Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
F!
jonge vrouw.
èukyti
FEÜLLETOM
mïïn pijp nooit
iets anders dan
NUMMER 17
ZATERDAG 27 FEBRUARI 1926
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon Ne. 18. Telefr.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
GEMEENTERAAD.
MADE.
(Vervolg.)
Het abattoir te Raamsdonks-
veer in den gemeenteraad
van Made en Drimmelen.
9. Bespreking Centraal Slachthuis
te Raamsdonksveer.
Voorzitter. Om hierover de noodige
toelichtingen te geven Is de heer v. d.
Werf, directeur van den vee- en vleesch-
keuringsdienst gekomen om een en
ander uiteen te zetten en toe te lichten.
Spr. begint met er op te wijzen, dat
1 juni 1927 de slachterijen moeten zijn
ingericht zooals in de wet staat aan
gegeven. Voor velen brengt dat moei
lijkheden en groote onkosten mede en
mede daarom wordt overal rond gezien
naar centrale slachtplaatsen.
Ook voor dit district is nagegaan
wat in deze het best kan worden ge
daan en gebleken is dat, wordt een
slachthuis zonder koelhuis gebouwd,
de kosten voor het slachten van een
koe f 3 en dat voor een varken f 1 50
zouden zijn. Zou men een centrale
slachtplaats met een koelhuis er bij
bouwen, dan zullen de kosten het
dubbele gaan bedragen. Deze cijfers
zijn den slagers ter kennis gebracht en
die achten vooral met een koelhuis er
bij, de kosten niet te hoog De belas
ting die de slagers dan gaat drukken
zal blijken geen bezwaar te zijn.
In een door spr. overgelegd rapport,
dat door den Voorzitter wordt voor
gelezen, blijkt dat volgens bespreking
met de slagers, deze over het algemeen
genomen voor een centrale slachtplaats
zijn met koelhuis. Slachter v. d Made
heeft zich tegen het bouwen van een
slachthuis met koelhuis verklaard.
Dan deelt de Voorzitter nog mede,
dat een adres is ingekomen van slagers
die verklaren, dat zij zich nimmer voor
het bouwen van een slachthuis hebben
uitgesproken
De heer v. d. Werf met zijn toelich
ting verder gaande, zegt niet te zullen
op gaan sommen waarom men het
noodig heeft geacht de Vee- en Vleesch-
keuringsdienst in het leven le roepen.
128>
Ook zal hij niet zeggen hoe voorheen
soms in de meest primitieve inrichtin
gen is geslacht. Vaak is zulks op een
manier gebeurd, dat de regeering in
het belang van de gezondheid zich
verplicht heeft gezien om in te grijpen
Nu moet het te slachten vee eerst
levend en daarna geslacht worden ge
keurd. Ook zullen nu aan de slachtplaat
sen en de wijze waarop het vleesch wordt
omgezet, eischen worden gesteld.
Hij zet uiteen aan welke voorschrif
ten de slachterijen voortaan zullen
hebben te voldoen.
De slachtplaats zal dan uit drie lo
kalen hebben te bestaan, voor velen
dus duur en onbereikbaar.
Spreker voegt er nog bij, dat het
z. i. verboden moest zijn dat de slagers
een hond mogen houden, wijl dit de
z.g. blauwwormziekte in de hand werkt.
In Friesland is daar eens een onder
zoek naar ingesteld en men kwam tot
het resultaat dat de blauwwormziekte
veel voorkomt, reden waarom men daar
de huisslachting niet van de keuring
heeft vrijgesteld.
Groot is tegenwoordig van slagers
zijde de oppositie tegen de slachthuizen
niet meer op grond van de vele voor
deden die voor hen aan dergelijke cen
trale slachtplaatsen vast zitten, vooral als
daar een koelhuis aan verbonden is.
Hij voor zich noemt een slachthuis
zonder een koelhuis een onding, want
dan mist de slachtplaats de groote
voordeden die het den slager kan
bieden.
