Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
F
jonge vrouw.
i
Abonneert U op dit blad
FEULLETON
Adverteert
NUMMER 87
ZATERDAG 31 OCTOBER 1925
48e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telejr.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT ÜJ.T
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
In het ijlende jachtleven van een
modern menschenbestaan, blijft er
weinig tijd om na te denken, om zich de
groote levenskwesties bewust te maken.
De volkeren zijn geworden als de
wandelaar in de lichtstad, die gaat en
gaat van straat tot straat, zich dronken
drinkend aan oogenweelde, die over
hem neergutst, tot bij de dooving van
dit lichtfestijn, de kille ontgoocheling
komt: hij heeft geen nachtverblijfhij
die enkel dacht aan het nu en nooit
aan wat komen zou.
Ver boven dit jachtlevéh en toch
weer daar midden in, staat de rustieke
figuur der Katholieke Kerk, als de
groote opvoedende kracht der mensch
heid, die heenwijst naar het einddoel
van den tijd.
Er zijn in den tijdkrans van het ker
kelijk jaar momenten die daartoe van
nature geëigend zijn.
Zoo staan dan de beide komende
dagen in de liturgie der H. Kerk, als
wijzende molenwieken naar boven en
beneden, als stralende torenkruisen,
aangevend de drie hoofdrichtingen van
ons leven en onze liefde, als symbo
len van de gemeenschap der heiligen,
die heenwijzen naar een leven na dit
leven.
Gelijk eens de trage stoet der ge
slagen menschheid in de verbeelding
van een dichter voorbij trok in lang-
zamen treksleur op de treurtonen van
het „Miserere", zoo zien wij thans den
juichenden opgang langs ons henen
gaan op de vreugde cadans van het
„Te Deum laudamus", als de triom
fante rij van getuigen, dat het woord
der Waarheid waarheid is.
Zij, het beste deel der menschheid.
die om Gods wil zich zelve geweest
zijn, die hun persoonlijkheidscultuur
hebben opgevoerd door de genade
cultuur, tot een afstraling der Ideale
Persoonlijkheid, die Christus is.
Zij. die als Hij, alles voor anderen
geweest zijn, zonder iets voor zich
zeiven te zijn en daardoor mogen ge
98)
TWEEDE DEEL.
roemd worden als de helden van hun
volk trekken voorbij als getuigen der
sublieme gelijkheid, die buiten het
Katholicisme nergens zoo gevonden
wordt, waar een H. Lodewijk koning
van Frankrijk als tertiaris staat aan de
zijde van zijn geestelijken vader Fran-
siscus, de bedelaar van Assisi.
Ons sociale leven, dat hunkert, niet
naar figuranten, maar naar figuren,
mag met heilig begeeren dezen stoet
aanschouwen.
Daarin gaan zij die Europa en de
wereld de beschaving hebben ge
bracht daar die de wetenschap hebben
gevoerd door de branding van den
tijd, zij en niet de liberalen daar, die
den grondslag hebben gelegd voor ons
economisch bestaandaar de sociale
weidoeners der menschheid, maar die
het gedaan hebben uit hooger beginsel.
Waarachtig al was het niet om een
smeekbee te heffen tot hen, die thans
onze voorsprekers zijn bij God. dan
nog zou Allerheiligen moeten staan,
als een der eerste in de rij der natio
nale en wereldfeestendan nog zou
roomsch en onroomsch. geloovig en
ongeloovig hun zwaaiende jubel moe
ten uitbazuinen om de nagedachtenis
van hen, die wij op Allerheiligen als
uitverkoren eeren.
Maar laten ook wij dan sociale
werkers uit deze dagen, die zoo dwe
pen met de noodzakelijke persoonlijk
heidscultuur, bij hen tenrade gaan, de
wegen bewandelend, die zij bewandeld
hebben.
Maar nog een andere schaar trekt
aan ons oog voorbij, die ook getuigt
op hare wijze, dat het woord der
Waarheid waarheid is.
Een andere schaar, meer aan ons
gelijklijdend als wij, maar meer dan
wij
Een, die klagend, .smachtvol, langs
ons henen gaat. met smeekgebaar op
de droeve klaagmaat van het „Mise-
remini".
't Zijn de zielen in het vagevuur, de
onderwiek van den levensmolen en de
voet van het kruis.
