Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. iï il Kirnr Hoofdpijn FEULlETOh NUMMER 53 ZATERDAG 4 JULI 1925 48e JAARGANG UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. GEERTRUIDENBERG. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Dinsdag 30 Juni des voormiddags te 10 uur. Voorzitter Edelachtb. Heer J. Bianclii. Ongeveer kwart over 10 uur opent de Voorzitter de vergadering; aanwe zig alle leden. De Voorzitter zegt dat het hem spijt dat hij deze vergadering niet op een Vrijdagmiddag kan houden. Laatstle den Vrijdag kon hij niet en nu moeten enkele zaken voor 1 Juli zijn afgewerkt. Daarna worden de notulen voorge lezen. De heer Jansen zegt tot zijn leed wezen terug te moeten komen op wat in de vorige vergadering is gedaan n.l. dat drie Regenten van de Godshuizen mee stemden over de wijziging van de begrooting van de Godshuizen; als die menschen meestemmen, dan is het niet de moeite waard om het in den Baad te brengen. Ze hadden buiten stem ming moeten blijven. De Voorzitter merkt op dat de Re genten dat niet behoeven. Alleen bij de vaststelling van de rekening moeten ze zich van de stemming onthouden. De heer Jansen blijft het een groot onrecht noemen, dat zooveel regenten mee stemmen. Zoodoende behoeft inen iets van de Godshuizen niet in den Raad te brengen. Getracht moet wor den dat het reglement wordt herzien, opdat zoo iets onduldbaars niet meer kan voorkomen. De Voorzitter zegt zelf ook een op merking te hebbenEr staat dat hij hij de bespreking verhuring van een huis aan Zijlmans gezegd heeft toen een van de leden vroeg of Burg. en Weth met geen voorstel kwamen; dat zal je wel hooren. Dat heeft hij niet gezegd. Hij heeft gezegd dat Burg. en Weth. geen voorstel hadden, wat door verschillen de leden wordt beaamd. De heer Jansen wil nog opmerken dat hij een vorige vergadering buiten stemming is gebleven om dat hij er zich absoluut niet mee kan vereenigen. Hij blijft het als een groot onrecht be schouwen en hij durft vertrouwen dat, nu een der regenten is afgetreden, zoo iets niet meer zal voorkomen. Aan de orde: 1. Onderzoek geloofsbrieven van den heer S. G. Meijers, benoemd tol lid van den Raad. De voorzitter benoemd tot leden der Commissie van onderzoek de hecren Sassen, Segeren en Jansen en schorst gedurende het onderzoek de vergade ring. Na de heropening zegt de heer Sas sen dat de stukken in orde zijn bevon den waarna tot toelating wordt beslo ten. Voorzitter. De heeren zullen gezien hebben, dat zich bij de ingekomen stukken een brief bevindt van der. heer Smolders waarin hij ontslag neemt als lid van den Raad. Nu de geloofsbrie ven van den opvolger van den heer Smolders zijn onderzocht, wil ik niet nalaten nog een woord van dank te brengen aan het afgetre den lid, den heer Smolders. Ik kan daarbij kort zijn, omdat ik, enkele maanden geleden bij zijn aftreden als wethouder dezer gemeente, zijn ver diensten voor de gemeente naar voren heb gebracht. De heer Smolders is 11 Februari 1880 benoemd tot lid van den Raad en heeft dus 45 jaar lang deze functie bekleedt, waarvan 21 jaar als wethouder. Thans nu hij 73 jaar oud is gewor den, heeft hij gemeend zijn taak aan jongere krachten te moeten overgeven. Ik dank den heer Smolders voor al les wat hij voor de gemeente in die vele jaren heeft gedaan en hoop dat hij nog lang van een welverdiende rust mag genieten. Sassen. Gaarne beaam ik volkomen »vat door den Voorzitter is gezegd. IK ben nu 17 jaar in deze gemeente en al dien tijd heb ik moeten conslateeren dat de heer Smolders was een plichtsge trouw en eerzaam raadslid, iemand die altijd principieel is geweest en steeds consekwent is gebleven. Zij die de ge schiedenis van onze gemeente kennen weten wel wat ik hedoel. De heer Smol ders was een Katholiek man in woord en daad. Ik hoop dat hij nog lang mag blijven leven en getuigen mag zijn van den groei en bloei van Geertruidenberg. 