Vrouwen en
Voorzitter. Het was ook mijne be
doeling om de notulen direct na de
beëediging voor te laten lezen, maar
toen kwam de heer Jansen met zijn
motie.
Ik verzoek den Secretaris de notulen
der vorige vergadering te willen voor
lezen.
Onder liet voorlezen zegt de heer
Sassen iets, waarop de Voorzitter zegt
Het behoort tot de eerste elemen
taire beginselen van de wellevendheid
om tijdens het voorlezen van de
notulen zijn mond dicht te houden.
Zelfs ambtenaren, mijnheer Sassen,
doen zulks.
Sassen, ja
Voorzitter. Hamerend. Ik verzoek U
te zwijgen.
Sassen. Zeg vriendje
Voorzitter. Óp dergelijke vriendschap
ben ik niet gesteld.
Sassen. Zeker, vriend. U moet in
Voorzitter. U behoeft me zoo niet
aan te spreken, want ik ben werkelijk
niet op zulk een vriendschap gesteld.
Sassen. Dat weet ik wel, was het
maar anders voor de gemeente.
Hierna worden de notulen voor
gelezen.
De heer Segeren merkt op in een
vorige vergadering de opmerking te
hebben gemaakt dat Heemstede in
denzelfden geest moest worden behan
deld als Sprang-Capelle. Dat staat
er niet in en dat is een beetje laks
heid van den Secretaris.
De voorzitter *egt dat in de voor
laatste vergadering daarover is ge
sproken en in de notulen van die
vergadering is de opmerking wel
terdege opgenomen. Bovendien moet
men in aanmerking nemen dat de
notulen maar een korte beschouwing
zijn van het verhandelde.
In de notulen staat ook heel duidelijk
dat het adres voor kennisgeving is
aangenomen. Is het nu van zoo'n
belang om dit alsnog in de notulen
op te nemen.
Segeren. De Secretaris kan van
meening zijn dat het niet noodig is
om het in de notulen op te nemen,
ik ben van meening dat het wel van
belang is.
Voorzitter. U moet het niet doen
voorkomen alsof het een tekortkoming
is van den Secretaris
Segeren. Maar geregeld blijven mijn
gezegden uit de notulen. Ik heb gezegd
dat men voor Heemstede 't zelfde
moest doen als we voor Sprang-
Capelle hebben gedaan. Ik ben voor
de konsekwentie.
Door den Secretaris wordt een
gedeelte van de notulen der voor
gaande vergaderingen gelezen.
Voorzitter. Hoort u dat reeds toen
aan uw bezwaar is tegemoet gekomen.
Segeren. U kan het nu toch nog
wel eens in de notulen opnemen, dat
is toch zeker zoo erg niet.
Voorzitter. Dat gaat toch niet om
iets in de notulen op te nemen als
daarover niet is gesproken.
Sassen. Ik had buikpijn toen ik een
vorige vergadering de zaal verliet en
in de notulen staat dat ik onwel was.
Segeren Zet dat in de notulen, dan
kan -men over 50 jaar nog zien dat
de heer Sassen ook eens buikpijn
heeft gehad.
Voorzitter. Moet dat in de notulen
van deze vergadering worden opgeno
men.
Sassen. Zeker, dat mag toch wel.
Segeren. Gerust mag dat, schrijf op
Secretaris.
Jansen. Publiek hiernaast het huis
koopen van den broer van Allard.
Voorzitter. Dat is niet aan de orde.
Jansen. Dat weet ik wel maar ik
hei) nu gezegd wat ik te zeggen had.
Voorzitter. We zullen de notulen
zoo aanvullen.
2. Mededeeling procesverbaal kas
opname van den Gemeente ontvanger,
eerste kwartaal 1925.
Jansen. Pardon, eerst komt mijn
motie nog.
Voorzitter. Dat is nu niet aan de
orde, daar kunt u straks mee komen
bij de rondvraag
3. Aanvragen terrein, door L van
Boekei en C. Jansen.
Van den heer Jansen is een verzoek
ingekomen om alsnog een 100 M2.
grond bij te kunnen koopen.
Voorzitter. Zooals de heeren weten
is in eene vorige vergadering besloten
om aan den heer C. Jansen 250 M2
grond te verkoopen. Bij het afzetten
van het terrein is gebleken dat hij
geen ruimte genoeg heeft om te, bou
wen en daarom vraagt hij er nog 100
M2 bij te kunnen koopen.
