D£ ECHO VAN HET ZUIDEN
MAANDAG
Quick I-S.H.I.H. België
z-aieruag ji npru \ycz>
DERDE BLAD.
„JEREMIAS".
Eene grootsche vertooning te Waalwijk
hi (Slot.)!
Het 3e Bedrijf.
Joakim was weggevoerd. Ook Jecoon-
ja werd weggevoerd in ballingschap.
Xu regeert Joakim's broer Sedekia.
In het 4e jaar zijner regeering sloot
deze koning een geheim verbond met
meerdere vorsten (o.a. van Edon, Moab,
Amnion,'enz.), om gezamenlijk liet Ba
bylonische juk af te werpen. Men
wachtte een gunstige gelegenheid daar
toe af. In het 9e jaar van Sedekia's
regeering meende men die gekomen
doch toen was ook Xabuchodonosor
van alles onderricht en reeds met een
geducht leger in aantocht om de op
roerlingen te straffen. Hij trok op naar
Jerusalem, en sloeg het beleg om de
stad.
Jereniias werd door" den koning om
raad gevraagd. De profeet had van
den beginne af den opstand ontraden
en antwoordde ook nu, dat men zich
zonder uitstel zou onderwerpen en zich
overgeven, want anders zou het geheele
volk verdelgd worden. Doch zie: Xa
buchodonosor moest het beleg opbre
ken. om tegen een Egyptisch leger,
dat in aantocht was, om de Joden te
helpen, te strijden. Men lachte met de
bedreigingen van den profeet. Doch
deze zeide: „Het leger, dat uitgetogen
is, om u te helpen, zal terngkeeren naar
zijn land; de Clialdeën zullen weder
komen en deze stad belegeren, en zij
zullen haar innemen en met vuur ver
branden".
Jereniias haalde zich door zijne pro
fetie den doodelijken haat van Sedekia
en de grooten van Jerusalem op den
hals. Op zekeren dag werd hij bij de
poorten van Jerusalem aangehouden
en beschuldigd, dat hij tot de Chaldeën
wilde overloopen. De rechters deden
liem geeselen en in een diepen kerker
werpen. Zijne voorspelling ging in ver
vulling. Xabuchodonosor versloeg het
Egyptische leger en verscheen weder
voor Jerusalem. Sedekia verzachtte
toen dd gevangenschap van Jereniias;
deze echter ging voort met den onder
gang van Jerusalem te voorspellen,
wanneer men de stad niet vrijwillig
overgaf.
Toen kregen de voornamen van Je
rusalem van den koning verlof, Jere
niias te dooden. Zij lieten hem in een
regenput zakken en wilden hem in den
modder doen stikken. Een kamerdie
naar des konings echter redde hem
nog bijtijds. (Hierop wordt in het spel
alleen gezinspeeld).
De nood in de stad was hoog ge
klommen. Er heerschte gebrek aan
levensmiddelen, er ontstond hongers
nood; dagelijks stierven (le inwoners
bij tientallen. De lijken bleven onbe
graven liggen; toen kwam de vrese
lijkste aller plagen, de pest.
In het 11e jaar van Sedekia ver
overden de Chaldeën de stad. De ko
ning vluchtte, maar werd achterhaald
en met zijne kinderen naar de stad
lleblata gevoerd, waar Xabuchodonosor
zich bevond. Hij werd onmensehei ijk.
gestraft. Eerst werden zijne kinderen
voor zijne oogen vermoord, en toen
stak men hem de oogen uit, sloeg hem
in boeien, en voerde hem naar Babyion,
oin er in de gevangenis te sterven. Zoo
werd de profetie van Ezechiel vervuld
(in 'tstuk door .Jereniias aangehaald):
„Ik zal hem voeren naar Babylon, in
het land der Chaldeënhij zal het niet
zien en er sterven".
