DE ECHO VAN HET ZUIDEN
In den Hoenderhof.
No. 37
Zaterdag 9 Mei 1925
TWEEDE BLAD.
TIET SINT JORISGTLT>
TE WAALWIJK.
1548—1878.
VI.
Tot de tweede helft der 17de eeuw
schijnen de gildebroeders van St. Joris
zich bij liet schieten uitsluitend van
den boog (voet- of kruisboog) bediend
te hebben. In 1686 hadden zij echter
reeds snaphanenwat blijkt uit het
nog aanwezige zilveren schild van
den gildekoning Ba r t h o 1 o m e u s
Spoor m a n s, dat door hem in ge
noemd jaar. toen hij den papegaai af
schoot en koning werd, aan het gild
werd vereerd en waarop een geweer en
een boog als tropheeën staan afge
beeld. Dat een nieuwe koning, volgens
oud gebruik, steeds een schild aan het
gild schonk, was bedoeld en zeer te
recht, dunkt mij als eene herinne
ring, gedachtenis of eeuwige memorie
voor het nageslacht.
Volgens eene aanteekening. van den
gildebroeder A d r i a n us Be n e-
<1 ictus v a n Lieshout die ik
echter niet nader bevestigd vind
moesten de vrouwen der gildebroeders,
wanneer zij gildezu-sters werden
17251800j, een inkomgeld van
één' gulden betalen. Ook hadden zij een
eigen vaandel, waarmede zij bij plech
tige gelegenheden even sierlijk en han
dig manoevreerden als hunne mannen.
Hier dient ook in herinnering gebracht
te worden, dat bij feestelijke optochten
steeds een St. Joris te paard, in ridder-
kleedij gestoken, voorop reed. Van zijn
riddercostuum schijnen nog brokstuk
ken, o.a. een harnas en een lans, die
allengskens in minder goeden staat
gaan verkeeren, over te zijn.
Alhoewel er reeds vroegtijdig gilde-
knechten bij St. Joris zullen zijn aan
gesteld, vinden wij evenwel pas in 1764
zoodanig persoon met name genoemd.
Den 29 November 1764 werd n.l. door
den hoofdman Adrianus Oli-
f i e r s, den koning Johannes van
den llout, den alferus Hendrik
aS'c hooi jurk je voor meisjes van 815
jaar, met kleurige ceintuur en strik.
Benoodigd voor den leeftijd van onge
veer 13 jaar plus min. 13A» Meter stof
van 130 c.M. breed.
loopsters van de omwenteling van 1795
en gingen daarin geheel verloren of
losten er zich geheel in op. Hoewel de
jaren van 1780 tot 1800 ook voor
deze streken een tijd van veel gisting
waren, is daarvan in de aanteekenin-
gen of notulen van St. Joris weinig te
bespeuren, wat mij ten zeerste verwon
dert. Alleen één onschuldig rijmpje op
het zilveren schild van Henricus
Slaat s, hetwelk hij in 1791, toen hij
koning werd, aan het gild ten geschen
ke gaf, bewijst heel zwakjes dat ook te
Waalwijk toen eenige gisting heerscli-
te. Dat rijmpje luidt:
Als een ware patriot scft'öot ik den
vogel neer,
Waardoor ik koning werd en deze
schild vereer-
H. L. Staats, 1791.
Meer is er niet. En toch was het toen
hier, vooral ook te' Besoijen en Baard
wijk, een woelige tijd, die wel verdient
er eenige aandacht aan te wijden. Zoo-
tist DaIIen, waar toen de gihlekamer
gehouden werd, den 17 Juni 1799, door
koning, hoofdman en dekens besloten
werd de gildebroeders te verplichten
binnen een jaar een nieuw lid tc wer
ven, op verbeurte van 25 stuivers.
Die resolutie luidt aldus:
Op lieden den 17 Juny 1799, zijnde
de dag dat het St. Jorisgüd teert ten
hug se van J. B. Dalen, is met een pa-
righeyd van stemmen van alle leeden,
die present waaren, bcslooten, dat ie
der gildenbroeder zal verpligt zijn bin
nen een ja-er te werven een Udt van ons
broederschap, die volgens de conditie
van ons reglement zal voldoende be
vonden worden, en den geenen, die geen
lid binnen dien tijd aanbrengt, zgl ver
beuren ten behoeven van het gilde vijf-
cn-twmtig stuyvers, en dat den gene,
die een lid aanwerft, mag verteeren ten
laste van het gild 12 stuyvers. En is
verders gercsolveert, dat vermits den
alferus tans hier niet woonagtig is en
dus zijn ampt niet kan waarnemen,
die plaats pubUcq te verkoopen gedne-
rende het leven van den zelven, op alle
de zelve conditiën, als H. Vermaas,
den voorigen alferus, dat heeft aange-
1 women, mits aen den zelven te bctaa-
len in eens zeven guldens, en dat al
de kapelaans, daarbij Verzocht, die
meestal aan de uitnoodiging gehoor
gaven en dan kosteloos, onthaald wer
den. Van 1797 tot omstreeks 1860 wer
den die teerdagen gehouden bij C o r-
n e 1 i s v a n der B ij 1, de kinderen
vanderBjjl, Jan Baptist D a 1-
1 e u (in de „gouden leeuw"), de wedu
we J. B. D a 11 e u, P i e t e r Ver-
w i e 1, L. B. Tim m erma n s, J. B.
