Vrouwen en Voorzitter. Het was ook mijne be doeling om de notulen direct na de beëediging voor te laten lezen, maar toen kwam de heer Jansen met zijn motie. Ik verzoek den Secretaris de notulen der vorige vergadering te willen voor lezen. Onder liet voorlezen zegt de heer Sassen iets, waarop de Voorzitter zegt Het behoort tot de eerste elemen taire beginselen van de wellevendheid om tijdens het voorlezen van de notulen zijn mond dicht te houden. Zelfs ambtenaren, mijnheer Sassen, doen zulks. Sassen, ja Voorzitter. Hamerend. Ik verzoek U te zwijgen. Sassen. Zeg vriendje Voorzitter. Óp dergelijke vriendschap ben ik niet gesteld. Sassen. Zeker, vriend. U moet in Voorzitter. U behoeft me zoo niet aan te spreken, want ik ben werkelijk niet op zulk een vriendschap gesteld. Sassen. Dat weet ik wel, was het maar anders voor de gemeente. Hierna worden de notulen voor gelezen. De heer Segeren merkt op in een vorige vergadering de opmerking te hebben gemaakt dat Heemstede in denzelfden geest moest worden behan deld als Sprang-Capelle. Dat staat er niet in en dat is een beetje laks heid van den Secretaris. De voorzitter *egt dat in de voor laatste vergadering daarover is ge sproken en in de notulen van die vergadering is de opmerking wel terdege opgenomen. Bovendien moet men in aanmerking nemen dat de notulen maar een korte beschouwing zijn van het verhandelde. In de notulen staat ook heel duidelijk dat het adres voor kennisgeving is aangenomen. Is het nu van zoo'n belang om dit alsnog in de notulen op te nemen. Segeren. De Secretaris kan van meening zijn dat het niet noodig is om het in de notulen op te nemen, ik ben van meening dat het wel van belang is. Voorzitter. U moet het niet doen voorkomen alsof het een tekortkoming is van den Secretaris Segeren. Maar geregeld blijven mijn gezegden uit de notulen. Ik heb gezegd dat men voor Heemstede 't zelfde moest doen als we voor Sprang- Capelle hebben gedaan. Ik ben voor de konsekwentie. Door den Secretaris wordt een gedeelte van de notulen der voor gaande vergaderingen gelezen. Voorzitter. Hoort u dat reeds toen aan uw bezwaar is tegemoet gekomen. Segeren. U kan het nu toch nog wel eens in de notulen opnemen, dat is toch zeker zoo erg niet. Voorzitter. Dat gaat toch niet om iets in de notulen op te nemen als daarover niet is gesproken. Sassen. Ik had buikpijn toen ik een vorige vergadering de zaal verliet en in de notulen staat dat ik onwel was. Segeren Zet dat in de notulen, dan kan -men over 50 jaar nog zien dat de heer Sassen ook eens buikpijn heeft gehad. Voorzitter. Moet dat in de notulen van deze vergadering worden opgeno men. Sassen. Zeker, dat mag toch wel. Segeren. Gerust mag dat, schrijf op Secretaris. Jansen. Publiek hiernaast het huis koopen van den broer van Allard. Voorzitter. Dat is niet aan de orde. Jansen. Dat weet ik wel maar ik hei) nu gezegd wat ik te zeggen had. Voorzitter. We zullen de notulen zoo aanvullen. 2. Mededeeling procesverbaal kas opname van den Gemeente ontvanger, eerste kwartaal 1925. Jansen. Pardon, eerst komt mijn motie nog. Voorzitter. Dat is nu niet aan de orde, daar kunt u straks mee komen bij de rondvraag 3. Aanvragen terrein, door L van Boekei en C. Jansen. Van den heer Jansen is een verzoek ingekomen om alsnog een 100 M2. grond bij te kunnen koopen. Voorzitter. Zooals de heeren weten is in eene vorige vergadering besloten om aan den heer C. Jansen 250 M2 grond te verkoopen. Bij het afzetten van het terrein is gebleken dat hij geen ruimte genoeg heeft om te, bou