De inneming van Jerusalem had
plaats in het jaar 588 vóór
Christus De voornaamste inwo
ners werden ter dood gebracht; alle
kostbaarheden die nog in den tempel
waren, werden geroofd; de muren dei-
stad omver gehaald; en eindelijk de
tempel en de geheele stad in brand ge
stoken en tot den grond toe vernield.
De tempel had sedert de inwijding door
Salomon 415 jaren bestaan.
Het derde bedrijf opent niet een dei-
meest aangrijpende tafereelen van het
geheele drama.
Jereniias zegt tot Baruch
„Ik zeg u, Baruch
't Woord dat geworden is tot mij
[over stad en volk,
zoo gij 't geschreven hebt in 't boek,
zoo zult gij lezen voor de ooren van
[het volk,
en het zal niet hooren
voor de prinsen en den koning,
en ze zullen met beide handen de
[tuitende ooren stoppen".
Dan schildert Baruch (de heer van
Engelen, die hier meesterlijk spel le
vert) den diepen val der stad, al de el
lenden, die er plaats grijpen; afgrij
selijke tooneelen„zelfs moeders slaan
van honger razend de hand aan 't eigen
kind". Achtereenvolgens beschrijft
hij den ondergang van de stad, van
den tempel en van het land; om tel
kens weer te eindigen met de vraag tot
Jereniias: „Profeet, en zal ik 't lezen?"
Ei» Jereniias antwoordt slechts:
„De Heer zegt:
Wat ik gebouwd heb, breek ik af;
Wat ik geplant lieb, ruk ik uit!"
Hier hebben we 't hoogetepunt van
't drama; om het spel van Baruch zou
het alleen reeds de moeite waard zijn,
dit stuk te gaan zien.
wanneer .jereniias namen bevolen
heeft, liet boek met de voorspellingen
voor het volk te lezen, en er „niet één
woord af te doen", komt Sedekia op,
en vraagt waar Jereniias is. Wanneer
hij ziet, dat Baruch de boekrol draagt,
gebiedt hij hem te lezen. Maar Baruch
antwoordt
„Iloe zult gij 't hooren, hoe verdra-
[gen ongeschokt,
het is een woord des doods".
Ja, zie: de Babel-reuzen liggen al
vóór de stad; Jahve verlaat zijn volk.
Jereniias wordt voorgeleid; hij werd
gegrepen, terwijl hij langs de muren
sloop, speurend naar 'n bres hier of
daar om te ontkomen; zoo zegt althans
de man, die hem gevangen nam.
Hij profeteert
„Hooi-, koning, Jahve stelt een uit-
[weg u
des levens of des doods. Naar
Babel ga
en leef. Blijft ge in dit doodshol
(Jerusalem)
Men laat hem niet uitsprekenMaar
hij zegt verder:
„Heer, Jerusalem is rijp voor
[d' oogst".
De stad zal leeg worden en dor. Daar
is maar één middel voor den koning,
wil hij nog gered worden:
„Vlucht naar Xabuchodonosor, uw
Heer,
die voor de poorten staat"!...
Och, Jereniias noemt zich zelf een
„smartenman", omdat hij zoo'n ellen
de en straf over Jerusalem moet voor
spellen. Hij zou wenschen niet geboren
te zijn, of in den schoot zijner moeder
te zijn doodgebleven. „Zwijg" valt Se
dekia in; hij antwoordt:
„Ah zwijgen wilde ik, maar ik mag
[niet zwijgen,
Mij prangt de Heer en port te
[spreken
bittre doodsprofetie over zijn volk
[en u".
Hij tart Sedekia te strijden met het
Babel-leger, zijn stad te verdedigen:
„Maar Ik zal strijden tegen u, zegt
[Jahve,
Ik wend uw zwaard en voer mijn
[held (Babel) in vinn
en bloed tot mijne stad, mijn troon,
[mijn tempel".
Dan eischen allen den dood over Je
reniias; slaven moeten hem wegvoeren
in een èzelsput (zie boven).