Jansen. Wil ik soms de zaal verlaten.
Voorzitter. Dat is niet noodig. Wel
moet ge u van de stemming onthou
den.
Segeren. Ik acht het toch gewenscht
dat hij de zaal verlaat.
Voorzitter. Ik heb er niets tegen
Jansen. Laat er over stemmen, dat
is de reëelste weg.
Voorzitter. Neen, dat behoeft niet.
Jansen Ik wil het fatsoenshalve wel
doen, zoo is het niet, maar ik wil toch
eerst opmerken dat, zoo Van Boekei
het verdere terrein niet wil hebben,
ik er dat ook nog wel bij wil hebben.
Voorzitter. Van Boekei wil 71 M.
terrein bijkoopen maar dan schiet er
een stukje land van 3 M breedte over
te weinig om er een huis op te bou
wen en^ dar moeten wij voorkomen
want dat zou leelijk zijn en schadeiijk
ook. Burg. en Weth. stellen voor gun
stig op de verzoeken te beschikken
met dien verstande dat ten oosten
zooveel grond moet blijven liggen dat
daar nog gemakkelijk een huis kan
worden gebouwd en ook als v. Boekei
niet genegen is den grond te koopen,
Jansen die kan krijgen. Ais de heeren
misschien aan Burg. en Weth. willen
overlaten om te bepalen hoeveel M.
grond ten oosten moet blijven liggen.
Jansen. Ik ben genegen alles te
koopen als Van Boekei het niet wil
hebben.
Voorzitter. Dat heb ik ai gezegd
en Burg. en Weth hebben daartegen
geen bezwaar. Van Boekei heeft echter
de preferentie. Koopt hij het niet, dan
koopt U het.
Segeren. Ik zou toch nog gaarne
eens op het besluit van een vorige
vergadering terug willen komen. Dat
de heer Jansen verzocht had om grond
te koopen, stond niet op de agenda
en later bleek dat het voor een café
was. Dat is naar mijne meening niet
de weg om op deze wijze besluiten
te nemen. Men komt ter elfder ure met
een verzoek en later blijkt dat de
teekening er al klaar voor is en er
een café zal worden gebouwd. Als het
publiek geweten had dat men daar een
café kon bouwen, dan was die grond
al lang weg geweest Ik zou toen dat
alles in een vorige vergadering ook
wel gezegd hebben, maar omdat Jansen
er bij zat, dacht ik, kom dat geeft
maar gehakkel en dat is er hier toch
al genoeg.
Waarvoor dient daar die grond
Als de inwoners geweten hadden dat
daarvoor grond zou worden gegeven,
dan was die al jaren weg geweest.
Recht is het niet. Of het nu voor Jansen
is of voor Segeren, doet er niet toe,
men moet recht handelen en daar doe
ik een beroep op. Ik ben tegen het
eerste besluit.
Voorzitter. Dus U wilt op het be
sluit terug komen.
Segeren. Hij vraagt nu weer om
meer grond Een vorige keer kwam
hij met zijn verzoek ter elfder ure.
Nog een stapje verder en het wordt
gevraagd als het huis er al staat en
dat gaat toch niet op.
Voorzitter. Na die teekening zijn
er nog drie andere teekeningen ge
maakt, geloof ik Men moet toch eerst
een teekening van een huis laten maken
voordat men overgaat tot het aankoopen
van grond, want dan eerst weet men
hoeveel grond men noodig heeft.
Segeren. Als hij een paar dagen
eerder met zijn verzoek was gekomen,
had het op de agenda kunnen staan
en dan had het niet zoo maar bij de
ingekomen stukken behoeven te leggen,
die wel eens over het hoofd worden
gezien. Men moet het gezag hoog
houden. In vele andere plaatsen doet
men alles om die soort zaken weg te
krijgen.
Jansen. Je kan goed hooren dat de
heer Segeren is opgestookt door café
houders-concurrenten. Een vorige ver
gadering heeft de heer Segeren gezegd
dat het daar het neusje van de zalm
is, maar bij het uiteenzetten, waar hij
toch bij tegenwoordig is geweest, bleek
dat ge er met 250 M2. grond nog niets
kunt zetten, zoo'n spie is het, en ik
daarom genoodzaakt ben om grond
bij te koopen, wil ik er een flink huis
kunnen neerzetten. Iets fatsoenlijks er
neerzetten zonder grond er bij te
koopen, gaat eenvoudig niet.
