Derde Blad. No. 18. WOENSDAG 3 MAART 1926, 49e Jaarg. Openbare vergadering van den raad der gemeente op Vrijdag 20 Februari avonds, ten 7 uur. Voorzitter Edelachtb. heer E. Moo- nen. Klokslag zeven uur opent de Voor zitter de vergadering; afwezig de hee- ren Timmermans en Ooinens, beiden met kennisgeving. De heer Verwiel zegt geen aanmer kingen te hebben op de notulen maar naar aanleiding daarvan wil hij op merken, dat hij in een vorige vergade ring de zaak, toen gesproken werd over hel al of niet toelaten van een danstent op de kermis, verkeerd heeft begrepen. In de notulen heeft hij ge zien dat het al of niet toelaten van danstenten aan Burg. en Weth. is over gelaten. Nu dit zoo is wil hij Burg. en Weth ernstig in overweging geven danstenten niet toe te laten. Er zijn zooveel ingezetenen die gelegenheid geven tot het dansen en die mogen z.i. toch wel in de gelegenheid gesteld wor den want er zijn zooveel zaken die juist alleen met kermis laten dansen om dan wat te verdienen. Hij was van meening dat het adres dat een vorige vergade ring te dezer zake was ingekomen, he den zou worden behandeld. Voorzitter. Dat is juist een vorige vergadering in behandeling geweest. Daarna worden de notulen goedge keurd en vastgesteld. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. a. Schrijven van J. van Huiten te Els- hout, houdende het verzoek om van zijn pacht van brandhout te worden ontslagen. Voorzitter. Naar aanleiding van dit schrijven hebben wij den toestand eens opgenomen en inderdaad is het waar dat hel hout door het water en daarna vooral door hel ijs, zeer veel heeft ge leden en daarom stellen Burg. en Weth. voor den pachter tegemoet te komen door de pachtsom tot 15 te verlagen. De pachtsom was 52, maar door het ijs is het hout naar beneden gedrukt. Met algcmeene stemmen wordt het voorstel aangenomen. b. Schrijven van de Waal wij ksche Chroonilederfabriek v/li. firma J. van Dooren, houdende dat zij van een be slissing van Burg. en Weth. waarbij het bouwen van een houten keet voor bergplaats niet wordt toegestaan, in beroep komt. Voorzitter. De kwestie is den heeren bekend! Het verzoek is door Burg. en Weth. afgewezen met het oog op het groote brandgevaar. De raad is opper machtig, dat wil zeggen die kan terug komen op een eenmaal genomen be slissing. De door den Raad vastgestel de verordening zegt dat het bouwen voor dergelijke loodsen is verboden, tenzij Burg. en Weth. daartoe vergun ning verleenen. De heer Smolders zegt den Voorzitter niet goed te begrijpen, daar waar hij zegt dat de raad oppermachtig is. Voorzitter. De kwestie is zoo. De raad beeft de verordening gemaakt en nu ligt het toch niet in de lijn van den raad om in zoo'^ geval die verordening te gaan wijzigen. Burg. en Weth. heb ben de vergunning geweigerd alleen en uitsluitend met het oog op het groo te brandgevaar. Nog dezer dagen heb ben wij in voormalig Baardwijk wel vergunning gegeven tot het bouwen van een houten keet omdat daar het brandgevaar niet zoo groot is. Smolders. Betreft het hier geen wijzi ging in een bestaanden toestand. Voorziter. Dat is wel zoo, maar dat is b.v. bij een rieten dak ook zoo. Gaat men een dergelijk huis verbouwen, dan moet men het ook van pannen voorzien. Alles kan niet in eens in orde gemaakt worden als een verordening in het le ven wordt geroepen, maar moet lang zaamaan komen. Eibers. Als het gevaar ontzettend is, dan is het iets anders, maar is zulks niet in zulk een erge mate het geval, dan zou ik in het oog houden dat de zaken een slechten