. Spr. vreest dat,
wordt daartoe niet overgegaan, men
spoedig voor zeer groote kosten zal
komen te staan, wat dan niet anders
dan door middel van eene geldleening
kan geschieden. Een groot plan maken
en dat b.v. over 10 jaar te verdeelen
is z.i. de weg.
De Voorzitter zal het in dien zin in
het College van Burg. en Weth. be
spreken. Komt men dan tot een plan.
dan zal de St. Antoniusparochie ook
wel een beurt krijgen.
Roggeveen. Burg en Weth. zullen
dan vanzelf wel het slechtste gedeelte
het eerst onderhanden laten nemen.
Voorzitter Dat lijkt logisch, maar
toch is het niet zoo, om de eenvoudige
reden dat men de keien van de
Grootestraat moet hebben wijl die b.v.
in de Putstraat of elders gebruikt
moeten worden. Het gevolg is dus dat
de Grootestraat het eerst onderhanden
genomen zal moeten worden voor de
andere.
De heer Fibers is niet tegen de
verbetering van de Baardwijksche
Steeg om daar een wandelweg van te
maken, maar hij verklaart er zich tegen
dat nog een fietspad er bij wordt
aangelegd die nog f 400 kost. Zoo
druk is het daar niet en de weg is
goed genoeg voor fietsers. Hij stelt dan
ook voor de onkosten niet hooger dan
f 750 te maken. W^t moet het worden
als door iemand in de 12 vergaderin
gen die worden gehouden telkens wat
wordt gevraagd en moet worden ge
geven. Als lid van de bezuinigings
commissie acht hij het zijn plicht hier
op te wijzen. De heer Oomens heeft
niet meer verlangd ook.
Oomens. 't Is zoo al goed.
Voorzitter. U moet nu niet terug
krabbelen, want door U is wel dege
lijk op een fietspad gewezen. Maar
we kunnen deze zaak nu verder bij
de behandeling van de begrooting
bespreken. x
4. Voorstel van Burg. en Weth. tot
verbouwing van het Raadhuis in voor
malig Besoijen.
De heer Roggeveen vraagt of er een
behoorlijke woning van gemaakt kan
worden.
Voorzitter. Ja en de politie agent die
het huis dan zal gaan bewonen, is er
zeer tevreden mee. Door een agent er
in te laten gaan wonen kan de oor
spronkelijkheid van het gebouw beter
in eere worden gehouden.
De heer Van Driel vraagt of door
den erfpachtgever ten aanzien van het
onderhavige gebouw geen voorwaar
den zijn gesteld, die de uit te voeren
veranderingen onmogelijk maken.
De Voorzitter zegt dat daaromtrent
niets valt te vinden.
Ook wordt er nog op gewezen dat
het oorspronkelijke, door het bouwen
van een woning in het oude Raad
huis, is verloren gegaan.
Door den heer Oomens wordt ge-
wezen op het oude Raadhuis van
voormalig Baardwijk. Hij zou gaarne
zien dat daar ook een woning van
werd gemaakt.
De Voorzitter merkt op dat de oude
Raadszaal bestemd is voor een oud
heid kamer.
De heer Oomens zegt dat er dan
nog een woonhuis van gemaakt kan
worden. Hij vindt het jammer dat zoo'n
gebouw zoo lang renteloos moet staan.
Voorzitter. Wij zullen dat ook over
wegen Voorloopig is dit dan al van
de lijst der ergernissen verdwenen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel van Burg. en Weth.
daarna aangenomen.
5. Verslag omtrent het onderzoek
naar de wenschelijkheid van het ver
plaatsen der jaarmarkten.
In het preadvies van Burg. en Weth.
in ons vorig nummer reeds afgedrukt
wordt o.m. voorgesteld om het Raads
besluit van 20 December 1888, waarbij
aan een deel der bewoners van de
Grootestraat werd toegestaan daar te
etaleeren en bij het niet gebruik maken
daarvan er alleen groenten-kooplieden
mogen staan, in te trekken.
Dit voorstel wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
6 Voorstel van Burg. en Weth. tot
het aangaan van een onderhandsche
leening tot dekking der kosten van
aankoop van 2 huizen van H. M. van
Erp.