Maar het boek! Hoe staat het in het
boek, dat Baruch draagt, en dat hij
op bevel van Jereniias moest schrijven?
Sedekia gebiedt Baruch te lezen. Deze
begint met het Halma-lied, een vreug
de-zang over den toekomstigen Ver
losser, die uit eene Maagd zal geboren
worden. Heeft Jereniias niets anders
geprofeteert? O ja, hij gaat verder:
daar zal een tijd komen, dat het rijk
van Babel vernietigd zal worden
Maar Jeremias heeft dan goed gepro
feteert 't is een vreugdevolle tijding
voor den koning. Deze beveelt reeds
aan de slaven, den profeet terug te ha
len. Doch Baruch gaat nog verder:
„Ik zal u, Babel, slaan
gelijk gij sloegt mijn stad.
Bloed van Jeruzalem is op uw hoofd,
Gij hebt Uw voet gebaad in bloed.
Als een onteerde slavendeern
ligt naakt berooid Jerusalem
O stad, O stad, verwoest tot puin
O tempel, afgebrand tot ascli
Vlucht kinders, vlucht! Hij (de
[vijand) komt! Hij komt!
De doodsklaroenen daavren (klaroe-
[nen klinken).
De koning is zijn woede niet langer
meester; het volkt stuift op; allen
schreeuwen„liet boek in 't vuur, werp
het in 'tvuur!" (Dit was het opschrift
van het Derde Bedrijf„Het boek in
't vuur".)
Maar nu de strafboden komen ze
melden: de vijanden doen een storm
aanval op de stad de tempel staat in
brandde paleizen in brand. De ko
ning kent zich zelf niet mèer; hij raast
en tiert, om 'tboek nog uit 'tvuur te
redden. Maar 'tis te laat! Als waan
zinnig vlucht hij weg.
Zoo eindigt dit Bedrijf. We krijgen
nog een slot-zang en het slot-woord
van Jeremias.
Ik hoop u duidelijk te hebben ge
maakt, dat „Jeremias" een stuk is
van bijzondere kwaliteiten, 't: Heeft een
buitengewoon sterke dramatiek, is
over 't algemeen goed van compositie
en heeft menig schoon fragment, ook
wat taal en rytinne betreft.
Mij rest nog u te wijzen op Bij-
belsch perspectiefdat in een goed Bij
bel-spel niet ontbreken mag. Was im
mers veel van 't Oud Verbond niet een
voorafbeelding van 't Nieuw, door
Christus gesticht? Daarom moet
ook in ons stuk op Christus, den Mes
sias worden heengewezen, 't Geschiedt
in elk bedrijf en zeer sterk 'in 't slot
koor, waar 't Vleesch-geworden Woord,
op 't kruis geslachtofferd, bezongen
wordt.
In het eerste Bedrijf zien we Jere
niias zwijgend staan voor den koning
en de valsche profeten, die hem bespot
ten, zelfs slaan. Dan hooren we de vol
gende dialoog:
Daniël
Jeremias, gij zwijgt?
Jeremias
Een lain, dat zwijgzaam is en dul-
[dig zij,
stelt Jahve tot getuigenis en spiegel.
Daniël
Ik zie liet Lam, dat zwijgt ten zoen
geslagen en geslacht,
het Lam, waarop in lang geduld
tot alle maten zijn gevuld
ik zwijgend hoop en wacht".
Is het niet, of we Christus zelf zien:
„het Lam Gods, stom voor zijne scheer
ders?'?"
In het 2e bedrijf geeft Jeremias de
voorafbeelding van den Christus al
dus aan
„Ik zeg: Jeeoonja hoor!
God zal zijn gratie doen
aan slaaf verkochten prins,
berooid van mantel en van kroon.
Als Jozef in het verre land
stapt hij aan Jahve's hand
ten troon, en veilig...