Pullen s en J. B. Timmermans.
De jaarlijksche teerkosten varieerden
van 60 tot 230, naar gelang er
veel of weinig paren tegenwoordig wa
ren. E;r kwamen alsdan speellui en
zangers, er werd muziek gemaakt en
gedanst, er werd geklonken en gedron
ken; de wijn werd niet gespaard. Een
vaste tijd voor die teerdagen bestond
niet: er werd soms geteerd in Mei,
soms in Augustus, soms in de kermis-
week. Bij gelegenheid der kermis werd
een extra-glaasje gedronken. Ook bij
plechtige of historische gelegenheden
o.a. in 1809 bij het verblijf van ko
ning Lodewijk te Waalwijk, in 1811
bij de geboorte van den „koning van
Rome" (zoon van Napoleon I), in Juli
1812 bij de verwachte komst van kei
zer Napoleon werden door de gilde
broeders extra-uitgaven gedaan. Voor
Damprobleem No. 6.
Van den Canadees Raymond,
Danproblecm No. 6.
Wit speelt én wint.
Oplossing vorige week
Wit: 35—30, 34—30, 27—22, 32
21, 44—40, 40 16.
Voor zwart alles gedwongen.
Oplossing Knippuzzle No. 3.
Voetbal wedstrijd HollandBelgië, welke door de Hollanders gewonnen
werd met 50.
Foto van een gevaarlijken aanval op het Hollandsohe doel, die echter door
Vermeulen onschadelijk werd gemaakt.
Ver m a as en, de dekens A d r i a-
n u s 1) rossaerts en A n t o n i e
S1 a a t s tot gildeknecht benoemd de
tamboer Petrus Nieuwe n h u y-
sen, die op bevel van de oversten te
allen tijde tot dienst van het gild zou
moeten wezen, voor welke beide baan
tjes hij eene jaarlijksche belooning van
3 gulden en 3 stuivers genoot. Den 23
April 1790 werd in zijne plaats aange
steld Peter va D o n g e n, op eene
belooning van 5 gulden, waarvoor hij
de wekelijksche contributie, beloopende
2 stuivers, bij de leden moest ophalen.
Uit eene aanteekening in het gilde-
boek van 23 April 1782 blijkt, dat toen
tot deken werd gekozen Adrianus
D r o s s a e r t s, mits conditie soo de
koning dc>i vogel niet af en schiet, dan
blijft de koning oudste deken en dan
volgt hij zijn regt als jongste deken
daarop. De beteekenrs hiervan is deze:
Wanneer bij het koning- of vogelschie
ten hij. die tot nog toe koning geweest
is, den vogel mist en een ander lid den
vogel afschiet, dan wordt deze natuur
lijk koning, terwijl de oud-koning dan
oudste deken wordt en de nieuw geko
zen deken jongste deken. Een volgend
jaar wordt dan de toestand juist an
dersom.
Wij zijn nu genaderd tot een tijdvak
onzer geschiedenis 17801800),
<lat heel belangrijk mag genoemd wor
den den tijd der omwentelingen in
Frankrijk, die. de heele wereld en ook
ons land beroerden. De woelingen der
Patriotten en Prinsgezinden hier te
lande gedurende de tweede helft der
18de eeuw waren in zekeren zin voor
dra mijn laatste opstel over St. Joris
in de Echo zal verschenen zijn, wil ik
een lieg in maken met de geschiedenis
van de Patriottische beweging in deze
streken, waarvoor de bouwstoffen reeds
gedeeltelijk zijn verzameld.