Schoon, treffend van moederliefde,
is wel de gedachte der H. Kerk om
na de glorificatie der Heiligen, de
oogen der menschheid te vestigen op
dat andere deel harer kinderen dat in
hun boetende pijn het oogenblik ver
beidt van zijn opgang naar God.
Kon dit dan intiemer dan nu in de
doodenmaand met zijn neervallende
blèren en zijn mystieke mistsluiers, de
meest poëlische maand van het leven,
de maand van den weemoed maar
ook van liefde, barmhartigheid ,en
medelijden.
Teer, zoo teer als men een kind den
dood zijner moeder bekent, doet de
Kerk ons denken aan ons einde, dat
het leed zweeft op de liefde.
Zullen wij dan hun smeekroep
weerstaan, wij die toch eens wel zul
len meegaan in die rij van 't „Mise
remini" en tot het nageslacht onze
handen zullen moeten uitstrekken om
lafenis van ons leed.
A. v. D PLUIJM.
BINNENLAND.
Merkwaardige cijfers.
De triomftocht van de sigaret zou
men het kunnen noemen, als die triomf
niet toch ook wel wrange vruchten gaf.
En zoo heeft ook de Centrale Jeugd
raad, het regeeringsinstituut voor de
zorg voor de rijpere jeugd, het be
grepen. Die Raad namelijk heeft eens
cijfers doen verzamelen over de be
teekenis van het sigarettenverbruik in
Nederland, dat immers voor een groot
gedeelte komt voor rekening van
jeugdigen en half-volwassenen. En de
Jeugdraad concludeert dat, „on
danks de propaganda tegen het rooken
van sommige organisaties en van rook
artikelen aan jeugdigen, de rookge
woonte toeneemt met de gevolgen
daarvan voor de lichamelijke, geeste
lijke en zedelijke ontwikkeling dier
jeugdigen". Ook de Tuchtunie heeft
door een subcommissie het vraagstuk
doen bestudeeren en die subcommissie
heeft eveneens in sombere termen haar
rapport uitgebracht.
Nu lijken inderdaad die klachten
wel eenigen grond te hebben, wanneer
men eens de volgende cijfers, afkom
stig van het Centraal Bureau voor de
Statistiek wat nader bekijkt.
Pr. p. 1000 Verbruikin Verbruikin
sigaretten. 1923 1924
f 5.- 143.358.300 1163.377.600
f 10.- 643.781.600 854.749.200
f 12.50 23.746.200 52.024.800
f 15.- 315.672.000 489.739.200
f 20.— 250.631.100 391.638 900
f 25.- 295.331.700 263.334.000
f 30.- 218.505.900 228.369.900
f 35.— 13.435.800 12.566.700
f 40.— 40.383 000 26.757.600
f 45.- 8.672.700 6.759.600
f 50.— 32.315.700 34.561.200
f 60.— 5.668.800 12.208.500
f 70.— 2.065.500 1.860.000
f 80.- 2.883.600 3.895.500
f 90.- 126.900 64.800
f 100.- 838.500 346.800
f 125.— 223.^00 179.700
f 150.- 70.800 49.200
f 175.- 36.900
f 200— 3.600 6.000
Totaal 1.997.651.800 2.542.489.200
In geld omgezet beteekent dat, dat
in Nederland gedurende het jaar 1923
aan sigaretten in de lucht is geblazen
de liefdelijke som van f36.084.805 en
en in 1924 voor $en bedrag van
f43.416.261. Wanneer men de laatste
volkstellingscijfers van 1920 tot grond
slag neemt, verrookte dus iedere Neder
lander in die beide jaren resp. voor
f 5.27 en f6 35 per hoofd, allen Inbe
grepen, vrouwen, zuigelingen, enz., er
werd in 1924 bereikt, dat ieder Neder
lander 372 sigaretten oprookte.
Met die cijfers voor oogen mag er
inderdaad wel eens aandacht worden
geschonken aan het overmatige sigè-
rettenrokken door de Nederlandsche
jeugd en jongelingschap.
De „Rsb." zegt uit goede bron
te vernemen, dat in de betrekking van
directeur-generaal van den Landbouw
niet meer zal worden voorzien.
In de gistermiddag vanwege den
Alg. Ned. Metaalbewerkersbond met
het personeel van de werf Piet Smit Jr.
te Rotterdam gehouden vergadering,
is met ongeveer 400 tegen 300 stem
men besloten, het hoofdbestuursadvies,
om de staking op te heffen, op te
volgen.