wen en daarom vraagt hij er nog 100 M2 bij te kunnen koopen. Jansen. Wil ik soms de zaal verlaten. Voorzitter. Dat is niet noodig. Wel moet ge u van de stemming onthou den. Segeren. Ik acht het toch gewenscht dat hij de zaal verlaat. Voorzitter. Ik heb er niets tegen Jansen. Laat er over stemmen, dat is de reëelste weg. Voorzitter. Neen, dat behoeft niet. Jansen Ik wil het fatsoenshalve wel doen, zoo is het niet, maar ik wil toch eerst opmerken dat, zoo Van Boekei het verdere terrein niet wil hebben, ik er dat ook nog wel bij wil hebben. Voorzitter. Van Boekei wil 71 M. terrein bijkoopen maar dan schiet er een stukje land van 3 M breedte over te weinig om er een huis op te bou wen en^ dar moeten wij voorkomen want dat zou leelijk zijn en schadeiijk ook. Burg. en Weth. stellen voor gun stig op de verzoeken te beschikken met dien verstande dat ten oosten zooveel grond moet blijven liggen dat daar nog gemakkelijk een huis kan worden gebouwd en ook als v. Boekei niet genegen is den grond te koopen, Jansen die kan krijgen. Ais de heeren misschien aan Burg. en Weth. willen overlaten om te bepalen hoeveel M. grond ten oosten moet blijven liggen. Jansen. Ik ben genegen alles te koopen als Van Boekei het niet wil hebben. Voorzitter. Dat heb ik ai gezegd en Burg. en Weth hebben daartegen geen bezwaar. Van Boekei heeft echter de preferentie. Koopt hij het niet, dan koopt U het. Segeren. Ik zou toch nog gaarne eens op het besluit van een vorige vergadering terug willen komen. Dat de heer Jansen verzocht had om grond te koopen, stond niet op de agenda en later bleek dat het voor een café was. Dat is naar mijne meening niet de weg om op deze wijze besluiten te nemen. Men komt ter elfder ure met een verzoek en later blijkt dat de teekening er al klaar voor is en er een café zal worden gebouwd. Als het publiek geweten had dat men daar een café kon bouwen, dan was die grond al lang weg geweest Ik zou toen dat alles in een vorige vergadering ook wel gezegd hebben, maar omdat Jansen er bij zat, dacht ik, kom dat geeft maar gehakkel en dat is er hier toch al genoeg. Waarvoor dient daar die grond Als de inwoners geweten hadden dat daarvoor grond zou worden gegeven, dan was die al jaren weg geweest. Recht is het niet. Of het nu voor Jansen is of voor Segeren, doet er niet toe, men moet recht handelen en daar doe ik een beroep op. Ik ben tegen het eerste besluit. Voorzitter. Dus U wilt op het be sluit terug komen. Segeren. Hij vraagt nu weer om meer grond Een vorige keer kwam hij met zijn verzoek ter elfder ure. Nog een stapje verder en het wordt gevraagd als het huis er al staat en dat gaat toch niet op. Voorzitter. Na die teekening zijn er nog drie andere teekeningen ge maakt, geloof ik Men moet toch eerst een teekening van een huis laten maken voordat men overgaat tot het aankoopen van grond, want dan eerst weet men hoeveel grond men noodig heeft. Segeren. Als hij een paar dagen eerder met zijn verzoek was gekomen, had het op de agenda kunnen staan en dan had het niet zoo maar bij de ingekomen stukken behoeven te leggen, die wel eens over het hoofd worden gezien. Men moet het gezag hoog houden. In vele andere plaatsen doet men alles om die soort zaken weg te krijgen. Jansen. Je kan goed hooren dat de heer Segeren is opgestookt door café houders-concurrenten. Een vorige ver gadering heeft de heer Segeren gezegd dat het daar het neusje van de zalm is, maar bij het uiteenzetten, waar hij toch bij tegenwoordig is geweest, bleek dat ge er met 250 M2. grond nog niets