Moeders!
laatste antwoord van Burg. en Weth.
m.i. wel duidelijk af.
De commissie heeft te kennen ge
geven, dat zij gaarne het oordeel had
vernomen van Burg. en Weth. omtrent
de beantwoording van de overige be
merkingen. Thans schrijven Burg. en
Weth.Inderdaad hebben wij de door
den Directeur gegeven toelichtingen
voldoende geacht". Terwijl in de
laatste alinea op een na wordt ge
schreven „aangezien de afspraken zijn
gemaakt tusschen de Commissie voor
het bedrijf en den Directeur, kunnen
wij ook niet treden in de beoordeeling
of de gemaakte afspraken zijn op
gevolgd.
De toelichting van den directeur
stemde niet overeen met de besluiten
volgens de notulen der bedrijfscom-
missie. Burg. en Weth. kunnen niet
treden in de beoordeeling of de ge
maakte afspraken zijn opgevolgd, doch
wel de door den directeur gegeven
toelichting inderdaad voldoende achten.
Zoo weet men niet waar men aan
toe is en dat treft de Commissie onaan
genaam.
De heer Timmermans-Verschure zegt
ook deel van de Commissie, belast met
het onderzoek der rekening, te hebben
uitgemaakt en moet verklaren, dat het
antwoord door Burg. en Weth gegeven
op hem ook geen prettige indruk heeft
gemaakt. Het antwoord is heel mooi
geredigeerd maar er is absoluut niet in
te vinden wat er in te vinden had
moeten zijn.
Hij wil niet in herhaling treden,
maar dat wil hij hier wel verklaren,
dat er genoeg motieven waren om een
zakelijk antwoord te geven. Als de
Commissie haar taak goed opvat en
op fouten wijst, moet men die com
missie in een eindrapport niet met een
kluitje in het riet naar huis zenden,
want dan zal men een precedent gaan
scheppen waarvan men geen plezier zal
hebben, want geen der leden zal dan
meer eenige ambitie overhouden om
voor de belangen van de gemeente
werkzaam te zijn en z'n kostbaren
tijd daaraan te geven.
Voorzitter. De heer Roggeveen valt
over de redactie maar ik heb er niets,
hoegenaamd niets in gevonden, dat
moet ik eerlijk zeggen.
Roggeveen. U hebt het toch niet
geredigeerd.
Voorzitter. Neen, ik schrijf alleen de
brieven voor het kabinet, alle andere
stukken worden door den Secretaris
geschreven maar door mij nagelezen
en geparafeerd en voor accoord ge-
teekend. Zoo is'took met dit schrijven
gegaan. Ik heb niets gezien wat, voor
wie ook onaangenaam kan zijn. Wil
de heer Roggeveen misschien dan even
aangeven waar de toon voor de leden
onaangenaam moet treffen.
Roggeveen. Als U dat zelf niet voelt,
dan spijt het mij heel erg voor U.
Spr, wijst op de minder aangename
passages als het compeent zijn van
Burg. en Weth., het gebruik maken
van wat later in een geheime verga
dering is gezegd.
De Voorzitter zegt dat dit alles
slechts volledigheidshalve er is bijge
voegd. Hij weet zich niet te herinne
ren wat in de geheime vergadering is
gezegd, zooiets dat de Commissie
beter in staat was te oordeelen welke
herstellingen aan de huizen moeten
worden gedaan wijl Burg. en Weth.
daar niets van terecht brachten en
daarop is gereageerd. Ik dek het ge-
heele antwoord, zegt spr., gaarne met
mijn verantwoordelijkheid.
De heer Timmermans zegt dat die
opmerkingen zijn gemaakt omdat aan
gemeente-woningen in de Mr. van
Coothstraat en in Baardwijk veel te
veel is gedaan in verhouding van de
huurwaarde. Bij de bouwcommissie
zou dit niet zoo gemakkelijk voor
komen.
