DE ECHO VAN HET ZUIDEN
In den Hoenderhof.
No. 27. Zaterdag 4 April 1925.
TWEEDE BLAD.
HET ST. JORISGILT) TE
WAALWIJK.
1548—1S7X.
V.
(lelijk wij gezien hebben, zijn de
..knnit" en de „ordonnantie" van 1!»
Augustus 1548 de oudste stukken, die
lot nog toe omtrent liet St. Jorisgild
bekend zijn. Ik herinner mij niet of er
bij mijne vroegere onderzoekingen in
de registers der Waahvijksche „sche
penbank" of in de „notaris-protocol
len". van 1626 tot 1810 berustende
op liet Rijksarchief te 's Hertogenbosch,
noch bij mijn onderzoek der orighieele
perkamenten, van 120."» af voorhanden
in het archief der Hervormde gemeen
te van Waalwijk. eenige papieren
zijn voor den dag gekomen, die meer'
licht werpen op genoemd gild. dan de
onder de familie T i m m e r m a n s
berustende bescheiden. Het oudste tijd
vak van St. Joris van 1845 tot 1547
en het tijdvak van 1540 tot 1640
zullen dus voorloopig wel in het duis-
ter verscholen blijven, tenzij een moge
lijk onderzoek in de oudste Bossche
schepenregisters van 1865 tot 1600.
die aangaande vele Aleierijsche plaatsen
bijzonderheden bevatten, in de toe
komst meer licht zou kunnen verschaf
fen. Zoolang dat onderzoek niet ge
schiedt, blijven wij dus alleen aange
wezen op het archief van SI. Joris ten
huize van de familie T i in m e r m a n s,
hetwelk, vooral wat de jongste gegevens
betreft, niet te versmaden is!
Met een enkel woord is er reeds op
gewezen, dat ook vrouwen in mijn
vorig opstel is er sprake van een ko-
ii in (/invan een lief somwijlen aan
de verrichtingen of liever aan de fees
ten van het schuttersgild St. Joris
deel namen. En dat was geen wonder!
Het gilde wezen was vooral in Noord-
Brabant te zeer algemeen en te zeer
geliefd, dan dat ooit niet vrouwen er
belangstelling voor gekoesterd zouden
hebben. Het zal er vaak, volgens den
Hrabantschen aard. zoowel bij het vo
gel- of koningschieten. als bij de jaar-
lijksche teerdagen lustig genoeg zijn
toegegaan en de beker zal wel dikwijls
de rondte gemaakt hebben. I)e eeuwen
van 1400 tot 1800. inzonderheid liet
oudste tijdvak, waren vaak ondanks
vele rampen op het gebied van oorlog
voeren. watersnooden. branden en be
smettelijke ziekten tijden van gees
tige pret en vroolijke vermakelijkheden.
Uit de jóngere stukken van St. Joris
blijkt meer en meer. dat ook de vrouw
cchtgenoote, dochterzuster of he
in inde der gildebroeders bij liet gild
op gezette tijden hare rol speelde. Vol
gens sommige aanteekeningen werden
van 1725 tot omstreeks-1800 ook vrou
wen als giIdczustc>rs->aangenomenn.l.
de vrouwen der gildebroeders, hoewel
haar namen niet op de lijst der leden
voorkomen.
Over liet tijdvak van 1540 tot 1680
valt dus. gelijk wij zagen, niet veel
over het gild mede te deelen. Hiervoor,
vermeldde ik reeds de eedsforniulieren
van 26 Juli 1686 en 25 April 1688 voor
de gildebroeders. Uit dat van 1688
blijkt, dat toen het gild het volgende
86-tal leden telde:
W i 1 I e m Govaert s (koning),
A d r i a e n v a n Co u w e nb e r gh
(gesubstitueerde hopman i. E v m e r t
van den Hout. Ad r iaën XI-
c o l s vaandrager), B erna r d S y-
ni o n s H n 1 s li o' u t, J a n V e r h o e-
v e ïi. J a n B o o g h m a n s, O ,e r a r d
d e La e t. H e n d r i c k, M u 1 b r e c li t,
•I a n C o u w e n b e r g h J a c o b
•I a n s z M u 1 <1 e r s. J a n v a n L i e r,
R o e 1 a n d J a c o p s, N i c o 1 a e s
S i e li in a n s. .1 a n J o o s t e n v a n
d e n B r o e k. Hendri c k Hul s-
h o u tM i c h i e 1 B r o u w e r s. W i 1-
1 e in v a n L o o n. J a n H u y b erts z
v a n d e r 1' I a s. L ncas I, a n g e-
()p 18 Maart is te Eindhoven overleden
Mevr. de Wed. J. Gestel-KioaadUind.
