Wij spraken een directeur van een der grootste Importhulzen uit Parijs die verklaarde steeds alle tentoon stellingen op het gebied van schoenen en leder die in Europa en Amerika worden gehouden, te bezoeken, doch nog nimmer een dergelijke grootsch opgezette en zoo volledig overzicht ge vende tentoonstelling te hebben gezien. Hij was dan ook vol lof over het organisatietalent van de Nederlandsche fabrikanten en bovenal ook over het geen deze weten te presteeren. Nog nimmer, zoo verklaarde hij ons verder, had hij zoo'n groote verscheidenheid schoenen gezien. Ook op het kermisterrein verdrongen zich de menschen. zoodat de houders der verschillende vermakelijkheden goede zaken maakten. Eveneens was het in de gemeente een gezellige drukte. Geen oogenblik ging er voorbij of lustig er op los blazende gezelschappen trokken door de straten. Het tentoonstellingscomité kan met genoegen op den eersten Zondag terug zien. Naar wij vernemen mag het aantal bezoekers dien dag op ruim 10.0Ü0 personen worden geschat. Maandagmorgen bracht, behalve de gewone bezoekers, een van Amsterdam komende extra-trein wederom duizen den menschen, die het grootsche ge beuren in Waalwijk kwamen gadeslaan. Reeds voor 12 uur heerschte er een drukte in de hallen van je welste. Voor iederen stand, zonder onderscheid, verdrongen zich telkens en telkens groote groepen van menschen om de fraaie schoenen, het mooie leder, de vernuftige machines en de. groote verscheidenheid fournituren te be wonderen. Deze dag was een bijzondere voor de fabrikanten aangesloten bij den Nederl. R. K. Bond van Schoenfabri kanten. Immers, heden herdacht men den dag waarop voor 25 jaar geleden de Bond door de drang van de toen heerschende omstandigheden werd op gericht. Des morgens ten 9'/i uur werd door den Z.Eerw. heer Van Gelder, pastoor te Tilburg en adviseur van den Bond, in de parochiekerk van St. Jan Baptist, eene H. Mis opge dragen voor de levende en over ledene leden van den Bond. Vele leden, die onze gemeente reeds hadden kunnen bereiken, waren in de kerk aanwezig. In zijne feestpredicatie herinnerde de Eerw. adviseur er aan dat de Bond in zijn 25-jarig bestaan tijden heeft gekend van voorspoed maar ook tijden van malaise. Hij betreurde het dat juist dit jubileum moet worden gevierd in een tijd waarin de malaise hoogtij viert en het spook der werkeloosheid overal rondwaardt. Op deze plaats achtte hij het onnoodig daarover nader uit te weiden. Echter gaf het hem aanleiding te spreken over de malaise die ook heerscht in het verenigingsleven, over een verslapping die de organisatie en daarmede zeer zeker het algemeen, niet ten goede komt, vooral de gees telijke verslapping. Wij, zoo zei spr., voeren het praedicaat R K. in ons vaan en nu wil hij in gemoede vragen of daaraan wel genoeg wordt gedacht, hierbij herinnerende aan de woorden van den Zaligmaker„De mensch leeft niet van brood alleen". Er heersche rechtvaardigheid, geen zelfzucht of stand-egoisme, want be dacht moet worden dat ook andere standen hun rechten vragen. En zijn wij daarin wel steeds recht vaardig Geven we ieder de plaats hem door God geschonken? Zijn wij steeds billijk? De liefde komt soms op de tweede plaats, er moet meer waardeering zijn voor de voorstellen en besluiten van Uw bondsbestuur. Liefde moet er zijn voor den vrede, want zonder vrede geengeluk. Solidariteit onder de leden zelf, recht vaardigheid tegenover elkander, zoo moet de werkelijkheid wezen. Dan zal ook de liefde Gods komen en daar mede Gods zegen. Ik ga, zoo sprak de Eerw. adviseur, God danken voor de weldaden van Hem ontvangen en Uwe belangen voor de toekomst aan Hem aanbevelen, op dat onze vereeniging groeie en bloeie voor Uw aller tijdelijk en geestelijk heil. Half elf had