bals het verboden zal zijn z@ toe I laten. Iets anders is het voor gesloten bals of danslessen. Die danslessen die b.v. bij de dames Gerris worden ge geven, vallen er buiten. Op openbare bals, zooals bij de Liedertafel „Oefe ning en Vermaak", van Daelen en van Zeist mag dat dan niet meer. Verwiel. Dus voor gesloten bals geldt dit niet. Voorzitter. Neen, op gesloten bals mag men baby's meebrengen. De heer Smolders merkt op dat het gevaar nu bestaat dat gesloten bals zullen worden georganiseerd zooals hij dat nu al heeft gezien met HEC-bal, Quick-bal enz. De Voorzitter geeft zulks toe, maar acht deze be;aling toch beter dan nieis te doen tegen het bestaande euvel. De heer Klijberg merkt op dat de raad alleen de verantwoording voor de openbare bals draagt en niet voor de gesloten, dan moeten ze zelf weten wat ze doen. De heer Smolders acht het toch noodzakelijk, dat dit euvel zooveel mogelijk wordt bestreden. De Voorzitter zegt dat zoodra hij merkt dat een gesloten bal wordt ge organiseerd om aan deze bepaling te ontkomen, hij geen vergunning geeft voor het houden van een bal. De heer Smolders zegt dat alhoewel het voorstel zijn volle sympathie heeft, hij voor de kermis een uitzondering zou willen zien gemaakt. Dan toch is het een week van algemeen vermaak en ontspanning en daarom zou hij van die bepaling dan ontheffing willen zien verleend, ook voor wat betreft de bioscopen. Het gebeurt dan heel veel dat de kinderen met hun ouders mee gaan en dan zou het wel eens wat lastig zijn. De heer van der Geld denkt juist dat men de ouders er geen plezier mee zal doen om dan ontheffing te gaan verleenen. Laat met kermis de teugels maar even strak gehouden worden. Van Driel. Een bioscoop kan een kinder-voorstelling geven, dan is het bezwaar al weg. De heer Verwiel wil het voorstel van den heer Smolders gaarne onder steunen. De Voorzitter weet niet of het wel aanbeveling verdient om voor de kermisweek een uitzondering te gaan maken. Juist in die week wordt er wat meer gedronken dan gewoonlijk met het gevolg dat er velen zijn die zich dan geen meester meer gevoelen over nun daden, zoodat er wat meer gezegd en gedaan wordt en het goed is dat kinderen er niet bij tegenwoordig zijn. De heer van der Geld zou het goed kunnen vinden als het kind met zijn ouders meegaat, maar aangezien hij daar niet zoo zeker van is, integendeel, kan hij zich niet met het voorstel van den heer Smolders vereenigen. De heer De Graaff merkt op dat er helaas maar te veel ouders zijn die geen baas genoeg meer over hun kinderen zijn en daarom juicht hij het voorstel van Burg. en Weth. toe. Verwiel* Men zal moeten beginnen om meer politie aan te stellen. Roggeveen. Zedelijkheidspolitie. Smolders. Persoonlijk voel ik er toch iets voor omdat ik weet dat er ouders zijn die zeggen dat ze dan weten waar hun kinderen blijven en zoo nu en dan eens kunnen gaar» kijken. Voorzitter. Kinderen moet men olie bollen en chocolade geven, maar niet naar een bal brengen. Aangezien het voorstel van den heer Smolders niet voldoende wordt onder steund, kan het niet in omvraag wor den gebracht. