Jkj
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
feüIlêTon
Hel martelaarschap eener
jonge vrniw.
MtóröB
JÜSllli!
1
NUMMER 3
ZATERDAG 9 JANUARI 1926
49e JAARGANG.
UITGA VI:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. S8. Tele*r.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD
GEMEENTERAAD.
HAARSTEEG.
Openbare vergadering van den Raad
dezer gemeente op Dinsdag 29 Dec.
des avonds ten 6 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Van Bok
hoven.
Ongeveer kwart over zeven uur opent
de Voorzitter de vergaderingaanwezig
zijn alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing ongewijzigd
goedgekeurd en vastgesteld.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken.
a. Proces verbaai van kasopneming-
Uit het onderzoek is gebleken dat de
boeken ordelijk en regelmatig zijn
bijgehouden.
b. Schrijven van Ged. Staten, hou
dende de goedkeuring van h^t raads
besluit tot converteering van een
geldleening groot f 18210
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
c. Verzoek van L v. d. Heijden
om ontheffing van schoolgeld.
Dobbelsteen. Die vaststelling van het
schoolgeld is geschied naar de be
lasting die men betaald heeft in een
voorafgaand jaar.
Voorzitter. Ja, dat kan niet anders,
omdat wij niet eerder de beschikking
over de cijfers hadden. Hij is in die'
klasse voor het schoolgeld aangeslaan
waarin hij voor den Hoofd. Omslag is
aangeslaan.
Geeft men den een ontheffing dan
komt de ander ook. Daar heeft men
wel ter dege rekening mee te houden
Dobbelsteen. Ik zou ze allemaal over
een en dezelfde kam scheeren.
Van Vrede. Is hij niet bij machte
om te betalen of onwillig.
Voorzitter. Dat moet ieder voor z'n
eigen weten
c. Brief van Ged. Staten, inzake
overneming beheer en onderhoud kunst
weg Vlijmen Herpt
Voorzitter. De heeren hebben een
afschrift van dit schrijven ontvangen
en daaruit zullen ze hebben gezien dat
het verschil f 50000 is geworden, zoodat
ik durf vermoeden dat het wel niet
noodig zal zijn om het schrijven voor
te lezen.
In een vorige vergadering was be
sloten f 25 000 te geven.
Dobbelsteen. Het is zeer eigenaardig
van Ged. Staten nu in eens f 75.000
te vragen. In hun eerste schrijven
kwamen ze met een voorstel van
f 25,000 als we daarop ingegaan wa
ren, dan waren we heel wat voordee-
liger uitgeweest.
Van Engelen. Dan hadden wij den
weg toch ook eerst nog in orde moeten
maken.
Voorzitter Nu is het zoo maar zonder
eerst in orde te maken en dan vragen
ze f 75,000.
Van Engelen. Als Ged. Staten nu
billijk waren, was het iet^anders, maar
nu kan er niets van komen.
Van Hamert. Als wij den weg zelf
houden, mógen wij dan geen tolgeld
heffen.
Van den Brand. Ik zou niets meer
aan dien weg doen. Laten ze er dan
maar overheen rijden.
Van Engelen. Voor een gedeelte
wordt niet eens subsidie gegeven.
Voorzitter. Ja, dat is dit gedeelte.
Dobbelsteen. Een tegen bod doen
zal zeker ook niet veel uithalen,
Voorzitter. Neen.
Van Engelen. Het beste zal zijn dat
wij gewoon met het onderhoud zooals
we dat tot op heden hebben gedaan,
voortgaan.
Van Vrede. Ik kan de houding van
Ged. Staten niet goed begrijpen. Die
subsidie die ze nu geven is toch vast
gesteld vroeger jaren, toen er bijna
geen vervoer over die wegen was en
het onderhoud niet zoo duur. Nu rijden
de autobussen alles kapot. Ze hebben
nu meer in acht dagen te lijden dan
vroeger in een geheel jaar. Daar mag
waarachtig toch wel rekening mee
worden gehouden. Ze heffen toch zelf
het geld.
Dobbelsteen. Ik zou dat deel afsluiten,
waarvoor geen subsidie wordt gekre
gen, dan moeten de bussen en zware
tegen heeschheid.