een gezamenlijk bezoek aan de Tentoonstelling plaats. Met steeds stijgende belangstelling werden de verschillende stands be zichtigd en eikaars kunnen en willen gewaardeerd. Tusschen één en half drie uur werd in de Cabaretzaal receptie gehouden. Het eerst werd daar het woord ge voerd door den heer v. d. Horst die namens de afdeeling Kaatsheuvel de beste wenschen voor den Bond uit sprak daarbij de hoop uitsprekend dat spoedig alle schoenfabrikan ten in dezen eenen Bond zouden zijn vereenigd in het belang van de fabri kanten zelf en in het belang van hen die daarbij verder zijn betrokken. Slechts door eensgezindheid, door ge zamenlijk optrekken, kan worden be reikt wat men zich gaarne ten doel stelt. Daarna sprak de heer H Mannaerts namens den Tilburgschen schoenfabri- kantenbond het volgende: Mijnheer de Voorzitter. Het is mij een voorrecht, om U namens de Tilburgsche Schoenfabri kanten de beste gelukwenschen te mogen aanbieden ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van den Alg. Ned. bond van Schoenfabrikanten. Ik doe dat te liever, M. d. V. om dat het aan den heer |os. de Pont en aan mij gedurende eenige jaren te beurt viel om als leiders van Uw Bond te mogen optreden en dat nog wel in de periode, als ik deze beeldspraak mag gebruiken, toen Uw bond in zijn jon gelingsjaren was, welke Sturm-und Drangperiode nog juist samenviel met de moeilijkheden der oorlogsjaren en de maatschappelijke evolutie, die kort na den oorlog plaats greep. Het zal dientengevolge duidelijk zijn M. de V. dat, niettegenstaande meeningsverschillen ons op het oogen blik gescheiden houden, toch het wel en het wee van den bond ons zeer ter harte gaan en dat wij overtuigd zijn, dat eene krachtige Bond van Schoenfabrikanten een levensvoorwaar de is voor een bloeiende schoenin dustrie. In deze overtuiging M. de V. wil ik ook de hoop uitspreken, dat de tijden niet meer verre mogen leggen, waarin alle belanghebbenden wederom in een krachtig lichaam vereenigd zullen zijn. Onder Uwe leiding M. de V. en onder de leiding van Uwen eminenten voorganger, heeft, de Bond zich sterk ontwikkeld, en heeft hij op velerlei ter- rein zijne vruchtbare werkzaamheden ontplooid. Ik noem hier slechts de Schoenen- wet, aan welker tot standkoming en uitvoering ook wij, zij het in zeer be scheiden mate hebben mogen mede werken. Voor de geweldige actie, toen- tertijde door U ontplooid en het daar mede behaalde succes voor de Ned. Schoenindustrie breng ik U de grootste hulde en -evens ook den besten dank van de Tilburgsche Schoenfabrikanten. Ik wensch M. de V. dat de Bond onder Uwe krachtige leiding nog lange jaren zal blijven bestaan en groeien en bloeien, tot heil Uwer leden en tot heil van allen die bij de Ned. Schoen industrie betrokken zijn. Ik wensch U ook van harte geluk en succes met deze tentoonstelling en op dezen heil- wensch hoop ik nog nader terug te komen. Wanneer ik U zoo dadelijk de gelukwenschen kan aanbieden van het Bestuur der Schoen- en Lederjaarbeurs. Ten slotte M. d. V. kan ik niet eindigen zonder een bijzonder woord van gelukwensch tot Uwen penning meester, die ook heden een staat van 25 jarigen dienst achter den rug heeft. Ik heb persoonlijk den heer Riem slag leeren kennen als een zuinige en accurate penningmeester die de koorden van den geldbuidel stevig dicht houdt voor onnoodige uitgaven. Er is een spreekwoord dat zegt, geef mij goede mannen en ik geef U goede regeerders. Dat spreekwoord is ook hier op zijn plaats. Ik wensch U geluk met het be zit van dezen penningmeester en ik hoop, dat het hem gegeven zal zijn, Uwen Bond nog lange jaren te dienen. Na deze rede verkreeg de Edel- achtb. heer Moonen, burgemeester van Waalwijk, het woord. Gaarne kwam hij den Bond, die zijn zetel