Zoo bestaat in deze gemeente de
gewoonte dat de meeste slagers een
halve koe slachten. Nu moeten ze dus
steeds met een collega samen slachten,
wat dan niet meer behoeft, want dan
kunnen ze de eene helft bewaren tot
de volgende week zonder dat de kwa
liteit daardoor lijdt, integendeel over
het algemeen genomen is de kwaliteit
van dat vleesch doorgaans beter. Voor
uitlichten behoeven de slagers ook
niet bang te zijn want uit proefne
mingen die op groote schaal zijn ge
nomen, is gebleken dat een varken
van 100 K.G. dat er 9 dagen gehan-
Tabletten,
tegen keelpijn
gen had, maar 6 ons was uitgelicht.
Verder wijst spr. er nog op dat
vooral zomers veel voordeelen aan een
centrale slachtplaats zijn verbonden.
Doch niet alleen de slagers hebben er
voordeel van, ook de boeren bij nood-
slachting. Vaak moet nu worden af
gekeurd wat als er een koelhuis is
nog kan worden gered. Maar er is
nog meer nieuws b v. een boer die
vijf vette varkens heeft waarvan er een
de pest krijgt. Hij zal wel spoedig dat
eene varken van de andere scheiden,
maar er is geen enkele slachter meer
die zijn varkens koopt en toch wil hij
zijn varkens verkoopen. Het gevolg is
dat hij in handen van opkoopers moet
vallen en deze profiteeren van de ge
legenheid en geven slechts een heel
klein prijsje zeer ten nadeele van den
landbouwer.
Is er nu een centrale slachtplaats
dan brengt de boer in dergelijke ge
vallen zijn varkens daarheen en laat
ze uitponden en maakt dan op die
manier heel wat meer van zijn varkens.
Er is nog meer. Door een slacht
huis wordt de export bevorderd wat
de varkensmesterij weer ten goede
komt.
Ook met herkeuringen van bij nood-
geslacht vee kan een slachthuis zeer
dikwijls en vooral zomers, ten goede
werken.
Heeft men nu zomers met veel moei
lijkheden te kampen, niet alzoo is zulks
in een slachthuis want omdat het daar
altijd om het vriespunt is kan het be
drijf even rustig worden voortgezet en
nimmer zal het dan gebeuren dat
groote stukken vleesch, zooals dat nu
meermalen zomers voorkomt, den
grond in moeten. In een slachthuis
behoeft niets te bederven en het risico
aan het vak verbonden is dan 'ang
zoo groot niet.
Bij een slachthuis komt nog iets bij.
Nu slacht men zooveel dat men onge
veer genoeg heeft. Is er dan eens een
week dat men wat meer verkocht
heeft, dan moet men thans bij zijn
collega's gaan en dat gaat dan na
tuurlijk ten koste van de portemon-
naie. Is er een Centrale slachtplaats
met koelhuis, dan geeft het niet als
men zoo nu en dan eens wat meer
slacht, want door het blijven hangen
bederft het vleesch niet, integendeel
stijgt het in kwaliteit. Het zorgen dat
men altijd wat vleesch in voorraad
heeft is bij een slachtplaats dus zeer
gemakkelijk.
Nog een voordeel is zomers dat men
geen last van vliegen heeft.
Volgens een begrooting kan men in
Raamsdonksveer van de noodslacht-
plaats een centrale bouwen van
f 50.000 en wel met een koelhuis. Dat
is alleen mogelijk omdat men de be
staande gebouwen, die geheel zijn af
geschreven, beschikbaar heeft.
Zonder hooge rechten te heffen kan
zich hier het slachthuis bedruipen.
Het zal van de slagers een daad
van wijs beleid zijn als men er toe
overgaat en voor de landbouwers een
groot gemak zijn dat hun in veel ge
vallen ook nog een voordeel zal blijken
te geven.
Aan het slot van zijne bespreking
wijst de heer v. d. Werf er nog op dat
de slagers in het begin ook wel een
beetje wantrouwend tegenover de keu- i
ringswet hebben gestaan maar allengs,1
zelfs zeer spoedig is dat anders ge-
worden en is men prettig gaan samen
werken. Hij twijfelt er niet aan of zoo
zal het ook met een slachthuis gaan. I
De Voorzitter vraagt wat het zal
kosten om een slachtplaats geheel in
orde te laten maken zoodat het aan
de voorschriften voldoet.
