Extra-Nummer van „De Echo van het Zuiden". 2e Blad. DE SCHOEN- EN LEDERINDUSTRIE EN DE TENTOONSTELLING. Kaatsheuvel, Augustus 1925. Tot voor 'n 30 tal jaren waren in deze gemeente uitsluitend handschoen- makerijen en hoorde men allerwegen nog het hamergeklop op den traditio- neelen kei, waardoor de noodige vast heid aan het zooileder moest worden gegeven. Niet minder zijn uit dien tijd nog bekend de els met zijn prikdraad, de holsblok en het likhout als onmis bare hulpmiddelen bij het fabriceeren van den handwerkschoen en het ver vormen van het tuigleder naar veler vaardige handen. Vele ouden van dagen zullen onge twijfeld nog met genoegen daaraan terugdenken, toen het hun gegeven werd thuis zittende hun arbeid te ver richten en daarmede ook van de „bakskes" van moeder de vrouw te profiteeren. Had deze arbeid gebogen over den te fabriceeren schoen zonder twijfel zijn hygiënische bezwaren, toch lag er voor menigeen een bekoorlijkheid in, die den stempel drukt op de ge moedelijkheid en huiselijkheid welke ons volk steeds heeft gesierd. Nog verder teruggaande in de ge schiedenis van het schoenenwezen, zou er op kunnen worden gewezen dat in vroegere jaren onze dappere mannen en ook vrouwen per trek schuit naar Holland togen om daar hun schoenen aan den man te bren gen. Tot nog voor korten tijd hebben er onder ons geleefd die eertijds op deze wijze den verkoop wisten te be werken van de schoenen welke thuis werden vervaardigd en met het oog op de zeer gebrekkige vervoermidde len van dien tijd, maandenlang in Hol land vertoefden om veelal in het klein den afzet van het product te bevorde ren. Het ligt niet in onze bedoeling dien aangaande een nadere beschrijving te geven, doch wenschen wij meer spe ciaal den toestand te schetsen zooals deze zich sedert den machinalen tijd voordoet. Zooals boven gereleveerd werden de eerste machines ruim 30 jaren geleden ingevoerd. Aanvankelijk nog sceptisch staande tegenover dezen nieuwen ontwikke- lingsvorm, moest al ras worden toe gegeven dat de machinale productie steeds meer terrein won en zoodanig baan wist te breken dat mocht worden aangenomen dat vrij spoedig hel hand werk zou worden verdrongen of al thans in zeer sterke mate zou worden overvleugeld. In een betrekkelijk snel tempo zien wij de machinale bedrijven dan ook aangroeien, waartoe ongetwijfeld de in 1903 te Waalwijk gehouden Tentoon stelling van de Schoen- en Lederin dustrie het hare alleszins heeft bijge dragen. Na de schitterende demonstratie welke daar met de nieuwste machines op dit gebied werd gegeven, gingen meerderen tot machinalisatie van hun bedrijf over en plantte deze overgang zich dermate voort dat in 1910 het ge tal groote en kleine inrichtingen die machinaal produceerden was te stel len op 15, in 1915 op 35, in 1920 op 52, en thans op 65. Het zal dan ook wel niet behoeven te worden gezegd dat de schoenin dustrie in deze gemeente .geheel is gemachinaliseerd, waartoe voor de latere jaren het gebruik van electri- citeit grootelijks heeft medegewerkt. Dienaangaande hehoeft slechts te worden opgemerkt dat aan stroom voor krachtdoeleinden werd afgeno men: in 1921 41180 K.W.U., in 1922 73862 K.W.U., in 1923 102147 K.W.U., in 1924 156784 K.W.U. Deze sterke verhooging van het ge bruik van electriciteit typeert onge twijfeld den industrieelen toestand. Mag daaruit worden geconstateerd dat de industrie, naast nog verschillende zuiggasmotoren, steeds meer van deze krachtbron gebruik maakt, niet min der valt uit deze becijfering de ont wikkeling te lezen, welke onze nijver heid biedt. Ook op het gebied van de schoen techniek mag onze industrie zich in stijgende lijn verheugen. In meerdere mate «dan voorheen wordt aan het fabricaat een betere zorg besteed hetgeen de expositiestands bepaalde lijk zullen uitwijzen en al zijn de resultaten daarvan niet onder cijfers te brengen, toch mag als algemeen bekend worden aangenomen dat de qualiteitswaarde onzer fabriekspro- ducten niet voor andere elders gele gen fabrieken behoeft onder te doen. In deze industrieele