in zijne gemeente heeft, namens Waalwijks Burgerij met dit gedenkwaardig jubileum feliciteeren. Hij sprak de hoop uit dat de Bond tot in lengte van dagen moge groeie en bloeien tot welzijn van de industrie, tot welzijn van de gemeente. De heer A. van Gijn daarna het woord nemende feliciteerden namens den Bond van Lederfabrikanten gaarne den Voorzitter met het jubileum van zijne vereeniging. Hij herinnerden er aan dat vooral op gebied van vakonderwijs door samenwerking veel is tot stand gekomen wat een feit van groote beteekenis mag worden genoemd. Waalwijks Belang werd op de receptie vertegenwoordigd door den heer M. A. J. van Liempt en den Secretaris, den heer Jan Tielen De Voorzitter bood namens Waal wijks bevolking den jubileerenden bond gelukwenschen aan. Ofschoon onze vereeniging, zeide hij, zich be weegt uitsluitend op het terrein der plaatselijke belangen, rekende zij het zich niettemin ten plicht, optredende mede namens Waalwijks burgerij, de gelukwenschen aan te bieden aan eene vereeniging die vertegenwoordigt een industrie die voor de gemeente Waal wijk de hoofdbron van bestaan óp- levert. Waalwijks burgerij beschouwt het als een onderscheiding dat de jubileerende vereeniging te Waalwijk is gevestigd en zij gaat in hooge mate trots op het feit dat op haar grondgebied opinitiatief van den jubileerenden bónd deze grootsche tentoonstelling wordt gehouden. Namens den Bond van Schoen makerspatroons en Schoenwinkeliers- vereenigingen feliciteerde de heer W. Donker in een mooie, gloedvol uit gesproken rede den bond van schoen fabrikanten gaarne met zijn 25-jarig bestaan. Hij bood daarbij een gedenk boek aan door hem zelf samengesteld, welk boek in een prachtig lederen band was gevat, geteekend door Mej. Hyink uit Rotterdam en geheel uit gevoerd door onze drukkerij. Hierna sprak de heer H. Mannaerts uit Tilburg, Voorzitter van de Amster- damsche Leder-Jaarbeurs, als volgt Na de hartelijke gelukwenschen bij gelegenheid van het 25-jarig bestaan van Uwen Bond door mij uitgesproken als Voorzitter der Vereeniging van Tilburgsche Schoenfabrikanten, is het mij wederom een voorrecht om deze wenschen nog eens te herhalen namens het Bestuur der Internationale Schoen en Leder-Jaarbeurs te Amsterdam en U tevens onze beste wenschen aan te bieden voor het welslagen Uwer ten toonstelling Ging mij als schoenfabrikant het jubileum van Uw Bond zeer ter harte, als Bestuurders der Schoen- en Leder- Jaarbeurs zijn wij bij het welslagen Uwer tentoonstelling ten nauwste be trokken. U herinnert zich, Mijnh. de Voorz., dat wij na een inleidende bespreking ons bereid hebben verklaard Uwe ten toonstelling krachtdadig te steunen, doordat wij ons verbonden om zelf dit jaar geen beurs te houden en bovendien doordat wij U de toezegging deden om aan onze algemeene ver gadering voor te stellen voor een be langrijk bedrag deel te nemen in Uw reservefonds. Onze toezegging werd op onze al gemeene vergadering met algemeene stemmen gesanctionneerd, terwijl onze heeren Levenbach zaliger, Gompen, Kogel en Stibbe ook een actief deel hebben genomen aan de voorbereiding van Uwe tentoonstelling. Nu de tentoonstelling werkelijkheid is geworden wensch ik U geluk met dezen grootschen opzet en met de perfecte organisatie, die dezen opzet heeft kunnen verwezenlijken. Ik hoop, dat de gedachte, deze be langrijke zaak te hebben tot stand ge bracht, voor U en Uwe medewerkers een voldoening zal zijn voor den rusteloozen arbeid, die door U de laatste maanden, weken en dagen is gepresteerd. Ik wensch van harte, dat deze ten toonstelling een succes moge zijn, nog niet zoozeer uit financieel oogpunt, doch voornamelijk dat gij daarmede zult bereiken wat ge U als voornaamste doel hebt voor oogen gesteld, nl. een