Toegewijd aan Handel,
en Gemeentebelangen.
Wyberf
Êf
i
MfSfe
as
NUMMER 15
ZATERDAQ 20 FEBRUARI 1926
49e JAARGANG.
UITGAVE;
WAALWIJKSCHE
Telefoon No. 88,
STOOMDRUKKERIJ
ANTOON TIELEN.
Telegr.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD,
KAMER VAN KOOPHANDEL EN DE
POSTKANTOREN IN DEZE STREEK.
Vergadering der Kamer van Koop
handel en Fabrieken voor de Lang
straat te Waalwijk, gehouden op 11
Februari 1926 des namiddags ten 3£
uur ten raadhuize te Waalwijk.
Tegenwoordig zijn de leden Af dee
ling Grootbedrijf: A. 1. J. Smits, G. N.
van Loon, A. de Haan, J. B. Verschu
ren en F. J. van der Reijt; Afdeeling
Kleinbedrijf: P. C. Schellekens, B. J.
Hoevenaars, M. Beerens, A. van Beek.
B. Roza, H. Rombouts en H. van Iersel.
Voorzitter B. Timmermans-Verschu-
re. Secretaris M. A. J. van Liempt.
De -Voorzitter deelt mede, dat ken
nisgeving van verhindering is ontvan
gen van de Heeren M. van Beurden, P.
van Dongen, H. Verheijeu, J. B. de
Lange en J. P. Elemans.
Aan de orde wordt gesteld punt 1
van de Agenda
Bespreking met afgevaardigden van
het Hoofdbestuur der Posterijen en Te
legrafie inzake de reorganisatie van
den Postdienst. (Rapport Nolting).
Tot deze bespreking werden uitge-
noodigd de besturen van eenige belang
hebbende gemeenten.
Het Hoofdbestuur der Posterijen en
Telegrafie is vertegenwoordigd door de
heeren L. Truffino, Inspecteur der Pos
terijen en algemeenen dienst en C. Wol-
ters, Inspecteur te 's Hertogenbosch.
De gemeente Sprang-Gapelle is verte
genwoordigd door den Burgemeester
en den Secretaris dier gemeente, de ge
meenten 's Gravenmoer, Waspik en
Geertruidenberg door de respectieve
Burgemeesters; aanwezig zijn nog de
heeren Van der Wee, van Nieuwstad
en Vesters, vertegenwoordigers der
Vereeniging Kaatsheuvels Belang en de
heer Verheijden, lid van den Gemeente
raad van Sprang-Capelle.
De Voorzitter heet de aanwezigen
welkom in het bijzonder de vertegen
woordigers van het Hoofdbestuur der
Posterijen, de afgevaardigden der be
langhebbende gemeenten en van de Ver
eeniging Kaatsheuvels Belang.
De aanleiding tot deze bespreking,
zegt hij, is gelegen in het feit, dat dooi
de Hoofddirectie der Posterijen uit
voering wordt gegeven aan plannen tot
reorganisatie van den postdienst in den
geest van het rapport der Commissie
Nolting. Dit rapport heeft in verschil
lende vergaderingen der Kamer een on
derwerp van bespreking uitgemaakt,
totdat in de vergadering van 10 Juni
1925 besloten werd de bezwaren tegen
de voorstellen, in" dat rapport opgeno
men, bij den Minister van Waterstaat
kenbaar te maken. In algemeene trek
ken bedoelde ons betoog uiting te ge
ven van onze vrees, dat het platte land
de dupe zou worden van de versobe
ring en inkrimping van den dienst en
dat daardoor handel en industrie op
het platte land, in vergelijking met de
bevolkingscentra in nog ongunstiger po
sitie zouden komen te verkeerendat de
bezuiniging niet moet gezocht worden
in inkrimping van den dienst, doch veel
eer in verlaging van de zeer hooge ta
rieven naast uitbreiding van den dienst,
alleen te verkrijgen door verlenging van
den arbeidstijd en hoogere arbeidspres
tatie van het dienstpersoneel. Hij haalt
vervolgens aan welke degradatiën
van hoofdkantoor in bijkantoor en van
hulpkantoor in station in het rapport
worden voorgesteld.
