DE ECHO VIN HET ZUIDEN xxs .1 -jsssü1 sSSfsSrH No. 24. Zaterdag 2t Maart 1925 TWEEDE BLAD. broeders beclapten oft befaemden, doer hy mede on teert oft vera s teert moght worden, sonde verbeuren alsoo dick twee pont ter gulden behoefende oft alsoo verre gebeurde dat van ivoor- de manslach qua me oft yemant mede verderf worde, sonde verbeuren twee 20. Zoo het geviele, wat God moge zijnde juweelen onder zijne berusting verhoeden, dat eenig gildebroeder zich j krijgt, is verplicht ten zeiven dage beroemde eene eerbare vrouw of meis- J eenen goeden borg te stellen, met wien je verleid of bedrogen te hebben, of ook iemand beklapte of befaenuledie zal voor altijd uit het gild geweerd wor den. En wanneer daarbij zulk een üit- HET TE ST. JORISGILD WAALWIJK. 154S—1878. IV. Gelijk in een vorig opstel werd op gemerkt, gelijkt de ordonnantie van 1548 in meer dan één opzicht vrij wel op de charte van dat jaar. Het op schrift daarvan is: Dit is die ordon nantie van de schutter yen van Wael- wijck, ge or dineert by den hcere van Waelwijck ende de gemeene gildébroe- dersOmvat de gildekaart of keur echter slechts 14 artikels, de ordon nantie bevat niet minder dan 32 pun ten, die op het volgende neerkomen 1. De gildebroeders, die thans lid van St. Joris zijn of zulks in de toe komst zullen worden, beloven elkan der, ter eere van God en van den edelen ridder en martelaar St. Joris, getrouw te zijn, en, op welke plaats zij ook ver gaderen mogen, hetzij op het sChiet- spele of ergens anders waer, elkander liefde, vriendschap en broederschap te bewijzen. En indien het gebeurde, wat God verhoede, dat in toekomende tij den eenigen twist of ongenueht onder de gildebroeders mocht verrijzen, dan zullen de dekens schuldig zijn die ge schillen neer te leggen nae gelegent- heyt der sa eken ende der misdoetZoo een der broeders weigerde met de uit spraak der dekens genoegen te nemen, dan zal hij verbeuren 2 pond ten bate der gemeene kas en 2 pond tegen den deeken die hy wederseyt. 2. Mochten sommige gildebroeders, die door de dekens, ten dienste van het ■gemeene gild, worden aangewezen om zekere uitgeschreven vergadering bij te wonen, zich van die bijeenkomst zon der noodzaak absenteeren, zoo verbeu ren zij 6 stuivers ten behoeve van de kas. 3. Zoo een der gildebroeders op on waardige wijze zijnen boog ter aarde wierp, zijnen pijl in tweeën brak of zijne pees in stukken sneed, verbeurt hij 6 stuivers. En soo wie den doele of grave van den schalt er shove of anders iet, den gemcynen guldebroeders toe behorende, ontwec bracck of ter neder wierp met opsetten wille, die sal ver beuren tegen rieken guldenbroeder van den booge ses stuyvers, en daarbij schuldig zijn het met moedwil gebro- kene binnen .drie dagen te doen her stellen. Bij gebreke van dien, zullen de dekens het op kosten van den on willige doen repareeren. 4. Indien de gildebroeders ontbo den worden, om buiten Waalwijk te gaan schieten naar juweelen, daar zul len door den koning en de dekens die genen hunner worden uitgekozen, die als de bekwaamste schutters bekend staan. Wie het weigert, verbeurt eenen gulden. De kosten er aan verbonden zullen vallen op alle broeders in ge- lycken parceelen, alsoo verre als dat schietspel geconscnteert wordt by dat meestendeel van de, guldebroeders. De gewonnen juweelen zullen ten eeuwi gen dage het eigendom van het gild blijven. 5. Mochten de leden van eenig gild' buiten Waalwijk te Waalwijk komen schieten en hebben (1e koning en de dekens van St. Joris dat aan de Waal- wijksche gildebroeders doen weten, zoo zullen deze verplicht zijn dat schieten bij te wonen. Wie thuis blijft, moet niettemin zijn deel in de gezamelijk ge maakte verteringskosten betalen. 