Conform het voorstel van Burg. en
Weth. wordt daartoe besloten.
7. Voorstel van Burg. en Weth, tot
het verstrekken van een bouwcrediet
aan de Woningbouwvereniging
„Baardwijk" voor het bouwen van 12
arbeiderswoningen.
De heer v. Driel vraagt of het nu
vaststaat dat de woningen voor f 3 60
per week kunnen worden verhuurd.
In Besoijen was vroeger ook van een
goedkooperén prijs gesproken als waar
voor ze nu worden verhuurd.
De Voorzitter zegt dat nu een en
ander zeer serieus is berekend en de
inrichting van dien aard is dat zeker j
de huizen voor dat bedrag verhuurd
kunnen worden. Men krijgt hier nu
een kamer-keuken inplaats van een
kamer en dan een keuken, Er zijn dan
woningen te kust en te keur. Daarom
verdient het aanbeveling de woningen
zoo te bouwen.
De heer Oomens vindt de huur met
het oog op de tegenwoortSige ver
diensten van de arbeiders nog hoog.
De heer Klijberg wijst er op dat
men zich heeft te houden aan de
voorschriften van den Minister.
Oomens Dat is wel zoo, maar men
moet toch rekening houden met de
loonen.
Klijberg. De huur is niet te hoog
voor die huizen. Trouwens is men
aan de voorschriften van den Minister
gebonden.
De heer Eibers zou liever zien dat
men wat meer in het centrum van
de gemeente gaat bouwen, wijl die
woningen in de toekomst veel meer
waarde zullen blijven houden en ook
veel gemakkelijker verhuurd zullen
worden dan die meer achteraf ge
bouwd. Spr. is niet tegen het voorstel
van Burg. en Weth om daar woningen
te bouwen, maar wil toch wijzen om
in de toekomst zooveel mogelijk in
het centrum te bouwen. Naar sprekers
meening is het een feit dat de huizen
in het centrum langer een hoogere
huurwaarde zullen behouden dan die
welke meer achteraf worden gebouwd.
De heer Klijberg zegt dat de gemeente
in het centrum geen bouwgrond dispo
nibel heeft.
Smolders. Nog kort geleden heeft
men het met den Kerkpad gezien, wat
voor prijzen worden gevraagd Het is
gewoonweg om er niet aan te beginnen
De heer Eibers merkt op dat men
er toch rekening mee heeft te hou
den dat de huizen daar veel meer
waarde hebben. Hij blijft van meening
dat men in de toekomst daarmede
rekening moet houden.
De heer Klijberg zou liefst zien dat
het bouwen in de toekomst aan het
particulier initiatief kan worden over
gelaten.
In Besoijen zijn nog enkele bouw-
terreintjes disponibel en daar zal dan
ook nog wel worden gebouwd. Door
den heer Van Driel is de opmerking
gemaakt dat de huizen in de Besoijen-
sche Steeg duurder zijn dan aanvan
kelijk is opgegeven. Men dient er hierbij
toch rekening mee te houden dat de hui
zen thans veel mooier en gerieflijker zijn
geworden dan het oorspronkelijke plan.
Het zijn daar nu werkelijk keurige
woningen geworden
Roggeveen. Vergis ik me niet, dan is de
bevolking in 1924 alleen toegenomen
doordat het aantal geboorten dat van 't
sterftecijfer heeft overtroffen. En waar er
iets meer zijn vertrokken dan er zijn
binnengekomen, heb ik me de vraag
gesteld of het wel gewenscht is dat
met het bouwen wordt voortgegaan,
vooral omdat het zeker is dat men er
ooit zeer groote stroppen aan zal
krijgen. Nu reeds is op de begrooting
een groote post gebracht moeten wor
den om de zaak kloppend te krijgen
en ik ben bang dat dit hoe langer
hoe grooter zal worden.