2. Mededeeling proces-verbaal van kasopname. Uit het onderzoek is gebleken dat de boeken ordelijk en regelmatig zijn bij gehouden en het dien overeenkomend bedrag in kas aanwezig was. 3. Wijziging Gemeentebegrooting dienst 1924. Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt besloten. 4. Wijziging begrooting G. E. B. dienst 1925. Conform het voorstel van Burg. en Weth. wordt besloten. 6. Ingekomen stukken. Schrijven van Ged. Staten houdende de goedkeuring van de wijziging der begrooting. 6. Voorstel Burg. en Weth. inzake distributie-aangelegenheid. De Voorzitter zegt dat hij in een vo rige vergadering kon verklaren dat deze kwestie in goede banen was geleid, thans moet hij tot zijn spijt mededee- len, dat de zaak weer een ongunstige wending heeft genomen. Op het laat ste onderhoud, dat 14 Mei heeft plaats gehad, heeft Van Riel toegezegd later ook te zullen komen. Echter heeft hij geen woord gehouden. Hij heeft een briefje geschreven waarin hij schreef: M.i. heeft het geen nut om op de bijeen komst te komen wijl ik geen nadere in lichtingen meer kan verschaffen. Meer opheldering dan tot dusver gedaan, kan ik niet geven". Burg. en Weth hebben alles gedaan om de zaak in het reine te krijgen doch door de tegenwerking van Van Riel is men nog tot geen resultaat kunnen komen. Burg. en Weth. hebben alles gedaan wat mogelijk was, omdat de fout ook misschien te vinden zou kunnen zijn bij een bank, maar uit de houding van Van Riel blijkt meer dan voldoende dat hij tegenwerkt in plaats van mee-werkt. Hij heeft destijds de verplichting op zich genomen om alles te betalen en dan moest hij nu ook de eerste zijn die wil aantoonen dat het bedrag van 2500 is betaald. Burg. en Weth. stellen voor om Van Riel nu nog eenmaal aan te schrijven en hem te verzoeken het verschuldigde bedrag te voldoen, hetzij in eens of in gedeelten. Mocht hij binnen tien dagen daaraan niet hebben voldaan, dan stellen wij voor bij Ged. Staten aan te dringen een rechtskundig advies aan te gaan. Ingezonden Mededeelingen. bedaart spoedig door gebruik van een paar Mijnhardt'sHoofdpijntabtetten. Buisje 60 ct. Er blijft ons anders niets meer over De heer Jansen kan zich direct met het voorstel van Burg. en Weth, niet vereenigen. Z.i. komt er te veel in uit, dat de schuld absoluut aan van Riel is en daarmede zou hij toch nog een beetje voorzichtig willen zijn. Eerst zou hij nog eens grondig willen onder zoeken waar de fout zit Niet dat hij van Riel wil verlichten want blijkt dat hij het moet betalen, dan zou hij hem dat direct willen laten doen en liefst met de rente van f 2500 erbij Burg en Weth. kunnen misschien anders denken dan de leden, hebben die wellicht de overtuiging dat door aksheid of wat ook de fout is ontstaan. Wij moeten een beetje voorzichtig zijn met die zaken want van Riel heeft een naam te verliezen. Zijn compagnon, die altijd de beurs bezoekt, heeft daar een goede naam en nu zou men iemand een klap in zijn gezicht kun nen geven die misschien te vroeg zou zijn gegeven. Het Rijk heeft het heel gemakkelijk. Die zegt maar jullie moet zooveel be- 67) TWEEDE DEEL. talen en dat houden wij af, maar het kan toch heel goed zijn, dat daar de fout schuilt Het beste zal zijn de zaak nog eens grondig te