evolutie, zooals wij die hierboven hebben aangegeven, heeft niet minder de stand der bevol king gedeeld. Bedroeg het aantal inwoners onzer gemeente toch in 1905 7551, in 1910 was dit getal 7828, in 1915 8220, in 1920 9026, in 1924 9598. Naast de schoenindustrie mag ook de ledernijverheid de gewenschte stof geven tot een passende beschrijving. En wanneer wij dat doen dan denken wij niet meer aan de vroegere leer looierijen die de looiing naar het kuip- systeem hadden, maar komen daarvoor in de plaats de gemoderniseerde leder- fabrieken die de vache methode in het looiproces aanwenden. Gaandeweg is ook hier een groote evolutie inge treden. Werd het oude langzaam vorderende looiproces in den loop der jaren geleidelijk reeds verkort en met toepassing van enkele chemische hulp middelen nog meer bespoedigd, toen de vaehemethode zich meer baan be gon te breken, wilden onze fabrikanten in energie niet achterblijven om even eens dit systeem voor de bereiding van leder toe te passen. Na nog herhaalde uitbreidingen vin den wij onze lederfabrieken paraat om naar behoefte telken week een groot quantum leder af te leveren. Daarbij behoeven wij zeker niet te vermelden dat alles wordt gedaan om het pro duct steeds meer te perfectionneeren en een artikel te leveren dat aan de hoogste eischen voldoet. In het vorenstaande moge hiermede in het kort de situatie van onze plaat selijke nijverheid zijn geschetst. Daar in iigt voldoende de verklaring dat zij in alle opzichten met den stroom des tijds heeft medegewerkt en zich aan de gewijzigde^ toestanden heeft weten aan te passen. Naast onze waardeering voor deze energie verdient de nijver heid, vooral in dezen minder gunsti- gen economischen tijd, ook onzen steun. Daarom lijkt het ons van den Ned. R. K. Schoenfabrikantenbond zoo juist gezien om een Tentoonstelling te organiseeren die een demonstratie zal geven van hetgeen de Schoen- en Lederindustrie vermag en waarop te vens de nieuwste vindingen op ma- chinegebied zullen zijn geëxposeerd. Wordt met deze Tentoonstelling on getwijfeld bedoeld aan de .industrie den gewenschten steun te bieden, dan hopen wij gaarne dat deze volledig moge slagen en rijke vruchten voor de nijverheid moge opleveren. J. L. VAN BESOUW, Burgemeester van Loon-op-Zand. DE LANGSTRAAT EN DE SCHOENINDUSTRIE. Onlangs vond ik in een aardrijks kunde boekje van het midden der vo rige eeuw, wat een boekenschoonmaak me toevallig in de handen speelde, ter loops het volgende vermeld, hetgeen in deze dagen ongetwijfeld onze belang stelling waard is: „De Langstraat, waartoe gemeen- „lijk nog eenige dorpen uit het kan- „ton Oosterhout worden gerekend, „is bekend om haar voortreffelijk „hooi en beroemd om haar laarzen, „schoenen en muiltjes, die er in „groote hoeveelheden worden ge- „inaakt en over het geheele land „worden rondgevent en verspreid, „wijl zij overal zeer gewild zijn. De „Langstraatsche schoenmakers zijn „niet alleen nijvere handwerklieden, „die terdege hun vak verstaan, maar „munten bovendien vaak uit op mu zikaal gebied, waar zij gaarne hun „vrijen tijd aan opofferen." In de ongeveer vijf en zeventig jaren, die verloopen zijn sedert deze regels werden neergeschreven, waarin zoo kort maar bondig het Langstraatsche handwerkschoenbedrijf van weleer wordt afgebeeld, is er heel wat ten omme gekeerd. De werkstoel met zijn eenvoudig aanschijn, waarop in angstige menge ling, stukjes leder en vlijmscherpe messen, vijlen en fijnpuntige eisen, hamers en tangen, glasscherven en spijkertjes, was en pik, touw en nog veel ander goedje vaak slordigjes lag opgehoopt, is voor het meeren- deel allengskens naar den zolder ver dwenen en de schoenmaker als hand werkman, die in eigen werkwinkel, meestal bij moeder de vrouw, onder het neuriën van een vroolijk deuntje zoo huiselijk zijn naarstig werk ver richtte, heeft, op enkele uitzonderingen na, bijna geheel afgedaan. Fabrieken en fabriekjes, de laatste vaak ongemerkt, zijn langzamerhand overal verschenen en de snorrende machines verrichten in veelvouden op heden, wat vroeger met hand en handwerktuig zoo kunstig werd sa- inengewrocht. De schoenmakers-thuiswerkers, die met den loop der jaren voor negentig procent en wellicht meer naar de ta- brieken zijn overgegaan, hebben hun leeren sloof voor goed verlaten en de gemoedelijke schoenmakerij van des tijds, waarvan de baas naar goede oude Aan de Redactie van „De Echo van het Zuiden" Alhier. Waalwijk, 5 Augustus 1925. Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van Uw verzoek uit gedrukt in Uw schrijven d.d. 21 Juli j.l. heb ik de eer U het navolgend kort his torisch overzicht, omtrent den handel en de nijverheid dezer gemeente en 3 Rijksvakseliool Waalwijk. zeden zoo kundig Mr. schoenmaker mocht heeten, is door de geweldige ontwikkeling der techniek herschapen in een machinaal bedrijf, dat mede op den roem van de Hollandsche nijver heid mag bogen. Wie heden ten dage dan ook als vreemdeling Waalwijk en omgeving bezoekt, zal verrast staan bij het zien van den durf en doorzeltingsgeest van koene en schrandere ondernemers en gaarne zal hij erkennen, dat de schoen en lederindustrie, die in deze streken reeds thuis was in het historisch ver leden, een tak van onze nationale voortbrenging beslaat, die de volle belangstelling verdient van Neerlands overheid en onderdaan. En thans nu in het hartje van de Langstraat, tergelegenheid van het vijf en twintig jarig bestaan van den Alge- meenen Nederlandschen Schoenfabri kanten Bond, er een vaktentoonstel ling is tot stand gebracht, die haar weerga mag wachten, een vaktentoon stelling, die haar uiterste krachten zal inspannen om den werklust van den arbeider te prikkelen en den onder nemingsgeest van den patroon te stij ven en te stuwen, een vaktentoonstel ling, die met honderden oogen zal kij ken en laten kijken en met honderden monden zal spreken en laten spreken om grooteren afzet te vinden, een vak tentoonstelling, die haar leiders en ook Waalwijk, waar de echo van 1903 nog zachtjes weergalmt, een grootsche eer aandoet, wordt er weer getuigenis afgelegd van een wil en getuigenis van een energie, waarop de schoen- en lederindustrie met recht mag trotsch gaan. Wij hopen van harte, dat „De Echo van het Zuiden, Waalwijksche en Langstraatsche courant", die terecht aan den dag van heden een extra éditie wijdt, temeer nu haar bladen geduren de bijna vijftig jaren, naast velerlei an dere streekbelangen, ook in zoo'n hooge mate de schoen- en lederin dustrie hebben voorgestaan, spoedig in hare met graagte gelezen kolommen ons zal kunnen verkondigen, dat het in het schoen- en lederbedrijf, dank zij mede deze tentoonstelling, wederom goed gaat. Mr. H. J. M. LOEFF. Burgemeester. Drunen, Augustus 1925. omstreken, over de jaren 1878 en ver der, te doen toekomen. Deze ongeveer half eeuwsche periode kenmerkt zich door een geweldigen om mekeer in alles wat de wereldgeschie denis aangaat. Hei zij met voldoening gezegd, dat onze nijvere streek en voor zeker de inwoners onzer vooruitstre vende gemeente, naar evenredigheid der populatie en hulpbronnen, aan de actie krachtdadig hebben deelgenomen. Zij konden zich al spoedig met de nieu we eischen vereenigen en zich daarbij aanpassen. Ik mag er wel óp wijzen, dat „De Echo van het Zuiden" in vele opzichten daartoe heeft bijgedragen. Hare kolommen stonden steeds open ter bevordering van het goede doel. Het eerste nummer van de Echo ver scheen op 1 Januari 1878, tegelijk met de oprichting en in-werking-treding dei- Kamer van Koophandel en Fabrieken te Waalwijk. Toevallig werd ik, kort vóór de op richting van de Echo, door den stich ter, wijlen den heer Antoon Tielen, va der van den tegenwoordigen eigenaar exploitant, op de hoogte gesteld van zijne plannen tot uitgifte van een cou rant, gewijd aan de belangen van Waal wijk en de Langstraat. Het behoeft niet gezegd dat ik deze confidentiëele mede- deeling ten zeerste toejuichte. Het ont brak den Ondernemer intusschen niet aan bijval, en 't was wijlen Burgemees ter Jansen te Tilburg die zijn machtigen moreelen steun aan zijn jongen vriend Antoon Tielen verleende. Thans