tijd doormaken. Toevallig betreft het hier een zaak die annex is aan die van mij en daarom weet ik hoe moeilijk het gaat om thans groote onkosten te maken, daarom, als het er een klein beetje mee door kan, zou ik Burg. en Weth. in overweging geven om het den zaken een. beetje ge makkelijk te maken. Voorziter. De gemeenteopzichter heeft ons nog gezegd dat het bouwen van een loods met een halve steens muur niet zooveel meer zal kosten dan een hou ten keet. Smolders. Is dat den betrokkenen me degedeeld. v Voorzitter. Neen, maar die zal dat ook wel weten. Smolders. Omdat in het schrijven staat dat de kosten anders zoo bedui dend veel hooger zijn. Voorziter. Ik denk dat dit gedaan is met het oog op de toekomst. Er staan daar een lieele verzameling van hou ten gebouwen en om bij een eventueele uitbreiding weer niet voor hetzelfde ge val te komen te staan zullen ze dat zeg gen. Hierna wordt het beroep niet ontvan kelijk verklaard. c. Nota van aanmerkingen van Oed. Staten op de begrooting met ontwerp antwoord. Roggeveen. Erg vriendelijk is het schrijven niet. Voorzitter. Neen, Oisterwijk heeft ook een dergelijk schrijven met zoo'n hatelijke tirade gehad. Ik geloof niet dat het de bedoeling van den Commis saris is, want die weet dat naar beste weten is gehandeld. Roggeveen. Het zal wel buiten den Commissaris om zijn geschreven. Voorzitter. Zijn handteekening staat er wel onder, maar hij kan natuurlijk niet alles lezen wat hij onderteekent. Mijn bedoeling is om den Commissaris hier eens over te gaan spreken. 2. Beëediging en schorsing van het nieuw gekozen lid H. A. W. Surig. Aangezien de heer Surig niet aanwe zig is, kan de beëediging niet geschie den. 3. Wijziging van de gemeentebe- grooting en van de bedrijfsbegrootingen 1026 in verband met de daarop door Ged. Staten gemaakte aanmerkingen. Voorzitter. Dit is afgehandeld bij het schrijven van Ged. Staten, waarbij aan merking op de nota werd gemaakt. 4. Voorstel tot het verleenen van een voorschot aan de Woningbouwvei eeniging „Baardwijk", voor den bouw van 8 arbeiderswoningen. Voorziter. Er kunnen daar nog 16 woningen staan. De bedoeling is om de straat tot den Winterdijk door te trekken. Nu is het een doodloopende straat en dat is niet zoo goed. Door het bestuur is een advertentie geplaatst en daarop zijn er acht ernstige candidaten gekomen. Eerst daarna is om het ge vraagde crediet gevraagd. De heer Roggeveen kan zich met die wijze van handelen niet vereenigen Hier was het vroeger iets anders, hier had men aanvragen van huurders ge noeg in petto, maar nu gaat men de zaak omkeeren en eerst de huurders oproepen. Is het nu zeker dat die acht candidaten allen ernstig zullen blijven Bestaat er nu geen gevaar dat die wo ningen leeg zullen komen te staan. Voorzitter. Verwacht mag worden dat deze menschen er langen tijd in zul len wonen. De heer Roggeveen zou door de ge meentelijke hypotheekbank het bouwen door particulieren willen bevorderen. Der gemeente kost 't nu weer veel geld want er staat dat zooals gebruikelijk is de gemeente voor aanleg van een straat moet zorg dragen. Die opzet acht hij verkeerd. Die kos ten behooren te drukken op de exploi tatierekening van de Bouwvereeniging. Spr. kan dan ook zijn stem aan 't voor stel van Burg. en Weth. niet verleenen. De heer Smolders zegt zich voorge nomen te hebben 0111 over deze kwestie iets in het midden te brengen. Hetgeen hij echter zal zeggen wijkt aanmerkelijk af van de meening van den heer Rogge veen. Burg. en Weth. geven in het pread vies als hun