onderzoeken en een accountant er bijnemen. Al zou die heele f 2500 uitgegeven moeten wor den voor de kosten van het onderzoek, tot klaarheid moet het worden ge bracht Van Riel is kerkmeester, dus men moet toch een beetje voorzichtig zijn en daarom zou ik een commissie benoemen, die met een accountant de zaak onderzoekt. Blijkt dan dat van Riel onwillig is da-x blijft ons nog altijd een paardenmiddel over, de justitie. Voorzitter. In het voorstel van Burg. en Weth. ligt niet opgesloten, dat wij van Riel schuldig verklaren. U zegt, dat men wat voorzichtig moet zijn, want dat van Riel een naam heelt op te houden maar als hij daar werkelijk prijs op stelt dan had men toch mo gen verwachten, dat hij een andere houding zou aannemen. U wil hebben dat nog een nader onderzoek zal worden ingesteld maar dat is niet mogelijk zonder hem en hij weigert absoluut iedere medewer king. Wij zijn tot hem gekomen en hebben gezegd laten we dat zaakje binnenshuis schoon wasschen Zeker 4 of 5 maal heeft hij beloofd te zul- lei komen en telkens bleef hij dan maar zonder meer weg Terwille van de goede zaak heb ik staan bedelen bij hem dat hij toch maar zou komen, iets wat ik voor me zelf nooit zou doen, maar hij deed het niet. Hij heeft ons eens gezegd dat hij geen kwitanties had maar toen later iets uit den Haag kwam waarop alle datums verkeerd stonden opgege ven, toen had hij wel kwitanties Er zijn 3 zendingen geweest waarvan er twee zijn betaald Of nu de eerste en tweede zending of de eerste en derde zending is betaald weet men niet doet er ook niet toe. Van Riel heeft eens gezegd dat hij ook geen Rek Courant had en later had hij die weer wel Dat hij dan aantoont. Hij is grossier geweest en hij had voor alle betalin gen te zorgen en als het Rijk nu zegt dat er nog iets staat te betalen, dan moet hij zeggen en aantoonen dat het niet zoo is. leder uwer zou dat toch doenBurg. en Weth hebben zich ook niet op het standpunt geplaatst (Wordt vervolgd). De tlcho van het Zuiden, Waalwvjksclie mi Langsiraatsclie Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. I van „DE ECHO VAN HET ZXJIDEN Het huls van graaf de Roquevère was in de Verneuilstraat gelegen, maar het was dat adres niet dat Catiche gaf aan den koet sier die hen aan het station kwam afhalen. Weldra hield de huurkoets stil voor een prachtig huis in den omtrek van het Mon- teaupark. Dat wa9 de nieuwe overwinning van den graaf en van de gravin de Roquevère. Het oud familiehuis was verkocht. Het nieuw verblijf, eene wit geschilderde villa, was heel en al naar den smaak van de gravin Elena, en de graaf had niet kun nen weigeren haar die voldoening te geven. Etiennette trad een klein salon binnen, waar haar vader zich bevond. Zij werd opnieuw getroffen door de zon derlinge en verontrustende verandering, welke zij in geheel zijn persoon bemerkte. Een zenuwachtig beven bewoog al zijne ledematen, terwijl zijne wangen een bloedig rooden glans hadden. Wat meer is zijn droge hoest was ver ergerd en geheel zijn voorkomen droeg het kenmerk der ziekelijkheid. Hij keek zijne dochter met verlegen blik aan. Wij wonen thans hier, zeide de graaf met hygende stem't is Elena die het ge wild heeft voor my, voor myne gezondheid, die een weinig te wenschen laat. ïk heb hier een betere lucht dan in die oude Verneuil- straat. Van den brief van Catiche sprak hy geen woordvan de Blossac evenmin. De gravin hield zich achter haren man en Etiennette zag in haren zwarten blik een lielsche vlam van triomf glimmen. De graaf richtte zich opnieuw tot zyne dochter en zeide haar op ernstigen