De ondervinding die ik heb opge
daan is van dien aard dat ik meer
vijandig gezind sta tegenover het bou
wen dan voorheen, toen ik er nog
iels voor voelde. Ik zou het bouwen
nu maar aan de particulieren overlaten
en de gemeente er maar mee laten
ophouden, want anders zal in de
toekomstdestrop steedsgrooter worden
Er is gebouwd op een manier die
geheel mis is. Vroeger ben ik er voor
geweest maar nu ik gezien heb wat
er zich zooal heeft afgespeeld, ben ik
er tegen en kan ik er mijn stem niet
meer aan geven.
Van Driel. Bestaan er al plannen om
die verschillende bouwterreinen in de
Besoijensche Steeg te bebouwen Zoo
dat nog niet het geval is, stel ik voor
om ze te verpachten, dan brengen ze
nog wat op.
Voorzitter. Er zijn nog vier van die
terreintjes, welke allemaal braak liggen.
De bedoeling is om er acht woningen
op te bouwen, middenstandswoningen
is gezegd, maar de vraag is of daar
wel iets van zal komen. Ik geloof wel
dat men nog dit jaar tot het bouwen
van woningen op die terreintjes wil
overgaan.
De heer Smolders zegt dat de heer
Roggeveen niet sympathiek meer tegen
over den woningbouw staat omdat,
naar hij zegt, hij persoonlijk iets heeft
ondervonden. Al staat men niet enthou
siast tegenover een zaak, daarom kan
die nog wel nuttig en noodzakelijk zijn.
Feit is het dat er een enorme behoefte
heeft bestaan aan woningen en dat er
heden nog behoefte bestaat aan ar
beiderswoningen, want de aanvragen
daarvoor zijn nog legio.
Spr. zegt verder dat door den heer
Roggeveen de opmerking is gemaakt,
dat het zielental niet zoo vooruitgaat
en het daarom niet noodig zou zijn
nog meer woningen te bouwen, doch
dan vergeet hij een zaak, n 1. dat nog
vele menschen in krotten wonen of
met meerdere gezinnen in ééne woning.
De laatste 50 door de gemeente ge
bouwde woningen bedruipen zichzelf,
daar behoeft de gemeente geen cent
bij te passen.
Al juicht de heer Roggeveen het
bouwen niet toe, de arbeiders wel,
want er komen nog veel huizen tekort.
De heer van der Geld zegt dat een
passage van des heeren Roggeveens
betoog hem heeft getroffen, n.l. dat de
toestand van de gemeente, wat
betreft het zielenaantal, slechts vooruit
gaat door het overschot van de meerdere
geboorten op de overlijdens. Spr. maakt
zich voor de toekomst zeer ongerust.
Hij hoopt dat hij te pessimistisch is,
maar thans vreest hij met grooten vreeze
dat, doordat men hier alleen de schoen
en lederindustrie heeft, dit op den duur
een groote terugslag zal geven in de
gemeentelijke huishouding. Hij geeft
dan ook in overweging alles aan te
wenden om andere takken van industrie
te krijgen. Tot heden heeft men. waar
men zulks kon, dit weten te weren,
maar gaat men niet van taktiek ver
anderen dan zal, naar hij vreest, het
er voor Waalwijk donker gaan uitzien.
De heer Roggeveen wenscht naar
aanleiding van het door den heer
Smolders gesprokene er op te wijzen
dat het feit dat hij niet enthousiast
meer tegenover den woningbouw staat
niet is iets persoonlijks, maar omdat
hij de overtuiging is toegedaan, dat
de gemeente, zoo men voort blijft gaan,
in de toekomst groote stroppen zal
gaan krijgen. Op de begrooting heeft
men nu al een groote post moeten
brengen om het tekort te dekken en nu
wordt wel gezegd de laatste woningen
zichzelf kunnen bedruipen, maar wat
zal het zijn als over jaren de onder
houdskosten daaraan beginnen te
komen.
.Smolders. Dat alles is in de exploi
tatierekening opgenomen.
Roggeveen. Dat was met die andere
ook het geval en toch kon, omdat het
was tegengevallen, de gemeente bij
passen.