Wanneer de omzetting van postkan
toor in hulpkantoor alleen is 'n kwestie
van betiteling en vorm, doch de uit
wendige dienst van die kantoren on
voorwaardelijk gehandhaafd zou blij
ven, zooals die thans is, zoodat het pu
bliek van die verandering niets zou
merken, en de technische en adminis
tratieve kennis van den bijkantoorhou
der niet zou achterstaan bij die van
den tegenwoordigen Directeur, dan zou
den wij ons met de wijzigingen des
noods kunnen vereenigen. De omzetting
van de hulpkantoren 's Grevelduin-
Capelle en 's Gravenmoer, is echter
naar sprekers meening ontoelaatbaar.
Naar aanleiding van het adres der
Kamer is door den Minister van Wa
terstaat in overweging gegeven in deze
aangelegenheid van gedachten te wisse
len met liet Hoofdbestuur der Posterij
en. Eene bespreking zou hebben plaats
gehad in de vergadering van 12 Novem
ber j.l., doch door verhindering van de
afgevaardigden van het Hoofdbestuur
der Posterijen is de bespreking uitge
steld tot lieden. Wij hebben gemeend
goed te doen met een uitnoodiging tot
deelneming aan deze bespreking te
zenden aan de Burgemeesters der ge
meenten uit het district der Kamer, die
betrokken zijn bij de voorgestelde reor
ganisatie. opdat zij zelf de bezwaren
die voor hunne gemeente gelden tegen
de voorgestelde wijziging naar voren
kunnen brengen.
Het is niet sprekers bedoeling het
geheele rapport Nolting aan een bespre
king te onderwerpen, doch alleen die
punten, die de belangen van het district
der Kamer raken.
Hij hoopt dat de afgevaardigden van
het Hoofdbestuur zullen kunnen weg
nemen de vrees, dat het platte land de
dupe wordt van het streven naar be
zuiniging en dat voor liet. bepalen van
de beteekenis of waarde van een kan
toor piet alleen zal worden afgegaan
op den kwantitatieven omzet, omdat
naar de meening der Kamer niet de
kwantiteit, doch de kwaliteit maatge
vend behoort te zijn.
Hij verleent vervolgens het woord
aan den heer Truffino.
De heer Truffino dankt voor de gele
genheid die d£ Bedrijfsleiding van Pos
terijen en Telegrafie wordt geboden,
om in nauwer contact te komen met
handel, nijverheid en landbouw. Spre
ker heeft zijn aandacht geschonken aan
het door den Voorzitter bedoelde re
kest aan den Minister. Hij wil vooraf
een zevental punten uit dat rekest in
het kort bespreken om daarna zoo noo-
dig verdere toelichting te geven op die
punten die in het debat zullen worden
gebracht.
Tabletten,
voor zangers
1. In het adres der Kamer wordt de
vrees uitgesproken, dat alleen het plat
te land de slagen zal hebben op te van
gen. Dit is naar sprekers meening niet,
het geval. Ook de groote steden zullen
eenige flinke veeren moeten laten val
len. Het aantal bestellingen is nage
noeg overal reeds van vier terugge
bracht op drie, terwijl de bestellingen
op Zondag zijn afgeschaft. In den Haag
en Rotterdam o.a. zijn eenige bijkanto
ren opgeheven.
2. Het verwondert spreker dat in
het adres gesproken wordt over verla
ging der salarissen van de postambte
naren, omdat het juist de categorie van
deze ambtenaren is, die door het Rijks
bezoldigingsbesluit zeer sterk zijn ge
troffen. Daarenboven zijn de promotie
kansen door de beperking van het aan
tal Directeursplaatsen sterk vermin
derd, terwijl ook voor het lager perso
neel veel van de vroegere vooruitzichten
zijn weggenomen.
3. Hij geeft gaarne toe, dat inkrim
ping van den dienst moet leiden tot ver
mindering van het gebruik van den
dienst. Bij de Bedrijfsleiding is echter
geen sprake van inkrimping, doch de
reorganisatie bedoelt alleen het afsnij
den van de luxe. Het wordt zeer goed
begrepen, dat post en telegrafie het van
dén handel en de industrie moet krij
gen en het is daarom verkeerd te mee-
nen, dat de Directie de belangen van
beide takken uit het oog zou verliezen.