kunt zetten, zoo'n spie is het, en ik daarom genoodzaakt ben om grond bij te koopen, wil ik er een flink huis kunnen neerzetten. Iets fatsoenlijks er neerzetten zonder grond er bij te koopen, gaat eenvoudig niet. Voorzitter. Het is een ongunstige hoek daar. dat geef ik toe. Jansen. Wie er komt. te wonen is net zoo fatsoenlijk als de andere caféhouders. Hadden ze daar zoo graag gezeten, dan hadden ze maar niet moeten zitten slapen. Segeren Het is Voorzitter. Nog eenmaal dan. Segeren. Nou dat weet ik nog niet. als het nog noodig is toch nog wel een keer zeker. Wat dat betreft houdt ge u nooit aan het reglement van orde en waarom nu bij mij weer daar juist mee aangekomen. Ik steek niets onder stoelen of banken, ik weet 't niet, maar het is toch niet goed dat als raadsleden te elfder ure met een verzoek komen, het nog in behandeling wordt genomen, terwijl het van andere menschen opzij wordt gelegd. Wat gaat het publiek zeggen Een raadslid kan alles gedaan krijgen en dat moet niet gezegd kunnen worden. Jansen. Mijn verzoek was niet ter elfder ure binnengekomen. Segeren. Waarom stond dat van Lucas dan wel op de agenda. Is die dan zooveel beter of slechter dan wij. Voorzitter. Dat komt omdat dat verzoek veel eerder was binnen gekomen. U vraagt om inlichtingen, dan moet u luisteren. De agenda was vroeg rond gezon den en het verzoek van den heer Jansen was ingekomen nog voor de stukken voor de leden ter visie hebben gelegen, zoodat er toch alle mogelijke tijd was om de zaak na te gaan. Ik voor mij heb er absoluut geen bezwaar ingezien, vooral omdat de heer Jansen om haast had aangedrongen met het oog om spoedig te kunnen bouwen. Heb ik u goed begrepen, dan zou u het aan Ged. Staten willen zenden, maar ik moet u opmerken dat het buiten Ged. Staten omgaat. Deze hebben niet te oordeelen wat er komt te staan, wel hebben ze hun goed keuring te geven aan het besluit om den grond te verkoopen Segeren. Hij wou toch hebben dat daar geen café's in de buurt mochten komen. Jansen. De caféhouders wel. Segeren. Ik doe een beroep op de vergadering van 12 Maart en ik wil daar, voor mij persoonlijk, op terug komen en in de notulen opgenomen zien. dat ik er nu tegen gestemd heb. Voorzitter. In orde dan. Voorzitter. Dus de zaak dan goed begrepen. Als Van Boekei op zijn besluit terugkomt, dan kan dien grond aan den heer Jansen vèrkocht worden. De conditie is dan dat hij daar niet behoeft te bouwen maar dat het behoorlijk moet worden afgerasterd. Sassen. Destijds is er een commissie benoemd die belast was met de con trole op de gronden In die commissie heeft de heer Timmermans zitting gehad en nu deze reeds lang weg is, stel ik voor daar weer een ander persoon voor te benoemen. Nu zit Mr. Allard daar alleen in. Voorzitter. Komt daar straks mee bij de rondvraag, dan blijven we nu bij de agenda. 3. Burg. en Weth. stellen voor aan van Boekei den grond te verkoopen voor f 3,— per M-. Segeren. Daar ga ik mee accoord. Voorzitter. En aan den heer Jansen voor f 3.50 per M2. Segeren. Daar ben ik tegen. Voorzitter. Kan men zich er mee vereenigen om den grond als van Boe kei ze niet wil hebben allemaal aan Jansen te verkoopen. Ik geloof niet, dat het goed zou zijn als het anders daar zoo moet blijven liggen. Segeren. Ik geef er toch 6°/o voor, als ik het mag. Voorzitter Dat is te weinig. Segeren. Dan. was uw bezwaar toch opgelost. Het voorstel van Burg. en Welh. in aanvraag gebracht wordt met 4 tegen 2 stemmen aangenomen, Voor stemden de heeren Sassen, de Kroon, Tak en Mr. Allard