Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen jonge vrouw. STER-TABAK J De Kabinetcrisis. Él» FEÜLLETON Hoest Uw kind? W3ËU NUMMER 93 ZATERDAG 21 NOVEMBER 1925 48e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 88. Telegr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BE8TAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. In den laten avond van 10 November j.l„ of eigenlijk in den nacht van 10 op 11 November, kreeg de lieer Kersten in de Tweede Kamer de gelegenheid zijn amendement toe te lichten, waarmede hij de opheffing van het Nederlandscho Gezantschap bij het Vaticaan wensclite te bereiken. De heer Kersten wond er geen doekjes om. Hij verklaarde dui delijk om drie redenen tegen het Ge zantschap te zijn lo. Hij ziet in dit Gezantschap een er kenning van de geestelijke macht van den Paus en de erkenning van die macht acht hij in strijd met de Gere formeerde belijdenis. 2o. Hij ziet in dit Gezantschap „een versterking van de Roomsche politiek" en deze acht hij een gevaar voor Ne derland. 3o. Door dit Gezantschap wordt „een Roomsch cachet gedrukt op het Xeder- landsehe Volk". Van den heer Lingbeek. den eenigen vertegenwoordiger, die de Hervormde Gereformeerde Staatspartij in de Twee de Kamer heeft, kon men hartelijke in stemming met het amendement-Kersten verwachten. Hij liet niet na deze te betuigen, want hij acht liet gezantschap bij den pause lijken Stoel „een krenking van de ge voelens der Protestanten". De lieer Snoeck Henkemans, spre kend namens de Christelijk Historische Kamerleden, verklaarde, dat hij en z'n vrienden voor liet amendement-Kersten zouden stemmen, omdat zij altijd bezwa ren hadden tegen een blijvend gezant schap bij den Heiligen Stoel. De lieer Vliegen deelde mede, dat de Sociaal-Democrat. Kamerleden aan het amendement hun stem zouden geven, omdat zij in de handhaving van het. ge- gezantschap bij het Vaticaan geen enkel nut zien voor ons land. Bij dit gezantschap te Rome" al dus de heer Vliegen, „gebeurt op het oogenblik niets anders dan dat verschillende diplomaten met .elkander eenige voeling hebben, zooals zij dat op 103) DERDE DEEL. 25 andere punten van de wereld ooit hebben. Wij zien daarin geen enkel nut. De Pauselijke Stoel is geen wereldlijke macht. Tets te onderhandelen 'over po litieke of economische belangen is daar niet, want een Regeering voert hij niet. Er zijn geen lielangen, die ons land daar heeft te behartigen". Van deze vier verklaringen verdie nen de laatste twee bijzondere aan dacht. De eerste twee niet. De lieeren Kersten en Lingbeek zoeken voor alles hun kracht in den strijd tegen Rome. Deze strijd is nummer één. Dan eerst komt liet belang van liet land. Hadden zij zich ook dezen keer niet ingespan nen om liet gezantschap bij het Vati caan te doen ophouden te bestaan, nie mand zou hun houding hebben begre pen. Van den heer Snoeck Henkemans had men anders mogen verwachten. Ja renlang hebben Christelijk Historische Ministers mede de verantwoordelijk heid voor de handhaving van liet ge zantschap gedragen. Ook in dit Kabi net, dat opnieuw de gelden voor heVge- zantschap aanvroeg, hebben twee Christelijk Historische ministers zit ting. Hoe kunnen deze ministers dit met hun geweten overeenbrengen, als juist is wat de heer Snoeck Henkemans zeide, dat hij en zijn partijgenooten naar hun geweten verplicht meenden te zijn voor het amendement-Kersten te stemmen? Sprak de lieer Snoeck Hen kemans ook namens het Kamerlid Dr. de Visser, die als minister zitting had in een Kabinet, dat in 1920 voorstelde liet tijdelijk