D£ ECHO VAN HET ZUIDEN MAANDAG Quick I-S.H.I.H. België z-aieruag ji npru \ycz> DERDE BLAD. „JEREMIAS". Eene grootsche vertooning te Waalwijk hi (Slot.)! Het 3e Bedrijf. Joakim was weggevoerd. Ook Jecoon- ja werd weggevoerd in ballingschap. Xu regeert Joakim's broer Sedekia. In het 4e jaar zijner regeering sloot deze koning een geheim verbond met meerdere vorsten (o.a. van Edon, Moab, Amnion,'enz.), om gezamenlijk liet Ba bylonische juk af te werpen. Men wachtte een gunstige gelegenheid daar toe af. In het 9e jaar van Sedekia's regeering meende men die gekomen doch toen was ook Xabuchodonosor van alles onderricht en reeds met een geducht leger in aantocht om de op roerlingen te straffen. Hij trok op naar Jerusalem, en sloeg het beleg om de stad. Jereniias werd door" den koning om raad gevraagd. De profeet had van den beginne af den opstand ontraden en antwoordde ook nu, dat men zich zonder uitstel zou onderwerpen en zich overgeven, want anders zou het geheele volk verdelgd worden. Doch zie: Xa buchodonosor moest het beleg opbre ken. om tegen een Egyptisch leger, dat in aantocht was, om de Joden te helpen, te strijden. Men lachte met de bedreigingen van den profeet. Doch deze zeide: „Het leger, dat uitgetogen is, om u te helpen, zal terngkeeren naar zijn land; de Clialdeën zullen weder komen en deze stad belegeren, en zij zullen haar innemen en met vuur ver branden". Jereniias haalde zich door zijne pro fetie den doodelijken haat van Sedekia en de grooten van Jerusalem op den hals. Op zekeren dag werd hij bij de poorten van Jerusalem aangehouden en beschuldigd, dat hij tot de Chaldeën wilde overloopen. De rechters deden liem geeselen en in een diepen kerker werpen. Zijne voorspelling ging in ver vulling. Xabuchodonosor versloeg het Egyptische leger en verscheen weder voor Jerusalem. Sedekia verzachtte toen dd gevangenschap van Jereniias; deze echter ging voort met den onder gang van Jerusalem te voorspellen, wanneer men de stad niet vrijwillig overgaf. Toen kregen de voornamen van Je rusalem van den koning verlof, Jere niias te dooden. Zij lieten hem in een regenput zakken en wilden hem in den modder doen stikken. Een kamerdie naar des konings echter redde hem nog bijtijds. (Hierop wordt in het spel alleen gezinspeeld). De nood in de stad was hoog ge klommen. Er heerschte gebrek aan levensmiddelen, er ontstond hongers nood; dagelijks stierven (le inwoners bij tientallen. De lijken bleven onbe graven liggen; toen kwam de vrese lijkste aller plagen, de pest. In het 11e jaar van Sedekia ver overden de Chaldeën de stad. De ko ning vluchtte, maar werd achterhaald en met zijne kinderen naar de stad lleblata gevoerd, waar Xabuchodonosor zich bevond. Hij werd onmensehei ijk. gestraft. Eerst werden zijne kinderen voor zijne oogen vermoord, en toen stak men hem de oogen uit, sloeg hem in boeien, en voerde hem naar Babyion, oin er in de gevangenis te sterven. Zoo werd de profetie van Ezechiel vervuld (in 'tstuk door .Jereniias aangehaald): „Ik zal hem voeren naar Babylon, in het land der Chaldeënhij zal het niet zien en er sterven". De inneming van Jerusalem had plaats in het jaar 588 vóór Christus De voornaamste inwo ners werden ter dood gebracht; alle kostbaarheden die nog in den tempel waren, werden geroofd; de muren dei- stad omver gehaald; en eindelijk de tempel en de geheele stad in brand ge stoken en tot den grond toe vernield. De tempel had sedert de inwijding door Salomon 415 jaren bestaan. Het derde bedrijf opent niet een dei- meest aangrijpende tafereelen van het geheele drama. Jereniias zegt tot Baruch „Ik zeg u, Baruch 't Woord dat geworden is tot mij [over stad en volk, zoo gij 