Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen»
jonge vrouw.
ii
èïliföi
FEUILETON
NUMMER 16
WOENSDAG 24 FEBRUARI 1926
49e JAARGANG.
UITGAVE s
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 88. Telegr,-Adres: ECHO.
DIT NUMMEB BESTAAT UIT
TWEE BLADEN,
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
MADE.
Openbare vergadering van den Raad
op Zaterdag 20 Februari des voormid
dags ten 9 uur.
Voorzitter EdelAchtb. heer A. v. Gils
Ongeveer 9.10 uur opent de Voor
zitter de vergadering; afwezig de
heeren Stijnis en Norbart,
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing onveranderd
goedgekeurd en vastgesteld.
Voorzitter. In de eerste zitting van
1926 wensch ik de leden alsmede
hunne gezinnen een Zalig jaar toe en
hoop dat Gods beste zegen óp hun
arbeid zal rusten. Ik hoop dat de heer
Stijnis, die al geruimen tijd ongesteld
is, spoedig hersteld zal zijn en dan
weer aan zijn arbeid zal kunnen gaan.
Ter gelegenheid ven het Zilveren
Huwelijksfeest van H. M de Koningin
en Prins Hendrik heb ik namens alle
ingezetenen een telegram van geluk-
wensch verzonden waarop wij een
schrijven, waarin oprechten dank wordt
betuigd, hebben mogen ontvangen.
Van der Veeken. Namens de Raads
leden dank ik U voor Uwe beste wen-
schen en hoop dat U en Uwe geachte
familie hetzelfde ten deel zal vallen
als U ons hebt toegewenscht alsook
dat het U gegeven zal mogen zijn om
nog lange jaren aan den groei en
bloei van de gemeente werkzaam te
zijn.
Aan de orde
1. Ingekomen stukken,
a. Procesverbaal van kasopname.
De ontvangsten hebben f 97274.79'/2
bedragen en de ontvangsten f82105.421 2
zoodat e n bedrag in kas moest zijn
van f 15169.37.
Voorzitter. Naar aanleiding van de
besprekingen in een vorige vergade
ring gehouden, heb ik een onderhoud
gehad met de Directie van de Kunst
zijdefabriek te Breda, maar de resul
taten daarvan zijn voor de gemeente
weinig bemoedigend. De fabricage is
geheel op centralisatie ingericht en men
denkt er niet aan om daarvan voor-
127)
Ioopig af te gaan. Mocht echter daarin
ooit een wijziging worden gebracht,
dan zal de directie aan Made denken
en dan eens een bezoek brengen om
te zien en te overwegen of hier ge
bouwd zal kunnen worden.
Zooals de heeren dus zien is de
kans daarop voorloopig nog zeer ge
ring.
2. Wijziging politie-verordening.
Voorzitter. De politieverordening
dateert van 11 Februari 1911 en is dus
wat verouderd. Wel zijn daarin voort
durend wijzigingen aangebracht,
zelfs zooveel dat het moeilijk is om er
soms uit wijs te worden. Ook van de
zijde der justitie is gevraagd om de
politie verordening te herzien. De ver
ordening moet in overeenstemming
gebracht worden met het Wetboek
van Strafrecht. Als we de geheele ver
ordening moeten gaan voorlezen, dan
zitten we van avond hier nog.
Van der Sluis. Lees dan die artike
len voor die gewijzigd zijn.
Segeren. Wat heeft men aan zoo'n
verordening als de hand daaraan niet
wordt gehouden. Met het rookverbod
van kinderen betwijfel ik ten minste
sterk of daar de hand wel aan wordt
gehouden.
Voorzitter. Daarover is een adres
ingekomen. Wil daar straks dan even
op terugkomen.
De woonwagens moeten voortaan
achter het Raadhuis plaats nemen. Ik
kan geen enkele andere plaatsvinden
Segeren Azn, Is het daar niet wat
lastig.
Van der Veeken 't Is maar dat ge
een plaats moet hebben voor die door
trekkende wagens. En dan, er komen
er nooit geen 20 tegelijk.
Van der Reijdt. Als ze het zoo
moeilijk vinden, dat ze dan maar door
rijden.
Voorzitter. Zoo zijn het allemaal van
die wijzigingen De heeren kunnen
de verordening zeker wel goedkeuren.
Van Beek. Ze ligt zeker voor de leden
op de secretarie nog ter inzage.
Voorzitter. Zeker.