In 1790 en nog vele jaren daarna,
schijnt het St. Jorisgild een kwijnend
bestaan geleid te hebben: veel leden
verlieten de broederschap en weinig
nieuwe leden traden toe. Om dat euvel
te verhelpen en wat nieuw bloed op te
nemen, werd bij besluit van het gilde-
bestuur van 5 Mei 1790 bepaald, dat
voortaan ieder vrij lid van St. Joris
kon' worden, zonder eenig 'inkomgeld
te betalen. Dat hielp echter niet af
doende, immers de kwijnende toestand
was op hét einde der 18de eeuw zoo
verergerd, dat ten huize van Jan Bap-
uxU er meerder van komtzal weezen
ten behoeve van het gjldten is bij op
bieding en afhanging aangenomen door
L. v a n II e y s t voor de somme van
8 gulden en 10 stuyvers, te betaalcn
zoodraa als H. Venna as by onder-
teykening in dit bock zal afstant ge
daan hebben van zijn wettig en gekogt
officie. Voor zijn vader Hendrik
V e r m a a s deed L u c a s V e r maas
den 26 Juni 1801 afstand als alferus
De rechten en verplichtingen, die op
het laatst der 18de eeuw aan het gilde-
koningschap verbonden waren, leert
ons de resolutie "van de gildebroeders
van den 2 Mei 1799, welke op het vol-
1 gende neerkomt
I a. Op den tweeden Pinksterdag, den
13 Mei 1799, zal de vogel geschoten
worden.
b. Wie koning wordt, zal terug ont
vangen zijne het vorige jaar ge four
nissTerde gelden.
c. Hij zal vrij zijn van den jaarlijk-
schen feestmaaltijd.
d. Hij zal ook vrij zijn van de kos
ten, die er vallen, wanneer er weder
een nieuwe koning zal geschoten wor
den.
e. Hij zal verplicht zijn na het ko-
ningschieten de gildebroeders des
avonds aan zijn huis op 8 flesschen wijn
te onthalen.
Bij besluit van den 23 April 1805
werden de 8 flesschen, welke de koning
moest verschaffen, tot, op 12 vermeer
derd.
Het lijkt mij nu de gesehikste plaats
iets mede te deelen aangaande de teer
dagen en teerkosten van de St. Joris-
gildebroeders. Ieder jaar moesten er
door de gildegenooten met hunne vrou
wen of beminden, een of meer feest
maaltijden gehouden worden, die, al
thans in het begin der 19de eeuw, vaak
2 3 dagen teerdagen genoemd
duurden. Gewoonlijk werden de gees
telijken van Waalwijk, de pastoor en
een flesch wijn werd in 1803 twaalf
stuivers gerekend, in' 1806 veertien
stuivers, in 1812 zestien stuivers, in
1820 achttien stuivers, in 1849 één
gulden, terwijl in 1850 voor een bief
stuk met een flesch wijn 1.50 werd
betaald.
Tot besluit van dit opstelletje en ter
illustreering van een en ander wil ik
hieronder eene kleine gilderekening
van 1816 afschrijven:
„Den 18 Juny 1816 geteerd bij de
weduwe J. B. Dalleu.
Den Isten dag met 19 paar
a 32 st. het paar 30- 8-0
leder paar 3 flesschen wijn
j\ 16 st.57 flesschen 45-12-0
Den 2den dag 19 paar a 16 st. 15- 4-0
Ieder paar 2 flesschen wijn,
is 38 k 16 st. 30- 8-0
Tamboer zijn tractement 6- 0-0
Speelman 3- 3-0
5 flesschen wijn aan denzel-
ven en garde-champêtre 4- 0-0
Aan generale verteering 4- 7-0
Zangers en orgel 2-154)
Tekort 1815
141-17-0
3- 5-8
Ontvangen van 18 paar
Van 2 lijken en een entree
ƒ145- 2-8
ƒ162- 0-0
:9- 0-0
Let op de kleintjes.
In 't algemeen wordt deze spreek
wijze te weinig in toepassing gebracht
bij 't opfokken van kuikens Op ver
schillende manieren kunnen we echter
door op „de kleintjes te letten* de
zaak bevoordeelen. We spreken over
„de zaak" omdat we de pluimvee hou-
r> der'J niet a's een bloote liefhebberij
De nieuwe bewoonster van den Haagsclien Dierentuin. De kennismaking van wenschen te beschouwen doch als een
Betsy met den heer de Hertogh, den directeur van den Haagschcn Dierentuin bedrijfje, dat, het moge da tl als lief-
ƒ171- :0-0
145- -2,0
25-17-8
Te ontvangen van eten koning ƒ14- 0-0
Onkosten van liet vogelschieten 10-16-0
3- 4-0
25-17-8
3- 4-0
Rest in kas ƒ29- 1-8
Dit voordeelig slot is aan de behoef
tige lieden uitgedeeld."