meening te kennen, dat in het algemeen niet opnieuw door de ge meente credieten moeten worden be schikbaar gesteld voor volkswoning bouw. Argumenten of motieven van deze meening worden er echter niet bij aan gevoerd. En toch zou dit wel van be lang zijn geweest. In het preadvies van 18 April 1925, waarbij de instelling van een gemeen telijke hypotheekbank werd voorge steld, werd nog gewaagd van 60 aan vragen om een arbeiderswoning, ter wijl daarnaast werd medegedeeld dat het aantal arbeiders die wel in verschil lende fabrieken in de gemeente werk zaam zijn maar hier niet wonen, zeer groot is en verbetering in de ntoestand nog niet is te voorzien. Verder wordt er nog gesproken van een abnormaal tekort aan woningen. Dat de woningnood sindsdien is ver minderd, zullen ook Burg. en Weth. niet durven beweren. Neen, zegt spr., die is vast en zeker toegenomen. In de slot-alinea van meergenoemd preadvies staat: Zou de opzet in deze richting slagen dat is dan door het verleenen van hypotheek dan zou eenerzijds worden bereikt de ge- wenschte onttrekking der gemeente bemoeiing aan de bouwnijverheid en anderszijds gunstiger perspectief wor den geopend voor den kleinen man 0111 bij spaarzaamheid zich eigen huis en bof te verwerven. Jammer genoeg, zegt spr. verder gaande, kan tot heden van slagen van dezen opzet niet gesproken worden En hoewel de tijd van functionecring der bank nog betrekkelijk kort is moet toch eveneens gezegd, dat het re sultaat pover is. De aanvragen om arbeiderswonin gen nemen steeds toe. Hij maakt zich sterk als b.v. na Paschen 20 a 25 arbei derswoningen gereed stonden, dat de ze alleen reeds door huwelijkscandida- ten direct betrokken zouden worden Dit is één catagorie terwijl het aantal gezinnen, dat om een woning vraagt nog veel grooter is. Het intreden van eenige opleving van beteekenis der industrie, zou de vraag naar woningen nog aanmerke lijk vergrooten. Zoo de toestand bezien en dat is de werkelijkheid, zegt spr. neemt bij de vrijheid met Burg. en Weth van meening te verschillen; en al moge liet gewenscht zijn, de onttrekking der ge meente-bemoeiing aan de bouwnijver heid is z.i. in het algemeen niet toe laatbaar. De heeren die in de gemeentelijke bouwcommissm zitting hebben zegt hij, zullen met hem door de ondervin ding er wel van overtuigd zijn, dal uit breiding van arbeiderswoningbouw nog dringend noodig is. Met zijn betoog hoopt hij te bereiken dal verschillende der andere heeren raadsleden hun inzicht betreffende ge meentelijke woningbouw zullen wijzi gen. En mocht hem dat gelukt zijn, dan durft hij de hoop te koesteren dat Burg. en Weth. in overleg met de be- drijfscommissie bereid gevonden zul len worden nieuwe plannen voor ar beiderswoningbouw voor te bereiden. Naar zijne overtuiging zou daarme de het gemeentebelang en van de inwo ners ten zeerste worden gediend. Mijne meening zegt spr., wijkt dus nogal af van die van den heer Rogge veen. De behoefte aan woningen, voor al bier in Waalwijk, is nog zeer groot en waar jammer genoeg van de hy potheekbank nog geen druk gebruik wordt gemaakt, acht hij het noodzake lijk, dal de gemeente ingrijpt. De heer van der Geld wijst op het groote verschil dat er bestaat tusschen voormalig Baardwijk en hier. Niet dat hij tegen het voorstel van Burg. en Weth. is, maar dat daar eerst een op roep is gedaan, is opzichzelf genomen goed, doch vast is dat hier zonder op roep er nog wel zestig menschen n„\ar een woning uitkijken. Nu van particu liere zijde nog niet gebouwd wordt durft hij naast