Wij spraken een directeur van een
der grootste Importhulzen uit Parijs
die verklaarde steeds alle tentoon
stellingen op het gebied van schoenen
en leder die in Europa en Amerika
worden gehouden, te bezoeken, doch
nog nimmer een dergelijke grootsch
opgezette en zoo volledig overzicht ge
vende tentoonstelling te hebben gezien.
Hij was dan ook vol lof over het
organisatietalent van de Nederlandsche
fabrikanten en bovenal ook over het
geen deze weten te presteeren. Nog
nimmer, zoo verklaarde hij ons verder,
had hij zoo'n groote verscheidenheid
schoenen gezien.
Ook op het kermisterrein verdrongen
zich de menschen. zoodat de houders
der verschillende vermakelijkheden
goede zaken maakten.
Eveneens was het in de gemeente een
gezellige drukte. Geen oogenblik
ging er voorbij of lustig er op los
blazende gezelschappen trokken door
de straten.
Het tentoonstellingscomité kan met
genoegen op den eersten Zondag terug
zien.
Naar wij vernemen mag het aantal
bezoekers dien dag op ruim 10.0Ü0
personen worden geschat.
Maandagmorgen bracht, behalve de
gewone bezoekers, een van Amsterdam
komende extra-trein wederom duizen
den menschen, die het grootsche ge
beuren in Waalwijk kwamen gadeslaan.
Reeds voor 12 uur heerschte er een
drukte in de hallen van je welste.
Voor iederen stand, zonder onderscheid,
verdrongen zich telkens en telkens
groote groepen van menschen om de
fraaie schoenen, het mooie leder, de
vernuftige machines en de. groote
verscheidenheid fournituren te be
wonderen.
Deze dag was een bijzondere voor
de fabrikanten aangesloten bij den
Nederl. R. K. Bond van Schoenfabri
kanten. Immers, heden herdacht men
den dag waarop voor 25 jaar geleden
de Bond door de drang van de toen
heerschende omstandigheden werd op
gericht.
Des morgens ten 9'/i uur werd
door den Z.Eerw. heer Van Gelder,
pastoor te Tilburg en adviseur van
den Bond, in de parochiekerk van
St. Jan Baptist, eene H. Mis opge
dragen voor de levende en over
ledene leden van den Bond.
Vele leden, die onze gemeente reeds
hadden kunnen bereiken, waren in de
kerk aanwezig.
In zijne feestpredicatie herinnerde de
Eerw. adviseur er aan dat de Bond in
zijn 25-jarig bestaan tijden heeft gekend
van voorspoed maar ook tijden van
malaise. Hij betreurde het dat juist dit
jubileum moet worden gevierd in een
tijd waarin de malaise hoogtij viert en
het spook der werkeloosheid overal
rondwaardt. Op deze plaats achtte hij
het onnoodig daarover nader uit te
weiden. Echter gaf het hem aanleiding
te spreken over de malaise die ook
heerscht in het verenigingsleven, over
een verslapping die de organisatie en
daarmede zeer zeker het algemeen,
niet ten goede komt, vooral de gees
telijke verslapping. Wij, zoo zei spr.,
voeren het praedicaat R K. in ons vaan
en nu wil hij in gemoede vragen of
daaraan wel genoeg wordt gedacht,
hierbij herinnerende aan de woorden
van den Zaligmaker„De mensch leeft
niet van brood alleen".
Er heersche rechtvaardigheid, geen
zelfzucht of stand-egoisme, want be
dacht moet worden dat ook andere
standen hun rechten vragen.
En zijn wij daarin wel steeds recht
vaardig
Geven we ieder de plaats hem door
God geschonken?
Zijn wij steeds billijk?
De liefde komt soms op de tweede
plaats, er moet meer waardeering zijn
voor de voorstellen en besluiten van Uw
bondsbestuur. Liefde moet er zijn voor
den vrede, want zonder vrede geengeluk.
Solidariteit onder de leden zelf, recht
vaardigheid tegenover elkander, zoo
moet de werkelijkheid wezen. Dan zal
ook de liefde Gods komen en daar
mede Gods zegen.
Ik ga, zoo sprak de Eerw. adviseur,
God danken voor de weldaden van
Hem ontvangen en Uwe belangen voor
de toekomst aan Hem aanbevelen, op
dat onze vereeniging groeie en bloeie
voor Uw aller tijdelijk en geestelijk heil.
Half elf had een gezamenlijk bezoek
aan de Tentoonstelling plaats.