Zoo doe de Heer Zijn glorie hem
als spiegel van den Davids-zoon,
die komt in ballingschap..."
In het 3e is Jeeoonja eveneens de
voorafbeelding van Christus; Jeremias
zegt
„God zal zijn gratie doen
aan dezen slaaf-verkochten prins,
berooid van mantel en van kroon
[beroofd
Als Jozef in het verre land
zit hij ten spiegel voor den Zoon,
Die komt in ballingschap en dood
en zitten zal in statie-mantel
met glorie-kroon op zonne-troon".
En in de slot-rei:
„Als 't Vleesch-geworden Woord ge-
slacht
zal hangen buiten uwen muur
en schroeien zal op 't hout in vuur...
Jerusalem, Jerusalem,
Dat is het woord, waarop ik wacht".
En nu zullen we trachten dit alles
in woord en gebaar voor u te vertol
ken. Wat ge te zien en te hooren krijgt,
aan tooneel, kleeding, in spel en mu
ziek zal u een feest zijn voor oog en
oor. Wel is 't goed, om zooveel mogelijk
alles te begrijpen, dat ge deze artike
len aandachtig overleest. Daarna
hopen de spelers uw aandacht drie
uren lang geboeid te houden. God moge
hun pogen zegenen.
L. B1JNEN Pr.
PROVINCIAAL NIEUWS.
Waalwijk, 10 April 1925
De aanstaande uitvoering van Men
delsohn's nEliasu op 7 en 8 Mei as.
le Waalwijk.
1.
Een heerlijk genot staat het muzikaal
publiek van Waalwijk en omgeving
wederom te wachten
Heeft Waalwijks Gemengde Zang-
vereeniging door de achter ons liggende
prachtige vertolkingen van Haydn's
Jahreszeiienen mSchöpfungu bewe
zen. dat zij veel presteert zoodat zij
zeer zeker aanspraak mag maken op
de erkentelijkheid en de sympathie van
alle muziekliefhebbers, met het thans
bestaande grootsche plan wil zij be
wijzen, dat zij minstens op denzelfden
voet wil blijven voortgaan.
Deze uitvoering, we mogen dat ge
rust voorspellen, zal wederom een
belangrijke muzikale gebeurtenis voor
Waalwijk en naaste omgeving worden.
Met ongeduld zullen 7 en8Meia.s
door zeer velen tegemoet gezien wor
den en de groote zaal van den RK.
Gildenbond zien we in onze verbeel
ding weer tot aan den nok gevuld met
belangstellenden. Want het is ook weer
een heerlijk muziekproduct, deze schier
onovertrefbare „Elias"
Moge dit Oratorium al een gansch
andere geest ademen dan de zooeven
genoemde werken van Haydn, van het
geheel stralen een innig-mooie beko
ring en een hooge wijding uit, die het
werk op talrijke plaatsen van een on
vergelijkelijke schoonheid doen zijn en
die niet nalaten kan, op de toehoor
ders een niet te vergeten indruk achter
te laten.
Naar ik verneem, zal Waalwijks
Gemengde Zangvereeniging de weer
gave van dit schitterende werk op het
zelfde peil laten staan als we dit de
beide laatste jaren van haar gewend
zijn.
De begeleiding wordt aan een uit.
nemend orkest toevertrouwd, terwijl
wat de solisten aangaat, ik wel meen
te mogen zeggen, dat we ditmaal „het
neusje van de zalm" zullen krijgen.
Vergis ik mij niet, dan zal de heer
Max Kloos de Elias-partij zingen en
dèt zegt wat. Deze groote kunstenaar,
die door muziekkenners wordt ge
noemd de opvolger van Messchaert,
beschikt over een onvergelijkelijk mooi
bariton-orgaan, dat hem, althans voor
oratorium-vertolking, waarlijk onover
trefbaar doet zijnMen zal later wel
zien, dat dit niet overdreven is voor
gesteld. Ook met de andere solisten
heeft het Bestuur m.i. dit jaar een
uitnemende keuze gedaan.