gezantschap tot een blij vend te maken? Hier is opheldering ge boden en tot dusverre zoekt men die in de Christelrjk-Historische pers tever geefs. De lieer Vliegen en de andere Soci aal-Democratische Kamerleden zien geen nut in het gezantschap bij den Paus. Herhaaldelijk is door den niet-Ka- tholieken Min. van Karnebeek het groo- te nut van dit gezantschap aangetoond, óók ter bevordering van den vrede on der de volken, waarvan de sociaal-de- mocraten immers zulke warme vóór- standers zijn. Maar zij zien het nut niet in. Tal van niet-Katholieke staatslieden, Gort van der Linden en Treub b.v., achten het gezantschap bij het Vaticaan van groot nut voor Nederland. De sociaal-democraten zien het nut niet in. De niet-Katholieke ministers van Builenlandsche zaken in Duit&chland, Engeland, Japan, achten een gezant schap bij het Vaticaan in het belang van hun land. De Nederlandsche Sociaal-democra ten zien het nut niet in. Zes en twintig Staten willen bij den Heiligen Stoel vertegenwoordigd zijn. De socialistische Kamerleden in Ne derland weten het veel beter; zij zien het nut van die vertegenwoordiging niet in. Tot degenen, die van dit nut wel overtuigd zijn, behooren de Katholie ken. Andermaal heeft de Voorzitter der Katholieke Kamerfractie, Dr. Nolens, het op 10 November nadrukkelijk in de Tweede Kamer verklaard. Maar hij had meer te zeggen en voerde daarom liet woord onmiddellijk na den heer Ker sten, opdat allen de houding der Ka tholieke Kamerleden al dadelijk zou den kennen. Nog eens werd gezegd, dat de Katholieken het gezantschap Tabletten, tegen hoest N PAK willen handhaven om dezelfde reden als die waarom het werd ingesteld: de vertegenwoordiging van Nederland bij den Heiligen Stoel is in het belang van het Land. Dit heeft altijd voorop ge staan en dil staat nog voorop. Thans echter werden in de Kamer verschillen de stemmen vernomen, die het voort bestaan van het gezantschap voorna melijk bestreden op gronden, die aan 's Lands belang vreemd zijn. Van daar, dat Dr. Nolens zeide: „Die motieven van algemeen belang zijn onverzwakt blijven voortbestaan; het is overigens duidelijk, dat dit gezantschap, nu het eenmaal is ingesteld, voor ons, Katho lieken, een bijzondere beteekenis heeft en opheffing daarvan, vooral met het oog op de hoofdmotieven, die sommige leden bewegen dit voorstel te doen of te steunen, uiterst grievend zou zijn." Uiterst grievend. Ieder kamerlid kon dit hegrijpen, zeker na de duidelijke woorden, waarmede de Katholieke lei der zijn korte rede besloot en waarin hij de gevolgen aanduidde, waartoe aanneming van het amendement-Ker sten zou kunnen leiden: „In die om standigheden zullen wij hij aanneming van dit amendement ernstig moeten overwegen of wij onze stem aan de be grooting van Buitenlandsche Zaken kunnen geven. Wij zullen ook de vraag hebben te beantwoorden, of wij steun kunnen yerleenen aan welk Kabinet dan ook^ voortgekomen uit groepen, aan welker medewerking de opheffing van dezen gezantschapsposl zou zijn te wijten". Volkomen duidelijk was het na deze woorden, dat hij de al of niet aanne ming van het amendement-Kersten de voortzetting der samenwerking tus- schen de drie rechtsche groepen, ■■V Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per poet door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regeL BQ contract flink rabat Ad verten tiën moeten Woensdag en Vrijdag dea morgens om uiterlijk 0 uur in ons bezit ■Un. „DB ECHO VAN HET ZUIDEN". Wacht dan niet tot het pijn in de keel en op de borst krijgt. Bescherm de teere lon gen door het