Met steeds stijgende belangstelling
werden de verschillende stands be
zichtigd en eikaars kunnen en willen
gewaardeerd.
Tusschen één en half drie uur werd
in de Cabaretzaal receptie gehouden.
Het eerst werd daar het woord ge
voerd door den heer v. d. Horst die
namens de afdeeling Kaatsheuvel de
beste wenschen voor den Bond uit
sprak daarbij de hoop uitsprekend
dat spoedig alle schoenfabrikan
ten in dezen eenen Bond zouden zijn
vereenigd in het belang van de fabri
kanten zelf en in het belang van hen
die daarbij verder zijn betrokken.
Slechts door eensgezindheid, door ge
zamenlijk optrekken, kan worden be
reikt wat men zich gaarne ten doel stelt.
Daarna sprak de heer H Mannaerts
namens den Tilburgschen schoenfabri-
kantenbond het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Het is mij een voorrecht, om U
namens de Tilburgsche Schoenfabri
kanten de beste gelukwenschen te
mogen aanbieden ter gelegenheid van
het 25-jarig bestaan van den Alg. Ned.
bond van Schoenfabrikanten.
Ik doe dat te liever, M. d. V. om
dat het aan den heer |os. de Pont en
aan mij gedurende eenige jaren te beurt
viel om als leiders van Uw Bond te
mogen optreden en dat nog wel in de
periode, als ik deze beeldspraak mag
gebruiken, toen Uw bond in zijn jon
gelingsjaren was, welke Sturm-und
Drangperiode nog juist samenviel met
de moeilijkheden der oorlogsjaren en
de maatschappelijke evolutie, die kort
na den oorlog plaats greep.
Het zal dientengevolge duidelijk
zijn M. de V. dat, niettegenstaande
meeningsverschillen ons op het oogen
blik gescheiden houden, toch het wel
en het wee van den bond ons zeer
ter harte gaan en dat wij overtuigd
zijn, dat eene krachtige Bond van
Schoenfabrikanten een levensvoorwaar
de is voor een bloeiende schoenin
dustrie.
In deze overtuiging M. de V. wil ik
ook de hoop uitspreken, dat de tijden
niet meer verre mogen leggen, waarin
alle belanghebbenden wederom in een
krachtig lichaam vereenigd zullen zijn.
Onder Uwe leiding M. de V. en
onder de leiding van Uwen eminenten
voorganger, heeft, de Bond zich sterk
ontwikkeld, en heeft hij op velerlei ter-
rein zijne vruchtbare werkzaamheden
ontplooid.
Ik noem hier slechts de Schoenen-
wet, aan welker tot standkoming en
uitvoering ook wij, zij het in zeer be
scheiden mate hebben mogen mede
werken. Voor de geweldige actie, toen-
tertijde door U ontplooid en het daar
mede behaalde succes voor de
Ned. Schoenindustrie breng ik U de
grootste hulde en -evens ook den
besten dank van de Tilburgsche
Schoenfabrikanten.
Ik wensch M. de V. dat de Bond
onder Uwe krachtige leiding nog lange
jaren zal blijven bestaan en groeien en
bloeien, tot heil Uwer leden en tot
heil van allen die bij de Ned. Schoen
industrie betrokken zijn. Ik wensch U
ook van harte geluk en succes met
deze tentoonstelling en op dezen heil-
wensch hoop ik nog nader terug te
komen. Wanneer ik U zoo dadelijk de
gelukwenschen kan aanbieden van het
Bestuur der Schoen- en Lederjaarbeurs.
Ten slotte M. d. V. kan ik niet
eindigen zonder een bijzonder woord
van gelukwensch tot Uwen penning
meester, die ook heden een staat van
25 jarigen dienst achter den rug heeft.
Ik heb persoonlijk den heer Riem
slag leeren kennen als een zuinige en
accurate penningmeester die de koorden
van den geldbuidel stevig dicht houdt
voor onnoodige uitgaven. Er is een
spreekwoord dat zegt, geef mij goede
mannen en ik geef U goede regeerders.
Dat spreekwoord is ook hier op zijn
plaats. Ik wensch U geluk met het be
zit van dezen penningmeester en ik
hoop, dat het hem gegeven zal zijn,
Uwen Bond nog lange jaren te dienen.
Na deze rede verkreeg de Edel-
achtb. heer Moonen, burgemeester
van Waalwijk, het woord.