De heer v. d. Werf zegt dat het
moeilijk is om deze vraag te beant-
woorden. Men zou daarvoor het huis
en de omgeving eerst moeten kennen.
Naar zijne meening zullen de kosten
ongeveer f 2500 a f 3500 kosten.
De heer Diepstraten vraagt of Made
voor zichzelf een dergelijk slachthuis
kan bouwen. Het behoeft dan niet
zoo groot te zijn, als het maar aan
de eischen voldoet.
De heer v. d. Werf zegt deze vraag
te hebben verwacht en daarom een
en ander te hebben nagegaan. Zou
men dat doen, dan zouden de kosten
op een koe zeker 15 k 17 gulden
worden en op een varken 9
a 10 gulden.
Nadat nog eenige vragen zijn ge
steld en beantwoordt, zegt de Voor
zitter, dat hij de slagers ook heeft
uilgenoodigd om hun belangen naar
voren'te brengen en zal zoolang deze
aan het woord zijn, de vergadering
schorsen.
De heer Jansen zei dat de slagers
door den directeur van de Vleesch-
keuringsdienst om den tuin zijn geleid,
want nooit hebben zij zich voor een
slachthuis verklaard Wel hebben zij,
als gevraagd werd of men liever een
slachthuis met of zonder koelhuis
wenschte, gezegd als er een slacht-
De ülcho van het Zuiden,
Wialvjjksete en Langstraatscke Courant,
Dit blad verechflnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Abonnementsprfl» per 8 maanden 1.26.
Franco per poat door het geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden «tokken, gelden, en*,
franco te zenden aan den Uitgever.
PrtJi der Advertentl&n
20 cent per regel; minimam 1.60.
Reclame* 40 cent per regeL
By contract flink rabat.
Advertentlën moeten Woensdag en Vrtydag
des morgens om al ter Ijk 9 aar in on* bedt
**n.
•at» „DM BOHO VAN HET ZUIDBN".
Sophie, in haar wit kostuum van huis
houdster. waakte op alles.
Zij verzekerde zich dat iedereen zich op
zijne bestemde plaats bevond.
Cazéres vooreerst, met eene eindelooze
waardigheid en eene goed geveinsde droef
heid. leidde den rouw, Wladimir vervangend,
die zoodanig door smart overstelpt was, dat
hy op zyne kamer moest blyven.
Elias Tarnoski ontbrak en Cazéres ver-
wensehte hem naar al de duivels der hel,
daar zyne afwezigheid voorzeker zou be
merkt en besproken worden.
Aan welke onaangenaamhied kon de vlucht
van dien lielschen dokter, op zulk een oogen-
blik, hen allen blootstellen.
Maar zie, zeide hij by zichzelven, een
spreekwoord gebruikend, dat hy gaarne aan
haalde, de wyn is getapt, hij moet gedronken
worden.
En de booswicht schrikte inwendig l>y de
gedachte dat er slechts een kleinigheid noo
dig was om dien wyn bitter te maken.
Achter den baron, op eenige stappen af
stand, volgde de rentmeester, aan het hoofd
van al de mannelyke dienaars.
Dan Sophie Mosser, met de vrouwelyke
bedienden van het huis.
Eindelyk, de menigte pachters, boeren en
boerinnen en talryke Burgers van Revel.
In den stoet bemerkte men buren noch edel
lieden.
Van zyne kinderjaren af had graaf Pa-
loutine nooit met iemand uit den omtrek be
trekkingen onderhouden.
Op het oogenblik dat de ïykstoet zich in
VrTahlpffpn.
beweging stelde, begon het gezang der popen
en der koorkinderen, terwijl de groote klok
van Ny-Slott den dood luidde.
Eensklaps bleef Sophie Mosser staan.
Er ontbrak iemand aan hare zyde, een der
voornaamste bewoners van Ny-Slott.
Dat was Mea. Mea, de dochter van Rurick
Hert zen.
Het gelaat van de huishoudster drukte nu
eene levendige onrust uit.
Zy was op het punt den stoet te doen stil
houden, geheel Ny-Slott te doorloopen óm
Mea te zoeken en ze naast haar te hebben.
Zy kon dat niet. Zy moest de menigte vol
gen.
Het was te laat, men bevond zich reeds op
de steenen brug.