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt daarna met algemeene stemmen aangenomen. Twee nieuwe artikelen, luidende: a. Het is aan tappers geoorloofd sterken drank in het klein en alcohol houdenden drank, anderen dan sterken drank, op den openbaren weg bij hun huis te verstrekken, uitsluitend op de uren waarop de tapperijen voor het publiek geopend zijn en b. Het is den tappers verboden bier of sterken drank te verstrekken of door anderen te laten verstrekken of in hun tapperij toegang te verleenen aan personen die, blijkens een door den Burgemeester te verstrekken schrif telijke opgave, door een instelling van weldadigheid worden bedeeld* worden zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer Van Driel wijst nog op het onhebbelijke van sommige chauffeurs om als ze uit een garage of dam komen, lang te blijven staan, zoodat karren niet kunnen passeeren. Nog wordt met algemeene stemmen besloten aan art. 181 toe te voegen: Kinderen beneden den leeftijd van 14 jaar, mogen wanneer zij" zich op den openbaren weg of in een voor het publiek toegankelijke plaats bevinden, niet rooken. Voorzitter. Dan hebben we 't voorstel van het veertiende raadslid (Echo?!) nog te n.l. het verstoren of hinderen van mu ziekuitvoeringen. Burg. en Weth. stel len voor bij art. 21 toe te voegen dat dit strafbaar is. De heer Roggeveen meent dat dit zeer rekbaar is. Als iemand voor het hotel Verwiel gezeten, wat hard praat tijdens een uitvoering, dan kan een ander daar last van hebben en zou derhalve strafbaar zijn. De Voorzitter merkt op dat dit de bedoeling niet is. De bedoeling is alleen om op te kunnen treden als men expres de orde verstoort. De Graaff. Zoo iets als de heer Roggeveen aanhaalt verstoort de uit voering niet. Voorzitter. Die expres schreeuwen of andere geluiden voortbrengen of met rotte sinaasappelen of eieren gooien die verhinderen de uitvoering. Smolders. Nu komt het nog wel eens voor dat opgeschoten jongens luid schreeuwend om de kiosk Ioopen wat voor het luisterend publiek zeer hinderlijk is. Het voorstel wordt daarna met al gemeene stemmen aangenomen. De Voorzitter deelt mede dat tijdens de Tentoonstelling het gebleken is dat de politie ook moet kunnen ingrijpen op terrein dat niet gerekend kan wor den als openbaar terrein. Ook wil de Voorzitter een artikel in de verordening hebben dat het ver boden is om koek te loten. Op zich zelf lijkt dit heel onschuldig maar toch is dit niet altijd het geval omdat vaak door brooddronken jongens daaraan wordt deel genomen. De heer Smolders heeft daartegen geen bezwaar, mits Burg. en Weth. daarvan ontheffing kunnen verleenen. Gebleken is dat het een middel is om spoedig wat centen bij elkaar te krij gen voor liefdadige doeleinden, zooals nu voor den Watersnoodramp is het wel aan te bevelen. Dat heeft men in Amsterdam en in Tilburg gezien. De Voorzitter merkt op dat daar altijd vergunning voor kan worden gegeven. Het gebeurt echter vaak dat men komt vragen om het voor een of ander liefdadig doeleinde te mogen doen, maar in waarheid is het dan bij den exploitant om de dubbeltjes te doen. Smolders. Als particulieren het doen is dat altijd een verschil De heer Smolders vraagt of voor autobussen een vaste standplaats is aangewezen. Hij vraagt zulks omdat hij een vorig jaar, ter gelegenheid van de St. Anloniusfeesten, heeft gezien dat een agent een chauffeur dwong om op de Markt standplaats te nemen. Hij wil niet in de rechten van de po litie treden, maar vraagt zulks opdat onaangenaamheden kunnen worden voorkomen. Voorzitter. Als een agent het noodig acht voor de veiligheid van het ver keer, kan hij zoo'n auto standplaats laten nemen waar hij denkt dat het noodig is In dergelijke gevallen als hier moet echter mij daarvan kennis worden gegeven, opdat ik kan nagaan, waar met zulk een gelegenheid de bussen een standplaats kan worden aangewezen. Vervolgens wijst de heer Smolders er nog op, dat volgens de politiever ordening met 1 Januari 1927 de gas slangen aan comfoors