4. Door de Kamer is aangevoerd,
dat verlaging van de tarieven een toe
name van het gebruik tot. gevolg zal
hebben. Spreker zegt dat de feiten an
ders uitwijzen. Waar in het buitenland
de tarieven met 25% zijn verlaagd, kon
slechts een accres van 5% in 't gebruik
worden geconstateerd. Als voorbeeld
haalt hij Zweden aan, waar het tarief
met 25% is verlaagd, doch slechts een
accres van 4 k 5% werd verkregen. De
verlaging van het tarief wordt dan ook
niet gecompenseerd door een grooter
gebruik, zoodat de ontvangsten zullen
terugloopen.
5. Wanneer de Bedrijfsleiding daar
over te zeggen had, zou verlenging van
arbeidstijd en intensiever gebruik van
personeel worden toegepast om gunsti
ger finantieel resultaat te bereiken.
Spreker staat persoonlijk een langere
arbeidstijd naast hoogere bezoldiging
voor.
6. Het aanstellen van plaatselijke
krachten in los dienstverband, als een
prikkel om de arbeidsprestatie op te
voeren, zooals de Kamer aangeeft,
wordt reeds toegepast. Spreker erkent,
dat de bezoldiging van plaatselijke
krachten, in vergelijking met den plaat
selijken loonstandaard in sommige
plaatsen te hoog is. De Directie is ook
echter hier weer gebonden aan de Rijks
regeling bij het Rijksbezoldigingsbe
sluit. Hij acht die regeling niet volko
men, omdat zij niet voldoende aanpast
aan de praktijk.
7. Omzetting hoofdkantoren in bij
kantoren en hulpkantoren in stations.
De heer Truffino wijst er op dat aan
het rapport de juiste beteekenis moet
worden toegekend. Het is het rapport
van een advies-commissie en dus niet
meer dan een advies. Of het advies zal
worden opgevolgd staat nog niet vast.
Er is slechts een proef genomen met
9M M 'ATM
38 van de 400 kantoren. Voor al deze
kantoren zijn de exainen-eiscken gelijk.
Dit had tot gevolg dat ook voor klei
nere kantoren wat tractement en sten-
ding betreft door de Directeuren de
zelfde eischen werden ges leid. Ofschoon
er voor verschillende kleinere kantoren
niets te dirigeeren viel, kregen deze
toch een directeur, bezoldigd op dezelf
de basis als voor belangrijke kantoren.
Door concentratie van de comptabele
administratie en door centralisatie van
andere onderdeelen van de kantoorad
ministratie komt een gedeelte van het
werk der tot bijkantoor bestemde post
kantoren in de hoofdkantoren en om
dat het hier betreft werkzaamheden
in het bijzonder aan de Directeuren op
gedragen, kan in de bijkantoren wor
den volstaan met een kantoorhouder.
Het personeel der bijkantoren wordt
dan gevormd door loket-ambtenaren
met een hunner als chef. De proef met
de 38 kantoren heeft uitgewezen, dat
per kantoor met één man minder kan
worden volstaan. Het publiek heeft in
de meeste gevillen van de •verandering
riets gemerkt, in andere gevallen was
men zeer tevreden omdat men in plaats
van een oude kracht voor Directeur een
jongere voor kantoorhouder terug
kreeg. De dienst blijft op de bijkantoren
precies hetzelfde als toen het nog post
kantoor was, alleen is het eigenlijke ad-
ministratie-directiewerk overgebracht
naar het hoofdkantoor. Hij vergelijkt
dezen maatregel met die van de parti
culiere ondernemingen,"die in hun filia
len tocli ook geen bedrijfsdirecteur aan
stellen. De 24 bijkantoren te Amster
dam worden bezet door hetzelfde per
soneel als waaruit worden gerecruteerd
dan kantoorhouders voor de bijkanto
ren der kleinere plaatsen. Hij wijst er
op, dat het oudere personeel, waaruit
ook Directeuren werden benoemd, wat
ontwikkeling betreft, in het algemeen
niet hooger zijn te stellen dan die van
de Chefs der bijkantoren.