Nog een oogenblik en men zou den ingang
van bet doodenveld bereiken.
Weldra overschreed bet hoofd van den
stoet den drempel der groote yzeren poort.
Het wit marmeren praalgraf was geopend.
Er waren daar nog verscheidene ledige
vakken, maar talrijker waren degenen die
reeds het stoffelijk overschot der voorouders
bevatten.
Eenige minuten nog, en de eikenhouten kist
waarin het lichaam van Renée rustte, was
in een der vrye ruimten geschoven.
De deur werd gesloten.
't Was gedaan.
Renée, de ongelukkige martelares, was le
vend begraven.
Zangen en gebeden werden nog gehoord
maar weldra verviel alles tot stilte.
Dan keerde de treurige stoet terug en hoop
te zich op onder de gewelven van het kasteel
van Ny-Slott.
Rurick en Sophie waren dan verplicht zich
met het „uitvaartmaal" bezig te houden.
Die menigte genoodigden had honger en
dorst.
Op eene der plaatsen van het kasteel wer
den groote tafels geplaatst en iedereen zette
zich neer, met gretigheid de stukken vleesch
etende en zich te goed doende aan bier en
brandewyn.
Wakend en zorgend opdat alles in de beste
orde zou afloopen, ging Sophie Mosser voort
durend tusschen de lange tafels op en neer.
In een hoek werden hare oogen getrokken
naar Cazéres, die, met gefronste wenkbrau-
wen en onrustigen blik. tegen een pilaar ge-
leund stond.
Zy naderde hem en fluisterde hem eenige
woorden in het oor.
De baron werd nog bleeker en sidderde.
Ik dacht er aan, sprak hy, dat is het
wat ik vrees.
Zoek haar. Zoek spoedig en breng ze
hier.
Sophie keerde zich haastig om.
Nick Frolop stond tegenover haar.
Ook hij was ongerust, beefde en was doods
bleek.
Had hy de laatste woorden gehoord?
Sophie Mosser, sprak hy, zyn woorden
niet kunnende vinden, gy hebt haar dus ook
niet gezien. Mea Hertzen? Ik zoek haar van
af het begin der plechtigheid en ben er niet
in gelukt haar te vinden. Waar is zy?
De huishoudster poogde ty<l te winnen.
Gy kunt u later met uwe liefdeszaken
bezighouden, Nick Frolop. zeide zy. Gy ziet
wel dat al die dienaren met bezigheden over
last zyn. Welaan, haast u, aan het werk. Ga
de anderen helpen, gy zult later uwe ver
loofde wel vinden.
Nick Frolop was niet genoeg bespraakt om
de geduchte huishoudster te woord te staan'.
Ily moest er dus toe besluiten naar de
dienstboden terug te keeren en hen te helpen
tot dat de maallyd zou eindigen.
Weldra hadden al de aanwezigen hun deel.
Er hieven op de plaats nog eenige n cli ter-
hl y vers, die met begeerlyke blikken rondke
ken om nog wat machtig te worden.
Nick Frolop hield zich op een afstand van
Rurick; het tooneel van den avond tevoren
was wel zeker de oorzaak zijner afgetrokken
heid.
Maar, hoewel Rurick volgens zyne ge
woonte, meer dan zyn deel gedronken had,
moest liy al spoedig, toen de groote menigte
vertrokken was, de afwezigheid van Mea be
merken.
En, zooals daar aanstonds Nick Frolop, na
derde hy de huishoudster en vroeg haar
Waar is myne dochter?
Wel, stamelde Sophie Mosser. die zich
niet gemakkeiyk ontstelde, ik weet dat niet;
zy is hier geweest, maar 't is nu reeds lang
dat ik haar niet meer gezien heb.
Nick Frolop was genaderd en zeide met
een angstige, bevende stem
O, zy heeft de plechtigheid niet hy ge
woond, dat is zeker. En het is te vergeefs,
dat ik haar gezocht heb.
Het gelaat van Rurick nam, leeiyk en bru
taal gelijk het was, eene vreeseiyke uitdruk
king aan.
Mea, riep hy met heesche stem, Mea,
mijne dochter
O, hy zocht ze niet.
Maar hy liep rechtstreeks naaf de kamer
van graaf Paloutine.