Tabletten,
groote doos 65 ets.
BUITENLAND.
De Volkenbondsraad heeft kennis
genomen van de mededeeling der
Bulgaarsche en Grieksche vertegen
woordigers, dat de troepen van beide
partijen last hebben ontvangen, zich
achter hun eigen grenzen terug te
trekken.
Griekenland en Bulgarije aan
vaarden de voorwaarden van den Raad
van den Volkenbond en verzoeken
dezen een onderzoek in te stellen naar
de oorzaken van de voortdurende on
rust in Macedo'nië.
In den Belgischen ministerraad
is over den diensttijd beraadslaagd.
Er is een meerderheid voor een ver
korting .ervan lot negen maanden
(thans twaalf).
Ongeveer 900 officieren zullen af
gedankt worden, maar hun volle trak
tement eenige jaren lang behouden,
maar na dien tijd gepensioneerd wor
den. Verscheidene algemeene directies
zullen afgeschaft worden, met name
het cartografische instituut en de al
gemeene directie van militaire ge
bouwen.
Dit blad wordt schier in
ELK gezin van Waalwijk gelezen
en in de meeste plaatsen der
Langstraat ALGEMEEN.
en
erin.
e ülcho van net Zuiden,
Waalwijksche en l,n*s(ratsrkr Courant
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regeL
Bij contract flink rabat.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgen» om uiterlijk 0 uur in ons bezit
xUn.
van „DB ECHO VAN HET ZUIDEN".
Als het zoo is, dan zal ik u daar dikwyls
zien. want ik zal voortdurend naar Weenen,
Parijs en St. Petersburg moeten reizen.
Maar, zich bedenkend, voegde de nieuwe
officier in 't Blauw er aanstonds hij
O, neen, dikwyls niet, aangezien onze
bezoeken, gij weet het beter dan ik
soms zeer gevaarlijk kunnen zyn.
.Ta, dat is waar, bekende graaf de Thai,
met en glimlach op de lippen, wij moeten
den moed hebben alleen het gevaar te trot-
seeren en die wij beminnen te onttrekken aan
de misdadige pogingen onzer vijanden.
Maar wij zullen niettemin elkander terug
zien. reken er op, beste vriend.
O zeker, men kan altijd bijeenkomsten
hebben, als men het wil, in vooraf aange-^
duide plaatsen, waar niemand ons kennen
zal en waar'wij dus niets zullen te vreezen
bobben.
Terwijl de twee generaals aldus bun ge
heimzinnig gesprek voerden, bleven de twee
verloofden in de kleine salon vereenigd,
sprekend over hun aanstaande huwelijk en
hunne toekomst.
Dus, besloot zij, wij zullen weldra naar
Parijs terugkeeren.
Zoodra ik mijne zaken zal geregeld
hebben met mijn beheerraad en een opvolger
zal gevonden hebben, betgeen mij niet veel
tijd vragen zal.
En wij zullen Parijs niet meer verlaten.
Wij zullen in de hooge wereld verkeeren en
naar de schouwburgen gaan, want ik heb er
behoefte aan eenig plezier te genieten.
Boisdéant, die vooral op huiselijk geluk
gesteld was, toonde slechts weinig geestdrift
voor die levenswijze; maar hy was verplicht
toe te geven toen Catharina er by voegde:
Ja, ja. ik heb behoefte aan plezier. Tot
hiertoe ging ik bijna nooit uit en mijn leven
is zeer eentonig geweest. Ik wist zoo goed
dat mijn vader voor my beefde van schrik
zoodra wy ons huis verlieten, dat ik mijn le
ven doorbracht met sidderend te denken aan
de gevaren die myn vader bedreigden.
Boisdéant betuigde opnieuw al zijn lijde
lijke gehoorzaamheid, toen Marie, de kame
nier, een kaartje bracht, met de wapens van
graaf de Thai.
Mejuffrouw, sprak zij, de persoon die
my dit kaartje overhandigd heeft, dringt
aam om ontvangen te worden en verzekert,
dat gij reeds verscheidene dagen haar be
zoek verwacht.
Het kaartje droeg den naam der geroemde
tooneelzangeres, die sinds verscheidene we
ken reeds het publiek van "Weenen in ver
rukking bracht.