onmiddellijk Abdijsiroop In te geven, die een zware verkoudheid of erger bijtijds voorkomen kan. Akkers Abdijsi roop is een onschadelijk en toch krach tig werkend kruldenmiddel dat U gerust moogj geven. Het helpt prachtig bij bron chitis, influenza, kinkhoest of verkoudheid In flacons vanaf 230 gr. f 1.50 De gravin Paloutine was ziek, de wanke lende gezondheidstoestand waarin zy ver keerde. vereisclite voortdurend zorgen. En. alles was gezegd. Die kamer met hare dikke muren, waar van de zware deurvoorhangsels zoo goed ge schikt waren om hare snikken en haar ge roep te verdooven, zou tot den laatsten dag van haaj- leven een graf voor haar zijn. Was dokter Titus Tarnoski daar niet, die prins Demétrius zoo goed verzorgd had en zoo onbetwistbaar zyn natuurlyke dood vastgesteld had? Was hij niet gereed om op het gepaste oogenblik te verzekeren dat de gezondheid van clie arme gravin reddeloos verloren was en zij nooit meer hare kamer en haren leunstoel verlaten mocht? Om deze opsluiting fe volledigen had Wla- dimir al de vensters van N.v-Slott met ste vige ijzeren traliën doen afsluiten. Daarom ook had hfj dit twisttooneel met zyn reutmeester, die verwaarloosd had tot de kleinste luchtgaten van Ny-Slott door ijzeren staven ondoordringbaar te maken. Andréa had hem die voorzorgen aange raden. Iiestt graaf, had Cazéres gezega, indien mijne stiefdochter, dij my toeschijnt veel sne ker en behendiger te zijn dan ik het verst geloofde, er nogmaals in gelukken zou te ontsnappen, geloof wel dat gy onvermijdelijk zoudt verloren zijn. Ja. ja, ik begrijp het, wedervoer de graaf, een groot glas kummel ledigend, maar het is mij niet mogelijk te leven met die voort durende bedreiging hoven het hoofd. Dat is ondragelijk. Ik heb alles, wat men wenschen kan om gelukkig te zijn, en myn leven is vergiftigd. Baron Andréa Cazéres schudde het hoofd. Ik zoek een middel, zeide hij. maar ik vind het niet. Het gelaat van Wladimir nam een som bere uitdrukking aan. Zou ik niet beter doen. gromde hy. de hulp van dien booswicht van, een Titus Tarnoski in te roepen? Cazéres schrikte op. O neen, neen. Dat zou al te erg, al te gevaarlijk zijn, geloof my. Zorg er liever voor dat de gravin zachtjes aan voortleve. Indien zij schielijk stierf zou men haar lijk willen zien en naturlijk zou men er vergift in ontdekken. In onze dagen, dank zij den vooruitgang der wetenschap, ontdekt men alles. Dus ik moet zoo voortleven, riep Wla dimir. Voor de duidelijkheid van ons verhaal moe ten wij nu terugkeeren tot het oogenblik waarop de rentmeester Ruriclc graaf Wla dimir alleen aan den oever van den vijver achterliet, terwyl hy zijn bevelen ging ge ven om de laatste ijzeren traliën te plaat sen. Wladimir was geheel onthutst door de twee hevige uitvallen van zijn rentmeester. Rürick had lieni aan zulke taal niet ge woon gemaakt. Zijn wandelstok, een stok van groote waarde, nog versierd met een prachtige lazuursteen en waarin een dikke gouden bies* gewerkt was, lag daar, gebroken. Instinktmatig haalde liij een mes uit zijn zak en zocht een stok af te snijden. Hij liad de gewoonte iets in de hand te houden. Een wilgstruik verschafte hem een zweep die buigzaam en sterk was, en hij beproefde ze op het riet. waarvan hij een menigte twygen afsloeg. Terugkeerend tot een der gedachten die zyn geest bezighielden, zeide hij l>y zicli- zelven. terwyl hij strak naar het venster van Mea keek. Zij is verrukkelijk. Nooit heb ik haar zoozeer bewonderd als vandaag. Wladimir Paloutine. sprak een schor- pe stem dicht bij hem. Rurick, dié noch tans