't geschreven hebt in 't boek, zoo zult gij lezen voor de ooren van [het volk, en het zal niet hooren voor de prinsen en den koning, en ze zullen met beide handen de [tuitende ooren stoppen". Dan schildert Baruch (de heer van Engelen, die hier meesterlijk spel le vert) den diepen val der stad, al de el lenden, die er plaats grijpen; afgrij selijke tooneelen„zelfs moeders slaan van honger razend de hand aan 't eigen kind". Achtereenvolgens beschrijft hij den ondergang van de stad, van den tempel en van het land; om tel kens weer te eindigen met de vraag tot Jereniias: „Profeet, en zal ik 't lezen?" Ei» Jereniias antwoordt slechts: „De Heer zegt: Wat ik gebouwd heb, breek ik af; Wat ik geplant lieb, ruk ik uit!" Hier hebben we 't hoogetepunt van 't drama; om het spel van Baruch zou het alleen reeds de moeite waard zijn, dit stuk te gaan zien. wanneer .jereniias namen bevolen heeft, liet boek met de voorspellingen voor het volk te lezen, en er „niet één woord af te doen", komt Sedekia op, en vraagt waar Jereniias is. Wanneer hij ziet, dat Baruch de boekrol draagt, gebiedt hij hem te lezen. Maar Baruch antwoordt „Iloe zult gij 't hooren, hoe verdra- [gen ongeschokt, het is een woord des doods". Ja, zie: de Babel-reuzen liggen al vóór de stad; Jahve verlaat zijn volk. Jereniias wordt voorgeleid; hij werd gegrepen, terwijl hij langs de muren sloop, speurend naar 'n bres hier of daar om te ontkomen; zoo zegt althans de man, die hem gevangen nam. Hij profeteert „Hooi-, koning, Jahve stelt een uit- [weg u des levens of des doods. Naar Babel ga en leef. Blijft ge in dit doodshol (Jerusalem) Men laat hem niet uitsprekenMaar hij zegt verder: „Heer, Jerusalem is rijp voor [d' oogst". De stad zal leeg worden en dor. Daar is maar één middel voor den koning, wil hij nog gered worden: „Vlucht naar Xabuchodonosor, uw Heer, die voor de poorten staat"!... Och, Jereniias noemt zich zelf een „smartenman", omdat hij zoo'n ellen de en straf over Jerusalem moet voor spellen. Hij zou wenschen niet geboren te zijn, of in den schoot zijner moeder te zijn doodgebleven. „Zwijg" valt Se dekia in; hij antwoordt: „Ah zwijgen wilde ik, maar ik mag [niet zwijgen, Mij prangt de Heer en port te [spreken bittre doodsprofetie over zijn volk [en u". Hij tart Sedekia te strijden met het Babel-leger, zijn stad te verdedigen: „Maar Ik zal strijden tegen u, zegt [Jahve, Ik wend uw zwaard en voer mijn [held (Babel) in vinn en bloed tot mijne stad, mijn troon, [mijn tempel". Dan eischen allen den dood over Je reniias; slaven moeten hem wegvoeren in een èzelsput (zie boven). Maar het boek! Hoe staat het in het boek, dat Baruch draagt, en dat hij op bevel van Jereniias moest schrijven? Sedekia gebiedt Baruch te lezen. Deze begint met het Halma-lied, een vreug de-zang over den toekomstigen Ver losser, die uit eene Maagd zal geboren worden. Heeft Jereniias niets anders geprofeteert? O ja, hij gaat verder: daar zal een tijd komen, dat het rijk van Babel vernietigd zal worden Maar Jeremias heeft dan goed gepro feteert 't is een vreugdevolle tijding voor den koning. Deze beveelt reeds aan de slaven, den profeet terug te ha len. Doch Baruch gaat nog verder: „Ik zal u, Babel, slaan gelijk gij sloegt mijn stad. Bloed van Jeruzalem is op uw hoofd, Gij hebt Uw voet gebaad in bloed. Als een onteerde slavendeern ligt naakt berooid Jerusalem O stad, O stad, verwoest tot puin O tempel, afgebrand tot ascli Vlucht kinders, vlucht! Hij (de [vijand) komt! Hij komt! De doodsklaroenen daavren (klaroe- [nen klinken). De koning is zijn woede niet langer meester; het volkt stuift op; allen schreeuwen„liet boek in 't vuur, werp het in 'tvuur!" (Dit