De Voorzitter zegt dat'de kwestie
der afschrijving een oude koe is, dat
die kwestie achter de rug is.
De heer Roggeveen merkt op dat
van soepelheid werd gesproken en
dan heeft hij het recht om over die
kwestie te spreken. En trouwens
zoo'n oude koe is het nog niet ook.
Voorzitter. De Directeur heeft een
fout gemaakt, meer kan ik er niet van
zeggen en daarom heb ik ook niets
ter zijner veronlschuldigingaangevoerd.
De heer Timmermans-Verschure zegt
dat het antwoord tweeslachtig is, dat
daarin niet op de naakte waarheid
wordt gewezen en dat acht hij hooge-
lijk verkeerd. Het alles trachten weg
te redeneeren acht hij een zeer treurig
iets, iets wat hem absoluut niet kan
bevredigen. Mooi gestelde preadvie
zen worden niet verwacht, wel zake
lijke waar iets in staat. Aan poëzie
heeft men in den raad niets.
Voorzitter. Dus u is verbolgen over
de manier van schrijven, ik voel niet
dat er iets in zit en nu nog niet. Mis
schien is het een gebrek aan mijn
opvoeding, ik weet het niet. Op één
feit is er nog niet gewezen.
De heer Timmermans zegt dat het
niet opgaat om de woorden aan te
wijzen. Het gaat als met een boek
dat men aan het lezen is, pas op het
einde kan men daarvan iets zeggen.
Wat de kwestie van de gastentoon-
stelling betreft, een feit is dat niet is
opgevolgd wat is gevraagd.
De Voorzitter moet opmerken dat
de notulen van de gascommissie niet
erg volledig zijn en toen heeft de
directeur in de vergadering van Burg
en Weth. gezegd wat zijn bedoeling
v/as In het antwoord dat -door Burg.
en Weth. is gegeven wordt heelemaal
niet getracht om iemand schoon te
wasschen. Gezegd wordt dat de direc
teur zich niet aan de afspraak heeft
gehouden, maar wij kenden die af
spraak niet en konden dus daarvan
niets zeggen.
Wat de heer Smolders heeft gezegd
betreffende de woningen moet worden
opgemerkt dat dit lijnrecht in strijd
is met de wet.
De gasfabriek is een bedrijf en ver
huurt als zoodanig woningen.
De heer Smolders wil toegeven dat
de Commissie volgens artikel 54 van
de Gemeentewet, indeze onbewust
te ver is gegaan en de Commissie zal
daar dan ook wel Qp terug komen,
dat wil zeggen haar eerstgenomen
standpunt intrekken.
Voorzitter. Dan krijgen wij het
aangehouden adres van den heer
Surig om hem te machtigen de huur
aan den heer L. Verwiel over te
dragen.
Van der Geld. Wat is het advies
van Burg. en Weth.
Voorzitter. Om het verzoek niet in
te willigen.
Met 6 tegen 5 stemmen wordt be
sloten op het verzoek niet in te gaan.
Voor het verzoek stemden de heeren
Timmermans, van Driel, Smolders,
Roggeveen en Eibers.
'Tegen de heeren Oomens, Gragt-"
mans, van der Aa, Verwiel, van der
Geld en de Graaff.
3. Voorstel van Burg. en Weth.
tot verhuring van een gemeente
woning.
Wordt besloten de woning, staande
bij de Handelsschool, te verhuren aan
den heer Charpentier, Ieeraar aan de
Handelsschool.
4. Benoeming van een lid in de
Commissie van Bijstand voor de Ge
meentelijke Licht- en Waterleiding
bedrijven (vacature J. P. Groenen).
De uilslag was dat de heer Smolders
6 stemmen verkreeg, de heer Eibers 2
en de heeren v. d. Geld, de Graaff
en Timmermans ieder 1 stem.