zeer krachtigen stoot tot de bevordering en de opvoering der Ned. Schoen- en Lederindustrie en de meerdere bekend heid en vermaardheid van het Ned. schoen- en leerproduct hier te lande en in den vreemde. Verder werd nog het woord gevoerd door den heer Ir. H. van der Waerden directeur van de Rijksvakschool voor Schoenmakers en Leerlooiers, te Waal wijk, den heer B. Timmermans-Ver- schure namens de Kamer van Koop handel en Fabrieken voor de Lang straat en Omgeving en door den Zeer- Eerw. heer Vant Riel, pastoor der parochie St. Jan Baptist te Waalwijk. Nog waren aanwezig de Eerw. heeren Kapelaans, de Eerw. heer Kluijtmans, pastoor te Liempde, wel eer adviseur van de Lederbewerkers arbeidersbond te Waalwijk Vervolgens waren een schat van bloemen aangebracht o m. van de Stoomschoenfabriek Hollandia te Waal wijk, van de architecten der Tentoon stelling de heeren Van Gestel en Bou- man, het bestuur der Amsterdamsche Lederjaarbeurs, van den heer Gaston Stein, directeur van de N. V. Leder- fabriek te Breda, de Nederl. Bond van Lederfabrikanten, het Hoofdbestuur der Tentoonstelling, van den heer J Tielen uitgever van De Echo van het Zuiden en sinds 25 jaar drukker van de Schoenindustrie, orgaan van den Nederl. Bond v Schoenfabrikanten en van den heer Max Weill, Directeur van de N. V. Amsterdamsche Ledermaatschappij. De heer Klijberg, Voorzitter van de jubileerende vereeniging bracht den verschillende sprekers namens den Bond zijn hartelijken dank alsook aan de overige heeren, waaronder vele standhouders, voor de aangeboden felicitaties. Vurig hoopte hij dat de wensch, door den heer Mannaerts ge uit, nl. dat spoedig alle fabrikanten in een bond zouden zijn vereenigd, be waarheid zal worden. Nadat eenige verversching was ge bruikt had te ruim 3 uur in de Caba retzaal de feestvergadering plaats. De heer Verheij uit Nijmegen, Voor zitter van de feestcommissie opende de bijeenkomst en wees er op dat deze plechtige dag hedenmorgen was be gonnen met een H. Mis, opgedragen door den ZeerEerw. adviseur voor het tijdelijke en eeuwige geluk der leden. Het herderlijk woord door d. Eerw. Adv. in de H. Mis gesproken was terdege op zijn plaats. Voor hem was dit het glanspunt van het feest en daarna de zoo goed geslaagde receptie waar zoo vele felicitaties in ontvangst waren te nemen. De receptie was zoo treffend omdat daar meermalen naar voren werd ge bracht wat ook door de feestcommissie is besproken, want toen, aldus spr., wij in vergadering bijeenkwam was dat niet alleen om dit feest waardig te doen vieren maar onze gedachten gin gen verder. Wij hadden zoo gaarne de verdwaalde schapen in den Bond teruggebracht. Wat een heerlijk, wat een schitterend geschenk zou dat voor U mijnheer de Voorzitter en Uwen Bond zijn geweest, want staat er niet geschreven dat meer vreugde zal heer. schen over een teruggekeerde ver dwaalde, dan over 79 rechtvaardigen (Bravo's). Over dit onderwerp, over deze kwes tie, zijn dan ook de meeste bespre kingen gevoerd, maar helaas het lee- lijke woord malaise was voor ons ook weer een hinderpaal, wij moesten ons in deze incompetent verklaren. Wij moeten heden in dit opzicht met ledige handen tot U komen. Maar als wij beluisteren wat heden op de receptie is besproken en wan neer al dat gesprokene in daden mag worden omgezet, dan zal het jubeljaar niet te vergeefs zijn geweest. Als het grootste geschenk van de leden biedt Spr. de trouw en aan hankelijkheid aan. Wat heeft de Bond niet in het belang van de schoenindustrie gedaan, zoowel voor als in en na den oorlog. Krachtig zullen de leden naast het bestuur blijven staan om zoo op te trekken voor de belangen van de leden, voor de industrie, voor allen die daaraan zijn verbonden. Fiere daden zal men stellen en