was het opschrift van het Derde Bedrijf„Het boek in 't vuur".) Maar nu de strafboden komen ze melden: de vijanden doen een storm aanval op de stad de tempel staat in brandde paleizen in brand. De ko ning kent zich zelf niet mèer; hij raast en tiert, om 'tboek nog uit 'tvuur te redden. Maar 'tis te laat! Als waan zinnig vlucht hij weg. Zoo eindigt dit Bedrijf. We krijgen nog een slot-zang en het slot-woord van Jeremias. Ik hoop u duidelijk te hebben ge maakt, dat „Jeremias" een stuk is van bijzondere kwaliteiten, 't: Heeft een buitengewoon sterke dramatiek, is over 't algemeen goed van compositie en heeft menig schoon fragment, ook wat taal en rytinne betreft. Mij rest nog u te wijzen op Bij- belsch perspectiefdat in een goed Bij bel-spel niet ontbreken mag. Was im mers veel van 't Oud Verbond niet een voorafbeelding van 't Nieuw, door Christus gesticht? Daarom moet ook in ons stuk op Christus, den Mes sias worden heengewezen, 't Geschiedt in elk bedrijf en zeer sterk 'in 't slot koor, waar 't Vleesch-geworden Woord, op 't kruis geslachtofferd, bezongen wordt. In het eerste Bedrijf zien we Jere niias zwijgend staan voor den koning en de valsche profeten, die hem bespot ten, zelfs slaan. Dan hooren we de vol gende dialoog: Daniël Jeremias, gij zwijgt? Jeremias Een lain, dat zwijgzaam is en dul- [dig zij, stelt Jahve tot getuigenis en spiegel. Daniël Ik zie liet Lam, dat zwijgt ten zoen geslagen en geslacht, het Lam, waarop in lang geduld tot alle maten zijn gevuld ik zwijgend hoop en wacht". Is het niet, of we Christus zelf zien: „het Lam Gods, stom voor zijne scheer ders?'?" In het 2e bedrijf geeft Jeremias de voorafbeelding van den Christus al dus aan „Ik zeg: Jeeoonja hoor! God zal zijn gratie doen aan slaaf verkochten prins, berooid van mantel en van kroon. Als Jozef in het verre land stapt hij aan Jahve's hand ten troon, en veilig... Zoo doe de Heer Zijn glorie hem als spiegel van den Davids-zoon, die komt in ballingschap..." In het 3e is Jeeoonja eveneens de voorafbeelding van Christus; Jeremias zegt „God zal zijn gratie doen aan dezen slaaf-verkochten prins, berooid van mantel en van kroon [beroofd Als Jozef in het verre land zit hij ten spiegel voor den Zoon, Die komt in ballingschap en dood en zitten zal in statie-mantel met glorie-kroon op zonne-troon". En in de slot-rei: „Als 't Vleesch-geworden Woord ge- slacht zal hangen buiten uwen muur en schroeien zal op 't hout in vuur... Jerusalem, Jerusalem, Dat is het woord, waarop ik wacht". En nu zullen we trachten dit alles in woord en gebaar voor u te vertol ken. Wat ge te zien en te hooren krijgt, aan tooneel, kleeding, in spel en mu ziek zal u een feest zijn voor oog en oor. Wel is 't goed, om zooveel mogelijk alles te begrijpen, dat ge deze artike len aandachtig overleest. Daarna hopen de spelers uw aandacht drie uren lang geboeid te houden. God moge hun pogen zegenen. L. B1JNEN Pr. PROVINCIAAL NIEUWS. Waalwijk, 10 April 1925 De aanstaande uitvoering van Men delsohn's nEliasu op 7 en 8 Mei as. le Waalwijk. 1. Een heerlijk genot staat het muzikaal publiek van Waalwijk en omgeving wederom te wachten Heeft Waalwijks Gemengde Zang- vereeniging door de achter ons liggende prachtige vertolkingen van Haydn's Jahreszeiienen mSchöpfungu bewe zen. dat zij veel presteert zoodat zij zeer zeker aanspraak mag maken op de erkentelijkheid en de sympathie van alle muziekliefhebbers, met het thans bestaande grootsche plan wil zij be wijzen, dat zij minstens op denzelfden voet wil blijven voortgaan. Deze uitvoering, we mogen dat ge rust voorspellen, zal wederom een belangrijke muzikale gebeurtenis voor Waalwijk en naaste omgeving worden. Met