115)
DERDE DEEL.
vrachtwagens vanzelf een andere weg
nemen.
Voorzitter. Dat kan men niet doen.
Dobbelsteen. Dan toch zeker tolgeld
gaan heffen.
Van Vrede, 't Is me 'n mooie be
weging Ged. Staten s^ken de centen
zelf in d'r eigen zak en ons zouden
ze den weg willen laten onderhouden
Van Engelen. Als men tolgeld wil
gaan heffen, dan moet men den weg
ook eerst goed in orde maken.
Dobbelsteen. Dat staat nergens in
hei schrijven.
Winkel. Men kan moeilijk tolgeld
gaan heffen als de weg niet in orde is.
Dobbelsteen. Dan krijgen wij gele
genheid om den weg zoo zachtjes aan
in orde te maken.
Van Hemert. Nu is bet wel waar dat
op het oogenblik alle andere wegen
ook verbazend slecht zijn
Van den Brand. Laat een stuk uit
den weg breken, dat ze er niet meer
door kunnen komen. In den Bosch
weten ze het wel, daar gaan ze op een
anders zak zitten teeren.
Dobbelsteen. Ik zou Ged. Staten
schrijven, dat we den weg zoo goed
mogelijk zullen trachten te onderhouden
en dat we daarvoor een tol zullen gaan
heffen Laten we ze daar al vast maar
mee dreigen.
Voorzitter. Dat is het eenigste wat
we doen kunnen, al het andere zal
toch niets helpen.
Aldus wordt besloten.
Brief van Ged. Staten, houdende
aanmerkingen op de beheersverordening
G. E. B. met ontwerp besluit tot op
nieuw vaststelling beheersverordening.
Dobbelsteen. Dat betreft maar een
paar wijzigingen, waar Ged Stalen
mee accoord gaan.
Aldus wordt besloten.
Brief van den Commissaris der Ko
ningin, houdende de wenschelijkheid
om zich tegen stormschade te verze
keren
Van Vrede. Wij hebben hier niet veel
te verzekeren.
Dobbelsteen. De ramp van Borculo
zal dat alles in het leven geroepen
hebben.
"Voorzitter. Dat niet, ze bestaan al
lang en we hebben zeker al van 15
verschillende maatschappijen een aan
bieding gekregen.
Wordt voor kennisgeving aangeno
men.
Schrijven van het W. G K. afd.
Haarsteeg, houdende het verzoek om
een extra-subsidie voor de bestrijding
van de T. B. C.
Dqpr het bestuur wordt erop gewezen
dat het Rijk de subsidie heeft verlaagd
en men van de Provincie niets krijgt.
Niettegenstaande dit alles heeft het
bestuur, daartoe gedwongen, groote
kosten gemaakt, zoodat in haarfinanliön
nu een groote achterstand is gekomen
en het reservefonds is aangesproken
moeten worden. De gemeente Vlijmen
heeft reeds een subsidie van f62 50
toegekend.
Voorzitter. Het aantal leden van den
Haarsteegschen kant bedraagt 176 en
dat van Vlijmen 74 dus heeft Haarsteeg
102 leden meer. Als men alles gaat
rekenen, dan is Haarsteeg in het geven
van subsidie nog de baas
Maar nu is de kwestie, dat Vlijmen
de subsidie geeft onder voorwaarde
dat men die in Haarsteeg ook geeft.
Van Hemert. Zijn ze al niet om sub
sidie geweest.
Voorzitter. Neen, dit betreft de T.B.C.
bestrijding.
Van Hemert. Dan heeft Hedikhuijzen
en Luttelherpt er niets aan.
Voorzitter. Jawel, want juist de T.B C.
bestrijding strekt zich over de geheele
»V;
gemeente uit. Het W.G.Kr, dat is
parochieël niet de TBC. bestrijding.
Dobbelsteen. Een paar maanden
geleden hebben ze subsidie gevraagd,
waarom hebben ze toen niet ineens
daarom gevraagd. De kwestie is nu
omdat de afdeeling Vlijmen om sub
sidie daarvoor is komen vragen zijn
zij ook gekomen. Was Vlijmen niet
gekomen, dan zouden zij ook niet zijn
gekomen, een bewijs, zou ik zoo zeg
gen, dat ze het niet zoo hard noodig
hebben.