6. Wie van de boogschutters op on eerlijke wijze het geld van eenen mede broeder afhandig maakte in 't ori gineel staat sijn geit ontdrocge zal verplicht zijn ten noesten schiet dage eene boete te betalen van 6 stui vers aan de gemeene kas en den beroof den gildegenoot schadeloos te stellen. 7. Indien een der gildebroeders in het huwelijk trad en alsdan zijne mede broeders schutsgewyse op zijne brui loft noodde, dan zullen deze schuldig zijn daar te komen, elk met zijne vrouw of zijn lief, en aan het bruiloftsmaal deel te nemen, mits gevende ieder min stens eenen braspenninck 6^ cent). 8. Een iegelijk gildebroeder zal schuldig zijn te houden, te achtervolgen en te voldoen alles, wat door den ko ning en de dekens en het meerendeel der schuttebroeders zal worden bevo len. Wie het tegendeel doet, verbeurt telken male 2 schellingen 12 stui vers), en wie ongehoorzaam aan de gil- (lewetten blijft, wordt uit het gilde uytgeSet sonder synen cost. 1). Of het geviele, dat iemand dei- broeders zijne breuken (boeten) niet binnen 14 dagen na den aanmanings dag voldeed met gelde of pande, die zal dubbele breuken moeten betalen. 10. Item of iemant van de g ui de- broeders uytdroegen verklapte, oververtelde), t geen dat die guide broeders in haren raet vermaant had den, oft oock yemanden van sijn guide- gulden ter gulden gilden) behoef1 gestooten broeder toorende op een der ende of hy dat dicker (lede dan eens, die soude verbeuren synen boog met allen sijnre gereet schap pen, daer toe behoorende, ende alsoo uytcr schutte- rye verstoot en worden ende nimmer meer weder in dat geselschap mogen comen. linde oft iemant van de gulde broeders van synen medebroeder iet vernaeme dat den selven droegh aen sijn eer, aen sijn welvoeren, aen sijn lij ff of aen sijn goetende dat sijn guit broeder niet en weerde oft van synen mede guitbroeder achter synen ruggc seyde, dat hem ginck aen sijn eere, aen sijn lijf, of aen sijn goet, die sal verbeu ren sijnen boge metter toebéhoorten en de duev nae uytter geselschap verstoo- ten te werden, ende nimmermeer daer inne te mogen comen in alle point en in deser cedullen begrepen mynen gena- dighen heere sijnre hoogheyt ende sijns rechts. 11. De gildegenooten zullen gehou den zijn tweemaal per jaar de proces sie te houden met haere kleederen son der hoct daer over, ende elck met sij nen boge, te weten eens als men onser vrouwen beelt omdracght ende op den heylighen sacramentsdage, op te ver beuren, soo wie contrarie dede, ses stuyvers ter gulden behoef. 12. Wie lid van St. Joris wenscht te worden, hy en sal den coninck ende deekens bidden of hy in luier gesel schap comen magh, 't welk die coninck ende deekens con dig en sullen den ge meene n guldebroeders. Mochten eeuige leden van het gild den nieuweling om zekere redenen niet wenschen aan te nemen, zoo zal hem dat worden be richt, tevens met de boodschap, dat bij een anderen of beteren tijd moet ver beiden of afwachten. Mocht evenwel het tegenhouden van het nieuwe lid door sommige gildebroeders niet ge reehtvaardigd of zeer onredelijk zijn, dan hebben de koning en de dekens, na het inwinnen tan den raad der an dere gildegenooten, de bevoegdheid dat lid toch aan te nemen. Het aangeno men lid is verplicht te schenken een pond was aan St. Joris en 16 stuivers aan het juweel. 13. Tedere gildeïfroeder moet be zitten eenen goeden boog met zijn toe- behooren, eene waarde hebbende van eenen Rijnschen gulden, varieerende van ƒ1.20 tot ƒ1.30. Wie zulk eenen boog niet had en daarvoor bekeurd werd, moest een boete van 2 schellingen betalen. 