dat, Mijnheer de Voorzitter, aldus spr., is het geschenk dat wij U bieden. (Ap plaus). Vervolgens deelt hij mede dat de feestcommissie gemeend heeft een zilveren Voorzittershamer te moeten aanbieden. Met weemoed, zoo zeide spr., hebben wij reeds eerder vernomen dat U niet langer meer als Voorzitter zal fun- geeren. Ik hoop echter dat de tijd die U nog voor de belangen van den Bond disponibel stelt vruchtbaar in alle' opzichten zal moge zijn en dat ook bij Uwe opvolger de genomen besluiten in daden zullen worden omgezet. Daarna verleende Spr. het woord aan den heer E. W. Klijberg-Pernot, oud-Voorzitter en eere-lid van den Bond, die als volgt sprak Mijneheeren, Wanneer ik in deze vergadering het woord wenseli te voeren, dan vind ik er eene bijzondere aanleiding toe, om dat wij. heden vieren het 25-jarig be staan van den Bond, bij wiens geboorte ik mede aan de wieg van het toen nog zwakke wichtje heb gestaan, en. omdat ik van 1905 tot 1912 de eer had, Voor zitter van dien Bond te zijn. Vele aangename herinneringen ko men mij op dezen dag voor den geest, herinneringen aan congres- en feestver- gaderingen, aan daden die wij in geza- melijk overleg hebben tot stand ge bracht, herinneringen aan personen, waarmede ik in dien tijd groote vriend schap heb gesloten, van wien ik veel steun en wederkeerig groote vriend schap mocht ondervinden. Vele daar van zijn ons door den dood ontvallen en naar mijne meening, past het ons, thans een eersaluut te brengen, aan die mannen, die door hun initiatief, door hun krachtig energiek medewerken, zooveel in het belang van den Bond, zooveel in het belang der geheele Schoenindustrie hebben gedaan. Niet allen zal ik hier kunnen herdenken, maar U zult mij wel willen toestaan, dat ik enkele namen noem 'op de eerste plaats den naam van wijlen den heer Sjef Groenen, die bij de oprichting Vi ce-President van den Bond werd en die ik als zoodanig bij zijn sterven in 1903 beu opgevolgd. Nog velen onzer zullen zich dezen robusten maar jovialen vriend Sjef Groenen herinneren. Hij was de man, die door zijn groote vakkennis in korte spanne tijds zich tot, een der eersten in ons vak wist op te werken. Dan, Mijne Heeren, herinner ik mij nog met eerbied den eersten Voorzitter van dezen Bond, den Weled. heer Tra- vaglino. Al was hij niet van jongs af in ons vak opgegroeid, door zijne dege lijke wetenschappelijke opleiding, wist hij in betrekkelijk korten tijd, zich dus danig op de hoogte te stellen, dat hij beter dan iemand anders, de nooden van ons bedrijf kende, en de middelen wist aan te wijzen, om betere toestan den te scheppen. Op zijn initiatief werd de Bond opgericht, onder zijn ener gieke leiding, zijn aangeboren stuur manskunst, kon het nog brooze scheep je veilig zee kiezen, hij wist de klippen te omzeilen, die zoo menig rank vaar tuig reeds in het. begin der reize doen stranden. Door zijn persoonlijkheid werd aan den Bond een zeker cachet gegeven, door zijn relaties in hoogere kringen, kon hij den Bond van veel nut zijn, met volle toewijding heeft hij veel 'in het belang van den Bond gedaan. Verder, M.H., herinner ik mij man nen yls .Jan van Arendonck uit Tilburg, die vanaf een kleine schoenmakersbaas, zich wist op te werken tot een dei- grootse fabrikanten van ons land. Jan van Arendonck, de man van de prak tijk, de man van groote energie, de man die leefde als hij een ander een genoe gen kon doen. Ik herinner mij den niet minder energieken en sympathieken vriend, Gerrit Smits uit Dongen en zijn zoon Stans, die beiden ons te vroeg ont vielen, die beiden als bestuursleden steeds een werkzaam aandeel voor de belangen van den Bond hadden, wiens adviezen stèeds op hoogen prijs gesteld werden. Aan die mannen breng ik op dezen plechtigen dag, een