den heer Smolders, Burg. en Weth ernstig in overweging geven om het bouwen van arbeiders woningen niet geheel slop te zetten. De Voorzitter zegt niet beweerd te hebben, dat er genoeg arbeiderswonin gen zijn, hij weet beter, hij weet heel goed dat er nog velen zijn die tever geefs naar een wonnig uitzien, maar hij wil maar zeggen, dat meer het bouwen van particulieren in de hand moet wor den gewerkt. Op liet oogenblik zijn er reeds zes personen in onderhandeling met de gemeentelijke hypotheekbank. De heer Klijberg is het volmaakt met den heer Smolders eens dat hier nog veel jongelui gereed staan om zich een gezin te vormen indien ze een woning kunnen krijgen en ook dat er nog vele gezinnen aangetroffen worden die gaarne beter zouden zijn gehuisvest. En toch zou hij liever zien dat men de hypotheekbank eerst eens wat flink laat doorwerken. Op hot oogenblik zijn er reeds 6 personen in onderhandeling en men weet het,, is het eerste schaap over den dam, dan volgen er meer. Men moet alles doen om de gemeente zoo veel mogelijk var het bouwen te ont lasten. Op de zaak Baardwijk komend zegt spr. in het werken van de Commissie een voorzichtige politiek te hebben zien volgen, wal hij moet toejuichen. De candidaten zijn ernstig, maar daar bij komt nog dat er veel meer zijn. Het aantal is niet tot deze acht beperkt. De wijze door de bouwcommissie ge volgd is de eenige om tot de overtui ging. te komen dat men gedekt is. Door den beer van der Geld is er op gewezen, dal men over het alge meen genomen liever hier woont, maar waar men daar nog grond heeft liggen en hier,, op een enkel klein stukje na, niet meer, daar is hel toch gewenscht om daar eerst te bouwen. Bovendien is bij ook de meening toe gedaan dat men niet alles op een hoop moet bouwen. Bij hel aanvragen van een woning ziet men altijd dat de men schen voorkeur geven aan een zekere straat. De een wil in de St. Antonius- straat, een ander in de St. Chrispijn- straat en die weer in de Putstraat lie ver wonen. Hij blijft het voorstel van Burg. en Weth., om in Baardwijk acht wonin gen te bouwen, aanbevelen. De heer Eibers zegt de meening te zijn toegedaan dat voor woningen die meer achteraf staan, het resico veel grooter is dan die gebouwd ongeveer in het centrum. In Baardwijk moet 3,70 betaald worden, maar zeker is dal ver weg de meeste arbeiders liever een paar centen meer huud willen be talen om dan in het centrum te wonen, dan veraf. Hij zou er daarom niet op tegen zijn om, als grortd moest worden aange kocht, dit zooveel mogelijk in het Cen trum te doen, ook al moet men dan een paar centen per M2. meer betalen. De risico zal dan z.i. nooit groot zijn. De lieer Roggeveen heeft uit de ge houden besprekingen de indruk gekre gen dat men van de noodzakelijkheid van het bouwen van woningen in vooi malig Baardwijk niet zoo overtuigd is maar aangegrepen is om propaganda te maken voor bet bouwen van woningen hier. Hij wijst nogmaals op het groote belang dat zooveel mogelijk door par ticulieren wordt gebouwd met hulp van de hypotheekbank. Met het oog op den Hoofd. Omslag a^-lit, hij het gewenscht dat men voorloopig niet meer aan bon wen deukt. De heer Smolders zou niets liever zien, dan dat van de hypotheekbank een drukker gebruik werd' gemaakt. Nu toch kan niet worden gezegd dat het daarmede van een leien dakje gaat. Ook heeft hij willen illustreeren, trouwens de Voorzitter weet het wel, want ook hij hem komen de menschen vaak vra gen om een woning, hoe veel er nog te kort komen. Uit het oog mag ook niet worden