Voorzitter. Het is wel jammer, dat ze,
toen ze om de andere subsidie vroegen,
ook hier niet aangedacht hebben, want
noodig hebben ze het wel.
Dobbelsteen. Ik zal niet ontkennen,
het is een nuttige instelling.
Van Vrede. Er komen zooveel aan
vragen om subsidie, maar daar bij ons
heeft daar niemand iets aan.
Dobbelsteen. Wat zouden wij dan
moeten geven.
Voorzitter. Dat zou dan f 75.— moe
ten worden.
Van Vrede. Het is allemaal geven
en men komt zooveel te kort.
Voorzitter Het is een buitengewone
subsidie welke maar. voor eenmaal
wordt gegeven
Van Hemert, Dan stel Ik voor om
f 25 te geven.
Voorzitter. Daar heeft men niets aan.
Als wij geen ƒ75.geven, dan geeft
Vlijmen ook niets. Men moet naar ver
houding geven.
Wordt hierna met algemeene stem-
Wordt vervolgd.
Waalwübscbe en
('Ourant,
Dit blad veracity nt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
m* „DB HO HO VAN HET ZEIDEN
Pry» der Advertentiën
20 cent per regel; minimam 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat
Advertentiën moeten Woenedag en Vrijdag
des morgens om mltariyk 0 «nr ln ons bezit
■tin.
Er was nochtans kwestie van de gravin,
Renée Paloutine, van Sophie Mosser, van
.Tan Steinberg en soms ook kwam er de naam
van den prins Demetrius Livachoff in voor.
Achterover in zyn leunstoel liggend, met
de oogen half gesloten, poogde Wladimir Pa
loutine. liern te volgen.
Eindelijk, 11a talrijke gebroken woorden,
aarzolingeh en hernemingen, begreep de graaf
waarvan er kwestie was.
Die goede Elias Tarnoski was getrouwd,
en zyne echtgenoote, eene Deonsclie. strui-
sche vrouw, met bolle wangen, bad besloten
in de nabijheid van de stad Revel, een bui
tenverblijf te knopen, dat zy reeds lang in
liet zicht had.
E11 zy liad baren man naar Ny-Slott ge
zonden, 0111 uit de handen van Wladimir de
groote som die zy daartoe noodig had, te
bekomen.
't Was dus daarom ook dat Tarnoski, sta
melend en verlegen, zich beriep op de dien
sten welke liy den graaf bewezen liad en nog
bewyzen wilde en vooral wees op de groote
dienstvaardigheid welke by getoond had in
de aflevering van het getuigschrift ter ge
legenheid der begrafenis van den ouden prins
Demetrius Livachoff.
Geheel die verwarde aanhaling van ver
schillende feiten, en bet besluit waartoe zy
leidden, dat alles geleek wondergoed op eeue
poging tot afzetting, waaraan de bedreiging
nog ontbrak, maar zicli reeds duideiyk af-
teekende.
Men ziet bet. de ellendige Wladimir was
omgeven door eene bende bloedzuigers, die,
als dat nog lang zoo duren zou. hem nog
enkel de huid zouden overlaten.
Cazéres kwam de plaats binnen, waarop
dokter Elias Tarnoski scbieiyk opstond.
Het onderhoud was geëindigd, by oordeel
de liet zoo en maakte zich gereed om te ver
trekken.
Wladimir weerhield hem met een gebaar.
Wel. blijf dan toch, dokter, sprak by.
Baron Cazéres is hier niet te veel. hy is de
beste en de trouwste myner vrienden.
Andréa Cazéres glimlachte licht, maar het
was niettemin duidelijk te zien dat liy zich
niet op z.yn gemak gevoelde.
Met een verleden gelijk liet zyne. was de
baron van oordeel, dat. als de politie zich in
een huis komt liemoeien, men bet niet te
haastig verlaten kan.
De aanhouding van Jan Steinberg, die liem
altyd met schrik vervuld had, de verdwyning
van Sophie Mosser. en daarby de verschijning
van graaf Paloutine voor den geducliten ge
neraal Trémof, dat alles liad hem met een
onzeggelyken angst vervuld.