14. Wie bij het koningschieten den papegaai afschoot en dus koning werd, was gehouden des anderen daags aan de gemeene gildebroeders 3 gulden te geven. Maar daarvoor mocht hij met zijne koninginne op den schietdag vrij en kost en vrij verteer hebben. 15. Wie zijnen medebroeder beloog of met andere onredelijke woorden te na kwam, zal telkens 6 stuivers ver beuren. En of hy in toornigen moede sijn me sell op synen medebroeder troeck of dat hy hem sloegh, zal eenen Arnoldusgulden verbeuren. Die gesla gen is, is verplicht dit binnen drie da gen na liet voorval te doen weten aan den koning en de dekens. Doet hij dit niet, dan zal de geslagene in dezelfde breuken vallen als (1e misdadiger. In alle gevallen zijn steeds de dekens met den koning bevoegd de klachten en misdaden te zoenen en de misdadigers te corrigeeren by rade. der gildebroe ders. Is iemand rebel daarbij en wil hij niet gecorrigeerd wonjen door zij ne eigene dekens, dan zullen de "YVaal- wijksche dekens de hangende zaak overgeven aan de dekens van 's II erto- genbosch, die den schuldige zullen straffen en van wier uitspraak geen hooger beroep mogelijk is. De kosten der rebellie zullen vallen op den ge strafte. 16. Al wat de koning en de dekens zullen ordonneeren, zal moeten geschie den gildebroeders, die daar tegen op- poseeren, verbeuren telkens 10 stui vers. Ende soo wanneer men gebeden wort stoetsgewijs, soo sal elcken gul denbroeder schuldigh sijn te comen in schutterye habyt, op de verbeurte van ses stuyvers. 17. Item of eenigli van onsen mede broeders tegen den anderen op liep met toornigen moede, daer hy aen braeckte, ende nam hulpc van synen medeguIdebroeder, ende sy vielen met hem aen allen den genen, die hem al- daer partye maeckten, dan zullen bei de partijen eene boete betalen van een vat biers. 18. Mocht een der gildegenooten krakeel maken met iemand buiten het gild staande, dan zal" hij, indien hij on gelijk blijkt te hebben, staan ter cor rectie van de gemeene gildebroeders, by rade des coninckx ende deekenen 19. Als de eene gildegenoot een der anderen kwelde of bezwaarde om mede te eten of te drinken, zoo zal hij 2 schellingen verbeuren. andere broeders, zoo zullen de geza menlijke gildegenooten ééne lijn trek ken en den uitgestootene blijven we ren. 21. Alle zon- en heilige dagen, van den derden Mei tot Bamis toe, zullen acht gildebroeders, die daartoe door de de kens zullen geordineert worden, moe ten schieten vn die doelen dry spelen. IVie noodzakelijk buiten de gemeente moet zijn, zal vrijgelaten worden, maar pen der overige gildegenooten, aange wezen door het lotmoet dan voor hem schieten. Die dat loth verliest, zal gel den eenen vlaemschen 1). Alle loten (boeten?) zullen op gezette tijden ver dronken worden. 22. Item oft geviele dat 't regende of quaet weder waere, dat men die lo- then niet beschieten en con de, soo sul len die acht guldenbroeders^ die...2). vlaemschen bij die medebroeders van onser gulden gilden), die daer by comen willen, te gad er verdrvneken. Ende soo wie dat loth valt te schieten, die sullen op die streken eomen altijt alst haren dagh is, als die vesper is gedaen of daer omtrent, ende schieten hoer loth, ende die een den anderen niet langer te bcyden, ende men sal lothen te IIII uren na der vesper. En de soo wie daer niet en is, die sal sijn blanck 3) breucken, ende wiens loth dat 't is om te schieten, sal comen met sijn schutter clcederen ende met zijn selfs boge met sijnre toebéhoorten, om te verbeuren 1 schelling, terstont te geven 23. Indien een der schutten by de genade Gods aflijvig wierd, zoo zullen dat de dekens aan (1e gemeene schut ten berichten, en als zulks geschied is zal ieder lid verplicht zijn bij het be graven met het lijk ter kerke te gaan en te offeren soo wes hem Godt int hert sent. Wie verzuimt, verbeurt 2 schellingen. Zoodra de overledene be graven is, soo sullen die deekens tot hen waert nemen dat beste licht van den ba ere, en verder gehouden zijn ter stond den boog van den doode aan de erfgenamen uit te reiken. 