De overledene werd geboren in 1823 te
(ioederee en bereikte den leeftijd van
102 jaar. Mevrouw Gestel was de
grootmoeder van den bekenden kunst
schilder Leo Gestel.
c r u v s, Bart h o 1 o m e u s S p o o r-
I) r o s s e r s. J a u v a n (1 er P 1 a s.
J a n B r o u w e rs. 1 o melis K e r-
m a n s. J a n B r oc ken. Cornel is
van O i r s c h o t, D i r c k Corn e-
lisz Verhoeven, Jan Wou
ters z K u y p e r s. O e r a r <1 F r a c-
k e r s. J a li P u 1 l e n s. A n t o n i e
van P e y u e n b u r g. Cornell s
in a li s, T li o in as Scha e y. Oor n e-
1 i s L a n ge c r u y s.
De oudste ledenlijst, die later zal ge
publiceerd worden, begint pas met het
jaar 1640 en loopt dan verder door tot
1875 of 1878: dat is dus iets zeer be
langrijks'. Vroeger is reeds gebleken,
dat bij St. Joris oudtijds de volgende
gilde-ambten voorkwamen -.hoofdlieden,
-ook genoemd hopliedendekens of
overliedenkoningen-, adjudanten en
gewone gildebroeders. Verder worden
nog genoemd: de alferus of vaandrig,
de chartermeester, de tamboer, de gil-
deknecht. De alferus, afgeleid van het
verouderde Fransche woord al fier,
moest, behalve het dragen van het
vaandel, later ook zorg dragen voor
eene zorgvuldige bewaring van de gil-
de pa pieren (charters de veroverde -ju
weel en, het vaandel, de trom en de
sjerpen, wat na 1804 door den char
termeester moest geschieden. De ko
ning bewaarde gewoonlijk een deel der
juweetèn (dë loopcnde juweelen).
Het spreekt vanzelf, dat de gilde
broeders in de oudste tijden in zulk
eene Rooinsche gemeente, als Waalwijk-
was. allen Roonisch-Katholiek wa
ren en dat de reglementen of gildewet-
ten op sommige punten ook een Room-
sehen geest ademden, wat vroeger al
is gebleken. Pas in den loop der 18-de
eeuw werden een drietal Hervormde
leden aangenomenS. v an Ge n n e p
(in 1740). Jan van der Hammen
(in 1700) en .1 a n I) a v i d W e r t li e r
(in 1700). die echter niet den voorge
schreven eed behoefden af te leggen,
maar slechts zulk eene verklaring,
welke niet streed niet hunne religie of
met de wetten van den KourcrainDat
gaf soms geharrewar met de Roomseh-
Katholieke geestelijken, van wie som
migen oversten van het gild waren en
dus krachtens hun dubbel ambt niet
weinig invloed konden uitoefenen op
de handelingen van het Sint-Jorisgild,
dat, zonder veel van de waarheid af te
wijken, eene zuiver Katholieke instel
ling kon genoemd worden. Hierachter
zullen wij zien. dat in 1801 de eed ge
heel verdween en voor eene eenvoudige
verklaring plaats maakte, waardoor
het oorspronkelijk Rooinsche cachet
wel eenigszins verloren ging. Men mee-
ne evenwel niet. dat de gildegenooten
zich daarvan al te veel zullen aange
trokken hebbenzij bleven op gezette
tijden met hunne medebroeders lustig
den boog of snaphaan hanteeren en
H.M. de Koningin in gezelschap van den heer Krelage, Burgemeester van
Heemstede, de heer van Doom. en Prinses Juliana, op de bloemententoon
stelling te Heemstede.
vroolijk feestvieren. Doch laten wjj niet
tc ver op onze schreden vooruitloopen
en liever de handelingen van het gild
naar tijdsorde meer geregeld vervol
gen.
In 1722 was de broederschap geves
tigd bij den herbergier Gerard de
Visser, die echter zelf geen lid er
van was. Daar.werd den 24 April van
dat jaar eene vergadering van de gil
debroeders gehouden, waarop tegen
woordig warenA d r i a e n v a n d e n
Ho eek (koning). Frans van den
H o u t (hopman), M i e h i e 1 B r o u-
w e r s (vaandrig), L a m b e r t P u 1-
I e n s. G e r a rd D r o s s e r s, F rans
B r o c k. A n t o n i e B.o o g h m a n s.