Gaarne kwam hij den Bond, die
zijn zetel in zijne gemeente heeft,
namens Waalwijks Burgerij met dit
gedenkwaardig jubileum feliciteeren.
Hij sprak de hoop uit dat de Bond
tot in lengte van dagen moge groeie
en bloeien tot welzijn van de industrie,
tot welzijn van de gemeente.
De heer A. van Gijn daarna het
woord nemende feliciteerden namens
den Bond van Lederfabrikanten gaarne
den Voorzitter met het jubileum van
zijne vereeniging.
Hij herinnerden er aan dat vooral
op gebied van vakonderwijs door
samenwerking veel is tot stand gekomen
wat een feit van groote beteekenis
mag worden genoemd.
Waalwijks Belang werd op de
receptie vertegenwoordigd door den
heer M. A. J. van Liempt en den
Secretaris, den heer Jan Tielen
De Voorzitter bood namens Waal
wijks bevolking den jubileerenden
bond gelukwenschen aan. Ofschoon
onze vereeniging, zeide hij, zich be
weegt uitsluitend op het terrein der
plaatselijke belangen, rekende zij het
zich niettemin ten plicht, optredende
mede namens Waalwijks burgerij, de
gelukwenschen aan te bieden aan eene
vereeniging die vertegenwoordigt een
industrie die voor de gemeente Waal
wijk de hoofdbron van bestaan óp-
levert. Waalwijks burgerij beschouwt
het als een onderscheiding dat de
jubileerende vereeniging te Waalwijk
is gevestigd en zij gaat in hooge
mate trots op het feit dat op haar
grondgebied opinitiatief van den
jubileerenden bónd deze grootsche
tentoonstelling wordt gehouden.
Namens den Bond van Schoen
makerspatroons en Schoenwinkeliers-
vereenigingen feliciteerde de heer W.
Donker in een mooie, gloedvol uit
gesproken rede den bond van schoen
fabrikanten gaarne met zijn 25-jarig
bestaan. Hij bood daarbij een gedenk
boek aan door hem zelf samengesteld,
welk boek in een prachtig lederen
band was gevat, geteekend door Mej.
Hyink uit Rotterdam en geheel uit
gevoerd door onze drukkerij.
Hierna sprak de heer H. Mannaerts
uit Tilburg, Voorzitter van de Amster-
damsche Leder-Jaarbeurs, als volgt
Na de hartelijke gelukwenschen bij
gelegenheid van het 25-jarig bestaan
van Uwen Bond door mij uitgesproken
als Voorzitter der Vereeniging van
Tilburgsche Schoenfabrikanten, is het
mij wederom een voorrecht om deze
wenschen nog eens te herhalen namens
het Bestuur der Internationale Schoen
en Leder-Jaarbeurs te Amsterdam en
U tevens onze beste wenschen aan te
bieden voor het welslagen Uwer ten
toonstelling
Ging mij als schoenfabrikant het
jubileum van Uw Bond zeer ter harte,
als Bestuurders der Schoen- en Leder-
Jaarbeurs zijn wij bij het welslagen
Uwer tentoonstelling ten nauwste be
trokken.
U herinnert zich, Mijnh. de Voorz.,
dat wij na een inleidende bespreking
ons bereid hebben verklaard Uwe ten
toonstelling krachtdadig te steunen,
doordat wij ons verbonden om zelf
dit jaar geen beurs te houden en
bovendien doordat wij U de toezegging
deden om aan onze algemeene ver
gadering voor te stellen voor een be
langrijk bedrag deel te nemen in Uw
reservefonds.
Onze toezegging werd op onze al
gemeene vergadering met algemeene
stemmen gesanctionneerd, terwijl onze
heeren Levenbach zaliger, Gompen,
Kogel en Stibbe ook een actief deel
hebben genomen aan de voorbereiding
van Uwe tentoonstelling.
Nu de tentoonstelling werkelijkheid
is geworden wensch ik U geluk met
dezen grootschen opzet en met de
perfecte organisatie, die dezen opzet
heeft kunnen verwezenlijken.
Ik hoop, dat de gedachte, deze be
langrijke zaak te hebben tot stand ge
bracht, voor U en Uwe medewerkers
een voldoening zal zijn voor den
rusteloozen arbeid, die door U de
laatste maanden, weken en dagen is
gepresteerd.