Ja, jaik wacht haar, riep Catlia-
rinalaat haar onmiddeliJk binnenkomen.
En zich tot Raoul keerend, overhandigde
zij hem het kaartje, zeggende:
'tls uwe vriendin.
Renée verscheen.
Eenvoudig maar schoon, gelijk altijd.
Raoul ging haar tegemoet, terwijl Cathari-
na haar omhelsde.
Ik heb een telegram ontvangen van
Monteray, zeide zy tot Boisdéant.
Gy zult waarschijnlijk ook een telegram
van hem op uwe kamer vinden.
Dan nam Catharina hare hand, drukte ze
zachtjes, en geheel blozend om de bekentenis
welke hare woorden bevatten:
Als het zoo is, dan moet ook gij geluk
kig zijn... zeer gelukkig.
Deze twee woordjes „ook gij" troffen
rechtstreeks het hart van Raoul, die zijne
verloofde met teederen blik bedankte.
En ik deel u ook een groot nieuws mede.
Het is de dag der belangrijke tijdingen van
daag.
En de Boisdéant aanduidend, die trilde
van inwendige voldoening, vervolgde zij
Ik ben met mijnheer, uw landgenoot,
verbonden. De Russische verbintenis is ge-
MARIAPOLDER.
MAWacijAPpy VAM VERZEKERING OP HETltVÜI
4 -ai V ik. i /i Tur,
sloten, wij zyn verloofd. Ik aanvaard hem
als heer en meester. Ik laat mij de ketting
aanleggen, maar dat hij wel zorge dat die
mij nooit te zwaar weegt, anders zal hfl
weten met wie hij te doen heeft.
Deze uitval, die deu jongen ingenieur aan
nam met een glimlach vol vertrouwen, liet
Renée geheel en al onverschillig en. zelfs
eenigszlns somber.
Catharina bemerkte zelfs dat er op het
gelaat.van hare nieuwe vriendin eene diepe
droefheid uitgedrukt lag.
Met een geheimzinnig gebaar deed zy
Boisdéant de droefheid van René opmerken,
als om hem te vragen
Wat kaïi er haar bedroeven?
Raoul vroeg dan aan dp jonge vrouw:
Wat is er? Gij schijnt bedroefd te z$jn.
En nochtans, Alexis, uw beschermer, komt
morgenavond hierheen.
En wist gy het, voegde mejuffr. de
Thai er aanstonds bij, zich niet kunnende be
letten haren verloofde het woord af te ne
men myn vader heeft ons, aan de Boisdé
ant en aan my, daar aanstonds nog beloofd
prins Livaehoff recht te zullen laten weder
varen. Boisdéant heeft over geheel die zaak
de nauwkeurige inlichtingen aan myn vader
gegeven.
Gij hebt zoovele ongelukken reeds beleefd,
dat gy volkomen recht hebt op geluk en on
gestoorde rust.
Renée sloot de oogen, geheel haar lichaam
sidderde en zy mompelde met een doffe stem
Is dat wel waar? Wat gij my daar zegt,
herhaal ik in my zelve elk oogenblik, en niet
temin wordt ik door een schrikwekkend voor
gevoel gefolterd. Ik ben bevreesd.
Mejuffrouw de Thai protesteerde:
Bevreesd, waarvoor? Gy hebt nochtans
moed; en de ondervinding moet u tegen de
beproevingen gesterkt hebben, zooals ik zelf
er tegen gesterkt ben. Bevreesd, neen, dat is
niet redelyk.
't Is waar, antwoordde Renée met een
zucht. Gy hebt gelyk, mejuffrouw. Maar zoo
gy wist
Zeg ons alles, riepen Catharina en de
Boisdéant tegeiyk, met hetzelfde aandringen.
Wel, antwoordde Renée, herinner u den
vorigen avond, toen gy zoo welwillend in
myne loge gekomen zyt om my uwe genegen
heid aan te bieden.
Myne vriendschap
Ja, uwe vriendschap, ik gèloof er aan
en reken er op. gy moogt er zeker van zyn.
Welnu, na uw bezoek toen ik den schouw
burg verliet, ontmoette ik Victorienne.
zy die. zonder het te weten, de schuld
geweest is, dat ik de Boisdéant woedend be
stormd heb. moyipelde Catharina in stilte.