Smolders. Ik heb al zooveel functies
te vervullen, Woningbedrijf, Lichame
lijke opvoeding, commissie van onder
zoek van de rekeningen en begrootin
gen enz. Dat zijn nogal veel functies
voor een persoon en daarom wil ik
deze benoeming in beraad houden.
De Voorzitter moet dit motief res
pecteeren, maar waar de heer Smolders
altijd bewezen heeft veel belangstelling
in de gasfabriek te hebben, mag hij
een eerste kracht genoemd worden
die in de commissie op zijn plaats
zal zijn
Smolders. Juist omdat de zaak mij
interesseert, wil ik de benoeming in
beraad houden.
5. Voorstel tot herbenoeming van
twee leeraren aan de Gemeente-
Teekenschool.
De heer Smolders vraagt of er een
bijzondere reden is geweest om den
heer Bouman na het eerste proefjaar
niet voor vast te benoemen, waarop
de Voorzitter zegt dat daarvoor geen
enkele reden aanwezig is, maar slechts
op een vergissing heeft berust.
Hierna wordt conform het voorstel
opnieuw voor een jaar benoemd de
heer P. van Gestel en voor vast de
heer lr. K. L. C. Bouman, beiden te
's Bosch.
6. Voorstel tot verkoop van een
perceel bouwterrein aan de Mr. van
Coothstraat.
Het Ingenieurs- en Architectenbureau
Van Gestel en Bouman vragen namens
de N.V. Handel Mij. Rosenberg een
perceel grond, gelegen in de Mr. van
Coothstraat, te kunnen aankoopen.
Wordt besloten op de gewone pon-
dities 618 M2. grond te verkoopen a
f 2800.
Adressanten verzochten nog eenige
perceelen grond voor'hen in reserve
te willen houden, aangezien ze prin
cipalen hebben die daar binnenkomt
willen gaan bouwen.
7. Voorstel tot conversie van enkele
leeningen.
De Voorzitter deelt mede dat nog
een kleine wijziging in het voorstel
is gekomen, wat echter van geen in
vloed is.
Besloten wordt te converteeren
f 336 327.43 tegen 5°/0 waardoor een
besparing wordt verkregen van f 2925.
De leening is geplaatst bij het alge
meen Burgerlijk Pensioenfonds.
8. Voorstel tót vaststelling van een
retributie-verordening.
Smolders. In den korten tijd dat wij
deze voordracht ter bestudeering in
ons bezit hebben, heb ik nog niet veel
sympathieks in dit voorstel kunnen
ontdekken. Opnieuw zullen weer een
massa zaken gereglementeerd worden
en daarnaast, wat het meeste ingrijpt,
een nieuwe belasting komt er mee in
't leven die op meerdere punten nogal
ingrijpend is. Het komt mij voor
dat voor dit voorstel de tijd werkelijk
veel te kort is geweest om zich voor
te bereiden en daarom kan ik er mijn
stem ook niet aan geven. Liever zou
ik zien. dat de behandeling hiervan
alsnog wordt uitgesteld.
De heer Eibers Is het voor een groot
deel met den heer Smolders eens. Hij
zou nog verder willen gaan en een
commissie benoemen om het voorstel
eens te bestudeeren. Zoo gaat het niet
en als later zou blijken, dat men voor
moeilijkheden komt te staan, dan zou
dit aan ons zelf te wijten zijn, wijl men
de zaak niet genoeg onder het oog
heeft gezien. Hij stelt dan ook voor tot
benoeming van een commissie over te
gaan.
De heer van Driel wil dit voorstel
gaarne steunen. Hij is het met den heer
Smolders eens, dat de tijd van voor
bereiding veel te kort is geweest. Voor
zoover hij kan nagaan, komen er ook
zaken in voor waarmede hij zich niet
kan vereenigen.
De heer P. Verwiel steunt het voor
stel ook, wijl ook hij van meening is,
dat de tijd van voorbereiding te kort is.