tegen de heeren Smolders en Segeren. De heer Jansen bleef buiten stem ming. 4. Verzoek van J. Fransen tot het huren van een terrein als tuin. Voorzitter. Een volgende week zal de grasverpachting plaats hebben en nu verzocht de bakenmeester een stukje grond, achter het woonwagen tertein gelegen, te mogen huren. Hij heeft het steeds jaren in pacht gehad van het Rijk voor f 5,— maar nu het daar intusschen eigendom van de ge meente is geworden, nu vraagt hij het van de gemeente te mogen huren. Hij heeft daar al veel onkosten gemaakt om het in orde te krijgen en nu wil hij het voor den tijd van 3 jaar huren. Ik heb met hem eens over den prijs gesproken en gezegd, dat die toch wel wat laag was. Burg. en Weth. stellen nu voor om het voor f 10 per jaar aan Fransen te verhuren voor den tijd van drie jaar met recht van opzegging. Het is een oppervlakte van 350 M2. Tak. Hij mag alleen gebruik maken van den grond. Het hout dat daarop staat blijft eigendom aan de gemeente. Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aangenomen. 5. Ingekomen stukken. De Voorzitter deelt mede, dat de verkooping f 1300 heeft opgebracht. Een volgende week zal de grasver pachting plaats hebben en in verband daarmede wil ik eens vragen naar de meening van de heeren of het ook gewenscht zou zijn om ook het voet balveld te verpachten. Burg. en Weth. willen de hout waar vroeger de Koe poort was, verpachten en wat verder ook. Natuurlijk zal dat moeten gebeu ren onder aparte condities o a. dat er gevoelbald mag blijven worden en als de gemeente het eens noodig heeft o. a. om er b v. een circus op te zetten, het dan gebruikt kan worden, men er de beschikking over heeft. Het zal natuur lijk niet zooveel opbrengen, maar toch in ieder geval wat. Ook zal men daar dan geen gras meer mogen snijden of beesten mogen laten loopen. Brengt het te weinig op dan kan het nog opgehouden worden en kan nog gezien worden of het niet op een andere manier productief kan gemaakt worden. De heer Jansen vraagt of het terrein, als het afgemaakt wordt, niet wat meer zou opbrengen. Het is van groot be lang als de menschen dat vooraf weten. Voorzitter. Er zijn al pachters die het zoo willen hebben'. We zullen maar eens afzien wat ze willen geven. De heer Segeren geeft in overwe ging om het in geen geval met slecht prikkeldraad af te laten maken, wijl dat veel te gevaarlijk is omdat er steeds veel volk komt. Ze moeten het maar pachten om wat gras te hebben. Wil len ze er beesten weiden, dan moeten ze maar een werkelooze nemen die er op past. Jansen. Dus nu komt mijn motie aan de orde. Wat die kwestie van de Regenten betreft, daar zullen wel leden van den raad het met mij eens over zijn. De kwestie is echter makkelijk op te lossen. Er zitten hier leden die erg hardhoorend zijn en de zaken ab soluut niet meer kunnen volgen. De oude burgemeester heeft om die reden ook als zoodanig moeten bedanken maar trekt er nu in ieder geval pen sioen voor.\ Voorzitter, Dat is nu niet aan de orde. Jansen. Dat weet ik wel, maar als Ged. Staten daar nu eens op werd gewezen of beter nog als die heeren nu ontslag wilden nemen, dan was de heele kwestie opgelost en behoefde men verder geen moeite te doen. Het is toch onbillijk dat er drie Re genten zitting hebben. Als er een lid absent is zit men altijd drie tegen drie dat is onbillijk. Daarom zou een schrijven gericht moeten worden des noods uitgaande van Burg. en Weth. dat de hardhoorende heeren niet eens hun stem weten uit te brengen. Daar straks heeft men dat nog