ongeduld zullen 7 en8Meia.s door zeer velen tegemoet gezien wor den en de groote zaal van den RK. Gildenbond zien we in onze verbeel ding weer tot aan den nok gevuld met belangstellenden. Want het is ook weer een heerlijk muziekproduct, deze schier onovertrefbare „Elias" Moge dit Oratorium al een gansch andere geest ademen dan de zooeven genoemde werken van Haydn, van het geheel stralen een innig-mooie beko ring en een hooge wijding uit, die het werk op talrijke plaatsen van een on vergelijkelijke schoonheid doen zijn en die niet nalaten kan, op de toehoor ders een niet te vergeten indruk achter te laten. Naar ik verneem, zal Waalwijks Gemengde Zangvereeniging de weer gave van dit schitterende werk op het zelfde peil laten staan als we dit de beide laatste jaren van haar gewend zijn. De begeleiding wordt aan een uit. nemend orkest toevertrouwd, terwijl wat de solisten aangaat, ik wel meen te mogen zeggen, dat we ditmaal „het neusje van de zalm" zullen krijgen. Vergis ik mij niet, dan zal de heer Max Kloos de Elias-partij zingen en dèt zegt wat. Deze groote kunstenaar, die door muziekkenners wordt ge noemd de opvolger van Messchaert, beschikt over een onvergelijkelijk mooi bariton-orgaan, dat hem, althans voor oratorium-vertolking, waarlijk onover trefbaar doet zijnMen zal later wel zien, dat dit niet overdreven is voor gesteld. Ook met de andere solisten heeft het Bestuur m.i. dit jaar een uitnemende keuze gedaan. (2den Paaschdag) 34548 Hij werd den 3en Februari 1809 te Hamburg geboren. Reeds in zijn kin derjaren bleek zijn groot muzikaal genie; hij had daarbij het vooarecht tot de rijkste en meest geziene fami- lies van Berlijn te behooren, zoodat aan zijn opleiding geen kosten werden gespaard en hij steeds in de gelegen heid gesteld werd, met personen van groote beteekenis, waaronder natuur lijk in de eerste plaats met de groote musici, in aanraking te komen. In 1819 zien we hem zanger worden aan de Academie voor vocale kunstreeds spoedig werd hier een compositie van hem uitgevoerd. Toen M, 15 jaar oud was, compo neerde hij reeds zijn 4e opera: „Die Hochzeit des Gamacho", welke enkele jaren later te Berlijn werd opgevoerd. In 1825 reisde hij met zijn vader naar Parijs, waar hij in aanraking kwam met den grooten Meester Cherubini. Hier was het, dat zijn muzikale oplei ding plaats vond. In 1829 tot dirigent benoemd aan de „Singer-academie te Berlijn, begon hij aldaar aan de in studeering van Bach's Matthaus Pas sion. Tal van onderscheidingen vielen M ten deelin 1842 verkreeg hij den titel van „Königlicher Preusischer Ge- neral-Musikdirector." Mendelssohn's composities zijn tal rijk zijn jeugdwerken behooren tot zijn geniaalste prestaties. We willen hier noemen zijn piano- en vioolkwartetten, en een octet voor strijkinstrumenten, voorts zijn talrijke ouvertures als Sommernachtstraum, Die Fingalshöhe, Melusine, e. a.zijn piano concerten en vooral ook zijn liederen (waaronder het bekende „Es ist bestiment in Gottes Rath'). Zijn grootste en belangrijkste werken waren Die Walpurgisnacht. Paulus en Elias. Mendelssohn was een bekwaam pianist en nam als zoodanig een waar dige plaats in naast de grooten van zijn tijd als Liszt, Clara Schumann, e a. Weinig kunstenaars hebben zoo veel eer van hun werk mogen hebben als hij. Door zijn groote ambitie en vlijt heeft hij echter zijn gezondheid bena deeld. Hij overleed in 1847, nog slechts 38 jaren oud te Leipzig en werd te Berlijn begraven. Een bronzen borstbeeld op een marmeren tafel, opgericht in zijn geboortehuis, bleef als herinnering aan den grooten genialen Meester. (Wordt vervolgd). Het aantal personen op de Kiezerslijst gebracht