E y m b e r t d e J o n g li en W o u t e r
C o ii w e n b e v g li. die besloten voort -
aan een bedrag van één gulden te hef
fen van inkomende, uitgaandeen
trouwende leden, en eene som van 8
gulden van de weduwe of de erfgena
men van een te Waalwijk of in de naas
te omgeving (Besoijen, Baardwijk) ge
storven lid. en van één gulden voor een
verderaf overleden broeder. Dat ver
schil van drie en een gulden welk
bedrag doodschuld genoemd werd
vond zijn grond hierin, dat Waahvijk
sche. Besoijensche en Baardwijksche
overleden gildebroeders door hunne
medebroeders grafwaarts werden ge
dragen en verderafwonenden niet.
Over een tijdsverloop van bijna 25
jaren vinden wij nu omtrent Sint-Joris
niets van belang aangeteekend. wijl de
notulen over de IS-de eeuw zoo goed
als ontbreken, zoodat wij slechts aange
wezen zijn op eenige losse aanteekenin
gen. In 1766 schijnt overste van het
gild te-zijn geweest de Waalwijksche
pastoor-deken U r b a n u s V o e t die
met zijne fraaie hand deze resolutie in
het gildeboek inboekte: Op heden den
drie en twintigsten April 1766 is bij
ons ■ondergeschreven oversten, hoofd
man, kon ink, deekens en alpherus gort-
gevonden endc vevstaan, gelijk mij goed
vinden en verstaen mitsdesen, alvorens
da er toe gerraegt en gehad t de stem
men van alle endc igelyke gildebroe
ders, dat den gene der schutten, den-
welke volgens onse caarte den konink.r-
vogel zal afgeschoten hebben, zal vol
staat met eens te betaelen de som me
van een en twintigh guldens, en dat op
de feest van St. -I oris, in mid del ijk vol
gende naer den dagh van het schieten
des vogels, mitsgaders naer gewoonte
en out gebrugk van ecu schilde van ge
stage silver tot ver meerder i nge van
den breuk, en sulk.r tot voorkomingc
van alle verdere noodeloose kosten en
schadeAldus gedaen binnen Woel
wijk, dato als boven. (Geteekend)1' r-
banuK V o et. dWnnus et pastor in
Woelwijk, L a in b e r t u s van G e n c k,
als 'hopman, Antony van den
B 1 e r k. als koning, H e n d r i k u s
V e r in a e s. als, vendrik, Cornelis
v a li o r s e b. o» t. J a n Hoef n a -
gels. als deken. Gelijk wij vroeger
zagen, moest een nieuwe koning, vol
gens artikel 11 van de kaart van 1548
aan zijne medeschutten cenen hamei
en een ton bier schenken, en volgens
artikel 14 van de ordonnantie van 1548
drie gulden, waarvoor hij met zijne ko-
ninginne vrijen kost en vrij verteer had.
Bij bovenstaande acte van 28 April
1766 werd dat voortaan 21 gulden, ver
meerderd met een schild van geslagen
zilver
Inmiddels was het aloude voetboog
schuttersvaandel. dat misschien meer
dan een halve eeuw was gebruikt ge
worden. in zulk een desolaten toestand
gekomen, dat repareeren niet meer
hielp. Daarom besloot het bestuur van
St. Joris pogingen aan te wenden, om
in het bezit van een nieuw vaandel te
komen. Maar wijl de geldmiddelen van
de schutterij niet al te rooskleurig wa
ren, riep men, gedachtig aan de be
scherming. die de Heeren van Waal -
wijk door de eeuwen heen vaak had
den verleend, de hulp in van den Am
bachtsheer en ambachtsvrouw'Da-
v i d 31 a u rits Le Leu d e W i. 1-
li e m en zijne echtgenoote M. P. J.
baronesse Pi eek. Dat h?i<l het
gewenschte gevolg. De toenmalige ge
meente-secretaris van Waalwijk. An-
t o n i e H e er in a n s A n toni e-
zoon, handelende uit naam. van de
ambachtsvrouw!' (de ambachtsheer was
intusschen overleden), overhandigde
den 5 Juli 17(58 aan den hopni£ n L a m-
b e r t u s v a ii G e n k. den kof ling A n-
t o ji i e v a n d eii B le r k; fleii vaan
drig I f e n d r i k u s V e r m a e s en de
dekens Cornelis Pc y n e n b u r g
en J o h a n ti e s H o f m a n s een ge
heel nieuw en prachtig vaandel, dat hot
gemelde echtpaar had doen- vervaardi
gen. Uit dankbaarheid en tal een altijd
durende gedachtenis werd van dit tjul-
hartig present door het gilde-besluur
getrouwelijk in het gildebyek aantee-
kening gehouden. Het schijnt ei ;litev,
dat dit nieuwe vaandel tussch'^n de
jaren 1768 en 1700 veelvuldig w<*vd ge
bruikt of dat er een ongeluk uiee ge
beurde, want in laatst gen oen id jaar
1790 werd het, geheel gescheurd zijn
de, door de goede zorgen van den toen-
maligen ambachtsheer LouVs T h e o-
d o o r F o rentier d' O r ges her
steld en door zijn rentmeester G e ra r-
d u s Christie den 20 Januari we
der thuis bezorgd.