24. Zoo dikwijls naar den papegaai zal geschoten worden, zal ieder gilde broeder schuldig zijn een nieuwen tab- baart te maken, gelijk dat de gewoonte is. Op dien nieuwen tabbaert moeten twee zilrepen boonWn bevestigd worden en alles moet gereed zijn op St. Joris dag, den 23 April. Ende als dat ge schieden sal, soo sullen die deekens metten gem eenen guldenbroeders ver gaderen ende ordineeren wat coleur dat sy maecken sullen. Bij meerderheid tan stemmen wordt de kleur des tab baards vastgesteld. Wie zich tegen een en ander opposeertverbeurt een pond. 25. Niemand mag zijnen tabbaard bunnen twee jaren laten dragen door iemand buiten het gezelschap staande. Wie contrarie doet, heeft eene boete van een Arnoldusgulden. 26. Het gildebroederschap zal steeds twee dekens hebben, die twee jaren zullen dienen. Zij worden verkozen door den koning en de gemeene schut ten. Elk jaar, als men den papegaai zal schieten, zullen de dekens twee maaltijden bezorgen, één 's avonds als men geschoten heeft en één den ande ren dag snoen's. De gezamenlijke kosten zullen door de broeders né het koning- schieten gelijkelijk betaald worden, waarvan de dekens jaarlijks rekening en .verantwoording moeten doen. Die kosten bestaan o.a. in de maaltijden, cost van pyperen 4), schencken, cost en onraad van schutter skicederen. Wie niet op tijd betaalt moet bovendien een peen (boete) van 7 stuivers betalen. 27. Wie tot deken verkozen wordt, zal niet mogen weigeren, maar zijne benoeming moeten aannemen. Wie be dankt verbeurt 4 gulden ten bate der kas. 28. Iedere gildebroeder zal schul dig zijn te vieren en te eeren den edelen ridder en martelaar St. Joris in synen hoochtijt, en zal verplicht zijn dien dag ter kerke te komen en te offeren soo wes hem Godt int hert seynt. Na (le mis zullen de gildegenooten gezamen lijk gaen teiren. Wie hierin zijn plicht verzuimt, betaalt eene boete van 15 stuivers. 29. De dekens zijn gehouden op St. Jorisdag (23 April) rekening te doen van alle ingekomen breuken, met op gave van wie die breuken gekomen en van wat aard ze zijn. Ende die bpeu- eken te beleggen by rade des coninx ende der guldebroeders aen die broets 5) aen een croon ofte aen 't beelt van Et. Joris ofte aen die reformatie van den schutsboogaert. Indien de dekens in gebreke blijven eene goede rekening te doen, zullen zij schuldig zijn het ont brekende aan te passen en tevens eene boete van een pond 6) te betalen. 30. Wie bij liet papegaai-schieten koning wordt en dan de voorhanden de gemeene gildegenooten genoegen kunnen nemen. De koning is verplicht bij plechtige gelegenheden dat juweel of die juweelen te dragen, ook als men buiten de gemeente gaat schieten. Maar een medebroeder, buiten II'aalwijk wo nende en koning wordende, mag het uweel niet buiten de gemeente dragen. In dat geval zal deze buitenkoning eenen stadheldcr (plaatsvervanger) in zijne plaats mogen stellen, gekozen uit de te Waalwijk wonende gildebroeders. 31. Indien men opwaert, dat is op den schutsboom schieten zal, en daar aan nemen ook buitenleden deel, dan zullen deze buitenbroeders gehouden zijn eenen borge of eenen voorvanck te stellen voor alle breuken, boeten en commer 7), die bij mogelijke overtre ding van het reglement te hunnen laste kunnen komen. 