bedraagt voor onze gemeente 4543. Wij vestigen de aandacht der hondenliefhebbers op achterstaande advertentie, waarbij wordt medege deeld dat de inschrijving der Int. Hondententoonstelling op 26 April as. sluit op Woensdag 15 Apiil as. Met belangstelling vernemen wij dat de inschrijving voor boven genoemde tentoonstelling flink loopt. Behalve de bekende rassen als herders e.d zijn ook ingeschreven New-foun landers, Wippets, Maltheser-leeuwtjes Fransche herders, Barzois e.d., zoodat ook op dit gebied de tentoonstelling een succes belooft te worden. Zi die daarvoor in aanmerking komen doen dus goed. hun inschrijving zoo spoedig mogelijk in te zenden. Het H. Hart Comité in onze gemeente heeft besloten een fonds te vormen waaruit bestreden kunnen worden de kosten van onderhoud van het monument enz. Voor dit doel is in 't „Kerkklokje' een inschrijving geopend, die wi natuurlijk gaarne in ieders steun aan bevelen. Collecte. De opbrengst der collecte, ten be hoeve van de noodlijdende Neder landers in Duitschland bedraagt: f 52.75, f 35.58, f 116.83, Terrein Quick a. d. Watertoren. Ten zeerste erkentelijk mogen we dan ook zijn, aan de vereeniging en haren kranigen dirigent, voor de groot sche en schoone taak, die zij ook dit jaar weer op zich heeft genomen Alvorens het Oratorium te bespre ken, moge een korte levensbeschrijving voorafgaan van den grooten componist in voorm. Baardwijk in voorm Besoijen in voorm. Waalwijk dus in totaal f205 16, welk bedrag aan het Nederlandsch Steuncomité van den Nederlandschen Bond in Duitschland is opgezonden Onzen dank aan de vriendelijke collectrices voor hare daad van naastenliefde. Hel Sub.-Comité. Naar wij vernemen gaat Zuster Heupermann, hoofdverpleegster van 't Wit Gele Kruis alhier, onze gemeente verlaten om zich te Utrecht te vestigen Zeer zeker zullen velen Zuster Heupermann noode zien vertrekken daar zij als kraamverpleegster enz zeer gezien was. Ook had zij voor de totstandkoming van de R. K Kliniek zeer groote verdiensten en is aan haar ijverig streven voor een groot deel het drukke gebruik dat van deze weldadige instelling gemaakt wordt, te danken. In de- 1.1. Zondag te Tilburg gehouden vergadering der Alg. Werk meesters—vereeniging hield de heer Retschmeiër, werkzaam ter Koninklijke Stoomschoenenfabriek A. H. van Schijndel te Waalwijk, eene hoogst interessante verhandeling over „Om gekeerd werk", daarbij het gesprokene duidelijk demonstreerende met voor beelden en materialen voor dit doe door genoemde firma welwillend be schikbaar gesteld. Aan den heer R. en de firma werd door den Voorzitter hartelijk dank georacni. De tennisclub „Tioltib" heeft besloten eene nieuwe red-coverbaan aan te leggen, op het terrein van den heer Gragtmans. Er is eene nieuwe tennisclub op gericht, die eveneens eene red-cover baan zal aanleggen achter hotel Verwiel. Wij waren in de gelegenheid eens wat meer te zien van de groote zorgen, die besteed worden aan de s. uitvoeringen van „Jeremias o.m. het tooneel en de costumes. Wat hier wordt gegeven, is niet een uiting voor dilletantenwerk, maar is beroepstooneel ten volle waardig. Hier wordt opnieuw overtuigend bewezen, dat door samenwerking van kundige mannen op dit gebied iets bijzonders kan worden bereikt. Het tooneel zelf, geheel gehouden in den stijl van den tijd der verhande- 'ing, is ontworpen door den heer Valk en wordt uitgevoerd door de Eerw. Broeders het draag't een zeer bijzpnder cachet in velerlei opzicht. De costumes naar 't ontwerp van den heer H Wiegmans zijn stijlvol, en ook de kleuren-keuze van tooneel- decoratie en costumeering is buiten gewoon. De muziek der reien van den heer oh. Winnubst is passend