De Voorzitter zegt expres niet met
het voorstel om een commissie te be
noemen te zijn gekomen, omdat de
heer Roggeveen nog kort geleden ge
zegd heeft tegen het benoemen van
commissies te zijn, wijljeder lid voor
zich zelf de zaak maar moet bestu
deeren.
Roggeveen. Men moet iedere zaak
op zich zelf beschouwen.
Met op een na algemeene stemmen,
die van den heer Roggeveen na, wordt
besloten een commissie te benoemen.
Daarvoor worden benoemd de hee
ren Verwiel, Eibers en van Driel.
9. Voorstel tot het verleenen van een
crediet voor restauratie van den ouden
toren aan de Minister Loeffstraat.
De heer Eibers vraagt of hiervoor
de juiste tijd wel is gekozen, of nu
voor dergelijke zaken zooveel geld
moet worden uitgegeven.
De Voorzitter zegt, dat zulks aan het
beleid van den Raad wordt overge
laten. Het Rijk wil nu een bijdrage
verleenen en het is de vraag of het
daartoe later nog bereid wordt gevon
den. De kosten voor de gemeente
zullen niet zoo hoog loopen en zal uit
de kapitaaldienst betaald moeten
worden.
De heer Oomens meent dat er alle
reden zijn om hierin bij te dragen. Men
kan op den toren zien hoe hoog in
1452 het water Jieeft gestaan, terwijl
ge ook nog kuiif zien waar vroeger de
menschen gevangen hebben gezeten.
10. Vaststelling van instructies voor
den Secretaris en den Ontvanger.
De heer Roggeveen merkt op dat
in de instructie eene bepaling is op
genomen dat de Secretaris geen be
zoldigde bijbetrekking mag vervullen.
Hij vraagt of het secretarisschap van
de Kamer van Koophandel nog slechts
tijdelijk is? waarop de Voorzitter zegt
dat voorzoover hem bekend dit een
vaste benoeming is, wat door den heer
Timmermans wordt beaamd.
Vervolgens vraagt de heer Rogge
veen of twee maanden voor "hij den
dienst der gemeente gaat verlaten, hij
ontslag moet vragen, niet wat kort is.
Bij het onderwijs is dit over het alge
meen 3. maanden.
De Voorzitter zegt dat een Secretaris
ook een mensch is die vooruit wil
komen. Twee maanden van te voren
om ontslag vragen, acht hij voor deze
gemeente geen bezwaar omdat er amb
tenaren zijn die dit werk wel tijdelijk
kunnen vervullen, in een kleine ge
meente, waar men niet die krachten
heeft doch alleen maar de beschikking
over zoo'n duizendpootertje, zou hel
veel bezwaarlijker gaan.
Hierna worden de instructies vast
gesteld zooals die door Burg. en Weth.
zijn aangeboden.
De heer Eibers vraagt op welke
grond aan van den Broek eene bekeu
ring is gegeven, naar aanleiding van
welk artikel.
De Voorzitter zegt dat hij op de
vraag welk artikel, niet direct kan ant
woorden en daarom dan een schrifte
lijk antwoord zal geven. De reden
waarom proces verbaal is gemaakt is
dat door van den Broek midden in den
dam een schutting is geplaatst waaraan
een poort is gehangen, 's Avonds bij
donker weer, liepen de menschen
tegen de- scherpe kanten aan. Omdat
hij het verkeer in gevaar heeft ge
bracht, is tegen hem, nadat hij eerst
op een en ander was gewezen, pro
cesverbaal opgemaakt.
Vervolgens zegt de Voorzitter nog
dat de dammen voor de toepassing
der politie verordening worden be
schouwd als publieke wegen, doch
dit niet afdoet aan de vraag of ook in
burgerrechtelijken zin de dammen als
pubtieke wegen aan te werken. Die
kwestie zal wel door den Kantonrech
ter worden uitgemaakt.
Eibers. De bedoeling zal zoo nooit
bij den raad hebben voorgezeten.