een leelyke man is, heeft u een goe den raad gegeven en ik voeg er den mijne bij ..Bemoei u nooit met Mea. nocll, in het goede, noch in het kwade.... Wladimir was verschrikt achteruit ge deinsd, ten prooi aan een bygeloovige vrees. Doch hy herstelde zich aanstonds weer. beschaamd om zyn vreesachtigheid, toen hy Marina Altanoff zag opryzen uit de riet- struiken. waarin zy verscholen was. Wat doet gy daar, oude heks? En hoe lang waart gy daar verborgen? Marina Altanoff richtte zich heel en al op en keek den graaf met hare kleine, door dringende oogen aan. Sinds lang, Hoogheid, sinds lang. En ik heb vele dingen gehoord. De woede van Wladimir kende geen gren zen meer. Wel toch, groote heer, sprak de oude vrouw, met haren spottenden glimlach. Wel toch. gy weet wel, dat de oude Marina u nooit kwaad gedaan heeft... Kwaad? Oude wolvin. Heks. Wolvin. Die scheldnamen waren niet in staat de oude vrouw te kwetsen. Integendeel, zy glimlachte. Eene wolvin, dat is een gevaariyk dier. En zy was er fier op als een gevaariyk schepsel l>eschouwd te worden. Zy hernam, immer den graaf aanstarend Neen. nooit hoeft Marina Altanoff Wla dimir Paloutine kwaad gedaan. O, gy moest dat heter weten dan iemand. Want de oude Marina bemint u, Wladimir Paloutine. zy bemint u, meer dan gy het zoudt kunnen gelooven, dan gy het ooit zult. kunnen ver onderstellen. Wel, riep de graaf minachtend, wat kan uwe liefde of uw haat my verschillen, oude rif. frat kan ik van u te hopen of te vree zen hebben? Gij leeft op mijne kosten. Gij zoudt u zeer gelukkig moeten achten. En gy durft het wagen mij af te spieden? Het gerimpelde gelaat van de oude vrouw verlevendigde nog en nam eene uitdrukking aan van uiterste opgewondenheid, doch zy scheen zich nog geweld aan te doen om wat kalm te blijven en liet zich vooreerst enkel een hitter „hm"' pntvallen. Ja. hm, hm, herhaalde zij aanstonds. Wist ntcocöpuv de voortzetting van een "Christe lijk bewind, ten nauwste was be trokken. Juist daarom gaven de Vrijzinnig-democraten aan het amen dement hun stem, Mr. Marchant zei het met schier dezelfde woorden. Waar schijnlijk handelen de Liberalen even zoo, al lieten zij elke verklaring achter wege. Maar ook juist daarom hadden de Christel ij k-Historischen liet moeten laten. Dat zij dit niet deden is hun groote fout. In plaats van even kloek als de Anti-Revoliltionairen aan de anti-Katholieke schetteraars het hoofd te bieden, zijn zij er voor op de vlucht geslagen. Zij wisten, dat de samenwer king tusschen de drie rechtsche groe pen op het spel stond, zij wisten, dat het bij velen in de Kamer niet tegen het gezantschap ging, maar tegen de coa litie. Dit alles weerhield hen niet om de vruchtbare samenwerking van vele ja ren te offeren aan de anti-papistische eischen van enkele hunner volgelingen. Wat nu, zoo vraagt men. Hierop te antwoorden is allereerst de taak van de groepen, die achter de banier van den heer Kersten zijn op getrokken. Zij deden het amendement- Kersten aannemen en de Kabinetscrisis ontstaan. Aan hen is het woord. Hoezeer wij ook verhopen, dat 's lands bestuur, waarbij tal van gewich tige vraagstukken hun oplossing wach ten, spoedig op regelmatige wijze worde hervat, voorshands is afwach ten de taak der Katholieken. Dr. L. Deckers. gy maar to wie gy spraakt. Gy zoudt eeii anderen toon aanslaan en andere voorzor gen nemen, dat is eker. Maar neen. het is beter dat ik zwyg. Het is reeds zoo lang dat ik zwyg. Wladimir luisterde niet naar haar. Ten prooi aan een dolle gramschap, bekommer de hy zich niet om hetgeen die onde