De heer Klijberg merkt op dat de
berekening van de eerste woningen
ook zoo is geweest dat ze zich zelf
zouden kunnen bedruipen en dat dit
niet het geval is geweest ligt niet aan
den opzet, maar komt, wijl men zoo
lang op de goedkeuring van het Rijk
heeft moeten wachten. Toen werden
de bijdragen verleend naar begrootingen
welke soms een jaar en langer op
afdoening hebben moeten wachten,
terwijl dan intusschen de prijzen der
materialen en loonen meer dan ver
dubbelden Dat juist is de groote
oorzaak van den strop geweest en
daarom is men nog steeds met het
Rijk bezig dat daarin ten go'ede zal
worden gekomen. Gemeenten die zoo
veel later hun begrooting hadden inge
diend kregen meer dan deze gemeente
wat, wijl de prijzen maar aldoor
oploopend waren, onbillijk is te
noemen.
Dat dat alles zoo geloopen is, daar
kan noch het gemeentebestuur, noch
de commissie iets aan doen.
Roggeveen. Die laatste post op de
begrooting was wel degelijk een
exploitatie verlies.
Voorzitter. Voor een deel wel omdat
de kosten intusschen zooveel hooger
zijn geworden.
Roggeveen. Dat de boel zoo zou
zijn geloopen, hadden de heeren
natuurlijk niet gedacht en daar praat
ik ook niet over, ik zeg alleen maar
dat het de gemeente zooveel heeft
gekost.
Klijberg. Op het oogenblik kan zoo
iets niet meer voorkomen, omdat men
die schommelingen in de prijzen niet
meer heeft. Wat betreft de Rijksbij
dragen aan de woningen in de crisis
jaren gebouwd, daarover is het laatste
woord nog niet gesproken
Ik voor mij zou ook veel liever
zien dat het bouwen van die woningen
aan het particulier initiatief kon wor
den overgelaten, maar aangezien door
particulieren daartoe niet wordt over
gegaan, heeft en moet de gemeente
wel ingrijpen.
Met op een na algemeene stemmen
die van den heer Roggeveen na, wordt
het voorstel van Burg. en Weth
aangenomen.
8. Voorstel van Burg en Weth. tot
verpachting van het bouwterrein in de
Mr. v. Coothstraat.
De Voorzitter zegt, dat hij die open
terreintjes thans eens publiek wil
verhuren.
Met algemeene stemmen wordt het
voorstel van Burg. en Weth. aange
nomen.
9. Voorstel van Burg. en Weth. tot
het aangaan van eene onderhandsche
conversie leening, groot f371 500.
De heer Eibers zegt in deze de
meening van Burg. en Weth. niet te
kunnen deelen, want door deze con
versie moét men beginnen met schuld
te gaan maken en waar bovendien
mag worden vermoedt dat het rente
type dit jaar nog lager zal loopen
dan 5'/2 pCtzou hij zeker met het
sluiten van deze leening nog wat
willen wachten Immers, zou men bij
het lager worden van den rentestandaard
nogmaals op een dergelijke wijze
willen handelen, dan komt men weer
voor groote onkosten te staan. Daar
deze leening zou worden aangegaan
tegen een koers van 97 zou bovendien
f 13000 meer geleend moeten worden
dan geconverteerd wordt.
De heer Roggeveen zegt dat vooral
het disagio, dat deze leening zal op
leveren, hem minder gunstig voor het
voorstel van Burg. en Weth. stemt
Wanneer in de eerste jaren, wegens
verlaging van den rentevoet, nogmaals
geconverteerd zou moeten worden,
zou het voordeel door de conversie
te verkrijgen, geheel verdwijnen.
Hij zou daarom meer voelen om
de voorgestelde conversie nog eenigen
tijd uit te stellen en te wachten op
een verdere daling van den rente
standaard.
De heer Klijberg kan, gehoord de
besprekingen van de heeren Eibers
en Roggeveen, wel met diens mee
ningen meegaan.
Het voorstel van Burg. en Weth.
wordt daarna met algemeene stemmen
verworpen.
10. Voorstel van Burg. en Weth tot
het beschikbaar stellen van een crediet
voor het aanschaffen van alarmsignalen
voor de brandweer.
De heer v.- d Geld vraagt of men
er practisch iets aan zal hebben.