Voorzitter. Het is een ongunstige
hoek daar. dat geef ik toe.
Jansen. Wie er komt. te wonen is
net zoo fatsoenlijk als de andere
caféhouders. Hadden ze daar zoo
graag gezeten, dan hadden ze maar
niet moeten zitten slapen.
Segeren Het is
Voorzitter. Nog eenmaal dan.
Segeren. Nou dat weet ik nog niet.
als het nog noodig is toch nog wel
een keer zeker. Wat dat betreft houdt
ge u nooit aan het reglement van orde
en waarom nu bij mij weer daar juist
mee aangekomen.
Ik steek niets onder stoelen of
banken, ik weet 't niet, maar het is toch
niet goed dat als raadsleden te elfder
ure met een verzoek komen, het nog
in behandeling wordt genomen, terwijl
het van andere menschen opzij wordt
gelegd. Wat gaat het publiek zeggen
Een raadslid kan alles gedaan
krijgen en dat moet niet gezegd
kunnen worden.
Jansen. Mijn verzoek was niet ter
elfder ure binnengekomen.
Segeren. Waarom stond dat van
Lucas dan wel op de agenda. Is die
dan zooveel beter of slechter dan wij.
Voorzitter. Dat komt omdat dat
verzoek veel eerder was binnen
gekomen. U vraagt om inlichtingen,
dan moet u luisteren.
De agenda was vroeg rond gezon
den en het verzoek van den heer
Jansen was ingekomen nog voor de
stukken voor de leden ter visie hebben
gelegen, zoodat er toch alle mogelijke
tijd was om de zaak na te gaan. Ik
voor mij heb er absoluut geen bezwaar
ingezien, vooral omdat de heer Jansen
om haast had aangedrongen met het
oog om spoedig te kunnen bouwen.
Heb ik u goed begrepen, dan zou
u het aan Ged. Staten willen zenden,
maar ik moet u opmerken dat het
buiten Ged. Staten omgaat. Deze
hebben niet te oordeelen wat er komt
te staan, wel hebben ze hun goed
keuring te geven aan het besluit om
den grond te verkoopen
Segeren. Hij wou toch hebben dat
daar geen café's in de buurt mochten
komen.
Jansen. De caféhouders wel.
Segeren. Ik doe een beroep op de
vergadering van 12 Maart en ik wil
daar, voor mij persoonlijk, op terug
komen en in de notulen opgenomen
zien. dat ik er nu tegen gestemd
heb.
Voorzitter. In orde dan.
Voorzitter. Dus de zaak dan goed
begrepen. Als Van Boekei op zijn
besluit terugkomt, dan kan dien grond
aan den heer Jansen vèrkocht worden.
De conditie is dan dat hij daar niet
behoeft te bouwen maar dat het
behoorlijk moet worden afgerasterd.
Sassen. Destijds is er een commissie
benoemd die belast was met de con
trole op de gronden In die commissie
heeft de heer Timmermans zitting
gehad en nu deze reeds lang weg is,
stel ik voor daar weer een ander
persoon voor te benoemen. Nu zit
Mr. Allard daar alleen in.
Voorzitter. Komt daar straks mee bij
de rondvraag, dan blijven we nu bij
de agenda.
3. Burg. en Weth. stellen voor aan
van Boekei den grond te verkoopen
voor f 3,— per M-.
Segeren. Daar ga ik mee accoord.
Voorzitter. En aan den heer Jansen
voor f 3.50 per M2.
Segeren. Daar ben ik tegen.
Voorzitter. Kan men zich er mee
vereenigen om den grond als van Boe
kei ze niet wil hebben allemaal aan
Jansen te verkoopen. Ik geloof niet,
dat het goed zou zijn als het anders
daar zoo moet blijven liggen.
Segeren. Ik geef er toch 6°/o voor,
als ik het mag.
Voorzitter Dat is te weinig.
Segeren. Dan. was uw bezwaar toch
opgelost.
Het voorstel van Burg. en Welh. in
aanvraag gebracht wordt met 4 tegen
2 stemmen aangenomen,
Voor stemden de heeren Sassen, de
Kroon, Tak en Mr. Allard tegen de
heeren Smolders en Segeren.