toon Voortaan zult gy hier hy ons wonen, Etiennette; wees goed voor ona Vergal mijn leven niet. Dat was alles. En dan begon er in het huis van de Vil lierslei een zeer pyniyk leven voor Etien- 1 nette. Toen deze haar vader spreken wilde over hare liefde, over de Blossac, over de ver- bindtenis welke zy aangegaan had met hem te beloven dat zy zyne vrouw worden zou, i hield de graaf haar met een pyniyk gebaar j tegen. Geen enkel woord daarover. Later, later. Wanneer ik my beter gevoelen zal. Wanneer ik myne gezondheid zal terugbe komen hebben. Etiennette kon niet aandringen, de graaf weigerde naar haar te luisteren en, wat meer is, zy vond hem byna nooit alleen. Zq onderwierp zich dan, maar onderhield met haren verloofde een gedurige brief wisseling. Dat was gemakkeylk, want de gravin liet haar, in schy'n tenminste, eene geheele vrij heid. De graaf kwynde langzaam weg en stierf eindelek zachtjes in de armen zyner wel beminde Elena en van z.yn vriend, dokter Carl Warton. Etiennette was diep bedroefd om den dood van haren vader, dien zy zoo teeder bemind had. Het testament van den graaf werd ge opend, en men vond erin, wat te *verwach- ten was. Natuuriyk onterfde liy zyne doch ter geheel en al, daar zy ryk was door de erfenis lmrer moeder, en alles waarover de wet hem vry liet beschikken, gaf hy aan zyne welbeminde vrouw, Elena Hautrop. Deze was daai-enboven als voogdes aan gesteld van Etiennette, terwyi dokter Carl Warton tot haren voogd was benoemd. Een vriend der familie, Abel Mérian, de wissel agent, die sinds lang met de zaken der fa milie belast was, werd toegevoegde voogd. Abel Mérian was een man van vyftig jaar, goed, rechtschapen, zeer eerlyk in zaken en Etiennette geloofde vast op zyne hulp te mogen rekenen. Maar vanaf de eerste woorden welke zy, by haar eerste onderhoud, tot hem richtte, las zy in de zwakke oogen van haren toege- voegden voogd, dat deze reeds gewonnen was voor de zaak van het eerloos paar, Ele na en Carl Warton. Myn kind, zeide Mérian haar, gy py- nigt my nutteloos met my over uwe stief moeder te spreken. Gy z.yt zeer opgewonden geweest; uw va der heeft my daar meermalen met diepe droefheid over gesprokengedurende zeke ren tyd, nochtans, waart gy redeiyker en kalmer geworden. Zeg dus niet het minste kwaad van de gravin de Roquevère, want niemand zou u gelooven en men zou u een voudig den rug toekeeren. Er was daar niet meer op terug te komen by MérianEtiennette begreep het. zy was dus alleen, hulpeloos aan hare stiefmoeder en dezes vriend overgeleverd. Om zich te troosten had zy alleen de brie ven van haren verloofde. Deze leidde te Parys het regelmatigste leven dat men wenschen kan. Hy ontmoette Etiennette soms op de wandeling in liet Bosch en schreef haar byna alle dagen brie ven, waarin liy haar van zyne onverander- ïyke liefde verzekerde. Hy wachtte met geduld op het oogenblik dat zy zyne vrouw zou kunnen worden. En hoegenaamd geen beproeving zou hem te zwaar of te pyniyk vallen, indien hy ze doorstaan moest om eindelyk toch dat doel te bereiken. Het gedrag der gx-avin ten opzichte liarer stiefdochter, was onder alle opzichten, voor komend, zelfs stichtend. Zy hield niet op als eene ware meesteres hare rol van komediante te spelen, hare stiefdochter overal, in het publiek, met de vriendelykste zorgen te omringen. In het byzonder ook scheen zy het meisje waariyk bevriend te z.yn en haar in alles met goed heid te bejegenen. Indien Etiennette niet zeker geweest was met eigen ooren in het paviljoen van het park de vreeseiyke samenspraak tusschen Elena en Carl Warton