Ik wensch van harte, dat deze ten
toonstelling een succes moge zijn, nog
niet zoozeer uit financieel oogpunt,
doch voornamelijk dat gij daarmede
zult bereiken wat ge U als voornaamste
doel hebt voor oogen gesteld, nl. een
zeer krachtigen stoot tot de bevordering
en de opvoering der Ned. Schoen- en
Lederindustrie en de meerdere bekend
heid en vermaardheid van het Ned.
schoen- en leerproduct hier te lande
en in den vreemde.
Verder werd nog het woord gevoerd
door den heer Ir. H. van der Waerden
directeur van de Rijksvakschool voor
Schoenmakers en Leerlooiers, te Waal
wijk, den heer B. Timmermans-Ver-
schure namens de Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor de Lang
straat en Omgeving en door den Zeer-
Eerw. heer Vant Riel, pastoor der
parochie St. Jan Baptist te Waalwijk.
Nog waren aanwezig de Eerw.
heeren Kapelaans, de Eerw. heer
Kluijtmans, pastoor te Liempde, wel
eer adviseur van de Lederbewerkers
arbeidersbond te Waalwijk
Vervolgens waren een schat van
bloemen aangebracht o m. van de
Stoomschoenfabriek Hollandia te Waal
wijk, van de architecten der Tentoon
stelling de heeren Van Gestel en Bou-
man, het bestuur der Amsterdamsche
Lederjaarbeurs, van den heer Gaston
Stein, directeur van de N. V. Leder-
fabriek te Breda, de Nederl. Bond van
Lederfabrikanten, het Hoofdbestuur der
Tentoonstelling, van den heer J Tielen
uitgever van De Echo van het Zuiden
en sinds 25 jaar drukker van de
Schoenindustrie, orgaan van den Nederl.
Bond v Schoenfabrikanten en van den
heer Max Weill, Directeur van de N.
V. Amsterdamsche Ledermaatschappij.
De heer Klijberg, Voorzitter van de
jubileerende vereeniging bracht den
verschillende sprekers namens den
Bond zijn hartelijken dank alsook aan
de overige heeren, waaronder vele
standhouders, voor de aangeboden
felicitaties. Vurig hoopte hij dat de
wensch, door den heer Mannaerts ge
uit, nl. dat spoedig alle fabrikanten in
een bond zouden zijn vereenigd, be
waarheid zal worden.
Nadat eenige verversching was ge
bruikt had te ruim 3 uur in de Caba
retzaal de feestvergadering plaats.
De heer Verheij uit Nijmegen, Voor
zitter van de feestcommissie opende
de bijeenkomst en wees er op dat deze
plechtige dag hedenmorgen was be
gonnen met een H. Mis, opgedragen
door den ZeerEerw. adviseur voor het
tijdelijke en eeuwige geluk der leden.
Het herderlijk woord door d. Eerw. Adv.
in de H. Mis gesproken was terdege op
zijn plaats. Voor hem was dit het
glanspunt van het feest en daarna de
zoo goed geslaagde receptie waar zoo
vele felicitaties in ontvangst waren te
nemen.
De receptie was zoo treffend omdat
daar meermalen naar voren werd ge
bracht wat ook door de feestcommissie
is besproken, want toen, aldus spr.,
wij in vergadering bijeenkwam was dat
niet alleen om dit feest waardig te
doen vieren maar onze gedachten gin
gen verder. Wij hadden zoo gaarne
de verdwaalde schapen in den Bond
teruggebracht. Wat een heerlijk, wat
een schitterend geschenk zou dat voor
U mijnheer de Voorzitter en Uwen
Bond zijn geweest, want staat er niet
geschreven dat meer vreugde zal heer.
schen over een teruggekeerde ver
dwaalde, dan over 79 rechtvaardigen
(Bravo's).
Over dit onderwerp, over deze kwes
tie, zijn dan ook de meeste bespre
kingen gevoerd, maar helaas het lee-
lijke woord malaise was voor ons ook
weer een hinderpaal, wij moesten ons
in deze incompetent verklaren. Wij
moeten heden in dit opzicht met ledige
handen tot U komen.
Maar als wij beluisteren wat heden
op de receptie is besproken en wan
neer al dat gesprokene in daden mag
worden omgezet, dan zal het jubeljaar
niet te vergeefs zijn geweest.
Als het grootste geschenk van de
leden biedt Spr. de trouw en aan
hankelijkheid aan.
Wat heeft de Bond niet in het
belang van de schoenindustrie gedaan,
zoowel voor als in en na den oorlog.
Krachtig zullen de leden naast het
bestuur blijven staan om zoo op te
trekken voor de belangen van de
leden, voor de industrie, voor allen
die daaraan zijn verbonden.