enz. moeten worden voorzien van brandvrije slan gen. Destijds heeft hij al op het be zwaar daarvan gewezen voor den par- ticulicier, maar nu heeft hij in de commissie over het gasbedrijf verno men, dat ook dit bedrijf daardoor op een kosten van ongeveer f 750 zal worden gebracht. Waar het bezwaar voor een gemeente als deze niet zoo groot is, zou hij willen zien, dat deze bepaling komt te vervallen. De heer Klijberg kan zich daarmede volkomen vereenigen. Ook in fabrieken kan men er veel last en nadeel van ondervinden en bovendien acht hij het gevaar voor deze gemeente denkbeeldig; nog nooit heeft men iets vernomen, dat het aanleiding tot brand heeft gegeven. Wordt besloten het artikel er uit te lichten. Voorstel tot vereenvoudigfng van de tarieven bij de Vleeschkeuringsdienst. De Commissie van Bestuur van den Vleeschkeuringsdienst acht het wen schelijk ter vereenvoudiging van de administratie een bonstelsel in te voeren ter vervanging der geschreven quitantie. in verband daarmede is het gewenscht het tarief eenigermate te vereenvoudigen. Thans bestaan acht verschillende tarieven, welke gevoege- lijk tot 3 zouden kunnen worden teruggebracht. Voorgesteld wordt het tarief te bepalen als volgt: la voor een eenhoevig dier vaneen jaar of ouder, b voor een rund (uit gezonderd kalf) f4 2 a voor een eenhoevig dier jonger dan een jaar, b voor een kalf, c voor een varken f2.— 3 a voor een nuchter kalf, b voor een schaap, c voor een geit f0.50. Naar .dit voorstel wordt het tarief voor een paard verlaagd met f 1. voor een veulen en een kalf verhoogd met f0.50 en voor een geit eveneens met f0.25. Daarenboven wordt aanvulling van het tarief met een keurloon voor inge voerd vleesch wenschelijk geacht, niet alleen om een billijke verdeeling der lasten van den Keuringsdienst te ver krijgen over het vleesch dat aan de keuring is onderworpen, doch mede om de ongelijkheid welke door het vrijlaten van ingevoerd vleesch ten opzichte van de slachtdieren wordt veroorzaakt, weg te nemen. Voorge steld wordt van ingevoerd vleesch een keurloon te heffen van f 0.03 per K G. Wij kunnen met het voorstel der bestuurscommissie vereenigen en stel len U voor, de verordening op de heffing van keurloonen en die op den Keuringsdienst in dier voege te wijzi gen. 4» De heer Smolders zegt aanvankelijk bezwaar te hebben gehad om het bovroren vleesch nog eens te belasten. Thans ziet hij die bezwaren zoo niet meer in. De Voorzitter zegt dat door het be vroren vleesch de inkomsten anders voor het bedrijf minder worden en de keurloonen zouden verhoogd moeten worden. Hij wijst er ook nog op dat het vleesch steeds onder keuring blijft, wat ook noodig is, daar het bij ont dooiing veel eerder tot bederf over gaat dan het gewone vleesch. Met algemeene stemmen wordt dit voorstel aangenomen. Teneinde de werkzaamheden voor den keuringsdienst op de secretaries te verlichten, zal voor de 4 secretaries een machine worden aangekocht, waar door veel werk wordt voorkomen. Bij de rondvraag vraagt den heer Roggeveen, of op den Parallelweg vuil mag worden gegooid, waarop de Voorzitter ontkennend antwoordt. Hij zal de politie daarop laten letten. Is het water wat gezakt, dan wordt aan stonds doorgegaan met den sloot ver der te dempen. De heer Roggeveen vraagt verder nog of er niet een wandelpad aange bracht kan worden. Achter de boo- kan zulks goed worden gedaan. men De Voorzitter geeft toe dat zulks heel gemakkelijk zou zijn te doen en waar deze weg nogal druk bewan deld wordt, voelt hij er ook wel wat voor. De polder moet dan voor de