32. Geen nieuwe gildebroeder mag aangenomen worden dan alleen op St. Jorisdag (23 April) of bij het koning- schieten. En geen buitenbroeder mag aangenomen worden, die niet mereke- lijck gegoedt is binnen der vryheyt van Waelwijck. Er werden dus geen buitenleden aan genomen of zij moesten onder Waalwijk aanzienlijke bezittingen hebben Waalwijk. J. van der Hammen Nicz. Aanteekeningen 1. Een pond Vlaamsch 6 gulden. 2. Op de opengelaten plaats moeten staan een zeker aantal ponden Vlaamsch. 3. Blank, oude* munt van 6 duiten of 3^ cent. 4. Pijperen fluitspelers. 5. De beteekenis dezer uitdrukking is mij onbekend. 6. Een pond Vlaamsch (6 gulden) of een Parijsch pond 0.50). 7. Kommer oudtijds belasting; hier schuld. GEMEENTERAAD. GEERTRUIDENBERG. (Vervolg.) Jansen. Ik wil hier al wel mede- deelen dat ik mij, wanneer later tot toelating wordt besloten, daartegen zal verzetten en een hoogere uitspraak zal uitlokken. 12. Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat van den heer Floris een verzoek is inge- gekomen om een stukje grond te kunnen koopen, breed 1 M. en diep 21 M., gelegen tegenover het oude mannenhuis. Het huis, kort geleden door den heer Dupont gebouwd, gaat over aan Floris en die wil er een gang hebben om toegang achter in zijn woning te krijgen. De grond heeft de gemeente daar nog in erfpacht en daarom stellen Burg. en Weth. voor den grond op dezelfde voorwaarden over te geven als indertijd aan Dupont is gedaan. Hij heeft het dan in erfpacht tot 31 Dec. 1952 en zoodra de ge meente het in eigendom krijgt, ver plichten wij ons den grond als ver kocht over te geven. Met algemeene stemmen wordt aldus goedgevonden. Verzoek van den heer Dupont om een perceel grond aan hem te willen verkoopen. huizen dicht gaan maken en dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Een dergelijke bepaling vastleggen is echter onmogelijk omdat men niet weet wat in de toekomst kan gebeuren en dan zou alles uitgesloten zijn. Spr. kan begrijpen dat adressant eenige garantie wil hebben, maar een dergelijke be paling als nu door hem gevraagd, zal nooit door Ged. Staten worden goed gekeurd. De heer Segeren is het volkomen met den Voorzitter eens. Men kan er toch van verzekerd zijn dat van ge meentewege men in dat opzicht nimmer last zal hebben. De Voorzitter zou het betreuren indien verkoop van grond daarop zou afspringen, want hij juicht het ten zeerste toe dat door particulieren wordt gebouwd. De heer Jansen meent dat de bedoeling van den heer Lucas te ondervangen is door een gewone bepaling in de notulen op te nemen. De heer Lucas zal, naar hij meent, daar wel tevreden mee zijn. Mr. Allard zegt dat de bedoeling is dat nimmer een huis of fabriek daar voor zal gebouwd worden. Dat zal ook wel nooit worden gedaan, maar de kwestie is, er kan op het plein eens iets anders gemaakt worden b.v. een klein muurtje waarop een hek wordt bevestigd. lansen. Of een standbeeld. Mr. Allard. Er zijn nog zooveel andere zaken die men er kan neer zetten en gaat men dan een bepaling opnemen als nu door Lucas wordt gevraagd, dan komt men later altijd voor moeilijkheden te staan. Voorzitter. Dat is zoo, men zou er een klein muurtje voor afrastering willen neerzetten, dan' zou Lucas altijd met het contract kunnen komen dat het niet mag. Lucas zal het' de gemeente wel niet lastig maken, maar het huis kan in andere handen overgaan en wie zegt dan dat men geen moeilijkheden zal krijgen. Tak. Hoofdzaak is dat hij schrijft dat eenige opstal achterwege moet blijven en dat juist is zeer bezwaarlijk. Neemt eens aan dat hier later op het plein een of andere ondernemer een kiosk wil plaatsen waarin couranten en tijdschriften worden verkocht, iets dat men op talrijk vele plaatsen ziet, dan zou dat niet kunnen gebeuren. Mr. Allard. Van zoo'n kiosk heeft niemand, last maar het kan dan toch