gezien. Ik geloof als Ged. Staten goed op de hoogte worden gesteld, ze de partij voor ons wel zouden opnemen. Voorzitter. Wij hebben hier met hardhoorendheid niets te maken. Het gaat hier over art. 2 der Godshuizen. Door de heftigheid waarmede de heer Sassen straks er tusschen kwam ge vallen, kon ik de zaak niet rechtzetten Tot goed begrip van de kwestie wil ik er nog eens op wijzen dat in art 2 der Godshuizen staat dat 2 Regen ten zitting mogen nemen als lid van den gemeenteraad. Nu wordt er een derde Regent lid van den Raad, maar volgens de gemeentewet is zulks geen bezwaar, dus kan er geen enkel motief bestaan om in dit geval den heer De Kroon niet als lid toe te laten. Men moet dus bij de Godshuizen zijn om te wijzen op art. 2 van hun reglement. Maar waar in dat reglement ook staat dat de Regenten voor den tijd van 6 jaar worden benoemd, zal men er niet zoo heel veel aan kunnen doen. Jansen. Ik weet niet hoe en door wie dat reglement is vastgesteld Omdat er hier en daar een komma is weg gelaten, leest het wel eens moeilijk, dat geef ik toe, maar de bedoeling is duidelijk genoeg. Segeren. Dat is hoogere politiek, man. Jansen. Wat ik zeg is zoo, lees maar eens na. Voorzitter. Dus wij zouden geen Regent volgens u als raadslid mogen toelaten. Volgens de gemeentewet, waar ik me aan heb te houden, staat er voor toelating niets in den weg. Jansen. De Raad heeft nu toch het recht een van die heeren als Regent te ontslaan. Voorzitter. Neen, dat staat nergens. Van ontslaan wordt niet ge sproken. Ze zijn voor den tijd van 6 jaar benoemd. Jansen. Stel' dat er nu eens een Regent is die eens iets uithaalt, dan zou hij niet als zoodanig kunnen worden ontslagen. Ik weet het niet, maar dan is de macht van den Raad toch niets meer als in dergelijke zaken niet eens kan worden ingegrepen. Voorzitter. Ontslag kan gegeven worden als ze een omschreven ver boden handeling doen, b.v. iets leveren aan de stichting. Jansen. Ik stel toch voor om mijn motie in omvraag te brengen. Ik denk dat Ged. Staten, als ze dat lezen, wel een licht zal opgaan, dat er iets gaande is dat niet toelaatbaar is. Ik zou ook willen voorstellen om dan in een eerstvolgende vergadering het reglement van de Godshuizen te herzien. Voorzitter. Men dient eerst eens af te wachten wat Ged. Staten zullen zeggen. Ook zult ge uwe motie anders moeten inkleeden en wel op de manier die ik aangegeven heb. Jansen. Ik protesteer tegen de toe lating. Ik begrijp uwe houding niet goed Ik voor mij ben vast overtuigd dat het goed is. De Kroon. Hier zit ik als raadslid en nimmer zal ik, er zitten als Regent. Jansen. En op de Godshuizen. De Kroon. Daar ben ik Regent en geen raadslid. Voorzitter. Dus uw bezwaar is dat de heer De Kroon Regent is. Jansen. Ja. Niet dat ik tegen den heer De Kroon ben, heelemaal niet, maar ik ben tegen toelating van een derden Regent. Ik zie veel liever jonge krachten in den raad dan die hard hoorende oude menschen waarmede men met het stemmen altijd moeite heeft. Sassen. Hoe vindt U nu deze kwestie. Is die gezond of ongezond? Voorzitter. Het is een zeer moeilijke kwestie waarin ik geen uitspraak wil doen. Uit art. 2 blijkt m.i. wel de bedoeling dat maar 2 Regenten lid van den Raad mogen zijn, maar een geval als nu, is nooit voorzien en zal ook in geen honderd jaar meer voor komen. Het is een kwestie die niet aan mij is om uit te maken. Er staat in art. 2 dat niet meer dan 2 Regenten lid van den Raad mogen zijn, maar in een ander artikel staat positief dat ze voor den tijd van 6 jaar