De heer Jansen bleef buiten stem
ming.
4. Verzoek van J. Fransen tot het
huren van een terrein als tuin.
Voorzitter. Een volgende week zal
de grasverpachting plaats hebben en
nu verzocht de bakenmeester een
stukje grond, achter het woonwagen
tertein gelegen, te mogen huren. Hij
heeft het steeds jaren in pacht gehad
van het Rijk voor f 5,— maar nu het
daar intusschen eigendom van de ge
meente is geworden, nu vraagt hij het
van de gemeente te mogen huren. Hij
heeft daar al veel onkosten gemaakt
om het in orde te krijgen en nu wil
hij het voor den tijd van 3 jaar huren.
Ik heb met hem eens over den prijs
gesproken en gezegd, dat die toch wel
wat laag was.
Burg. en Weth. stellen nu voor om
het voor f 10 per jaar aan Fransen te
verhuren voor den tijd van drie jaar
met recht van opzegging. Het is een
oppervlakte van 350 M2.
Tak. Hij mag alleen gebruik maken
van den grond. Het hout dat daarop
staat blijft eigendom aan de gemeente.
Met algemeene stemmen wordt dit
voorstel aangenomen.
5. Ingekomen stukken.
De Voorzitter deelt mede, dat de
verkooping f 1300 heeft opgebracht.
Een volgende week zal de grasver
pachting plaats hebben en in verband
daarmede wil ik eens vragen naar de
meening van de heeren of het ook
gewenscht zou zijn om ook het voet
balveld te verpachten. Burg. en Weth.
willen de hout waar vroeger de Koe
poort was, verpachten en wat verder
ook. Natuurlijk zal dat moeten gebeu
ren onder aparte condities o a. dat er
gevoelbald mag blijven worden en als
de gemeente het eens noodig heeft o. a.
om er b v. een circus op te zetten, het
dan gebruikt kan worden, men er de
beschikking over heeft. Het zal natuur
lijk niet zooveel opbrengen, maar toch
in ieder geval wat.
Ook zal men daar dan geen gras
meer mogen snijden of beesten mogen
laten loopen. Brengt het te weinig op
dan kan het nog opgehouden worden
en kan nog gezien worden of het niet
op een andere manier productief kan
gemaakt worden.
De heer Jansen vraagt of het terrein,
als het afgemaakt wordt, niet wat meer
zou opbrengen. Het is van groot be
lang als de menschen dat vooraf weten.
Voorzitter. Er zijn al pachters die
het zoo willen hebben'. We zullen
maar eens afzien wat ze willen geven.
De heer Segeren geeft in overwe
ging om het in geen geval met slecht
prikkeldraad af te laten maken, wijl
dat veel te gevaarlijk is omdat er steeds
veel volk komt. Ze moeten het maar
pachten om wat gras te hebben. Wil
len ze er beesten weiden, dan moeten
ze maar een werkelooze nemen die
er op past.
Jansen. Dus nu komt mijn motie
aan de orde. Wat die kwestie van de
Regenten betreft, daar zullen wel leden
van den raad het met mij eens over
zijn. De kwestie is echter makkelijk
op te lossen. Er zitten hier leden die
erg hardhoorend zijn en de zaken ab
soluut niet meer kunnen volgen. De
oude burgemeester heeft om die reden
ook als zoodanig moeten bedanken
maar trekt er nu in ieder geval pen
sioen voor.\
Voorzitter, Dat is nu niet aan de
orde.
Jansen. Dat weet ik wel, maar als
Ged. Staten daar nu eens op werd
gewezen of beter nog als die heeren
nu ontslag wilden nemen, dan was
de heele kwestie opgelost en behoefde
men verder geen moeite te doen.
Het is toch onbillijk dat er drie Re
genten zitting hebben. Als er een lid
absent is zit men altijd drie tegen
drie dat is onbillijk. Daarom zou een
schrijven gericht moeten worden des
noods uitgaande van Burg. en Weth.
dat de hardhoorende heeren niet eens
hun stem weten uit te brengen. Daar
straks heeft men dat nog gezien. Ik
geloof als Ged. Staten goed op de
hoogte worden gesteld, ze de partij
voor ons wel zouden opnemen.