Victorienne verzocht, my haar mede te
nemen, maar '/.y trok zich aanstonds terug,
toen zy bemerkte dat ik niet alleen was.
Ik zie daar yiets in dat u moet veront
rusten. bemerkte de jonge ingenieur.
't Is dat gy my den tyd niet gelaten
hebt. goede vriend, er by te voegen dat Vic
torienne vergezeld was door twee mannen.
De eene was niemand anders dan Onésime.
Victorienne en de twee mannen verdwe
nen aan den draai eener straat uit. myne
oogen, maar het had my toegeschenen dat
de andere man die haar vergezelde, baron de
Cazéres, myn stiefvader, was.
Raoul en mejuffrouw de Thai keken el
kander aan.
Ik moet des te meer gelooven dat myne
oogen my niet bedrogen hebben, vervolgde
Renée, daar mejuffrouw Montville my des
anderdaags 's morgens vroeg Is komen ver
wittigen.
Ha.
Ja. zy heeft de zwakheid gehad, het
avondmaal te gaan gebruiken met Onésime.
van wien zy zich niet kon onttrekken. En zy
heeft my gezegd dat de derde tafelgenoot,
die op den baron geleek, tydens het eetmaal
onophoudeiyk van my gesproken heeft. Ove
rigens. de persoonsbeschryving welke zy my
van hem gegeven heeft, komt volkomen over
een met die van dien ellendeling.
Mejuffrouw de Thai haalde zenuwachtig
de schouders op.
En, is het dat wat u zoozeer bekommert
en ongerust maakt? vroeg zy.
Indien de bai'on Cazéres hier is, ver
zekerde Renée, dan is graaf Paloutlne er
niet ver van af.
Wel, hy zal toch niet allen verslinden,
die graaf Paloutine, veronderstel ik. Wat my
betreft, ik zal er my uit al myne krachten
tegen verzetten, schertste Catharina.
Neen, wedervoer Renée, het hoofd bui
gend. hy zal u niet verslinden. Maar hy zal
my dooden, my. Want ik vraag my af hoe
ik op dit oogenblik nog leef.
O. ik smeek er u om, riep Catharina,
zelf in het hart getroffen door (lien vreese-
ïyken angst, ik smeek er u om, laat u zoo
niet terneerslaan. In ons hebt gy ware vrien
den. Raoul en ik zullen u niet verlaten. Ik
zweer het u.
Myn vader, voegde zy er aarzelend hy,
heeft hooge betrekkingen. Hij zal veel voor
u kunnen doen, ik ben er zeker van.
Renée schudde het hoofd.
Zeer goed, maar begrypt. gy dan niet
dat ik zyne vrouw ben. Dat hy' my dwingen
kan hem te volgen. Dat hy meester is over
myn persoon, over myn leven.
En de oogen ten hemel slaande, ten prooi
aan eene zenuwachtige opgewondenheid
Ben Ik <lan niet plichtig in de oogen
van allen, in zyne oogen en volgens de wet
zelf. Alhoewel hy my nooit bemind heeft en
myn dood wil, toch schyn ik een schuldige
vrouw te zyn, daar ik van hem gescheiden
leef.
Het was nu de beurt van Raoul de Bois
déant om er tussclien te komen.
Wel, sprak hy, gy zult de scheiding
vragen. De wet is daar om u in dit byzon-
der geval ter hulp te komen. Er zal een pro
ces noodig zyn. 't is waar, maar het zy zoo.
Gy zult bewyzen, dat gy in het huweiyk ver
eenigd geworden zyt, hy middel van bedrog
en valscliheid, met een booswicht, een mon
ster.
En gy zult wederom vry worden, mees
teres over u zelve.
Ha, hoezeer zou ik dat willen, mompel
de Renée. Maar, ik herhaal het u nog eens,
aan u die zoo goed voor my zyt, die my een
vaderiyke genegenheid betuigt, intusschen
leef ik in voortdurende vrees van een onge
luk. dat voor mij doodeiyk zyn kan.
Raoul en Catharina vereenigden dan al
hunne pogingen om dien smarteiyken gees
testoestand van Renée eenlgszins te bevre
digen.
Graaf de Thai bezat, herhaalde zyne doch
ter, hooge en machtige betrekkingen te Wee
nen, en hy zou die gaarne en zonder uitstel
doen gelden, om over de veiligheid van Re
née te doen wakens
(Wordt vervolgd).