3 Vaststelling voorschot aan de bij
zondere scholen.
Voorzittei. Dat is dit jaar ongeveer
vast te stellen op f 5 08 per leerling.
De R.K Jongensschool zal dan f 1430
en de meisjesschool f 1377.70 krijgen.
4. Wijziging begrooting dienst 1925.
Conform het voorstel van Burg. en
Weth. wordt besloten.
5. Voorstel tot intrekking van de
bouwterrein-belasting.
Voorzitter. Burg, en Weth hebben
nog eens een grondig onderzoek in
gesteld. Aan het eerste doel waarvoor
deze verordening in het leven is ge-
roepèn n.I. het bevorderen van het
bouwen van huizen in de kom der
gemeente, heeft ze wel beantwoord,
maar aan het tweede doel, dat ook
een hoofdzaak was, n.I. verkrijging van
belasting, daaraan heeft de verordening
niet voldaan althans zeker in de laatste
jaren niet meer. Op het oogenblik
brengt deze belasting nog geen hon
derd gulden meer op. En waar deze
belasting nooit erg populair is geweest
stellen Burg. en Weth. voor deze in
te trekken.
Van der Sluis. Gezien de critiek die
daar steeds op uitgeoefend is en ge
zien de opbrengst toch van geen be-
teekenis is, is 't het beste die kwestie
maar van de baan te schuiven.
Van Beek. De menschen die de be
lasting betaald hebben, krijgen die d'r
centen terug, is het niet van terug
werkende kracht?
Voorzitter. Dat zal niet gaan.
Met algemeene stemmen wordt
hierna het voorstel van Burg. en Weth.
aangenomen.
6. Bespreking Credietverleening voor
een te maken waterlossing.
Voorzitter. Over het algemeen geno
men is de waterlossing hier in de ge
meente best te noemen. Behalve in de 10
Gemeten daar is ze niet goed. Men heeft
daar twee groote waterloopen die bij
elkaar komen. Bij de boterfabriek
heeft men steeds last van het water.
Of dit nu aan de fabriek moet worden
toegeschreven of aan den grondslag,
weet ik uiet, maar zeer waarschijnlijk
is 't wel aan het laatste toe te schrijven.
Burg. en Weth. hebben de zaak van
alle kanten eens bekeken.
In de Wilhelminastraat komen die
waterloopen bij elkaar en als nu ter
hoogte van Ansems een rioleering
wordt aangelegd ongeveer ter lengte
van 120 M. dan kan al het water, ook
dat daar bij Gebr Nuijten en Segeren
worden afgevoerd. Ook het water van
de Dreef kan dan den polder worden
ingevoerddat kan zoo gemakkelijk
omdat daar een verval van 60 c M.
is. De kosten zijn geraamd op f 450.
Diepstraten. Door wie is dat nage
gaan.
Voorzitter. Door Roovers.
Diepstraten. Ik ben met van Beek
eens bij de boterfabriek wezen kijken
en heb daar van die putten de deksels
eens afgehaald en we kwamen toen tot
de overtuiging dat daar niets dan
modder in zat. Als die putten op tijd
schoongemaakt worden, dan zou men
dien last van het water daar niet hebben,
maar nu wordt er nooit iels aan ge
daan.
Voorzitter. Dat hebben ook wij ge
zien. Maar het is moeilijk om daar
steeds controle op te houden.
Diepstraten. Als de Raad of Burg.
en Weti. bepalen hoe dikwijls die
putten gereinigd moeten worden, dan
is de controle daarop niet zoo moeilijk.
Bovendien zijn de buizen daar te klein
ook.
Voorzitler. Het is zeer waarschijnlijk
dat men, al worden die putjes nog
zoo goed op tijd schoongehouden last
van water zal houden.
Diepstraten. Ik betwijfel het ten
sterkste of de boel daar wel goed ge
legd is.
Segeren. Zoo oud als ik ben, laat ik
zeggen 40 jaar lang heb ik het nooit
anders gezien. Steeds heeft men daar
veel last van het water gehad, ook
toen er nog geen boterfabriek was.
De voornaamste aflossing is over het
land van Segeren.
Voorzitter. Van de Gebr. Nuijten
heeft men daar veel last van het water,
ook die andere huizen ondervinden er
den last van.