en treffend en wordt door een speciaal hiervoor gevormd koor op bijzondere wijze vertolkt. Het vervelende wachten tusschen de bedrijven is geheel ondervangen, iet tooneel behoeft niet verwisseld te worden en toch zal het door een vernuftig idee, telkens een ander aspect opleveren. De duur van het dramatische blijspel zal met de reien plm. 3 uur zijn. Het spel zelf dat onder leiding van den eerw. heer Bijnen staat is schit terend verschillende spelers die we nog kennen van „Hirtacus", zullen thans hunne medewerking weer ver- leenen, terwijl eenige nieuwe en prima krachten zijn toegevoegdde rollen zijn uitstekend verdeeld en wat de eerw. leider met z'n jongens hier bereikt heeft, grens aan 't onbegrijpelijke, het spel actie en dictie is in elk op zicht af, zoodat hier alles bijeen, gesproken mag worden van een zeer bijzondere tooneeluitvoering, van een nog onuitgegeven werk van den be kenden priester-dichter kapelaan van Delft. Wij mogen het wel op prijs stellen dat hier kan worden bereikt geheel met Waalwijksche krachten, een uitvoering die ver zal staan boven het dilletantisme, waar tal van kunste naars hebben saamgewerkt om een dusdanige in elk opzicht verzorgde kunst-uitvoering te kunnen doen geven, ons te laten genieten van hetgeen goed en goed verzorgd tooneel zoo ruimschoots biedt. Wij vernemen voorts dat deze opvoeringen de belangstelling ook elders hebben getrokken, verschillende mannen van naam op kunstgebied, tal van journalisten ook der groote pers zullen deze uitvoeringen bijwonen en alom in den lande getuigenis afleggen van hetgeen hier in zoo klimmende wijze op tooneelgebied wordt bereikt. Zorgen wij allen daarvan getuigen te zijn en daardoor het groote en grootsche werk van kapelaan Bijnen en de tooneellisten moreel en finan cieel te steunen, want zooals begrij pelijk, zijn de kosten zeer, zeergroot. DE ELECTRICITEITSVOORZIENING VAN NOORDBRABANT. Uit het ouder bovenstaand opschrift ia Uw blad van 4 Ap.il 1925 opgeno men artikel van den Secretaris der Commissie uit de Noordbrabantsche Kamers van Koophandel tot onderzoek der electficlteltstarieven In Noordbra- bant, zou men de gevolgtrekking kun nen maken dat 1. dit artikel zou geschreven zijn met medeweten van de directie dor P.N.E.M. 2. de electriciteitsvoorzleolng ia Noordbrabant nog niet ver zou zijn doorgevoerd 3. de P.N.E.M, de inmenging der Kamers van Koophandel in hare be- drijfspolitiek wenschclijk zou achten en daarvan resultaat zou verwachten. Dat dit niet geheel juist is, moge blijken uit de volgende aanvullende inlichtingen; deze zullen den lezer on getwijfeld in staat snellen zich een precies beeld te vormen omtrent den stand der electriciteitsvoorziening in onze provincie. De 1g bedoeld artikel gegeven cijfers zijn grootendeels verouderd en voor wat betreft de rechtatreeksche aanslui ting op ons net van groot-afnemers, foutief aan ons verslag van 1923 ont leend. De stand van zaken i9 op het oogenblik als volgt. Van ds 163 gemeenten met in totaal 779.865 iowoners, zullen er weldra 124 met 721.365 inwoners zijn geëlectrlfi- ceerd. Er blijven dus nog 39 gemeenten met slechts 58,500 inwoners over, die niet zijn aangesloten. Uit het totaal aantal inwoners dezer laatste zal men al dadelijk begrijpen, dat dit de aller kleinste gemeenten zijo, waar uiteraard een gemeentelijk electrlciteltsbedrijf zonder fiaancleele offers niet tot renta biliteit is te brengen, niettegenstaande verschillende dezer plaatsjes in de nabijheid onzer kabels liggen. Van aan sluiting van nieuwe gemeenten valt derhalve voor de P.N.E.M. niet veel 4* en* iricnucidoviui-uur uiuiuy

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 9