Fiere daden zal men stellen en dat,
Mijnheer de Voorzitter, aldus spr., is
het geschenk dat wij U bieden. (Ap
plaus).
Vervolgens deelt hij mede dat de
feestcommissie gemeend heeft een
zilveren Voorzittershamer te moeten
aanbieden.
Met weemoed, zoo zeide spr., hebben
wij reeds eerder vernomen dat U niet
langer meer als Voorzitter zal fun-
geeren. Ik hoop echter dat de tijd
die U nog voor de belangen van den
Bond disponibel stelt vruchtbaar in
alle' opzichten zal moge zijn en dat
ook bij Uwe opvolger de genomen
besluiten in daden zullen worden
omgezet.
Daarna verleende Spr. het woord
aan den heer E. W. Klijberg-Pernot,
oud-Voorzitter en eere-lid van den
Bond, die als volgt sprak
Mijneheeren,
Wanneer ik in deze vergadering het
woord wenseli te voeren, dan vind ik
er eene bijzondere aanleiding toe, om
dat wij. heden vieren het 25-jarig be
staan van den Bond, bij wiens geboorte
ik mede aan de wieg van het toen nog
zwakke wichtje heb gestaan, en. omdat
ik van 1905 tot 1912 de eer had, Voor
zitter van dien Bond te zijn.
Vele aangename herinneringen ko
men mij op dezen dag voor den geest,
herinneringen aan congres- en feestver-
gaderingen, aan daden die wij in geza-
melijk overleg hebben tot stand ge
bracht, herinneringen aan personen,
waarmede ik in dien tijd groote vriend
schap heb gesloten, van wien ik veel
steun en wederkeerig groote vriend
schap mocht ondervinden. Vele daar
van zijn ons door den dood ontvallen
en naar mijne meening, past het ons,
thans een eersaluut te brengen, aan die
mannen, die door hun initiatief, door
hun krachtig energiek medewerken,
zooveel in het belang van den Bond,
zooveel in het belang der geheele
Schoenindustrie hebben gedaan. Niet
allen zal ik hier kunnen herdenken,
maar U zult mij wel willen toestaan,
dat ik enkele namen noem 'op de eerste
plaats den naam van wijlen den heer
Sjef Groenen, die bij de oprichting Vi
ce-President van den Bond werd en die
ik als zoodanig bij zijn sterven in 1903
beu opgevolgd. Nog velen onzer zullen
zich dezen robusten maar jovialen
vriend Sjef Groenen herinneren. Hij was
de man, die door zijn groote vakkennis
in korte spanne tijds zich tot, een der
eersten in ons vak wist op te werken.
Dan, Mijne Heeren, herinner ik mij
nog met eerbied den eersten Voorzitter
van dezen Bond, den Weled. heer Tra-
vaglino. Al was hij niet van jongs af
in ons vak opgegroeid, door zijne dege
lijke wetenschappelijke opleiding, wist
hij in betrekkelijk korten tijd, zich dus
danig op de hoogte te stellen, dat hij
beter dan iemand anders, de nooden
van ons bedrijf kende, en de middelen
wist aan te wijzen, om betere toestan
den te scheppen. Op zijn initiatief werd
de Bond opgericht, onder zijn ener
gieke leiding, zijn aangeboren stuur
manskunst, kon het nog brooze scheep
je veilig zee kiezen, hij wist de klippen
te omzeilen, die zoo menig rank vaar
tuig reeds in het. begin der reize doen
stranden. Door zijn persoonlijkheid
werd aan den Bond een zeker cachet
gegeven, door zijn relaties in hoogere
kringen, kon hij den Bond van veel nut
zijn, met volle toewijding heeft hij veel
'in het belang van den Bond gedaan.
Verder, M.H., herinner ik mij man
nen yls .Jan van Arendonck uit Tilburg,
die vanaf een kleine schoenmakersbaas,
zich wist op te werken tot een dei-
grootse fabrikanten van ons land. Jan
van Arendonck, de man van de prak
tijk, de man van groote energie, de man
die leefde als hij een ander een genoe
gen kon doen. Ik herinner mij den niet
minder energieken en sympathieken
vriend, Gerrit Smits uit Dongen en zijn
zoon Stans, die beiden ons te vroeg ont
vielen, die beiden als bestuursleden
steeds een werkzaam aandeel voor de
belangen van den Bond hadden, wiens
adviezen stèeds op hoogen prijs gesteld
werden.