Van der Reijdt. Al dat water dat
van de Dreef komt, moet nu de boter
fabriek passeeren, daarom zijn wij tot
het Idee gekomen om het links van
den Schansweg te houden, dat zal de
eenigste goede oplossing zijn. vooral
omdat men zoo spoedig een zoo groot
verval krijgt.
Van der Sluis De bedoeling is dus
om Made van het water te verlossen
en Drimmelen er onder te krijgen.
Betalen ze daar wel voor.
Segeren Azn. De polder mag het
water niet keeren.
Van der Veeken. Meermalen is ge
vraagd hoe groot de Emalia-polder is
en dan is er steeds gezegd van 1800
H.A. maar in werkelijkheid is de polder
slechts 1500 H.A. groot. Dat werd
gedaan omdat Made het water geheel
om brengt.
Van der Sluis. Ja, ja, het gevolg zal
toch maar zijn dat wij daar veel last
van het water zullen gaan krijgen.
Segeren Azn. Dat is voor het laatste
jaar, want ze zullen gaan malen dat
het een lieve lust is.
Van der Reijdt. Ja, men heeft een
actief polderbestuur gekregen.
Vroeger is ook eens een plan ge
maakt om de wateraflossing te regelen,
maar dat was toen fe duur.
Van der Veeken. Dat was het plan
Blijlevens. Dat is al oud.
Van Beek. 120 M. is dat dan gere
kend van Smits naar P. Loosen.
Voorzitter. Neen.
Van der Veeken. Bij dat groote ver
val kan dat.
Van Beek. Dat kan, maar is daar
nog niets onder den weg.
Van der Veeken. Dat is wel geweest,
maar' ik heb ooit zelf gezien dat die
menschen daar het dicht gemaakt
hebben.
Van der Sluis Men heeft nu overal
last van het water gehad.
Diepstraten. Daar is veel water ge
vallen en er is een overstrooming ge-
weest, maar dat is allemaal buiten
onzen wil om. Daar moet die boel
WAalwpsclic ea Liigstriilsrkr Courant,
Dit blad verachfjnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ena.
*- franco te zenden aan den Uitgever.
Prfl* der Advertentlön
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclame* 40 cent per regel.
By contract flink rabat
Advertentlën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om miterlfk 0 aar in ons bezit
ayn.
«a* „DB BOSO VAN EBT ZÜIDBN'
- En met eene bittere wanhoop zegt hij bij
ziclizelven, dat op dit uur Anastia Revel al
reeds moet verlaten hebben, dat het hem niet
meer mogelijk is haar te bereiken.
Een lichtstraal. Hij moest Rurick Hertzen
zoeken Hij kende de teederlieid die den va
der aan zijne dochter hechtte.
Hij keerde zich op zijne stappen terug.
De rentmeester lag op eene rustbank in
een diepen slaap.
Eerst schrikte Rurick Hertzen op.
O, zijt gij het, dokter, riep hij. Ik sliep
zoo goed.
Ik heb u iets zeer belangrijks mede te
deelen, iets zeer belangrijks voor u, Rurick.
Er is niets belangrijks voor mij als ik
gedronken heb, dan slaap ik.
Hij wierp een boosaardigen blik naar Elias
Tarnoski.
Sinds de laatste dagen was er eene verkoe
ling tussclien hen. Rurick was verstoord op
allen die omgingen met zyn heer en meester,
tegen wien hij een haat had opgevat, die
slechts op eene gelegenheid wachtte om los
te barsten.
Dien haat was ontstaan op het oogenblik
dat er tussclien den rentmeester en Wladimir
de laatste maal sprake was geweest over
Mea, die Rurick, zooals men weet, boven
alles beminde.
De woorden en de blikken van den graaf
hadden hem verwittigd dat zijne dochter zich
op Ny-Slott niet meer veilig bevond.
Méa, dat was zijn leven, zijn alles. 'tWas
voor haar dat hij er in toegestemd had den
medeplichtige van graaf Paloutine te wor-
den; voor haar dat liy geplunderd en gesto
len had, dat hij de ongelukkige werklieden
en pachters van Ny-Slott uitbuitte.
Mea zal ryk zijn. Mea zal gelukkig zijn.
En om haar ryk en gelukkig te maken
had hy onrechtvaardigheden op onrechtvaar
digheden en euveldaden gestapeld.
Woedend aldus uit zyn slaap gehaald te
zijn, ten prooi aan eene hevige hoofdpyn,
vroeg hy zich af waarom die dokter hem was
komen storen.