verboden worden dat iets dergelijks wordt neergezet als een dergelijke bepaling in de koopacte wordt op genomen. Men moet daarvoor waken want men weet niet wat kan gebeuren. Ziet eens wat er in onzen leeftijd al veranderingen hebben plaats gehad en wat kan er over 25 jaar weer niet gebeuren. Lucas is wel wat erg secuur, want hij behoeft niet bang te zijn dat het gemeentebestuur hem ooit het uitzicht zal benemen, want daardoor toch zou men de overige huizen ook bederven. Ik vrees boven dien dat, gaat men nu eene bepaling opnemen, er telkens koopers zullen komen die vragen om de een af andere bepaling vast te leggen. Ik wil hem niet bemoeilijken, maar als hij de ver zekering krijgt dat hij er geen schade bij zal hebben, dan moet hij daar tevreden mede zijn. De heer Jansen meent dat de prijs de vragen, De Voorzitter deelt mede, dat Dupont van di" aard is dat,!lii wel naar daar een woning wil bouwen met een e?" be,pa' werkplaats en daarvoor heeft hij noodig al.!hans dat een perceeltje grond breed 7'/, M. en hllDgeee" ™e'qI™!!?!" diep 21 M. Burg. en Weth. stellen voor dezen grond weer op dezelfde voorwaarden te verkoopen met de bepaling dat hij binnen een jaar moet bouwen. Aan Floris is deze conditie niet gesteld omdat deze den grond alleen moet gebruiken als gang. De prijs is f 2 per M2. Aldus wordt goedgevonden., Schrijven van den heer J. M. Lucas, houdende het verzoek hem een per ceeltje grond te willen verkoopen van het voormalig exercitie-terrein om daarop een middenstandswoning te bouwen. Adressant verzoekt echter dat voor hem nimmer zal gebouwd worden en dat zulks in een notarieele acte wordt vastgelegd. De Voorzitter merkt op dat er een besluit van den Raad is dat daarvoor nimmer zal worden gebouwd. Om het echter in een notarieele acte vast te leggen acht hij een groot bezwaar en bovendien is het nog een groote vraag of Ged. Staten het zullen goedkeuren. Men weet dat het de bedoeling is dat, zoodra de finantieele toestand wat beter is, men daar een plantsoen zal gaan aanleggen. Om echter'bij nota rieele acte te gaan vastleggen dat er niets mag worden gebouwd, kan tot velerlei moeilijkheden aanleiding geven, want zoo zou het kunnen gebeuren dat b.v. aan het station eenige uit breiding zou mpeten worden gegeven en dan zou zulks niet kunnen In heer Segeren is het met Mr. Allard eens. Er is niet aan te begin nen want no. 1 zal die, no. 2 weer deze bepaling willen zien opgenomen. Daar kan absoluut niet aan worden begonnen. Men weet dat de gemeente de bedoeling heeft om daar nooit iets te doen. Met het oog op de toekomst kan zoo iets niet worden gedaan, want later zou men nooit iets meer te ver tellen hebben. De heer Sassen zegt dat de heer Lucas zijn verder leven hier in rust wil slijten en daarom daar een huisje wil bouwen Dat hij dat doet, moet men waardeeren, want hoe meer menschen dat we behouden, hoe beter het is. Van beide zijden moet men het con tract zoo soepel mogelijk maken Wat door Mr. Allard is gezegd, daar is wel wat voor te zeggen, maar hij kan niet gelooven dat Lucas ooit bezwaar zou maken tegen b.v. het zetten van een kiosk. Zijn bedoeling is alleen maar dat geen ander huis voor dat van hem kan worden geplaatst. De Voorzittter zegt dat dan alleen kan worden gezegd dat er geen huizen of fabrieken geplaatst worden Het woord opstallen blijft dan achterwege. Burg en Weth stellen voor bij ver koop van den grond de conditie te maken dat binnen een jaar moet wor den gebouwd, dat de woning aan redelijke eischen moet voldoen en van een verdieping moet zijn voorzien en het beneden gelijkvloers moet zijn. Lucas zal in dien geest ook bouwen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 5