De Voorzitter meent van wel want
komt er nu brand, dan wordt door een
politie-agent die in de wacht zit, eerst
de directeur van de gasfabriek opge-
beid en daarna moeten de brandmees
ters een voor een worden gewekt. Op
zichzelf gaat dit niet zoo spoedig en
daarom gelooft hij dat door een der
gelijk apparaat heel wat tijd gewonnen
kan worden, wat bij brand van groote
beteekenis is. Hoe eer men er bij
tegenwoordig is, hoe meer er ter voor
koming van uitbreiding kan worden
gedaan.
De heer Smolders vraagt of er niet
iets is dat de politie direct allen, die
er bij noodig zijn, kan waarschuwen.
Voorzitter. Daar bestaan nog ver
schillende andere toestellen b.v. een
sirene-fluit. Dat heeft echter weer tegen
dat daardoor de geheele gemeente op
de been wordt gebracht, wat op zichzelf
een zeer groot bezwaar is. Er zijn nog
wel andere systemen, maar die kosten
verbazend veel geld Ik zou zoo zeggen
dat dit apparaat juist iets voor Waal
wijk is.
Van Driel. Wanneer het nu in
Baardwijk brand is, dan worden de
brandmeesters van Besoijen ook gewekt
en dat is een bezwaar want die kunnen
daar niets doen. Zou telefoon-aanslui
ting geen betere resultaten geven.
Voorzitter. Daar is in voorzien
doordat dan twee drukstooten worden
gegeven.
Zou men de brandmeesters telefonisch
aansluiten, dan zou het kantoor 's nachts
opengesteld moeten worden en dat
gaat niet.
Van der Geld. Zal de directeur van
de gasfabriek zoo iets 's nachts hooren?
Bijn den laatst plaats gehad hebbenden
brand bij van Delft heeft men wel een
half uur werk gehad eer men hem z'n
bed uit had en nu ben ik bang dat
hij zoo'n schei ook niet altijd zal
hooren.
Voorzitter. Die toestellen moeten
natuurlijk in de slaapkamer worden
aangebracht, anders zou het al heel
gemakkelijk kunnen voorkomen dat het
niet wordt gehoord. Ik zal zoo nu en
dan eens een proef nemen en dan
kunnen we zien.
Oomens. Dat is het beste.
Met algemeene stemmen wordt daarna
tot aankoop besloten.
Bij de rondvraag vestigt de heer
Roggeveen de aandacht van Burg. en
Weth. op den onhoudbaren toestand
van den Zomerdijk. Door de diepe
sporen die er zijn ingereden is de weg
zoo slecht geworden dat het bijna niet
te doen is om er met een fiets over
heen te rijden. Zelfs auto's hebben,
zooals hij heeft gezien, zeer veel last
van die diepe sporen omdat er bijna
niet is uit te komen en wil een wiel
rijder er uitkomen dan heeft hij kans
de sloot in te rijden. Als de opzichter
hierop eens werd gewezen. Verderop
'is het niet zoo erg als vooraan.
Voorzitter. Over den heelen weg is
steenslag gebracht. Ik zal de aandacht
van den opzichter er nog eens op
vestigen.
Gragtmans. Alles zakt daar achter
altijd weg en waar het blijft begrijpt
men niet
Hierna gaat de raad over in geheim
Comité
Ingezonden Mededeelingen.
Na de Wasch.
Als de Handen voortdurend nat zijn
geweest en daardoor schrijnend aan
voelen, moet men ze direct inwrijven
met PUROL. Dat verzacht dadelijk.
Abonneert op en Adverteert in
DE ECHO VAN HET ZXJIDEN"f
het meest gelezen blad in de Lang
straat en Omgeving,
BUITENLAND.
In den Belgischen Senaat heeft
ministerpresident Theunis verklaard,
dat België in den loop van dit jaar op
grond van zijn prioriteitsrecht ongeveer
een millard francs zal ontvangen, waar
door België in een gunstiger financieele
positie komt dan Frankrijk, in 1926
zal het herstellingswerk der verwoeste
gtbieden geheel zijn hersteld en dan
zal ook de begrooting der verhaalbare
uitgaven verdwijnen, aan het land een
saldo van ongeveer 150 millioen francs
latend.