Ik heb geloofd wel te doen, Rurick Hert
zen, merkte Elias op, die de reden der be
dwongen gramschap van don rentmeester ge
makkelijk raadde. Alles wel ingezien, ik heb
ongelijk gehad my daar mede te willen be
moeien. Uwe zaken en die uwer dochter zijn
de myne niet. Ik wensch u eene goede rust,
uitmuntende droomeu, goede gezondheid en
alles wat gfj maar wilt.
Uwe dochter, die tw e woorden waren vol
doende om opeens de dronkenschap die den
geest van Rurick Hertzen verduistex-de, te
doen verdwijnen.
Myne dochter, riep hij, met de beide
vuisten in zyne oogen wrijvend, wat komt
myne dochter by dat alles te pas.
Luister Rurick Hertzen, hernam de dok
ter, ziende dat de rentmeester daar gekomen
was, waar hy hem wilde brengen, ik heb on-
gelyk gehad, zooals gy het zeer goed zegt,
mij met dingen te bemoeien, die my niet aan
gaan, maar zie, ik heb geloofd een plicht to
vervullen. Gy kent wel den kleinen uitgang,
nietwaar? Wel, Nick Frolop, de jachtwachter
bevond zich daar dichtby, in gezelschap van
Mea, uwe dochter.
Ik hen er zeker van, ik hel) my niet ver
gist.
Wel, spreken zy niet sinds lang met el
kander.
Zy hebben zich verloofd, ik weet het.
Ik verzet my daar niet tegen, maar ik
bewaak hen.
Al slapende.
Zy doen geen kwaad.
Ik geloof het, maar men moet ook nog
de opspraak der menschen trachten te ver-
myden.
Wat wilt gy zeggen? vroeg Rurick, zich
met gefronste wenkbrauwen oprichtend.
Ik wil zeggen dat men toch niet nalaten
moet een jong meisje te bewaken. En dat
a
Nick Frolop, gebruik kan maken van <le bui
tengewone beroering die op het kasteel
heerscht.
O, de booswicht, riep Rurick Hertzen,
indien dat waar is,
Welaan, welaan, Rurick Hertzen, be
daar u, 't is niet met azyn dat men vliegen
vangt. Wind u zoo niet op en ontstel u niet.
Wanneer gy uwe dochter van verdriet zoudt
doen sterven, zou de wanhoop u op uwe
beurt dooden, ik weet het wel.
•Zyne dochter sterven.
Deze drie woorden waren voldoende om de
woede van den rentmeester onmiddellijk te
doen verdwynen.
Hy haastte zich nochtans naar de plaats
te loopen hem aangeduid door Elias Tarnos
ki, die hem volgde.
I)e verloofden stonden nog op dezelfde
plaats, zich onderhoudend over duizend klei
nigheden, die alleen voor verliefden eenig
belang kunnen hebben.
De aankomst van Rurick was voor hen als
een donderslag, want hoewel de rentmeester
zyne woede ingetoomd had, toch was hy diep
misnoegd en by deed hot lien gevoelen.
Mea deed hy geen enkel verwijt. Maar
Nick Frolop, integendeel, ontving ze voor
beiden.
Nick boog het hoofd, zich vergenoegend
met ond'erwerpiug te zeggen dat er toch niets
kwaads kon gelegen zyn in een eenvoudig
gesprek, des te meer, daar hy met Mea ver
loofd was en iedereen wist dat zy man en
vrouw zouden worden.
Rurick, die niet eens luisterde en" wiens
woede ten top steeg omdat Frolop hem ant
woorden durfde, ging zelfs zoo ver de hand
tegen den armen jongeling op te heffen.
Maar hier was de rol van dokter Elias ge
heel en al aangeduid.
Vooruitspringend, stelde hy zich vastbera
den tussclien beiden.
Rurick Hertzen, sprak hy met kalme
stem. gy wilt het waariyk te ver dryven en
ik zal niet toelaten dat gy dien jongen slaat.
Van de verbazing, die Rurick bezielde,
maakte Elias gebruik.
De uitgang was nu vry en weldra bevond
Nick Frolop zich met Elias Tarnoski in het
open veld.
Beste jongen, hernam deze, als ik u een
goeden rand mag geven, tracht nooit iets te
doen, wat Rurick Hertzen mishagen kan.