eerbiedige hulde, hunne nagedachtenis blijve bij ons in eere, hun voorbeeld, M. H., strekke den jongeren tot navolging. De zoons van Groenen, Arendonck en Smits, die hier aanwezig zijn, zullen de hulde die wij aan hun vader en broer brengen, wel willen aanvaarden, en dan zou ik wil len voorstellen, dat aan Mevr. Wed. Travaglino, telegrafisch wordt kennis gegeven, dat den Bond, bij het herden ken van zijn 25-jarig bestaan, de nage dachtenis van haar man eerbiedig her dacht heeft. M. H., heb ik thans de voornaamste leden gememoreerd, nog zoovele namen van de thans nog in leven zijnde oprich ters schieten mij thans te binnen, doch het zou mij te ver voeren, en teveel zou ik van Uw geduld eischen, dat ik die allemaal de revue zou laten passeeren, doch zonder iemand, wie dan ook in het minst iets tekort te willen doen, meen ik toch in het bijzonder een persoon te moeten herdenken, die vanaf het begin een bestuursfunctie in den Bond heeft vervuld en dat thans nog met volle toe wijding doet. Ik bedoel hier, M. H., gij zult het al wel begrepen hebben, den ijverigen, hoogst secure Penningmees ter, den oprechten, eenvoudige, degelij ke en amicale vriend, Willem Riemslag. M. H., als oud-voorzitter van den Bond, meen ik zeker zoo goed als iemand anders, in staat te zijn te be- oordeelen, wat onzen vriend Riemslag in den Bond steeds is geweest, en dat De heer Jos. Klijberg. hierna het woord nemend, spreekt ajs volgt Mijne Heeren, Heden zijn wij hier allen in feestver gadering bijeen, om te berdenken het 25-jarig bestaan van den Bond van Schoenfabrikanten in Nederland. Op dezen jubileumdag kunnen wij met gepasten trots terugzien op die ver vlogen 25 jaren, omdat op dit oogen blik, dank zij de samenwerking in den Bond oj) meerdere welvaart gewezen mag worden en groote vooruitgang kan worden geconstateerd. Bij deze gelegenheid heeft ook de zoo innig met ons verbonden Bond van Schoenmakerspatroons- en Schoenwin keliers, niet achter willen blijven en bij monde van den heer Donker, den schrij ver, werd ons zoo straks aangeboden het Gedenkboek, als een blijvende hulde voor hetgeen in den loop der jaren door samenwerking in onzen Bond werd tot stand gebracht. Typeerend juist werden door hem in dit boek toestanden beschreven, toe standen van vroeger, die voor ons, men schen van den tegen woord igen tijd wel haast onbegrijpelijk, desniettemin waar gunstig oordeel zal, ik twijfel er -geen oogenblik aan, ook door mijne geachte opvolgers, de heeren Jos. Dupont, Tim- mermans-Verschure en Klijberg-van Thiel, ten volle.worden onderschreven. Een woord van dank en hulde zij hier dus wel op zijn plaats, en ik stel het op hoogen prijs, dat aan Uwen oud-voor zitter de gelegenheid gegeven wordt, om namens U allen, aan den heer Riem slag onze oprechte hulde aan te bieden, voor al hetgeen hij in het belang van den Bond hééft gedaan. Dat vele werk wordt door ons ten zeerste geapprici- eerd, daarvoor onzen besten dank. Ik weet, M. H. Riemslag, gij hebt U steeds op den achtergrond gehouden, gij wilde slechts in eenvoud Uw werk verrichten, en daarom verheugt het mij, dat ik hier op deze feestvergadering Uwen lof naar voren mag brengen, en U de eer geven die U toekomt. De instemming die mijne woorden van de deelnemers aan deze vergadering mogen ondervinden, is het bewijs, dat door allen Uw werk wordt gewaardeerd. Dit moge voor U de be looning zijn voor al hetgeen gij in stil le eenvoud maar in liefde tot, het, goe de, voor het algemeen belang hebt ge daan, het moge voor IT een aanmoedi ging te meer zijn om Uwe beste krach ten aan het helang van den Bond te blij ven wijden, en wensch ik TT toe, dat TT daartoe nog vele jaren in staat zult zijn.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 2