helft mee in de kosten voorzien. De heer Gragtmans wijst op den Parallelweg achter Besoijen. Die is verbazend slecht. Voorzitter. Toegezegd is door het polderbestuur dat in het voorjaar een gedeelte zal worden vernieuwd. De heer Van Driel zegt gehoord te hebben dat de Besoijensche bouw- vereeniging grond verkoopt. Nu laat men den een f 7 betalen, terwijl men een ander prest daarvoor f 14 te be talen. Hij vraagt of den Voorzitter zulks bekend is. De Voorzitter zegt dat hem daar niets van bekend is. Wel weet hij dat aan de Jong een stukje is verkocht, 'lenslotte is de Woningbouwvereni ging zelf baas, maar het bestuur is steeds heel bereidwillig in alles en vraagt meermalen om advies. Hij durft dan ook vermoeden dat hier een mis verstand in het spel is. Intusschen zal hij een onderzoek doen instellen. De heer Van Driel zegt dat de heeren K. Bakker en F. Kuysten hem hebben ingelicht. Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlangend, sluit de Voorzitter de vergadering. (Ongecorrigeerd.) AANBESTEDING. In het café van den heer P. van Daelen werd gisteren aanbesteed het voor den St. Anto- bouwen van een woonhuis heer M. Beerens nabij het niusplein. De uitslag is als volgt W, van Heesch, Waalwijk f 8984 A. Vermeer, Waalwijk. f 8148 C. Michael, Sprang-Capelle f 7775 P. Joh. Pennings, St. Michiels Gestel f 7600 C. Verduyn, R'veer f 7499 E. Maas, Waalwijk f 7285 J. W. Nieuwenhuijzen, Sprang f 7250 G. J. van Oostrum, Waalwijk f 5890 Gegund aan den laagsten inschrijver. Rijksproef station en Voorlichtingsdienst ten bate der Leder- en Schoenindustrie. In aansluiting aan een vroegere me- dedeeling willen wij het deze maal hebben over het onderzoek van zooi leder, of juister gezegd „onderleder" waaronder dan zoowel het ktiipgelooide (ouderwetsche) als het vatgelooide (zg. vacheleder) vallen. Het onderleder wordt op gewicht verkocht en dus is het voor den afnemer van belang, dat het niet zwaarder dan strikt noodig is. Om dit na te gaan is een volledige analyse, die zeer kostbaar zou zijn, niet alleen niet noodig, maar overbo dig. Het leder, dat zwaarder is dan noodig is, wordt al naargelang van de oorzaak genoemd verzwaard of over laden met looistoffen. In deze beschou wing willen wij ons dan bepalen tot deze 2 punten. Bij het looien wordt zooals wij reeds zagen de behoorlijk voor behandelde huid in aanraking gebracht met looi stofoplossingen van toenemende sterkte en gaat daarbij geleidelijk in Ieder over. De looivochten bevatten naast looistof- stoffen nog zoowel suikerachtige stof fen, als organische en minerale zouten. Deze stoffen worden bij het looipro- ces gedeeltelijk vast aan de huid ge- bonden, zoodat ze niet meer uit te wasschen zijn, gedeeltelijk ook zetten zij zich tusschen de huidvezels af. De niet gebonden looistoffen, suiker en zouten zijn door uittrekken met warm water te verwijderen en te bepalen. De minerale zouten, die in het leder zitten, zijn eveneens te bepalen door het leder te verasschen. Bij het sterk verhitten en gloeien van leder ver vluchtigen huid- en looistoffen (gebon den of ongebonden) alsmede de sui kerachtige stoffen geheel en al, terwijl de z.g minerale stoffen als een wit of grauw poeder achterblijven. In normaal goed doorlooid leder zit dus altijd nog een zeker gehalte aan uitwaschbare organische stoffen (looi stof en niet looistof) en ook aan minerale bestanddeelen (asch). Het is nu van belang om voor deze gehalten billijke grenzen vast te stellen, waarboven gesproken zal kunnen wor den van verzwaring of overlading. Dit punt interesseert de afnemers natuurlijk in hooge mate, omdat zij de overtollige stoffen, hetzij looistof of zouten, als leder zullen moeten beta len, zonder daarvan eenig voordeel te hebben. Voor de volledigheid zullen wij de wijze van onderzoek op overlading met looistoffen en verzwaring in 't kort even aangeven. I. Overlading met looistoffen. 