Waalwijk.
.1. van dhr Hammen 'Nicz.
Damprobleem No. 1.
C. H. Broekkamp.
Broeden, in onze vorige artikelen
hebben we gezien wat broedschheid
is. welke kippen we wel en welke we
niet te bro»H n moeten zetten en hoe
we de ditren vooraf moeten behan
delen, in ut veertien dagen, dat we
over deze stof eens hebben kunnen
mediteeren en met buurman Jan en
vriend Piet eens hebben kunnen spre
ken is er wat meer lentelucht en
lentewarmte gekomen. De natuur wordt, j
hoewel nog zoo nu en dan verrast
door een koude regen- of hagelbui,
zachter en de mogelijkheid, dat we in
onze kippenfarm een „kloek" aan
treffen wordt grooter. Nogmaals her
halen we „voor de middelzware
rassen zooals Barnevelders, Wyan-
dottes, Plymouth Rocks, Rhode Islands,
enz., is 't hoog tijd met de lichtere
rassen als Leghorns. Ancona's, Minor
ca's, Braekels, Hamburgers enzis
't een prachttijd om te beginnen". We
willen ons broednest alvast in orde
maken. Op de eerste plaats: waar?
Bij velen heerscht nog het ingewor
telde idee: hoe hooger, hoe beter.
In een afgesloten hoekje op zolder,
op 't schuurtje, op bijbouwke: meent
men 't dier een elderado te kunnen
scheppen Mis. heelemaal mis. Boven
op een hooitast, in een niet gebruikte
paardenruif of verlaten konijnenhok
dsn? Ook verkeerd In een kistje of
klein hokje in den stal of in het
achterhuis? Iets beter, doch nog niet
het ware. We weten op al die plaatsen
is meermalen met succes gebroed
Vijftien kuikens met vijftien eieren
worden in de pet van den hooiberg
gedragen, of achter kisten en planken
van 't zolder gevangen, doch de
ontelbare malen, dat 't misère was
met 't broeden op die droge plaatsen
worden niet geteld. Daar noemden
we juist de grootste fout De meesten
uwer broeden te droog, te onnatuur
lijk. We moeten bij 't broeden de
natuur van de in 't wild levende, of
vrij uitloopende kip navolgen. Deze
maakt haar nest plat tegen den grond.
Dit moet ook ons eerste eisch zijn.
Wit spoelt en wint.
Mooie Voo,rjaarsmantel
van zwart of leverkleurige wollen po-
peline, gegarneerd met mooi bijpassend
borduursel.
Benoodigd van 90 c.M. hreedc stof
ongeveer 4 Meter.
Een rustig plekje plat tegen den
grond in een hoekje waar niet veel
licht en vooral geen zon komt. Heb
ben we zoo'n hoekje gevonden, dan
de bodem, zoo hij uit los zand be
staat. eens terdege met water begieten,
zoodat hij goed vochtig is. Hebben
we geen plaatsje op den lossen grond
of is de grondslag heel droog, dan
gaan we naar ons bleekje en we
steken een 10 cM dikke vaste gras
zode van 40 x 40 cM oppervlakte.
Deze leggen we ten onderstboven op
de plaats waar we de kloek willen
zetten. Met de hand drukken we de
zode: wat aan er» maken we in het
midden daarvan een holte, die in het
midden niet doeper is dan goed 5 cM
onder den rand. Zoo de eieren er
maar in na ar 't midden rollen is al
voldoende Dus geen diepe kuil maken,
waarin de eieren over elkaar komen
te rollen en 't dier ongemaklijk zit.
Hebben we de zode of de natgegoten
grond z-oo bewerkt, dan plaatsen we
daarvoor twee steenen „op z'n plat"
om als r.and dienst te doen en leggen
een weinig hooi of goed gekneusd
stroo op de holte en 't nest is klaar
't Juist .-zoo maken, dat het juffrouw
kip naar den zin is, kunnen we toch
niet, ook zij weet, dat ze zit op het
nestje, zooals zij 't zelf geschud heeft
en daarom zal ze nog wel een kwar
tiertje in het broeibedje ronddraaien
eer alles naar haar zin -gespreid ligt.