(2den Paaschdag) 34548
Hij werd den 3en Februari 1809 te
Hamburg geboren. Reeds in zijn kin
derjaren bleek zijn groot muzikaal
genie; hij had daarbij het vooarecht
tot de rijkste en meest geziene fami-
lies van Berlijn te behooren, zoodat
aan zijn opleiding geen kosten werden
gespaard en hij steeds in de gelegen
heid gesteld werd, met personen van
groote beteekenis, waaronder natuur
lijk in de eerste plaats met de groote
musici, in aanraking te komen. In
1819 zien we hem zanger worden aan
de Academie voor vocale kunstreeds
spoedig werd hier een compositie
van hem uitgevoerd.
Toen M, 15 jaar oud was, compo
neerde hij reeds zijn 4e opera: „Die
Hochzeit des Gamacho", welke enkele
jaren later te Berlijn werd opgevoerd.
In 1825 reisde hij met zijn vader naar
Parijs, waar hij in aanraking kwam
met den grooten Meester Cherubini.
Hier was het, dat zijn muzikale oplei
ding plaats vond. In 1829 tot dirigent
benoemd aan de „Singer-academie te
Berlijn, begon hij aldaar aan de in
studeering van Bach's Matthaus Pas
sion.
Tal van onderscheidingen vielen M
ten deelin 1842 verkreeg hij den
titel van „Königlicher Preusischer Ge-
neral-Musikdirector."
Mendelssohn's composities zijn tal
rijk zijn jeugdwerken behooren tot
zijn geniaalste prestaties.
We willen hier noemen zijn piano-
en vioolkwartetten, en een octet voor
strijkinstrumenten, voorts zijn talrijke
ouvertures als Sommernachtstraum, Die
Fingalshöhe, Melusine, e. a.zijn
piano concerten en vooral ook zijn
liederen (waaronder het bekende „Es
ist bestiment in Gottes Rath'). Zijn
grootste en belangrijkste werken waren
Die Walpurgisnacht. Paulus en Elias.
Mendelssohn was een bekwaam
pianist en nam als zoodanig een waar
dige plaats in naast de grooten van
zijn tijd als Liszt, Clara Schumann,
e a. Weinig kunstenaars hebben zoo
veel eer van hun werk mogen hebben
als hij.
Door zijn groote ambitie en vlijt
heeft hij echter zijn gezondheid bena
deeld. Hij overleed in 1847, nog slechts
38 jaren oud te Leipzig en werd te
Berlijn begraven.
Een bronzen borstbeeld op een
marmeren tafel, opgericht in zijn
geboortehuis, bleef als herinnering aan
den grooten genialen Meester.
(Wordt vervolgd).
Het aantal personen op de
Kiezerslijst gebracht bedraagt voor
onze gemeente 4543.
Wij vestigen de aandacht der
hondenliefhebbers op achterstaande
advertentie, waarbij wordt medege
deeld dat de inschrijving der Int.
Hondententoonstelling op 26 April as.
sluit op Woensdag 15 Apiil as.
Met belangstelling vernemen wij
dat de inschrijving voor boven
genoemde tentoonstelling flink loopt.
Behalve de bekende rassen als herders
e.d zijn ook ingeschreven New-foun
landers, Wippets, Maltheser-leeuwtjes
Fransche herders, Barzois e.d., zoodat
ook op dit gebied de tentoonstelling
een succes belooft te worden. Zi
die daarvoor in aanmerking komen
doen dus goed. hun inschrijving zoo
spoedig mogelijk in te zenden.
Het H. Hart Comité in onze
gemeente heeft besloten een fonds te
vormen waaruit bestreden kunnen
worden de kosten van onderhoud van
het monument enz.
Voor dit doel is in 't „Kerkklokje'
een inschrijving geopend, die wi
natuurlijk gaarne in ieders steun aan
bevelen.