10 gram fijn geschaafd leder worden in een daarvoor speciaal geconstrueerd apparaat uitgetrokken met water van 50° C. en wel zoolang tot plm. '/2 L. uittreksel verkregen is. Nadat de vloei stof is afgekoeld wordt de '/2 Liter Kolf aangevuld met koud water tot de merkstreep en door schudden innig gemengd. Van deze vloeistof wordt 50 c. c. d. i. '/io ingedampt in een zilveren schaaltje van bekend gewicht, waarna het residu (overblijvende) gedroogd wordt tot constant gewicht bij plm. 100° C. Het schaaltje wordt wederom gewogen. Trekken wij hiervan het gewicht van het leege schaaltje af, dan hebben we het aantal milligrammen ongebonden uitwaschbare stoffen die in 1 gram leder voorkomen. Deelen wij dit aantal door tien dan hebben we de uitwaschbare stoffen in 11. Verzwaring met suikerachtige stoffen. Doordat de looistofextracten steeds meer of minder suikerachtige stoffen bevatten, zoo komen deze ook tot een zekere grens in het leder voor. De suikerachtige stoffen worden be paald in het uittreksel verkregen bij het onderzoek naar overlading met looistoffen. Van het daarbij verkregen extract van 500 c c. worden genomen 200 cc. overeenkomende met 2/5 x 10 4 gram leder. Deze 200 cc. worden be handeld met 20 cc. loodacetaat oplos sing, waardoor de vloeistof 220 ccM3 wordt. Na- filtreeren nemen we de helft d. i. 110 ccM3, overeenkomende met 2 gram leder en slaan daaruit de over maat lood neer met 20 cc. 20°/Osoda- oplossing, waardoor de vloeistof 130 cc. wordt. Na filtreeren nemen we hiervan 50 cc. ter onderzoek voor de suikerbepaling, dat komt dus overeen met. 50 100 10 x 2 gram leder. Aldra bleek, dat het van het grootste belang is, waar het monster uit de huid genomen wordt en dat het onderzoek van ,een willekeurig afge sneden monster geheel waardeloos is. De dierlijke huid is geen uniforme stof, zij heeft naast zeer vaste plaatsen de z. g. croupon, plaat of kern ook zeer losse gedeelten, zooals de liezen, nek en kop. Onderzoekt men dezelfde huid, tot leder verwerkt naar bovenstaande me thoden, op de meest verschillende plaatsen, dan krijgt men de meest verschillende uitkomsten. Voor vergelijkbare uitkomsten moest dus een plaats genomen worden, die gemakkelijk te bepalen en door ieder steeds hetzelfde genomen kan worden. Als meest geschikte plaats, die nooit aanleiding tot moeilijkheden kan geven, omdat ze precies vaststaat, namen wij het midden van de croupon, waar het gehalte aan uitwaschbare stoffen enz. het laagst is. Het monster werd bij onze proe ven dus genomen I. Voor de halve huid werd een lijn getrokken, die de binnenbochten der klauwen verbindt en een van de bin- nenbocht van de klauw aan de nekzijde loodrecht op de lengte as. In de hier door ontstane figuur werden de diago nalen getrokken en in het kruispunt van de diagonalen het monster getrok ken. II. Voor de croupon, plaat of kern werd het kruispunt van de diagonalen genomen. Het resultaat van deze onderzoekin gen neergelegd in een tabel werd reeds vroeger in de vakpers medegedeeld. Naar die tabel kunnen wij düs verwij zen. RECHTSZAKEN. 