Rurick. die liern daar aanstonds was ko
men halen, had hem aan pynlyke overwe
gingen ontrukt, maar bij kwam nu zoo spoe
dig mogelyk by zyn dierbaren vriend Wladi
mir. 0111 juiste inlichtingen te vernemen
over den zoo gevaarvollen toestand waarin
beiden zich bevonden.
E11 zie. hoe die hinderlyke dokter zich
daar 1111 bevond, die alle uitlegging en alle
ontboezeming moest beletten. Was dat niet
0111 razend te worden?
Wladimir bracht al spoedig beiden tot ac-
coord. Hij had beide mannen noodig; waren
zy zijne eenige ware vrienden niet en wist
bij niet op ben te mogen rekenen?
Gy. Tarnoski. zeide by. gy zult beko
men wat gy noodig hebt. Ik verbind my daar
stellig toe. Geef mij twee of drie dagen tyd.
want myn kast is juist gister tot den bodem
geledigd; maar er moeten fondsen van de
Bank binnen komen.
Cazéres was diep misnoegd.
Waarlyk, indien daar geen orde op gesteld
werd, zou er weldra fiiets meer voor hem
overblyve».
E11 toch, tegen dit besluit van Wladimir
mocht hy zich niet verzetten, want Elias
Tarnoski was een geducht medeplichtige, die
men naar de oogen moest zien.
Dus. beste dokter, hernam de graaf,
ik vraag u slechts eenige dagen. Wilt gy
dat ik u eene schrifteiyke verbintenis geve?
Elias antwoordde slechts met eenige half
verstaanbare zinsneden, waaruit Wladimir
toch verstond dat eene geteekende verbinte
nis hem zeer aangenaam z.yn zou.
De graaf naderde eene tafel, waarop bet
noodige schryfgerief zich bevond, en schreef
de verlangde bekentenis, waarin de hooge
som vermeld was welke de dokter noodig
had.
Dit gedaan zynde. wees liy den baron een
stoel aan. overhandigde bet kostbaar papier
aan Tarnoski. verzekerde ziel) dat niemand
van bet personeel aan de deuren luisterde
en. 11a zorgvuldig de zware voorhangsels
dicht gedaan te hebben die alle gerucht
moesten verdooven, ging by wederom in
zynen leunstoel plaats nemen.
't Was klaarbiykeiyk een oorlogsraad die
geopend ging worden.
In korte woorden legde de graaf eerst het
nakend gevaar uit dat hem en Cazérès be
dreigde.
Generaal Tremof heeft, my over u gespro
ken/ zegde by tot den baronby heeft my
bevolen Ny-Slott niet te verlaten, 't is te
zeggen dat ik in myn kasteel gevangen ben
en gy eveneens. E11, hy heeft my ook ge
vraagd wat er was van die geschiedenis der
opsluiting van gravin Paloutine.
E11. het hoofd buigend, voegde hy er moe
deloos by
Dat wil zeggeu dat wy reddeloos verloren
zyn.
Met een sprong stond Cazérès op en met
koortsigen stap de kleine plaats op en néér
gaande, riep hy op zenuwachtigen toon, als
een bezetene:
Verloren. Dat is te zien. Verloren. En
waarom dan? Indien er iets verdachts ge
weest is in den dood van dien armen prins
Demetrius, heb ik er geen schuld aan. Ver
loren. ik. E11 waarom? Wat lieeft men my
dan te ver wy ten?
Hier sneed Wladimir hem liet woord af.
O, zeide hij. het hoofd schuddend, wanneer
een van ons verloren is, geloof ik wel dat de
andere er niet ver van af zal zyn.
Cazérès en Tarnoski keken liem met ver-
ROOKTABAK
gOODEÏTC?
TWEOOORUS
NIEMEUf.R
baasde blikken aan.
Wel. ja, vervolgde Wladimir, dat is
klaar. Wanneer men gevangen is en aan zyn
lot wordt overgelaten door hen zelf op wie
nmn liet meest rekenen moest, dan beeft men
als men zich verloren gevoelt, hoegenaamd
geen reden meer om hen te sparen.
Deze dreigende woorden van den graaf.
die vastberaden scheen, brachten don dokter
en den baron aanstonds tot bedaren.