worden benoemd. Moet er weer een Regent benoemd worden, dan zal de Raad een van deze heeren niet kunnen benoemen. Sassen. Het is niets anders dan een politiek machtsmisbruik. Voorzitter. Van wie Sassen. Och kom, dat kan men hier toch al jaren lang aanschouwen. De kwestie gaat er hier alleen maar over dat wij tegen een derde Regent in den Raad zijn. Er bestaan hier twee partijen, waarvan er een is die erg behoudensgezind is. Die andere partij zijn wij dan en nu is daar straks in de heftigheid misschien wel wat meer gezegd dan wanneer men dat pleegt te doen wanneer de gemoederen kalm zijn, maar dat is een keer, als het om het recht gaat, niet zoo heel kwalijk te nemen. Mijnheer de Voorzitter, laat U dat ook nog gezegd zijn, dat ik niet mijn eigen woord alleen spreek, maar dat zoo honderden ingezetenen van Geer- truidenberg spreken. Jansen. Ik ben vast overtuigd dat de heer Segeren inwendig ook niet accoord kan gaan met dat gescharrel. Wij hebben 500 stemmen tegen hen maar 100 behaald. Zegt dat niet dat heel Geertruidenberg het geharrewar moe was. Voorzitter. Ieder raadslid heeft hier dezelfde rechten. Of hij nu 100 of 10 stemmen heeft behaald doet er niets toe. Jansen. Wij kregen er 500 tegen hen 50 Wel een bewijs dat men het moe was dat zoo nog langer de lakens werden uitgedeeld. Mijnheer de Voorzitter, ik neem het U hoogst kwalijk dat U dat onduldbare schijnt te steunen, anders zou U met ons meegaan en die onbeschoftheden, die brutale indringerij ook tegenwerken. Voorzitter. Dat er onbeschoftheden gebeuren heb ik daar straks kunnen zien. Althans ik noem het zeer onbe schoft als iemand een courant gaat zitten lezen als een medelid in handen van den Voorzitter de voorgeschreven eeden aflegt, ik heb heden tot mijn spijt moeten constateeren, dat dit hier is gebeurd. Jansen. Dus u wilt er niets aan ver anderen. Voorzitter. Neen Er bestaan geen wettelijke bezwaren tot toelating. Segeren. Ik geef toe dat er iets in zit, maar bij de behandeling van de begrooting heeft men het nog toegejucht dat er wat meer samenwerking kwam tusschen de Regenten van de Gods huizen en den Raad. Op samenwerking hebben de heeren Timmermans en Scherp ook aangedrongen en nu die eenmaal schijnt te zijn verkregen, zou Lik alles maar eens afzien temeer daar men altijd toch nog kan ingrijpen. Voorzitter. Moet ik de motie dan in omvraag brengen. Sassen. Ja, ik steun het. Jansen. Dan zullen we zien waar het recht zit. Op verzoek van den Voorzitter leest de heer Jansen nogmaals de motie voor. Voorzitter. Ik betreur het voor u, dat u de motie niet anders stelt zoo wordt qr b v. in gesproken van onvoltallige vergaderingen, maar een vergadering die onvoltallig is, kan toch nooit door gaan. Jansen. Er kan een lid absent zijn en dan staan men altijd drie tegenover drie. Ik herhaal wat ik daar straks al gezegd heb, de Regenten mogen niet mee stemmen. Voorzitter Dan kan ik niet verbieden. Jansen. Enfin, Ged. Stiten zullen toch wel zien, dat de zaak niet in orde is. Sassen. Daar staan nog wel andere wegen open. De motie in omvraag wordt ver worpen met 4 tegen 2 stemmen. Voor de motie stemden de heeren Sassen en Jansentegen de heeren Segeren. Mr. Allard, Smolders en Tak. De- heer de Kroon bleef buiten stemming. Jansen. Ik begrijp de houding wel. 't Is de melkkoe weer. (Wordt vervolgd). Ingezonden Mededeelingen. Meisjes Er is geen deugdelijker middel voor het verkrijgen en behou den van een fraaie Huid van Handen en Gelaat, dan Purol.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 2