verloren, dat er maar weinig arbeiders worden gevonden die van de ze, weliswaar mooie gelegenheid, ge bruik kunnen maken, omdat kun de middelen ontbreken. Hij had zich aanvankelijk voorgesteld dat meer kapitaalkrachtige partïculiè ren van de instelling gebruik zouden hebben gemaakt om huurwoningen te bouwen. Naar aanleiding van het door den heer Eibers naar voren gebrachte over het bouwen in het Centrum der ge meente, zegt hij te kunnen mededeelen dat er veel arbeiders gaarne voorbij de Zeine zouden wonen, nabij den Water toren. Ze zitten dan nog kort bij de Kerk en bewaarschool. Het voorstel van Burg. en Weth daarna in omvraag gebracht, wordt aangenomen piet 7 tegen 3 stemmen. Voor het voorstel stemden de heeren van der Geld, v. d. Aa, Smolders, van Driel, de Graaff, Klijberg en Gragt mans. Tegen de heeren Verwiel, Eibers en Roggeveen. 5. Voorstel tot wijziging van de al gemeene plaatselijke politie-verorde ning 1924. Voorzitter. Naar aanleiding van een bericht in De Echo van het Zuiden, over stoornissen bij muziekuitvoerin gen stellen Burg. en Weth. voor no een artikel bij te voegen. Roggeveen. Dat is dus een voorstel van het veertiende raadslid. (Echo?!) De heer Smolders wil twee vragen stellen, «n.l. of ook raadsleden met voorstellen tot wijziging kunnen komen en of dit jaar nogmaals wijzigingen in de politieverordening zullen aange bracht worden. De Voorzitter zegt dat het zijn be doeling is, om eens in liet jaar wijzi gingen daarin aan te brengen. De leden kunnen met voorstellen komen, die dan kunnen worden besproken. Het ar tikel redigeeren wil hij echter latei doen, wijl dit staande de vergadering niet zoo gemakkelijk kan worden ge daan. In een volgende vergadering zou daarover dan gestemd kunnen worden. Over de wijziging van de rooilijn wordt door de heeren van Driel en Smolders van gedachten gewisseld met het gevolg dat de rooilijn in Be- soijen wordt verlegd tot de Loint. De heer Roggeveen verklaart zich niet te kunnen vereenigen met de re dactie-wijziging van art. 21 daar waar staal dat op openbare vergaderingen geen teekenen van goed- of afkeuring mag worden gegeven, Op politieke ver gaderingen is zulks welhaast niet mo gelijk. De Voorzitter merkt op dat de be doeling is dat door fluiten of anders zins het spreken onmogelijk wordt ge maakt. De heer Roggeveen meent dat het be ter is dat daar dan een nieuw lid aan wordt gemaakt, waarmede de Voor zitter, het eens is. De heer Verwiel stelt voor het twee de lid, waar wordt gesproken van Godsdienstverstoring te schrappen. De pastoor en dominee zullen voor de orde zelf wel zorg dragen. Waar heeft men anders een Suisse voor' vraagt spre ker. De Graaff In Baardwijk en Besoijen en ook in de St. Antoniusparochle hebben ze geen Suisse. Voorzitter. De bedoeling van dit ar tikel is ook niet zoozeer dat de orde binnen in de kerk wordt verstoord, maar meer daarbuiten. Bij de noodkerk heeft men dit ondervonden. Verwiel. Dat was doordat het voet balterrein er vlak bij was. Dat is een groot onderscheid. Ik schaam me nu, want wat moeten andersdenkenden wei denken. Voorzitter. Andersdenkenden hebben ook een kerk. Verwiel. Die kunnen het zich van hun kant weer aantrekken. Van Driel. Ik kan me met het voor stel van Burg. en Weth. goed veree nigen, want dan zou de directie van de tram er eens op gewezen kunnen worden dat de machinisten het fluiten, als ze voorbij een kerk komen waar godsdienstoefening wordt gehouden, moeten nalaten. Er zijn machinisten, die het uit zichzelf laten, maar er zijn er ook