Voorzitter. Wij hebben hier met
hardhoorendheid niets te maken. Het
gaat hier over art. 2 der Godshuizen.
Door de heftigheid waarmede de heer
Sassen straks er tusschen kwam ge
vallen, kon ik de zaak niet rechtzetten
Tot goed begrip van de kwestie wil
ik er nog eens op wijzen dat in art
2 der Godshuizen staat dat 2 Regen
ten zitting mogen nemen als lid van
den gemeenteraad.
Nu wordt er een derde Regent lid
van den Raad, maar volgens de
gemeentewet is zulks geen bezwaar,
dus kan er geen enkel motief bestaan
om in dit geval den heer De Kroon
niet als lid toe te laten. Men moet
dus bij de Godshuizen zijn om te
wijzen op art. 2 van hun reglement.
Maar waar in dat reglement ook staat
dat de Regenten voor den tijd van 6
jaar worden benoemd, zal men er niet
zoo heel veel aan kunnen doen.
Jansen. Ik weet niet hoe en door
wie dat reglement is vastgesteld Omdat
er hier en daar een komma is weg
gelaten, leest het wel eens moeilijk,
dat geef ik toe, maar de bedoeling is
duidelijk genoeg.
Segeren. Dat is hoogere politiek,
man.
Jansen. Wat ik zeg is zoo, lees
maar eens na.
Voorzitter. Dus wij zouden geen
Regent volgens u als raadslid mogen
toelaten. Volgens de gemeentewet,
waar ik me aan heb te houden, staat
er voor toelating niets in den weg.
Jansen. De Raad heeft nu toch het
recht een van die heeren als Regent
te ontslaan.
Voorzitter. Neen, dat staat nergens.
Van ontslaan wordt niet ge
sproken. Ze zijn voor den tijd van 6
jaar benoemd.
Jansen. Stel' dat er nu eens een
Regent is die eens iets uithaalt, dan
zou hij niet als zoodanig kunnen
worden ontslagen. Ik weet het niet,
maar dan is de macht van den Raad
toch niets meer als in dergelijke zaken
niet eens kan worden ingegrepen.
Voorzitter. Ontslag kan gegeven
worden als ze een omschreven ver
boden handeling doen, b.v. iets leveren
aan de stichting.
Jansen. Ik stel toch voor om mijn
motie in omvraag te brengen. Ik denk
dat Ged. Staten, als ze dat lezen, wel
een licht zal opgaan, dat er iets gaande
is dat niet toelaatbaar is.
Ik zou ook willen voorstellen om
dan in een eerstvolgende vergadering
het reglement van de Godshuizen te
herzien.
Voorzitter. Men dient eerst eens af te
wachten wat Ged. Staten zullen zeggen.
Ook zult ge uwe motie anders
moeten inkleeden en wel op de
manier die ik aangegeven heb.
Jansen. Ik protesteer tegen de toe
lating. Ik begrijp uwe houding niet
goed Ik voor mij ben vast overtuigd
dat het goed is.
De Kroon. Hier zit ik als raadslid
en nimmer zal ik, er zitten als Regent.
Jansen. En op de Godshuizen.
De Kroon. Daar ben ik Regent en
geen raadslid.
Voorzitter. Dus uw bezwaar is dat
de heer De Kroon Regent is.
Jansen. Ja. Niet dat ik tegen den
heer De Kroon ben, heelemaal niet,
maar ik ben tegen toelating van een
derden Regent. Ik zie veel liever jonge
krachten in den raad dan die hard
hoorende oude menschen waarmede
men met het stemmen altijd moeite
heeft.
Sassen. Hoe vindt U nu deze kwestie.
Is die gezond of ongezond?
Voorzitter. Het is een zeer moeilijke
kwestie waarin ik geen uitspraak wil
doen. Uit art. 2 blijkt m.i. wel de
bedoeling dat maar 2 Regenten lid
van den Raad mogen zijn, maar een
geval als nu, is nooit voorzien en zal
ook in geen honderd jaar meer voor
komen. Het is een kwestie die niet
aan mij is om uit te maken. Er staat
in art. 2 dat niet meer dan 2 Regenten
lid van den Raad mogen zijn, maar
in een ander artikel staat positief dat
ze voor den tijd van 6 jaar worden
benoemd. Moet er weer een Regent
benoemd worden, dan zal de Raad
een van deze heeren niet kunnen
benoemen.