Want hy raadde goed waar zyn kind zich
bevinden moest en 't was ten prooi aan een
zinnelooze jvoede dat hy al loopende, riep:
Mea, myn kind. Myn dochter.
Maar de kamers waren groot.
'Verscheidene gangen omringden ze.
Niettemin, Rurick aarzelde niet.
Met gebogen hoofd, als een woedende stier,
viel hij tegen de dubbele deur aan, die de
kamer van Wladimir afsloot.
Dik en stevig, weerstond de deur aan de
vreeselyke schokken, slechts een licht ge
kraak werd gehoord.
Een paar nog geweldiger sehouderstooten
werden beproefd, maar het was vergeefsche
moeite.
Dan liep de rentmeester in alleryl de trap
pen af en kwam eenige oogenblikken later
terug.
Ditmaal was hy gewapend met een tuig
dm een os neer te vellen, een soort van yzeren
beukhamer met eikenhouten steel.
Dat was, in zulke handen, een gevaarlyk
wapen, waartegen niets zou kunnen bestaan.
Sophie Mosser, Cazéres en Nick Frolop wa
ren hem gevolgd.
IIy scheen hen niet te zien, alleen geheel
ten prooi aan den vreeseiyksten haat.
De getuigen van dat verschrikkelijk too
neel begrepen wel dat alle tusschenkomst
van hunnentwege onmogelyk was, daar de
razende rentmeester niet zou geaarzeld heb
ben allen te dooden die het zouden gewaagd
hebben hem te trotseeren.
De yzeren beukhamer zou het hoofd ver
pletteren van den onvoorzichtige, die hem
zou pogen te weerhouden.
Met een eersten slag deed Rurick het slot
aan 9tukken springen. Een tweede deed een
der paneelen in splinters ten gronde vallen.
En aanstonds sprong de deur open, en Wla
dimir, gewapend met een revolver, verscheen
op zyne beurt, even dreigend als Rurick zelf.
Rurick verloor zyn tyd niet met hem aan
te kyken, met hem uitleg te vragen.
Zyn yzeren beukhamer wegwerpend, als 'n
nutteloos geworden wapen, duwde hy zyn
meester met ruw geweld op zyde. zoodat deze
achterover viel en over het vloertapyt rolde.
Met. gebogen hoofd liep Rurick dwars door
de kamer, maar hy had niet lang te zoeken
naar zyne dochter.
Mea. het schoon en edelhartig meisje trof
hy daar aan.
Toen het arme kind Rurick herkende, harst-
te zy in tranen los, terwijl zy hare armen om
den hals liuars vaders sloeg.
Dat meisje is zinneloos, stamelde Wla
dimir.
En met een gebiedend gebaar voegde hy
erby
Vertrekt, vertrekt allen. Ben ik hier
dan de meester niet meer?
De stem van den ellendeling hoorend, kon
Men zich niet beletten een kreet van afschrik
te slaken.
Zenuwachtig bevend, stond zy op, en zich
aan den arm baars vaders vastklampend
Vader, vader, jammerde zy op een toon
van wanhoop, leid my van hier weg. Leid my
weg, of ik zal zinneloos worden.
Rurick liet zich dit geen tweemaal zeggen.
Iiy stond op, de <j>ogen beladen met drei
gende vlammen, en haar met zyn sterken arm
beveiligend.
Kom, zeide hy eenvoudig.
Nick Frolop volgde hen, maar in den gang
keerde Rurick zich tot hem en zeide:
Ook gy Nick Frolop. Vertrek, verlaat
deze vervloekte plaats. Ik gebied het u. Keer
terug naar uwe woning.
Dan leidde Rurick zyne dochter in zyn ka
mer en deed de deur op het nachtslot.
Zoodra de rentmeester, zyne dochter en
Nick Frolop vertrokken waren, had Wladi
mir. zooals men het wel begrypen zal, bloe
dige verwyten te doorstaan van Andrea Ca-
zeres en van Sophie Mosser. die. hoewel onge
voelig voor hetgeen Men betrof, het den mees
ter van Ny-Slott niet vergeven konden hen
nog meer in gevaar gebracht te hebben dan
zy het reeds waren.
(Wordt vervolgd).