Waalwijk.
J. van dhr Hammen Nicz
hebberij begonnen zijn. alleen slechts
door oordeelkundige zakelijke behan
deling kan bloeien. Daarom nogmaals
„let op de kleintjes".
In ons vorig artikel „Huisvesting der
kuikens" hebben we er reeds opge-
wezen, dat we, door in het kuiken-
rennetje twee compartimenten te maken,
waarvan 't eene slechts alleen voorde
kuikentjes toegankelijk is, op die wijze
de moederkloek beletten te profiteeren
van 't dure opfokvoer, wat alleen voor
haar kroost bestemd is. Velen trekken
wellicht minachtend de schouders op
en willen niet inzien, dat hiermede veel
verdiend kan worden, 't Is een vast
staande feit dat de kloek, die door drie
a vier weken broeden, uitgehongerd
is, minstens zooveel eet dan 15 a 20
kuikens van 1—4 weken en die portie
verorberen kan in een minimum van
tijd. Passen we alzoo vier of vijfmaal
een rantsoen voor onze diertjes af,
heel concientieus volgens de gebruiks
aanwijzing op de pakjes vermeld, dan
fieeft gewoonlijk de kloek in twee
minuten minstens 50 °/0 naar binnen
gespeeld, terwijl de kuikentjes minstens
0 minuten noodig hebben om hun
<ropje te vullen, Om de diertjes hun
genoegen te geven, moeten we dus
>teeds een dubbele portie voorzetten,
^eken nu zelf maar eens uit in hoe
korten tijd een kilo's pakje veel te duur
voer van 16 k 17 stuivers naar de
maan is. Reken daar je kuikenszaad
en andere lekkerbeetjes bij en ze diertjes
kosten U de eerste zes of acht weken
uist het dubbele van wat je mogen
kosten „Let op de kleintjes" is dus
niet te veel beweerd
Erger is 't, wanneer we heel secuur
de portie voor het aantal beestjes dat
we hebben loopen afwegen, doch er
niet oprekenen, dat de kloek mee eet.
In dit geval komen onze diertjes veel
te kort en mogen we met nog veel
meer recht beweren, dat onze diertjes
ons te veel aan opfokken kosten, im
mers ze groeien niet zooals ze moeten
en kunnen groeien, zijn niet op tijd
legrijp zien dus op een andere wijze
onze pertemonnaie na.
Het maken van een scheiding in ons
kuikenrennetje zooals we reeds meer.
malen aangaven, zal wel niemand meer
als een overbodige weelde beschouwen.
Doch ook nog in andere zaken moeten
we „op de kleintjes letten". Zoo hier
en daar zien we al vijf, zes en zeven-
weeks kuikens loopen, waaronder
volgens ondergewoonte minstens 50 °/0
haantjes, want de geheimzinnige met
hodes van eieren uitzoeken met uit
sluitend hennetjes-cellen gaan „nooit of
nimmerM op. Nu vragen wij ons dik
wijls af, waarvoor dienen die haantjes.*
Even uitrekenen wat die baasjes kosten.
We zullen maar buiten beschouwing
laten, dat je van af den eersten dag,
dat ze 't licht aanschouwden steeds
het warmste plekje bij de kloek, de
grootste^ portie voer en vooral steeds
de lekkerste beetjes hebben weten te
bemachtigen. Bij 't kippenvolkje
heerscht nog steeds „het recht van den
sterkste". Natuurlijk worden die slok
kers aangehouden om een fijn slacht-
boutje te hebben. Onder de tien weken,
zijn ze gewoonlijk 't aanpakken niet
waard, waarom we gerust kunnen
schatten, dat ze ons heel voordeelig
gerekend 10 x 10 ct. f 1.— gekost
hebben -f de inkoopprijs van 't broedei.
Hoeveel zoo'n tienwecks beestje waard
is Presenteer ze maar eens aan den
poulier Momenteel 8 k 10 stuivers.
Eer 't een maand verder is slechts de
helft. Zoo ge graag haantjes eet kunnen
die 10 stuivers of meer per diertje U
natuurlijk niet van die liefhebberij af
houden, doch voor een hoenderhouderij
die we winstgevend rendabel
willen maken, zijn en blijven het schade
posten. Nog een ander heel groot
gevaar kleeft er aan dat aanhouden
van haantjes. Zoo gemakkelijk wordt
gezegd als de diertjes 8 of 10 weken
oud zijn, dit of dat exemplaar is te
mooi om te slachten. Men houdt het
diertje aan en fokt 't volgend seizoen
zonder de minste gewetenswroeging
gerust in. den len en 2en graad van