Sassen. Het is niets anders dan
een politiek machtsmisbruik.
Voorzitter. Van wie
Sassen. Och kom, dat kan men
hier toch al jaren lang aanschouwen.
De kwestie gaat er hier alleen maar
over dat wij tegen een derde Regent
in den Raad zijn. Er bestaan hier twee
partijen, waarvan er een is die erg
behoudensgezind is. Die andere partij
zijn wij dan en nu is daar straks in
de heftigheid misschien wel wat meer
gezegd dan wanneer men dat pleegt
te doen wanneer de gemoederen kalm
zijn, maar dat is een keer, als het om
het recht gaat, niet zoo heel kwalijk
te nemen.
Mijnheer de Voorzitter, laat U dat
ook nog gezegd zijn, dat ik niet mijn
eigen woord alleen spreek, maar dat
zoo honderden ingezetenen van Geer-
truidenberg spreken.
Jansen. Ik ben vast overtuigd dat
de heer Segeren inwendig ook niet
accoord kan gaan met dat gescharrel.
Wij hebben 500 stemmen tegen hen
maar 100 behaald. Zegt dat niet dat
heel Geertruidenberg het geharrewar
moe was.
Voorzitter. Ieder raadslid heeft hier
dezelfde rechten. Of hij nu 100 of 10
stemmen heeft behaald doet er niets toe.
Jansen. Wij kregen er 500 tegen
hen 50 Wel een bewijs dat men het
moe was dat zoo nog langer de lakens
werden uitgedeeld.
Mijnheer de Voorzitter, ik neem het
U hoogst kwalijk dat U dat onduldbare
schijnt te steunen, anders zou U met
ons meegaan en die onbeschoftheden,
die brutale indringerij ook tegenwerken.
Voorzitter. Dat er onbeschoftheden
gebeuren heb ik daar straks kunnen
zien. Althans ik noem het zeer onbe
schoft als iemand een courant gaat
zitten lezen als een medelid in handen
van den Voorzitter de voorgeschreven
eeden aflegt, ik heb heden tot mijn
spijt moeten constateeren, dat dit hier
is gebeurd.
Jansen. Dus u wilt er niets aan ver
anderen.
Voorzitter. Neen Er bestaan geen
wettelijke bezwaren tot toelating.
Segeren. Ik geef toe dat er iets in
zit, maar bij de behandeling van de
begrooting heeft men het nog toegejucht
dat er wat meer samenwerking kwam
tusschen de Regenten van de Gods
huizen en den Raad. Op samenwerking
hebben de heeren Timmermans en
Scherp ook aangedrongen en nu die
eenmaal schijnt te zijn verkregen, zou
Lik alles maar eens afzien temeer daar
men altijd toch nog kan ingrijpen.
Voorzitter. Moet ik de motie dan in
omvraag brengen.
Sassen. Ja, ik steun het.
Jansen. Dan zullen we zien waar het
recht zit.
Op verzoek van den Voorzitter leest
de heer Jansen nogmaals de motie voor.
Voorzitter. Ik betreur het voor u, dat
u de motie niet anders stelt zoo wordt
qr b v. in gesproken van onvoltallige
vergaderingen, maar een vergadering
die onvoltallig is, kan toch nooit door
gaan.
Jansen. Er kan een lid absent zijn
en dan staan men altijd drie tegenover
drie.
Ik herhaal wat ik daar straks al
gezegd heb, de Regenten mogen niet
mee stemmen.
Voorzitter Dan kan ik niet verbieden.
Jansen. Enfin, Ged. Stiten zullen toch
wel zien, dat de zaak niet in orde is.
Sassen. Daar staan nog wel andere
wegen open.
De motie in omvraag wordt ver
worpen met 4 tegen 2 stemmen.
Voor de motie stemden de heeren
Sassen en Jansentegen de heeren
Segeren. Mr. Allard, Smolders en Tak.
De- heer de Kroon bleef buiten
stemming.
Jansen. Ik begrijp de houding wel.
't Is de melkkoe weer.
(Wordt vervolgd).
Ingezonden Mededeelingen.
Meisjes Er is geen deugdelijker
middel voor het verkrijgen en behou
den van een fraaie Huid van Handen
en Gelaat, dan Purol.