Wat is nu 't voordeel van dit
vochtige op den grond gemaakte
nest? De jonge,kiem die zich in het
ei ontwikkelen moet. heeft vanaf den
eersten dag tot op 't moment dat ze
haar enge kluis verbreekt, vocht
noodig. Het weinige vocht in 't ei
aanwezig is spoedig verbruikt, te
spoediger, wanneer wij er niet voor
zorgen, dat van buiten af een te
snelle verdamping wordt voorkomen.
Staan de eieren gedurende 21 dagen
aan een hooge tevens droge tempera
tuur blootgesteld, zooals die heerscht
op zolders, onder de bloote pannen,
op hooibergen in schuren, enzdan
wordt daarenboven het eivlies, dat
vlak onder de eischaal zit, te droog
en hard als leer, met het gevolg dat
't vaak volwassen kuiken deze vlies
niet kan verbreken en op den 19en
of 20en dag een verstikkingsdood
sterft. Is 't broedproces daarentegen
voldoende vochtig geweest, dan zal
dat vlies zeer gemakkelijk scheuren en
't jonge kuiken zal niet de minste
moeite behoeven te doen om zich uit
het ei te werken.
Hebben we ons nestje klaar, be
strooid met een goed werkend luizen-
dood. zoo plaatsen we liefst bij avond
de kloek op 't nest op een paar
kunsteieren of een paar uitgeschouwde
broedeieren. Voor de zekerheid plaat
sen we een plank of een zak voor
den uitgang, zoodat 't dier in het
donker zit en het nest niet kan ver
laten. Minstens 24 uur laten we het
dier rustig zitten Doorstaat de dame
dien tijd kalm de broedproef, zoo
kunnen we deivvolgenden avond liefst
wederom bij avond, de eieren die als
proef dienden er onder uit nemen en
de broedeieren er onder plaatsen.
Welke eieren kunnen we te broeden
leggen Zoo we de broedeieren van
een vertrouwd degelijk adres betrek
ken kunnen we direct zien welke
eischen aan een stel broedeieren, wat
de uitwendige vorm betreft, te stellen
zijn. Men neme niet als broedeieren.
scheve, misvormde of ingedeukte
eieren, ook niet lange dunne ot korte
kogelronde eieren, evenmin eieren met
ruwe, zanderige schaal of met te glad
en blinkend omhulsel. Vooral geen
eieren met om de breedte loopende
verheven band Een goecf broedei
moet de gewone gave eivorm hebben,
een gave, doffe eischaal, die overal
ook aan de beide uiteinden van de
zelfde constructie is Afwasschen is
uit den booze De porieën, die de
lucht toegang moeten geven tot de
kiem, worden bij afwasschen en vooral
bij 't afdrogen verstopt Zn een weinig
vuil of mest op 't ei, dan kan dit het
best met een mesje daarvan worden
verwijderd Is afwasschen om de een
of andere reden bij een zeer waarde
vol ei noodzakelijk, dan niet afdrogen,
doch na wassching de eieren zoo in
't nest leggen.
Hoeveel eieien onder één dier?
Broeden we met lichte rassen dan
zeker niet meer dan 12 of 13 Hebben
we de beschikking over een Wyan
dotte, Red of Barnevelder, dan hoog
stens 14 of 15. Vele broedsels worden
bedorven door twee of drie eieren te
veel te leggen Om beurten komen
dan steeds enkele eieren de noodige
warmte te kort met 't gevolg dat het
heele broedsel mislukt of zoolang
vertraagd wordt dat de kuikens op
zeer ongeregelde lijden uitkomen.
Wenken voor deze week.
a Leg niet meer eieren onder de
kloek dan ze goed bezitten kan 12 a
13 bij lichte rassen. 14 a 15 bij
zware rassen.
b Plaats het eten voor de kloek
niet zoo dicht bij 't nest. dat het
dier er aan kan zonder van 't nest
te gaan Noodzaak de hen dagelijks
even van 't nest te komen.
c. Raap dagelijks de eieren uit de
legnest en stelt ze niet aan 't gevaar
bloot aangebroeid te worden Aan-
gebroede eieren gaan spoedig tot
bederf over.
d. Voer Uwe kuikens zeer matig.
Er sterven meer diertjes aan over
voeding dan van honger
cc///.
7///S