De opstand der Koerden breidt
zich nog steeds uit. Turksche troepen
zouden zich bij hen hebben aange
sloten. De regeering van Angora zond
versterkingen, om de rebellie te onder
drukken en kondigde maatregelen aan.
De eerste president van het
Duitsche rijk, Friedrich of karakteris
tieker misschien nog maar kortweg
Fritz Ebert, is Zaterdagmorgen te Ber
lijn overleden.
Iets van klassieke grootheid had de
figuur van Ebert niet, maar ieder, die
zelfs in dezen tijd nog wat gevoel heeft
voor scherpe contrasten en treffende
verhoudingen, zal in dezen dood toch
inderdaad iets tragisch vinden
De rol, die president Ebert op het
tooneél van de Duitsche republiek
gespeeld heeft, is zeker niet zoo actief
geweest als die van een Thiers, den
eersten president van de toen nog
voorloopige derde Fransche republiek
die onder zeker niet minder moeilijke
omstandigheden dan Ebert op 17 Fe
bruari 1871, na de verschrikkingen
van oorlog en commune „aan het be
wind" geroepen werd. Hoeveel roeri
ger en actiever was de Fransche staats
man de ruim twee. jaar van zijn „be
wind" niet bezig om zijn land op te
heffen uit den afgrond, waarin het was
verzonken en hoe rusteloos was zijn
ijveren voor het bijeen-brengen van de
milliarden voor de oorlogsschuld ver-
eischt en voor de ontruiming van
Frankrijk door de Bismarckiaansche
troepen.
De rol, die Ebert in de ruim zes
jaren van zijn „bewind" gespeeld heeft
is heel wat bescheidener geweest en
heeft misschien meer uitgemunt door
negatieve dan door positieve daden.
Maar het blijft een open vraag, of de
president van de Duitsche republiek
zijn land door die negatieve daden niet
grooteren dienst bewezen heeft dan hij
door een doortastend optreden gedaan
zou hebben. Voor hem die de groote
en zeldzame gaven niet heeft om lei
dend op te treden en voor te gaan, is
tactiek en beleid de hoogste kunst en
grootste wijsheid. En die staatsmans
kunst en die politieke wijsheid heeft
Ebert in hooge mate getoond. En ook
voor het welzijn der wereld is het
misschien een geluk geweest, dat Ebert
de kunst bezat en de wijsheid had om
zonder meer tactisch te zijn en zich te
houden binnen de grenzen, die de
„democratie" van zijn ambt en zijn
politieke aanleg en gaven hem een
maal stelden.
Al hadden wij bij het werk van den
heropbouw van het Duitsche volk
liever iemand bezig gezien, die de
steenen van het volksleven voegde met
het levende cement van de geestelijke
en zedelijke beginselen, welke alleen
bij den heropbouw van een land en
een volk kracht en sterkte geven en
die ook Ebert had kunnen gebruiken,
wanneer hij trouw gebleven was aan
de overtuiging van zijn jeugd, met
lof moet hem toch worden nagegeven
dat hij dat werk van den heropbouw
niet door eigenmachtigheden gestoord
heeft en het de gelegenheid heeft ge
geven zich betrekkelijk kalm te ont
wikkelen, schrijft de Maasbode.
Om dat naar waarde te schatten
moet men zich ook te binnen brengen
dat Ebert in zekeren zin dan toch de
opvolger was van een der meest eigen
machtige heerschers van zijn land en
dat zijn „bewind" volgde op dat van
een ijzeren vuist en van een ongekende
dictatuur in de bloedige oorlogsjaren.
Er waren nog geen drie maanden ver-
loopen sedert de keizer en de kroon
prins naar Holland en Ludendorff naar
Zweden was gevlucht, toen dr. David
als president van de nationale verga
dering mededeelde, dat met 277 van
de 379 stemmen Ebert tot „hoofd" van
het Duitsche volk was gekozen.
Onder zulke omstandigheden valt
een tactiek, als door Ebert aan den
dag gelegd, te hooger te waardeeren.
Blukens een Wolfftelegram zal de
presidentsverkiezing in Duitschland op
Zondag 29 Maart worden gehouden.
BINNENLAND.
Naar we vernemen is de school
voor Verlofsofficieren voor de infanterie