De heer de Graaff wijst op den ón-
Ingezönden Mededeelingen.
- Als uw Kinderen zich bezeerd
hebben, gebruik dan onmiddellijk
30 60-90 ct. PUROL.
houdbaren toestand van de St. Chris-
pijnstraat daar waar nog geen riolee-
ring is aangebracht. De treksloot, die
nu het water moet afvoeren loopt zoo
dicht langs de huizen dat het niet van
gevaar is ontbloot. Nog heel kort ge
leden is een kind daarin geval
len en was op punt te ver
drinken. Hij weet wel dat het veel
centen kost, maar aangezien de toe
stand zoo niet bestendigd kan blijven,
zou hij toch tót spoedige rioleering
ook van dit gedeelte willen overgaan.
De Voorzitter zegt dat daaraan juist
wordt gewerkt.
De heer van der Geld dringt op
spoed aan, want zooals hij nog on
langs hier heeft gezegd zullen de
menschen bij nat weer niet droog
voets van den eenen naar den anderen
kant kunnen komen.
De Voorzitter zegt dat naar hij
meent, juist gisteren de rioolkolken
zijn gelegd.
De heer Smolders zegt dat zooals
uit het door den heer Eibers gespro
kenen bliikt, de raad nooit de bedoe
ling heeft gehad om een dergelijk
artikel in de politieverordening te zien
opgenomen. Hij vraagt of de raad
daarop terug kan komen. Bij de be
handeling van de politieverordening
heeft hij wel gevraagd of het plaatsen
van hekken in den Buitenpolder geen
moeilijkheden zou veroorzaken. Waar
het kan gebeuren dat na verloop van
tijd men voor meerdere van dergelijke
zaken kan komen te staan, zou het
goed zijn als de raad daarop kan
terug komen.
Voorzitter. De raad is bijna almach
tig. Wat hij maakt, kan hij ook af
breken.
Smolders. Ik spreek hier niet van
afbreken en nog minder is dat mijne
bedoeling.
Voorzitter Een stuk uithalen dan.
Ik heb al tegen den inspecteur
gezegd dat wij de verordening perio
diek zullen herzien. Wil de raad dat
niet, dan zal opdracht gegeven worden
dat geen gevolg aan een en ander
wordt gegeven.
Daarna gaat de raad over in geheim
Comité omdat de Voorzitter nog eenige
mededeelingen heeft te doen.
WASPIK.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Vrijdag 30 October
1925, des namiddags 4 uur.
Voorzitter Edelachtbare heer Dekkers.
Te klokslag 4 uur opent de Voor
zitter de vergadering met gebed. Aan
wezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
'worden voorgelezen en onveranderd
goedgekeurd.
Aan de orde:
1. Mededeelingen.
De Voorzitter doet mededeeling van
enkele ingekomen missieven van Ged.
Staten en van het proces-verbaal van
kasopname bij den gemeente ontvanger.
Een en ander wordt voor kennis
geving aangenomen.
2. Verkoop electrisch net.
Over dit punt was dien middag nog
een geheime vergadering van den ge
meenteraad gehouden, zoodat dit thans
weinig discussie meer uitlokte.
De Voorzitter leest de concept-acte
van overdracht voor, waaruit o.m. blijkt
dat alles wat tot het electrisch bedrijf
behoort, dus aanleg, aansluitingen,
meters, enz., .aan de P.N.E.M. in eigen
dom wordt overgedragen, die daarvoor
zal vergoeden de renten en aflossingen
van de leening van f 70 000
De P.N.E.M. zal een stroomprijs voor
licht- en klein krachtverbruik in reke
ning brengen van 45 cent per K.W.U.
in den spertijd en van 25 cent per
K.W.U. buiten spertijd, terwijl zij be
voegd zal zijn om speciale tarieven
vast te stellen voor groot-afnemers.