130 130 13 De suiker wordt bepaald door deze 50 cc. te komen met een bepaalde kopersulfaatoplossing gedurende 5 minuten, waardoor zich koperoxyde afscheidt. Dit koperoxyde wordt ver zameld op een papieren filter en het filter in platina kroes verascht en ge gloeid, zoodat alleen het koperoxyde terugblijft en na afkoeling gewogen kan worden. In daarvoor bestaande tabellen kunnen nu bij het aantal mili- grammen koperoxyde de overeenkom stige milligrammen suikerachtige stof fen opgezocht worden. Deze suiker achtige stoffen zitten dan in gram leder. Een eenvoudige berekening geeft dan het gehalte In procenten. III. Verzwaring met minerale stoffen. 10 gram leder worden in een plati- naschaaltje van bekend gewicht ver ascht, gegloeid totdat de koolstof ge heel verbrand is en gewogen. Het gewichtsverschil in grammen vermenig vuldigd met 10 is het gehalte aan minerale stoffen (asch) in °/0. Voor het vaststellen van de normen, waaraan normaal goed doorlooid leder moet voldoen, zijn aan het Rijksproef station proeven uitgevoerd. Diefstal van een schuldbekentenis. A. E. L., veekooper, te Hooge en Lage Zwaluwe was door den rechtbank te Breda veroordeeld tot 4 maanden gevangenisstraf ter zake, dat hij op 1 Juli 1925 ten zijnen huize te Hooge en Lage Zwaluwe een gezegeld papier met eene daarop gestelde verklaring van hem, beklaagde, waarin hij erkende f 340.— schuldig te zijn aan Gerrit Langeweg heeft verduisterd. Deze strafzaak diende in hooger beroep. Gerrit Langeweg, die al 80 jaar is, was ziek geworden en moest verpleegd worden in het Diaconessenhuis te Breda. De nota bedroeg daar ongeveer f 400 en Gerrit had toen zijn te goed op beklaagde noodig. Hij zond zekeren Boelhouwers als zijn gevolmachtigde naar beklaagde om naar het geld te vragen. Beklaagde had toen geen geld, doch Boelhouwers kon nader terugkomen, gelijk ook gebeurde. Toen Boelhouwers kwitantie geteekend had verwijderde beklaagde zich met de schuldbekentenis en de kwitantien dit onder den uitvlucht, dat hij, beklaagde, 't zoo niet goed zien kon, daarna behield hij beide stukken en zocht Boelhouwers met een praatje de deur uit te krijgen mede onder voorwendsel dat hij geen tijd meer had. Beklaagde ontkent zulks en beweert wegens bewezen diensten een tegen- vordering te hebben op Gerrit Lange weg. Hij, beklaagde, had aan Boel houwers bij diens bezoek gezegd: ik ben blij, dat dit nog bij leven van Gerrit Langeweg kon geregeld worden. Beklaagde verrekende toen naar hij beweert het een met het andere, zoodat er nog een restant bleef van f 16.—. De vrouw van beklaagde was huis houdster bij Langeweg geweest en uit dien tijd dagteekende het tegoed van Langeweg op beklaagde. Langeweg ontkende iets schuldig te zijn aan beklaagde, 't Was een zeer ingewikkelde geschiedenis. De adv.-gen. oordeelt, dat de dief- stal als waarvoor beklaagde terecht staat bewezen is. Wel meent spr. dat de rechtbank te Breda de zaak wat te gewichtig behandeld heeft. Beklaagde zal zoo'n handeling wel niet meer her halen en gezien de omstandigheden is de straf wel te hoog. Spr. eischt be vestiging van het vonnis, doch de straf voorwaardelijk. De verdediger Mr. Rassers uit Breda komt in zijn pleidooi eveneens tot verzoek om voorwaardelijke veroor deeling, althans subsidiair, want pl. meent dat veroordeeling niet kan volgen, vermits beklaagde de kwitantie en de schuldbekentenis nam als zijnde bij de verrekening zijn eigendom. Uitspraak 8 Maart a.s. Onze Winkeliers en Handel- drijvenden begrijpen NOG NIET GENOEG de groote waarde van GEREGELD ADVERTEEREN in een blad als 't onze dat in Waalwijk, de Langstraat en om geving zoo algemeen gelezen wordt. 1 O

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 12