Collecte.
De opbrengst der collecte, ten be
hoeve van de noodlijdende Neder
landers in Duitschland bedraagt:
f 52.75,
f 35.58,
f 116.83,
Terrein Quick a. d. Watertoren.
Ten zeerste erkentelijk mogen we
dan ook zijn, aan de vereeniging en
haren kranigen dirigent, voor de groot
sche en schoone taak, die zij ook dit
jaar weer op zich heeft genomen
Alvorens het Oratorium te bespre
ken, moge een korte levensbeschrijving
voorafgaan van den grooten componist
in voorm. Baardwijk
in voorm Besoijen
in voorm. Waalwijk
dus in totaal f205 16,
welk bedrag aan het Nederlandsch
Steuncomité van den Nederlandschen
Bond in Duitschland is opgezonden
Onzen dank aan de vriendelijke
collectrices voor hare daad van
naastenliefde.
Hel Sub.-Comité.
Naar wij vernemen gaat Zuster
Heupermann, hoofdverpleegster van 't
Wit Gele Kruis alhier, onze gemeente
verlaten om zich te Utrecht te vestigen
Zeer zeker zullen velen Zuster
Heupermann noode zien vertrekken
daar zij als kraamverpleegster enz
zeer gezien was. Ook had zij voor
de totstandkoming van de R. K
Kliniek zeer groote verdiensten en
is aan haar ijverig streven voor een
groot deel het drukke gebruik dat
van deze weldadige instelling gemaakt
wordt, te danken.
In de- 1.1. Zondag te Tilburg
gehouden vergadering der Alg. Werk
meesters—vereeniging hield de heer
Retschmeiër, werkzaam ter Koninklijke
Stoomschoenenfabriek A. H. van
Schijndel te Waalwijk, eene hoogst
interessante verhandeling over „Om
gekeerd werk", daarbij het gesprokene
duidelijk demonstreerende met voor
beelden en materialen voor dit doe
door genoemde firma welwillend be
schikbaar gesteld.
Aan den heer R. en de firma werd
door den Voorzitter hartelijk dank
georacni.
De tennisclub „Tioltib" heeft
besloten eene nieuwe red-coverbaan
aan te leggen, op het terrein van den
heer Gragtmans.
Er is eene nieuwe tennisclub op
gericht, die eveneens eene red-cover
baan zal aanleggen achter hotel Verwiel.
Wij waren in de gelegenheid
eens wat meer te zien van de groote
zorgen, die besteed worden aan de
s. uitvoeringen van „Jeremias o.m.
het tooneel en de costumes.
Wat hier wordt gegeven, is niet een
uiting voor dilletantenwerk, maar is
beroepstooneel ten volle waardig. Hier
wordt opnieuw overtuigend bewezen,
dat door samenwerking van kundige
mannen op dit gebied iets bijzonders
kan worden bereikt.
Het tooneel zelf, geheel gehouden
in den stijl van den tijd der verhande-
'ing, is ontworpen door den heer Valk
en wordt uitgevoerd door de Eerw.
Broeders het draag't een zeer bijzpnder
cachet in velerlei opzicht.
De costumes naar 't ontwerp van
den heer H Wiegmans zijn stijlvol,
en ook de kleuren-keuze van tooneel-
decoratie en costumeering is buiten
gewoon.
De muziek der reien van den heer
oh. Winnubst is passend en treffend
en wordt door een speciaal hiervoor
gevormd koor op bijzondere wijze
vertolkt.
Het vervelende wachten tusschen
de bedrijven is geheel ondervangen,
iet tooneel behoeft niet verwisseld
te worden en toch zal het door een
vernuftig idee, telkens een ander
aspect opleveren. De duur van het
dramatische blijspel zal met de reien
plm. 3 uur zijn.