Wat de omzetting van hulpkantoren
in poststations betreft, deelt spreker
mede, dat thans reeds ongeveer 300
hulpkantoren in stations zijn omgezet
en dat zoo goed als geen klachten zijn
ingekomen. Het aantal openstellings
uren, voor hulpkantoren doorgaans be
dragende van 5G uur per dag wordt
bij de omzetting teruggebracht tot 2 k
3 uren per dag. Een station is een post-
inrichting waar men alleen postzaken
brengt. Al wat men zou kunnen afha
len, wordt voor de stations door de be
stellers bezorgd, zooals aangeteckende
brieven, postwissels e.d. Vroeger be
stond deze regeling reeds voor de bui
tenwijken, thans wordt zij ook toege
past tot de kom der plaats. Hij haalt
hierbij aan, dat reeds vaak om deze uit
breiding van den besteldienst is ge
vraagd. Op deze wijze kan dé openstel-
lingstijd van het station feitelijk wor
den verminderd met den tijd die be
schikbaar zou moeten zijn voor het af
halen van postzaken. Toegegeven moet
worden, (lat de stations het bezwaar
aankleeft,dat zij enkele postzaken niet
behandelen, zooals premiebetaling voor
de Rijksverzekeringsbank, in ontvangst
nemen van brieven met aangegeven
waarde, doch het ligt in de bedoeling
eenige uitbreiding aan de administratie
van de stations te geven, waardoor dit
bezwaar zal kunnen worden ondervan
gen. In plaats van een vaste bezoldiging
worden de stationhouders voor de be
diening van telegraaf, en telefoon per
stuk betaald. Hun belang brengt dus
mede, de gelegenheid voor telefoneeren
en telegrafeeren zoo ruim mogelijk te
stellen. De practijk heeft ook hier ge
leerd, dat, terwijl de hulpkantoren vroe
ger slechts 5 a 6 uren voor telefoon en
telegraaf geopend waren, thans voor
dezelfde kosten practisch een openstel -
lingstijd is verkregen van 8 k 9 uur.
De Heer de Haan zegt dat het zeer
moeilijk is in discussie te treden, omdat
de vertegenwoordigers der postadmini
stratie beslagen ten ijs komen en be
schikken over allerlei technische gege
vens. terwijl de overige aanwezigen
slechts leeken zijn. Hij wijst op de
groote afwijking in bezoldiging van het
lager dienstpersoneel, vergeleken met
den plaatselijken loonstandaard. In
verschillende plaatsen zal een besteller,
wanneer zijn dienst bij de post eindigt,
slechts de helft van het vroegere loon
kunnen genieten, omdat de plaatselijke
loonstandaard niet hooger is. Hij meent
dat de opleiding van een besteller niet
te vergelijken is met die van een ge
schoold arbeider in de industrie. Spre
ker heeft niet alleen op het oog het be-
stellerspersoneel, doch ook het overige,
dat plaatselijk wordt gevonden.
Spreker wijst op de belangrijk lagere
tarieven in het buitenland en dan heeft
hij in de eerste plaats op het oog Enge
land, dat voor het binnenland zijn 5 ets.
tarief heeft, terwijl hier het dubbele
wordt berekend. Het indexcijfer be
draagt voor ons land 161, wanneer het
posttarief op basis hiervan wordt be
rekend, zou een briefkaart nog geen 5
cent mogen kosten, de post gaat er ech
ter ver boven uit. Ook in Zweden zijn
de tarieven lager. Engeland produceert
zeer duur en niettemin heeft het lagere
posttarieven. Spreker meent dat men
met de reorganisatie den verkeerden
kant uitgaat. Men doet liet voorkomen
alsof de veranderingen geen terugstel
lingen zijn, omdat het publiek voor de
verandering gewonnen moet worden,
spreker is er echter van overtuigd, dat
het publiek er later anders over zal
gaan denken. Hij wijst op het gevaar,
dat bij de benoeming van kantoorhou
ders van dezelfde stendiug als de kan
toorbedienden het respect voor den lei
der en de discipline daaronder ernstig
zal lijden. Hij haalt een geval aan uit
eigen ervaring, waaruit naar zijn mee
ning het door hem gesignaleerde kwaad
duidelijk reeds gebleken is. Hij wijst op
het gevaar, dat bij handhaving van de
hooge tarieven niet denkbeeldig is, en
door de omzetting in stations in de
hand wordt gewerkt, dat brieven en
pakketten met autobussen worden mee
gegeven en door particuliere bestellers
worden bezorgd, op deze wijze zal men
steeds verder afglijden.