Zy erkenden beiden dat het onmogelyk
was zich terug te trekken en dat hun eigen
veiligheid hun gebood Wladimir niet te ver
laten.
Wat meer is, besloot deze, indien ik
aangehouden werd. beste Cazérès, dan zullen
ongetwyfeld myne goederen aangeslagen
worden, en ik zie niet in wat er u dan nog
zou overbiyven om te geneiten van de le
vensgenoegens die u eene zoo diepe vriend
schap voor mij ingeboezemd hadden. Wat u
betreft, beste dokter, de verbintenis welke
ik daar aanstonds zoo bereidwillig ten uwen
opzichte genomen hei), zou van geen tel meer
zijn.
Inderdaad, dat was klaar, de twee mede
plichtigen begrepen bet en bogen liet hoofd.
Zy warén letteriyk gebonden en gemuilband.
Dan begon Wladimir zicli nader te ver
klaren.
Gy ziet liet, sprak hij op stillen toon.
terwijl hy Andrea en Elias uitnoodigde met
hun stoel naderbij te schuiven, gy ziet het,
wat ons altyd op (te eene of andere wflze in
lr t verderf stort, dat zyn de vrouwen, 't ls
altyd zoo geweest.
Gy hebt geiyk. zuchtte baron Cazérès.
Ik heb een dubbele fout begaan, ver
volgde Wladimir, door een schepsel zonder
fortuin tot vrouw te nemen die, natuuriyk,
myn ergste vyaudin geworden is. Een tweede
fout is geweest myn geheel vertrouwen te
schenken aan Sophie Mosser, die een drei
gend gevaar voor my geworden is.
D" twee anderen wachtten, met aandacht
luisterend, zonder de oogen op te slaan.
De graaf zweeg een oogenblik, doch nam
spoedig een besluit en verklaarde:
Deze twee schepselen moeten verdwy-
neu.
Een nieuw stilzwygen, langduriger dan'het j
vorige, volgde.
Wladimir Paloutine nam liet voor een
goedkeurend teeken aan en hernam
.Ta, zoolang <lie vrouwen daar zyn zul
len om my den weg te versperren, zullen wy
geen oogenblik rust hebben.
De twee anderen spraken nog altyd niet.
Dat is verstaan, nietwaar?
Langzaam richtte baron Cazérès het hoofd
op. Ditmaal moest hy een antwoord geven.
Wat Sophie Mosser betreft, zeker, gy
hebt gelyk. sprak hy en, alles wol ingezien,
is daar niet ve°l aan gelegen.
En met een glimlach voegde de hooswicht
er l»y
Men kan haar een ongeval voorbereiden
en haren dood zal zeer natuurlyk schynen.
Dat is er een, sprak Wladimir spottend.
Ja, voegde Cazérès erby, maar myne
stiefdochter, uwe vrouw, de schoone mevr.
de gravin Renée Paloutine, dat is een andere
zaak. Hum. wy zullen ons van haar niet
zoo genuikkoiyk ontlasten als wy het zou
den willen.
En, zich naar den kant van Elias Tarnoski
keér°nd, vroeg hy hem opeens
Wat denkt gy daarvan dokter.
Tarnoski wist niet wat te denken, neen,
waarlijk, en hy aarzelde om een antwoord te
geven.
Maar Cazéres, die te vergeefs zyne vraag
herhaalde en ongeduldig werd. zegde hem
eensklaps:
Asa, dokter, gy z.yt een kluchtspeler.
Als geneesheer moet gy nochtans meer dan
wy op de hoogte zyn van zulke zaken...
Wladimir kwam zyn vriend te hulp:
Welaan, dokter, gy moet ons zeggen wat
er te doen is. Gy zyt. het die ons uit deze
moeiiykheid moet redden.
En wat moet. ik daarvoor doen, groote
God. Wilt gy my dan rechtstreeks naar Si
berië laten zenden?
Dat is ons verlangen niet en wy zullen
daar niets voor doen, wedervoer Cazéres:
maar zooals myn goede vriend en schoon
zoon liet daar aanstonds zeer goed gezegd
heeft, wy moeten op u rekenen om ons alle
drie. hy drukte op dit cyfer de onaan
gename reis naar Siberië te sparen.
Wat wilt gy doen? riep Tarnoski met
.bevende stem.