wordt zooals algemeen be kend, heel het bedrijf der boekdruk kerij en Uitgevers-firma door den zoon van den Stichter, den heer Jan Tielen, die de zaak op betrekkelijk jeugdigen leeftijd aanvardde, met blijkbaar suc ces voortgezet en uitgebreid; daarin bijgestaan door ijverige medehulp van den heer J. van Eijkelenburg, die wel dra zijn 25 jarige medewerking aan de zaark hoopt te herdenken, en door het overig bekwaam personeel. Tal van zakenmannen overigens, te veel om te noemen, hebben direct of indirect naar hun beste weten den vooruitgang onzer schoone gemeente bevorderd. Aan die beweging sloten zich met alle toewijding eenige mannen buiten het zakenleven aan, als wijlen Burgemeester Van der Klokken, wijle Secretaris F. W. van Liempt en de heer Aug. van der Heijden, die nog steeds zijne ge waardeerde, onbaatzuchtige hulpvaar digheid, ten dienste stelt van het alge meen belang. Na dit citaat verwijs ik met beschei denheid naar onderstaand extract uit de Algemeene Beschouwingen van het Verslag der voormalige Kamer van Koophandel bij gelegenheid van haar 25 jarig bestaan. Het luidt: „Waalwijk, 20 Mei 1903. „Wanneer een inwoner van vóór 25 .jaren deze gemeente thans nog eens „mocht bezoeken, zou hij zeker met „groote belangstelling getuigen van de „vele en groote veranderingen, die .Waalwijk in zoo'n betrekkelijk kort „tijdsbestek heeft ondergaan. Op som- „mige punten zou hij moeite hebben „zich „thuis" te gevoelen en den weg te „vinden. Van spoortreinen en trams, „welke thans langs en door onze ge- „meente stoomen en zooveel vertier en „drukte meebrengen, was in zijn tijd „hier nog geen sprake. Flinke, breede ..trottoirs, langs beide zijden der Groo- „te Straat en der Stationsstraat (Kloos- „tersteeg) al of niet met boomen be klant, de verbeterde, aanmerkelijk „verbreedt- straatwegen met goede rio- leering, de lommerrijke lanen langs den „spoorweg, hij heeft ze niet gekend. „Geheel nieuwe wijken of buurten zou „hij voor het eerst aanschouwen en „met welgevallen zou zijn oog gaan „over de nieuwe St. Antoniuskerk, den „watertoren met annexe gebouwen, het „kantoor van Van Gend Loos, de „aanzienlijk vergroote en verfraaide „openbare school, de gasfabriek, de „boterhal met teekenschool, het post- „kantoor, het kantoor der levensverze kering-maatschappij Noord-Braband, „de hotels, de fabrieken, de groote me- „nigte nieuwe of vernieuwde heeren- „en burgerwoningen, de verbreede en „uitgediepte haven, de reusachtige wer ken aan den Maasmond. Bovenal zou- „den hem aantrekken de talrijke win kels en magazijnen van allerlei aard, „wedijverend om den voorrang. En als „de fabrieken uitgingen en honderden „mannelijke en vrouwelijke arbeiders „zich huiswaarts spoedden, zou hij „meteen tot de ontdekking komen, dat „Waalwijk eene fabrieksplaats wordt, „dat de arbeid aan huis zeker tot op „de helft verminderd is en een zoo „goed als totale ommekeer in de „schoenen- en lederindustrie is geko- „men. enz.". Als men verder doorleest, vindt men voorzeker naast de vele lichtpunten die in dit tijdperk verschenen, enkele don-J kere wolken, maar het licht overtreft toch de duisternis. Het einde van den FranschDuit- schen Oorlog in 1870—71 mocht een reeks van voorspoedige jaren en van wereldvrede in 't leven roepen, waar van ook onze gemeente partij kon trekken, getuige o.a. de oprichting van verschillende nuttige instellingen op| velerlei gebied, zooals „de Rijksvak school voor het Leerlooiers en Schoen makersbedrijf" de „Hoogere Handels school" en de uitbreiding van het al gemeen en hijzonder lager onderwijs de muziekschool, enz. En naast de oude Kassiersfirma W. Timmermans en Zo-< nen en het Correspondentschap derj Nederl. Bank, vestigde de Geldersche Credietvereeniging te Arnhem, alhier een Agentschap. Deze drie instellingen hebben den handel vooral in crisistij den goede diensten bewezen. Verder verkregen wij door den aan leg der Mr. van Coothstraat een inooien Verkeersweg, van het Centrum der ge-i meente naar het station van der

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 9