Het spel zelf dat onder leiding van
den eerw. heer Bijnen staat is schit
terend verschillende spelers die we
nog kennen van „Hirtacus", zullen
thans hunne medewerking weer ver-
leenen, terwijl eenige nieuwe en prima
krachten zijn toegevoegdde rollen
zijn uitstekend verdeeld en wat de eerw.
leider met z'n jongens hier bereikt
heeft, grens aan 't onbegrijpelijke, het
spel actie en dictie is in elk op
zicht af, zoodat hier alles bijeen,
gesproken mag worden van een zeer
bijzondere tooneeluitvoering, van een
nog onuitgegeven werk van den be
kenden priester-dichter kapelaan van
Delft. Wij mogen het wel op prijs
stellen dat hier kan worden bereikt
geheel met Waalwijksche krachten,
een uitvoering die ver zal staan boven
het dilletantisme, waar tal van kunste
naars hebben saamgewerkt om een
dusdanige in elk opzicht verzorgde
kunst-uitvoering te kunnen doen geven,
ons te laten genieten van hetgeen
goed en goed verzorgd tooneel zoo
ruimschoots biedt.
Wij vernemen voorts dat deze
opvoeringen de belangstelling ook
elders hebben getrokken, verschillende
mannen van naam op kunstgebied,
tal van journalisten ook der groote
pers zullen deze uitvoeringen bijwonen
en alom in den lande getuigenis
afleggen van hetgeen hier in zoo
klimmende wijze op tooneelgebied
wordt bereikt.
Zorgen wij allen daarvan getuigen
te zijn en daardoor het groote en
grootsche werk van kapelaan Bijnen
en de tooneellisten moreel en finan
cieel te steunen, want zooals begrij
pelijk, zijn de kosten zeer, zeergroot.
DE ELECTRICITEITSVOORZIENING
VAN NOORDBRABANT.
Uit het ouder bovenstaand opschrift
ia Uw blad van 4 Ap.il 1925 opgeno
men artikel van den Secretaris der
Commissie uit de Noordbrabantsche
Kamers van Koophandel tot onderzoek
der electficlteltstarieven In Noordbra-
bant, zou men de gevolgtrekking kun
nen maken dat
1. dit artikel zou geschreven zijn
met medeweten van de directie dor
P.N.E.M.
2. de electriciteitsvoorzleolng ia
Noordbrabant nog niet ver zou zijn
doorgevoerd
3. de P.N.E.M, de inmenging der
Kamers van Koophandel in hare be-
drijfspolitiek wenschclijk zou achten en
daarvan resultaat zou verwachten.
Dat dit niet geheel juist is, moge
blijken uit de volgende aanvullende
inlichtingen; deze zullen den lezer on
getwijfeld in staat snellen zich een
precies beeld te vormen omtrent den
stand der electriciteitsvoorziening in
onze provincie.
De 1g bedoeld artikel gegeven cijfers
zijn grootendeels verouderd en voor
wat betreft de rechtatreeksche aanslui
ting op ons net van groot-afnemers,
foutief aan ons verslag van 1923 ont
leend. De stand van zaken i9 op het
oogenblik als volgt.
Van ds 163 gemeenten met in totaal
779.865 iowoners, zullen er weldra 124
met 721.365 inwoners zijn geëlectrlfi-
ceerd. Er blijven dus nog 39 gemeenten
met slechts 58,500 inwoners over, die
niet zijn aangesloten. Uit het totaal
aantal inwoners dezer laatste zal men
al dadelijk begrijpen, dat dit de aller
kleinste gemeenten zijo, waar uiteraard
een gemeentelijk electrlciteltsbedrijf
zonder fiaancleele offers niet tot renta
biliteit is te brengen, niettegenstaande
verschillende dezer plaatsjes in de
nabijheid onzer kabels liggen. Van aan
sluiting van nieuwe gemeenten valt
derhalve voor de P.N.E.M. niet veel
4*
en* iricnucidoviui-uur uiuiuy