Aan die mannen breng ik op dezen
plechtigen dag, een eerbiedige hulde,
hunne nagedachtenis blijve bij ons in
eere, hun voorbeeld, M. H., strekke den
jongeren tot navolging. De zoons van
Groenen, Arendonck en Smits, die hier
aanwezig zijn, zullen de hulde die wij
aan hun vader en broer brengen, wel
willen aanvaarden, en dan zou ik wil
len voorstellen, dat aan Mevr. Wed.
Travaglino, telegrafisch wordt kennis
gegeven, dat den Bond, bij het herden
ken van zijn 25-jarig bestaan, de nage
dachtenis van haar man eerbiedig her
dacht heeft.
M. H., heb ik thans de voornaamste
leden gememoreerd, nog zoovele namen
van de thans nog in leven zijnde oprich
ters schieten mij thans te binnen, doch
het zou mij te ver voeren, en teveel zou
ik van Uw geduld eischen, dat ik die
allemaal de revue zou laten passeeren,
doch zonder iemand, wie dan ook in het
minst iets tekort te willen doen, meen
ik toch in het bijzonder een persoon te
moeten herdenken, die vanaf het begin
een bestuursfunctie in den Bond heeft
vervuld en dat thans nog met volle toe
wijding doet. Ik bedoel hier, M. H., gij
zult het al wel begrepen hebben, den
ijverigen, hoogst secure Penningmees
ter, den oprechten, eenvoudige, degelij
ke en amicale vriend, Willem Riemslag.
M. H., als oud-voorzitter van den
Bond, meen ik zeker zoo goed als
iemand anders, in staat te zijn te be-
oordeelen, wat onzen vriend Riemslag
in den Bond steeds is geweest, en dat
De heer Jos. Klijberg. hierna het
woord nemend, spreekt ajs volgt
Mijne Heeren,
Heden zijn wij hier allen in feestver
gadering bijeen, om te berdenken het
25-jarig bestaan van den Bond van
Schoenfabrikanten in Nederland.
Op dezen jubileumdag kunnen wij
met gepasten trots terugzien op die ver
vlogen 25 jaren, omdat op dit oogen
blik, dank zij de samenwerking in den
Bond oj) meerdere welvaart gewezen
mag worden en groote vooruitgang kan
worden geconstateerd.
Bij deze gelegenheid heeft ook de zoo
innig met ons verbonden Bond van
Schoenmakerspatroons- en Schoenwin
keliers, niet achter willen blijven en bij
monde van den heer Donker, den schrij
ver, werd ons zoo straks aangeboden
het Gedenkboek, als een blijvende hulde
voor hetgeen in den loop der jaren door
samenwerking in onzen Bond werd tot
stand gebracht.
Typeerend juist werden door hem
in dit boek toestanden beschreven, toe
standen van vroeger, die voor ons, men
schen van den tegen woord igen tijd wel
haast onbegrijpelijk, desniettemin waar
gunstig oordeel zal, ik twijfel er -geen
oogenblik aan, ook door mijne geachte
opvolgers, de heeren Jos. Dupont, Tim-
mermans-Verschure en Klijberg-van
Thiel, ten volle.worden onderschreven.
Een woord van dank en hulde zij hier
dus wel op zijn plaats, en ik stel het op
hoogen prijs, dat aan Uwen oud-voor
zitter de gelegenheid gegeven wordt,
om namens U allen, aan den heer Riem
slag onze oprechte hulde aan te bieden,
voor al hetgeen hij in het belang van
den Bond hééft gedaan. Dat vele werk
wordt door ons ten zeerste geapprici-
eerd, daarvoor onzen besten dank. Ik
weet, M. H. Riemslag, gij hebt U steeds
op den achtergrond gehouden, gij wilde
slechts in eenvoud Uw werk verrichten,
en daarom verheugt het mij, dat ik hier
op deze feestvergadering Uwen lof naar
voren mag brengen, en U de eer geven
die U toekomt. De instemming die mijne
woorden van de deelnemers aan deze
vergadering mogen ondervinden, is het
bewijs, dat door allen Uw werk wordt
gewaardeerd. Dit moge voor U de be
looning zijn voor al hetgeen gij in stil
le eenvoud maar in liefde tot, het, goe
de, voor het algemeen belang hebt ge
daan, het moge voor IT een aanmoedi
ging te meer zijn om Uwe beste krach
ten aan het helang van den Bond te blij
ven wijden, en wensch ik TT toe, dat TT
daartoe nog vele jaren in staat zult
zijn.