hout- raapster hem kon te zeggen hebben. Oude wolvin, riep hy haar toe, den wilgen tak zwaaiend, gy zult weten dat ik geen raad noodig hel), minder nog van u dan van an deren, en vooral dat Ik1 niet wil bespied worcTen. Het stilzwijgen, dat op deze dreigende Woorden volgde, nam hy voor een teeken van vrees. Hy voegde er daarom nog by Acht u gelukkig, dat ik u het leven laat. Met een enkelen voetstamp stort ik u mid den in den vyver. Om er den wandelstok te gaan zoeken, u door Rurick uit de handen gerukt, riep de oude vrouw met een grynslach. Het zy zoo. Om den wandelstok te zoeken, gelyk gy zegt. Het oude rimpelige gelaat van Marina Al tanoff ontstelde vreeselyk en hare gebogen Het. oude rimpelige gelaat van Marina Al en beendiger nog te worden. Ja, ja, riep zy. bedreig my, Wladimir Paloutine, maar wacht u wel uwe bedreigin gen uit te voeren. Ha, gy weet, het niet, neen, gy weet niet wie gy bedreigt. Het wa re dan ook beter voor u te zwygen en naar mij te luisteren. Anders, onthoud wel. wat ik u zeg. er zal u een ongeluk gebeuren. Daar de razerny den graaf belette te ant woorden. kon Marina vervolgen Ja. gy moet naar my luisteren. Houd uw stok stil. Wladimir. Laat. uw bloed niet zoozeer uw gelaat rood kleuren. Het is een geluk zeg ik u, dat ik my daar bevonden heb. Ik heb alles gehoord. En zie daar, Wladimir, waarom ik u. na Rurick herhaal: Gy zjjt nu ryic; gy zyr verzot op goeden wyn, op hrandewyn en op andere sterke dranken en die u de geestesbedwel- ming geven welke gy er in zoekt. Welnu, ge loof de oude Marina en bepaal daarhy uwe verlangens. Doe my dan toch het genoegen u met uwe zaken te bemoeien, oude rif. oude dievegge, onde drinkster, riep de graaf. En al de grofste verwjytingen. scheldna men en beleedigingen, welke hij bedenken kon. ontsnapten aan zjjne lippen. Aan die woorden stoorde de oude vrouw zich echter niet, zy schudde het hoofd en vergenoegde zich met te antwoorden Boosaardige Wladimir. Waarlyk. gy zyt een slecht, ganscli verdorven man. Zwyg, oude zottin. En ga uw weg. En pas op, want de eerste maal dat het u nog gebeuren zal, my te bespieden, zal Ik u door mijne doghonden laten verscheuren, wees er zeker van. Marina Altanoff scheen die herhaalde be dreigingen niet te vreezen. Uwe honden, uwe honden, herhaalde zy. haar hoofd schuddend. Zy hebben reeds genoeg te doen met den schoonen vogel te bewaken die gy in uwe kooi houden wilt.. Dat is nog een ongeluk dat gy hebt, Wla dimir Paloutine. Gy zoudt veel heter doen. met de vryheid weer te geven aan dien schoonen vogel, indien gy er niet meer van houdt. Wel, wilt gy haast zwygen. oude heks. Wilt gy u uit de voeten maken. Wilt gy my met rust laten. Marina Altanoff grynslach te en hernam met haar scherpe Rtern. Ik moet u spreken, Wladimir Paloutine, en gy moet naar my luisteren. Gy zult mij wel dit recht laten wedervaren, dat de oude Marina u niet dlkwyis lastig valt. Maar aan gezien ik u hier heb. moeten myne woorden uwe ooren treffen, want ik heb u veel te zeggen. Wladimir, ten prooi aan eene aangroeien de woede, deed alsof hy naar het kasteel wilde terugkeeren, maar de oude vrouw ver sperde hem onbevreesd den weg en snauwde hem toe: Ik zeg u dat gy my aanhooren zult, Wladimir Paloutine. Ik hen even eigenzinnig als gy. geloof het wel. En gy zoudt dat be- grypen indien gy vele dingen wist. Zyn geest, eenigszins helderder geworden, scheen by de laatste woorden van Marina Altanoff te ontwaken en door zekere nieuws gierigheid bevangen te worden. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1925 | | pagina 1