Bij stijging der kolenprijzen kan zij de
stroomprijzen naar evenredigheid ver-
hoogen.
De gemeente garandeert een stroom-
afname voor verlichting van 3600
K.W.U. per jaar.
Verder zijn bij dit contract nog uit
voerig omschreven de verplichtingen
van de P.N.E.M. om bij eventueele
uitbreiding of wijziging van het net,
waarbij opgebroken en gegraven moet
worden, alles weer in zijn ouden toe
stand te herstellen; verder zijn daarin
nog geregeld de speruren in de ver
schillende maanden van het jaar, de
opzegtermijn, enz. enz.
De heer v. d Rijken zou bij de
verplichting tot het in orde brengen
van een opgebroken weg, een termijn
willen stellen binnen welken die weg
weerhersteld moet worden, bijvoor
beeld 6 weken of 2 maanden. Men
heeft toch de bewijzen dat zulks niet
altijd direct gedaan woidt.
De heer Verschure vindt genoemden
termijn in vele gevallen te lang. Hij
acht het moeilijk een termijn te stellen,
daar het veelal van den aard der werk
zaamheden afhangt Het zal z.i. vol
doende zijn als in voorkomende ge
vallen de Voorzitter de P.N.E.M. er
opmerkzaam op maakt.
De Voorzitter is het met den heer
Verschure eens. Het betreft ook vaak
een provincialen weg en daarover heefl
de gemeente niets te zeggen.
Hierna wordt de concept-acte van
overdracht ongewijzigd met algemeene
stemmen goedgekeurd.
3. Vaststelling rekening 1924 en be
grooting 1926.
De commissie van onderzoek advi
seert bij, monde van den heer De Hond
tot goedkeuring.
De rekening 1924 wordt daarop vast
gesteld in ontvangsten op f 70.895,40'/2
en in uitgaven op f 71.394 69'/2, dus
met een nadeelig slot van f 499 29.
De begrootitie 1926 op ontvangsten
en uitgaven van f 69.341,lö'/a-
4. Subsidie Wit—Gele—Kruis.
Van het bestuur van het Wit—Gele—
Kruis is een schrijven ingekomen,
waarin wordt medegedeeld dat besloten
is tot stichting van een Wijkgebouw.
Gevraagd wordt over 1926 een bij
drage in de stichtingskosten toe te
kennen van f 500 boven de gewone
jaarlijksche subsidie.
De heer Brokx zou de vraag willen
stellen of het Wit-Gele—Kruis hier
voor niet met het schoolhuis genoe
gen zou kunnen nemen. Naar hij heeft
gehoord zou er een bedrag van f 6000
voor dit wijkgebouw besteed worden.
Hij is niet tegen het toestaan van de
gevraagde subsidie, maar hij zou dit
een beetje zakelijk willen behandelen.
Als de gemeente zoo royaal is, dan
mag zij ook wel iets eischen en vond
spr. dit een mooie gelegenheid om de
gemeente van een strop af te helpen.
De Voorzitter merkt op dat hij heel
andere cijfers heeft hooren noemen
n.l. een bedrag van f 2500 a f 3000.
Het hier bedoelde antwoord van den
directeur der gasfabriek luidt als volgt:
Naar aanleiding van XJw schrijven van 21
dezer, No. 1827, heb ik de eer U hierbij te
doen toekomen een gewijzigde afrekening van
de gehouden gasten toonstelling.
Ik heb de rekening thans zoo ongezet dat
in ontvangst worden verantwoord de pos
ten die ingevolge besluit der commissiever
gadering van 24 April 1924 voor rekening
van het bedrijf zijn genomen, terwijl in-uit-
gaaf ziji? gebracht de advertentiekosten die
in mijn eerste rekening niet zijn opgenomen,
omdat deze betaald zijn door het bedrijf.
Eveneens zijn thans in uitgaaf opgenomen do
kleinere posten, door de Commissie in haar
nader rapport reeds aangehaald.