gehoord te hebben, zou zy waariyk geloofd hebben dat zy zich bedrogen bad en dat hare stiefmoeder baar inderdaad beminde. Zy kende weldrn de reden van bet kome diespel. Dokter. Carl Warton was natuuriyk de vriend van de gravin de Roquevère gebleven. Etiennette bemerkte al spoedig dat de dokter meer en meer haar gezelschap zocht en haar het hof maakte. Aanstonds liep zy naar Mérian. Maar ook ditmaal waren de noodige voor- zorgen genomen. Die booswicht van een Carl Warton, die langzaam en zeker zyn doel zocht te berei ken, had den toegevoegden voogd van Etien nette op de hoogte gebracht van zyn ver langen. Hy had talryke vertrouweiyke gesprek ken met hem gehad. Ha, wist gy hoezeer ik in dat onge lukkig meisje belang stel, herhaalde hy meermalen aan Mérian, wist gy welke aanhoudende pogingen ik doe om haar te ontrukken aan die verschrikkeiyke geestes- verby'stering die haar nog altyd bedreigt. En met een lxoofdteeken vol hoop, voegde dokter Warton erby O, ik zal er in gelukken, ik zal die kwaal overwinnen. Abel Mérian was een man van middelbare gestalte, nogal goedhartig en vriendeiyk, maar te weinig wantrouwig. Hy bewoonde 's winters een ruim huis in de voorstad St. Honoré, en gedurende den zomer het kasteel van Bridailles, waar hy een prachtige jacht had, de jacht van Fon- tainville genaamd. Een groot fortuin vergaard hebbende, leidde hy nu een breed leven, zoowel te Pa rys als op het buiten, met zyne vrouw die een weinig ziekelyk was en die zich door de beminneiykheden van Elena de Roque vère had laten verleiden. Alles vereenigde zich dus tegen de arme Etiennette en ditmaal werdeu 's meisjes bittere klachten niet minder dan de eerste maal door Mérian in de wind geslagen. Dftt is nu een andere gril, zeide hy by zich zeiven. En hy scheepte het jonge meisje af met eenige goede woorden en eene zeer zachte vermaning. Wees kalm, wees kalm, lief kind; gy hebt een schoon fortuin, stel u dus tevre den en zoek geen bezwaren wanr er geen te vinden zyn. Elena en hanr medeplichtige zochten zich meester te maken van dat groote fortuin, waarvan Merian sprak. En zachtjes kwamen zy nader by hun doelzy waren op weg om tot dien uitslag te komen. Daar Mevr. de Roquevère in den rouw was, waren de ontvangsten natuuriyk opge schorst en het huis op de Villierslel bleef gesloten. Ongetwyfeld was de onverdrageiyke Ca tiche nog altyd belast met Etiennette te be- witkenmaar zy bezat haar rytuig, en reed uit met de eene of andere kamenier, of werd gevolgd door een knecht te paard, wanneer zy des morgens hare wandeling door het bosch deed. Daar was zy zeker Guy de Blossac te zul len ontmoetendan stapte zy af en eenige stappen ter zyde gaande, kon zy eenige oogenblikken met hare verloofde verkeeren. Het jaar van rouw, volgende op de dood van den graaf, verliep aldus. Tydens den zomer deed Elena eene reis naar Zwitserland en Etiennette zag zich gedwongen hare stiefmoeder te vergezellen. Gedurende dien tyd moest alle briefwis seling tusschen de twee verloofden noodza- kelyk ophouden; Elena en Catiche bewaak ten het meisje van naby. maar eens te Parys teruggekeerd hei-nam Etiennette aan stonds weer hare vryheid. Guy de Blossac was denzelfde gebleven, altyd getrouw aan zyne belofte. Iiy was er in gelukt zich te doen voor stellen aan Mérian en daar ontmoette hy nu soms zyne welbeminde Etiennette. Noch Carl Warton, noch Elena waren on bekend met de liefde van het meisje. Indien zy haar toelieten vry te gaan waar zy wilde, was dat om haar niet al te zeer te ontstellen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1