De vader van Mea is een braaf man, maal
ais hy in woede ontstoken is, zou liy een on
geluk doen gebeuren. Nu, als gy Mea bemint
en haar tot vrouw begeert, maakt dat Rurick
nooit over u te klagen lieeft.
Dat was genoeg; Elias Tarnoski had reeds
al te veel tyd verloren en 1111 was liy onge
duldig 0111 te Revel aan te komen.
Goeden nacht, Nick, zeide hij nog, ik
heb behoefte aan versclie lucht en wil een
kleine wandeling doen.
E11 aanstonds drong hy het hosch in, zoo
góed mogelyk zyn weg pogende te verkennen.
't Was een sombere nacht, doch hij ging
immer voort.
Het scheen hem nochtans toe dat hy byna
niet vorderde, want telkens als hy omkeek
zag hij dwars door de openingen in liet ge
boomte nog altyd de donkere massa der ge
houwen van Ny-Slott.
De groote baan die naar Revel leidt te vin
den was het onmogeiyk en opnieuw werd
hy met vrees bevangen.
Een gekraak van takken deed zich opeens
in zyne nabyheid liooren en Elias moest zich
aan een boom vastgrypen om niet van schrik
ten gronde te vallen.
Op hetzelfde oogenblik werd zyne keel als
tussclien een yzeren schroef geprangd, terwyl
hij den kouden loop van een pistool op zyn
linkerslaap gericht voelde.
Een kreet, een gebaar. Elias Tarnoski.
en ik schiet 11 door den kop, riep een barselie
stem.
VI.
Sophie Mosser had het oog op alles.
Niets ontbrak aan de voorbereiding der
ïykplechtiglieid.
Ook zij wilde, zoodra mogeiyk hare vlucht
nemen, naar den onbeweeglykeu, den onver-
biddeiyke, naar hem die haar hart had doen
kloppen.
Thans zou het boosaardig schepsel vry
zyn, niets meer, dacht zy, zou haar langer
nog op Ny-Slott weerhouden.
Reeds in den vroegen morgen was alles
gereed voor de treurige plechtigheid.
Den avond te voren, waren al dp popen uit
den omtrek naar Ny-Slott gekomen.
De boeren, mannen en vrouwen, waren er
van overtuigd, dat 11a de begrafenis, op de
ruime plaats'van het kasteel een overvloedig
eetmaal zou gehouden worden voor al de
genoodigden.
De toevloed was dan ook aanzienlyk.
De toegestroomde menigte was zelfs te
groot 0111 binnen Ny-Slott te komen en het
grootste deel wachtte er bulten.
Sophie liep heen en weer, overal een kaat
sten oogslag werpend en hare laatste bevelen
gevend.
Hare «zwarte en sombere oogen fonkelden
van verkropte woede.
Zy had de verdwyning vernomen van Elias
Tarnoski, die ondanks hare waakzaamheid
had weten te ontsnappen.
E11 nochtans eene laatste inspuiting van
morphine was oniifisbaar, ten einde Renée
te l>eletten gedurende de overbrenging naar
liet kerkhof te ontwaken.
Nu was dat onmogelyk.
De rouwkamer was voortdurend vol volk
en de popen zouden het lyk niet meer ver
laten.
Des te slechter.
Sophie Mosser was reeds in de misdaad
verhard, zy vervolgde haren weg met ge-
hogen hoofd en niets kon haar nog doen
afschrikken.
Tien minuten na-de bijzetting in den graf
kelder der Livachoffs en der Paloutine's,
waarop zich aan den ingang van het kerk
hof van Ny-Slott een groot en prachtig mo
nument verhief, zou het kerkhof ontruimd en
gesloten worden.
De verlatenheid zou volkomen zyn, want
niemand zou daar biyven.
De ongelukkige, levend begravene zou dan
mogen schreeuwen en 0111 hulp roepen zoo
veel zy wilde en kon. Geen enkel menschelyk
wezen zou haar hooren, noch hare kreten be
antwoorden en weldra zou zy, l»y gebrek aan
lucht, hezwykeu.
En Sophie Mosser was het zelf, die, zonder
beven en zonder de minste gewetenswroeging,
met de hulp van twee meidén, het onbeweog-
lyk en koud lichaam van Renée aangekleed
en in de eiken kist gelegd had, haar laatste
rustbed.
En nu werd de kist op de schouders ge
tild van acht dienaars, die de livry van huis
droegen, en de ïykstoet stelde zic-h op weg.
(Wordt vervolgd).