Van deze posten behoort, die van de Wed.
O. van Huiten te worden teruggebracht van
59.op 55.93.
Do rekening op deze wijze samengesteld,
sluit met een nadeelig saldo van ƒ81,63.
De commissie verwijt mij dat ik deze ten
toonstelling lieh beschouwd zooals zij zegt.
als „een zaakje voor mij zelf". Ik heb ge
tracht naar best vermogen de tentoonstelling
te maken tot. een krachtig propagandamiddel
voor het gasverbruik. Ik heb mij met het
personeel der bedrijven dat mij belangloos
heeft terzijde gestaan, geen moeite ontzien,
om den opzet te doen slagen en ik meen met
recht te mogen wijzen op de gunstige resul
taten die de tentoonstelling voor ons bedrijf
heeft opgeleverd.
De gasaflevering is na de tentoonstelling
zeer toegenomen en al zal die toename niet
geheel een gevolg zijn van de tentoonstelling,
heeft deze niettemin belangrijk daartoe bij-
godragen.
De kwalificatie der Commissie treft mij
dan ook zeer onaangenaam. Zij is ook niet
juist, alle bescheiden die op deze tentoonstel
ling betrekking hebben zijn door mij bewaard
om desgevraagd tot mijne verantwoording te
kunnen dienen. "Zij zijn dan ook op -d,e eerste
aanvraag overgelegd.
De Cpmmissie voor de rekening is van
oordeel dat aan do Bedrijfscommissie verant
woording had moeten plaats hebben. Een
verantwoording is mij nooit gevraagd, was
dit wel gebeurd dan had deze op staanden
voet kunnen worden gegeven en hadden on
aangename opmerkingen en onverdiende ver
wijten als thans door de Commissie voor de
rekening worden gemaakt, achterwege kun
nen biyven.
Ik acht niet juist de opvatting der com
missie, dat de tentoonstelling van het be
drijf uitging, althans niet in strikten zin. In
dat geval zou immers het bedrijf liet risico
hebben moetendragen, wat blijkens de no
tulen der vergadering van de Bedrijfscom
missie niet bet geval was. Ook zou het dan
nimmer by my zijn opgekomen, dat ont
vangsten én uitgaven uit de boeken van het
bedrijf zouden kunnen blijven. De notulen
van de vergadering der Bedrijfscommissie
berusten niet ten kantore van het bedrijf,
doch bij den Secretaris der Commissie. Ik
heb. aangaande op de met de Commissie ge
maakte 'afspraak, steeds zoo vast in de mee
ning verkeerd dat- mijne opvatting de juiste
was, dat ik geen inzage heb gevraagd van
de notulen der vergadering waarin (leze aan
gelegenheid werd besproken.
Zooals ik reeds in mijn voorgaand rapport
mededeelde heb ik de advertentie's be
schouwd als gewone propagandamiddelen
voor 't gasverbruik. Van de betaalde adver
tentiekosten zijn er dan ook vijf tot een ge
zamenlijke waarde van ƒ79.10, waarin met
geen enkel woord wordt verwezen naar de
tentoonstelling, doch alleen wordt gewezen
op de tarieven, huurkoopgelegenheden, enz.
Of de kwalificatie van „een zoo globale en
onjuiste berekening" juist is, meen ik dan
ook te mogen overlaten aan Uw College.
Het- verschil in eindcijfers van de eerste
en tweede rekening der tentoonstelling be
draagt 81.63. Houdt men er rekening mede
dat de pust advertentie's, waarbij niet wordt
verhezen naar de tentoonstelling een be
drag geeft van 79,10, dan zou het verschil
slechts 2.53 bedragen.
De later toegevoegde uitgaafposten, van
Hulton, Pot en Hens, zijn posten, die op de
betrokken nota's zijn gevoegd tusschen de
gewone vorderingen voor de bedrijven en zoo
doende over het hoofd gezien.