die dan juist maar raak fluiten, waardoor de godsdienstoefening last ondervindt. Klijberg. Er is alles voor te zeggen voor het artikel. Wordt besloten dit te handhaven. Voorzitter. Op artikel 40 heeft zich De Echo ook geworpen. Die zegt te veronderstellen, dat het gevaar voor de kinderen en de belemmering voor het verkeer op de straat zwaarder zullen wegen dan de hinder die nu de voetgangers ondervinden. De be doeling van het artikel is er in hoofd zaak in gezet, omdat bij sneeuwval de bakkers hun brood in sleden rond brengen en dan op de trottoirs rijden, zoodat het voor de voetgangers soms levensgevaarlijk is om over de trottoirs te loopen. De heer Roggeveen wijst ook op het gevaar van het maken van glij baantjes op de trottoirs. Hij zou in de verordening nog willen inlasschen, dat het maken van glijbanen en het glijden op trottoirs is verboden. Klijberg. Er bestaat toeh eene be paling dat men bij gladheid zand moet strooien. De heer Smolders zou een onder scheid willen maken op welke trottoirs men niet mag sleden In de Stationstraat en Mr. van Coothstraat, waar het ver keer niet zoo druk is als in de Groote straat en de trottoirs bovendien nog breeder zijn, ziet hij het bezwaar van sleedje rijden niet zoo in. Hij zou het in die straten aan het beleid van de politie willen overlaten. Deze zou het heel hard heen en weer rennen van soms opgeschoten jongens kunnen verbieden. Roggeveen. Van een trottoir is geen speelplaats te maken. Voorzitter, Neen, maar dat kan men ook zeggen van de straat niet. De heer Roggeveen merkt op dat een spelend kind niets ziet of hoort. Zoo is men op 't oogenblik zijn ver maak aan het scheppen met drijftollen, kom nu maar eens met een fiets aan en bel zoo hard je wil, hooren doen ze je niet. De heer Eibers voelt veel voor het voorstel van den heer Smolders, want inderdaad is het spelen op de straat gevaarlijker te noemen, vooral bij sneeuw, wijl men dan het rijden van karren en auto's niet zoo gemakkelijk hoort. Hij zou de trottoirs in enkele straten vrijlaten, anders is hij bang dat men de geheele jeugd tegen zich krijgt. De Voorzitter voelt voor dit idee wel iets en stelt voor dat in iedere straat zal worden aangewezen waar mag worden gesleed. Zoo is het aan bevelenswaardig om te verbieden dat in de Grootestraat vanaf de Groote kerk tot aan het Hoekeinde aan den Zuidkant het sleden verboden is. Maar nu de kwestie van de glij baantjes. Smolders. Ik zou ze maar laten glijden, 't Is in den regel toch maar van heel korten duur. Roggeveen. Dat is niet zoo onschul dig als het lijkt, want het is dikwijls heel gevaarlijk, vooral's avonds en dan nog als er weer een beetje sneeuw over heen is gevallen en men ze niet ziet. Smolders. Als men er met sleden over komt wordt het spiegelglad. Roggeveen. Neen, dan wordt de sneeuw door de ijzers juist los gemaakt. De Graaff. Arresleden mogen die dan ook over de trottoirs rijden. De heeren Klijberg en van der Geld steunen het voorstel van den heer Rog geveen dat het verboden is glijbanen op de trottoirs aan te brengen, wat daarna wordt aangenomen. Bij artikel 113 waarbij wordt bepaald dat kinderen beneden den leeftijd van 18 jaar niet tot een balzaal mogen worden toegelaten, zegt de heer Ver wiel dat de leeftijdsgrens nogal hoog is genomen. Men moet in aanmerking nemen dat men wat vroeger groot is, dat scheelt bij vroeger genomen, wel een paar jaar. De Voorzitter zegt dat bij openbare De Echo van het Zuiden Gemeenteraad Waalwijk.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 11