Spreker meent te weten, dat van de
postbegrooting ad 92.000.000 ongeveer
80 wordt uitgegeven aan salarissen.
Naar sprekers meening ligt het dan ook
voor de hand dat de besparing op de
allereerste plaats op personeelsuitgaven
moet worden gevonden.
De Heer Truffino, den vorigen spre
ker beantwoordende, zegt dat de Be
drijfsleiding van Posterijen en Telegra
fie geen medezeggingschap heeft ten
aanzien van de bezoldigingen, zij kan
slechts advies geven, wat ook is gedaan.
Sprekers persoonlijke overtuiging is 't,
dat de bestellerssalarissen in de groote
plaatsen eer te laag dan te hoog zijn,
hij zou het toejuichen, wanneer men ze
wat harder liet werken, doch dan ook
beter beloonde.
Wat de posttarieven in Engeland be
treft, wijst spreker er op, dat de dienst
op het platteland daar veel ongunstiger
is dan hier; terwijl hier aan elk nog
zoo afgelegen huis of boerenwoning da
gelijks wordt besteld, gebeurt dat iu
Engeland zelfs voor aglomeraties van
verspreide woningen vaak slechts 2 it 3
maal per week.
Spreker geeft vervolgens eenige cij
fers uit een statistisch overzicht, waar
mede hij aantoont, dat het' percentage
brieven in de poststukken van de En-
gelsche post relatief veel grooter is dan
van de Nederlandsche, waar het aantal
drukwerken per post verzonden, be
langrijk hooger is dan in Engeland.
Ten aanzien van het Zweedsche tarief
zegt hij dat dit gelijk of hooger is dan
het Nederlandsche. De Heer de Haan
interrumpeert, dat Zweden in opper
vlakte tweemaal zoo groot is als Ne
derland en slechts 4/5 van de Neder
landsche bevolking heeft, zoodat rela
tief het posttarief daar lager is dan
hier.
De heer Truffino geeft nog eenige
statistiekcijfers, o.m. ook omtrent den
kostprijs per poststuk in de verschil
lende landen, waaruit blijkt dat de
kostprijs voor ons land 4 5 cent per
stuk bedraagt en dat die in Engeland
en Zwitserland hooger is.
In zijn repliek dringt de heer De
Haan er op aan, dat door het Hoofd
bestuur ten aanzien van arbeidstijd en
regeling van andere arbeidsvoorwaar
den, aan de Regeering zal worden te
kennen gegeven, dat het noodzakelijk
is dat deze haar standpunt ten aanzien
van die voorwaarden herziet.
De heer Truffino zegt dat de heer De
Haan uit het feit dat hij geen kennis
draagt van dergelijke stappen door het
Hoofdbestuur niet mag concludeeren,
dat zij inderdaad niet zijn gedaan. Hij
meent dat hij, waar het hier betreft een
zaak van intern beleid, daarop niet ver
der kan ingaan.
De Voorzitter zegt dat naar zijn
oordeel de heer Truffino er niet in ge
slaagd is de vrees, dat het platteland
in hoofdzaak de slagen zal hebben op
te vangen, geheel weg te nemen. Hij
blijft overtuigd, dat de overwogen in
krimping en degradatie op den duur
niet anders dan uadeelen voor het pu
bliek kan meebrengen. Moge degradatie
voor het eene kantoor al te verdedigen
zijn, voor een ander kantoor van dezelf
de grootte is dat wellicht niet. Spreker
is beducht dat men hierin te theoretisch
te werk zal gaan en in hoofdzaak in
1 aanmerking zal nemen een zeker aantal
punten. Naar sprekers oordeel zal
meer waarde moeten worden gehecht
aan de waarde 'van de poststukken
dan aan het aantal, eveneens acht hij
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Langstraalscbe Courant.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden etokken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der AdvertentUn
20 cent per regel; mintmnm i.fi©.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat
Advertentiën moeten Woensdag en Vrjjdag
des morgens om «lterlfk 0 aar la ons beslt
s*n.
wTahlptfpn,
nooKi.itm
ROODC HER
THEOOOQUl
NIEMÜJCP