DE ECHO VAN IET ZUIOEN
In den hoenderhof.
Nq. 39. Zaterdag 15 Mei 1926. 19e Jrg.
TWEEDE BLAD.
GEMEENTERAAD.
HAARSTEEG.
Openbare vergadering van den raad
dezer gemeente op Dinsdag 11 Mei
des avonds ten 6 uur.
Voorzitter Edelachtb. heer Van Bok
hoven.
Ongeveer kwart over 6 uur opent
de Voorzitter de vergadering; aan
wezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden voorgelezen.
De heer Dobbelsteen zegt een kleine
aanmerking op de notulen te moeten
maken. Door den Secretaris is voor
gelezen als zou hij in de vorige ver
gadering gezegd hebben dat de aan
bestedingen voortaan ten overstaan van
den raad zullen plaats hebben. Dat is
zijn bedoeling niet geweest Zijn be
doeling is dat de raad inzage krijgt
van alle desbetreffende stukken.
De Secretaris zegt alles genotuleerd
te hebben zooals is gezegd. De bedoe
ling van het gezegde kan hij in de
notulen niet weergeven.
Van Vrede. Wij willen alleen de
goedkeuring aan den raad overlaten.
Van Engelen. Hoe geschiedt het nu
met de verhuringen en verpachtingen.
Is dat nu aan Burg. en Weth. of aan
den raad.
Voorzitter. In een vorige vergadering
is besloten dat dit voortaan door den
raad zal geschieden.
Daarna worden de notulen goed
gekeurd.
AAN DE ORDE
1. Ingekomen stukken.
Schrijven van Ged. Staten houdende
eenige opmerkingen inzake de wijzi
ging van de begrooting.
De Voorzitter merkt op dat alles
slechts van adrriinistratieven aard is
en Burg. en Weth. Ged Staten reeds
hebben geantwoord.
Aanvraag om ontheffing van school
geld.
Van W. Bijnen is bericht ingekomen
dat hij in de Rijksinkomstenbelasting
is aangeslaan voor een werkelijk in
komen van f 1200 Daar gaat af f700
voor kinderaftrek, zoodat hij slechts
voor een inkomsten van f500 moet
betalen en nu is zijn meening dat
iemand met een inkomen van f 500
vrijgesteld is van schoolgeld.
Voorzitter. Wat adressant zegt is
volkomen waar. De zaak is echter
zooVan Herpt hebben wij een op
gaaf gekregen dat hij was aangeslaan
voor f 1200. Van kinderaftrek werd
niet gesproken. Volgens berekening
moet hij nu f 6.60 terug ontvangen.
Wordt besloten terug te geven.
Naar aanleiding van een verzoek
schrift om ontheffing van schoolgeld
van J. van Son, gaat de raad over in
geheim Comité.
Na heropening stelt de Voorzitter
aan de orde
2. Brief van Ged. Staten inzake
kwestie aanbesteding.
Voorzitter. Ik zal dit schrijven eens
voorlezen.
Dobbelsteen. Mijnheer de Voor
zitter....
Voorzitter leest door, het volgende
schrijven
Uit Uw nevenvermelden brief blijkt
niet. welke bezwaren uwe vergadering
heeft tegen de bedoelde aanbesteding.
Wij stellen U in de gelegenheid die
bezwaren nader te omschrijven.
Wij verzoeken U echter, U te ont
houden van onbetamelijkheden en be
leedigingen aan het adres van in over
heid gestelde personen waardoor uw
betoog noch versterkt noch gebaat,
enkel geschaad kan worden.
De Gedeputeerde Staten van
Noord Brabant,
(w g.) A. VAN VOORST TOT VOORST,
Voorzitter,
(w g.) WAGENAAR, Griffier.
Dobbelsteen. Ik stel voor eerst het
volgende punt van de agenda te be
handelen.
Voorzitter. Dit kan toch wel eerst.
Dobbelsteen. Ik ste voor eerst het
andere te behandelen.
Voorzitter. Als de overige leden er
tevreden mee zijn, dan heb ik er geen
bezwaar tegen.
Winkel. Waar dient dat nou weer
voor.
Voorzitter. Ik weet niet was ze van
plan zijn.
3. Brief van Ged. Staten in afschrift
hierbij gaande inzake begrooting 1926
(ingekomen 7 Mei).
Uit de voorlezing van dit schrijven
blijkt dat door den Vice-Voorzitter van
den Raad van State wordt medege
deeld dat een gemachtigde uit den
lege op 12 Mei, teneinde te worden
gehoord over de bezwaren welke ge
maakt zijn tegen de begrooting voor
1926.
De heer Dobbelsteen merkt op dat
voor veertien dagen geleden eenspoed-
eischende vergadering is opgeroepen
alhoewel zulks niet pertinent noodig
was. Nu zulks veel meer zin heeft,
wordt het niet gedaan. Hij noemt zulks
een alles behalve fatsoenlijke behan
deling. s
Voorzitter. De vergadering moet toch
acht dagen van te voren worden uit
geschreven en op een Dinsdag worden
gehouden en hier moesten wij voor
dien tijd van antwoord dienen.
Dobbelsteen. Bij voorkeur moeten de
vergaderingen op Dinsdag worden ge
houden. Het is toch absoluut geen
handelwijze om op den vooravond van
den dag, waarop een zaak in den Haag
moet worden behandeld en waarvoor
een afgevaardigde moet worden aan
gewezen, een vergadering uit te schrij
ven. Die eerst uitgeschreven spoed-
eischende vergadering was niet noodig.
En dan was die uitgeschreven op een
heel ongelegen uur, waarop de meeste
leden niet aanwezig konden zijn.
Deze vergadering had men best
eerder bijeen kunnen roepen.
Voorzitter. Dat kon ik niet.
De heer Dobbelsteen zegt persoonlijk
in Den Haag verschillende stukken te
hebben opgevraagd. Logischer was het
geweest indien nu een spoedeischende
vergadering was uitgeschreven.
Voorzitter. Ik moet de vergadering
op Dinsdag uitschrijven. Andere dagen
komen jullie niet.
Dobbelsteen. Wij moeten nu iemand
benoemen die morgen naar Den Haag
gaat. Een vorig jaar heeft men zoo'n
drukte gemaakt over de kosten die wij
maakten om uit Den Haag stukken op
te vragen. Ik heb het nu zelf gedaan
en weet je wat de kosten zijn Dertig
heele Hollandsche centen. Men gaf zoo
af dat wij niet voor bezuiniging waren
door maar kosten te maken om dér-
gelijke stukken op te vragen. Men ziet
wat er van overblijft.
Voorzitter. Daar is geen drukte over
gemaakt.
Dobbelsteen. Daar kan ik u de be
wijzen nog van overleggen.
Voorzitter. Om* die bewijzen van
u geef ik niets.
Winkel. Nou.
Van Hemert. Ik stel voor Dobbel
steen aan te wijzen om morgen naar
den Haag te gaan.
Voorzitter. Daar zullen we over
stemmen.
Van der Heijden. Moet dat op kosten
van de gemeente gebeuren.
Voorzitter. Natuurlijk.
Winkel. Om op hun eigen kosten
te gaan kan niet lijden. Wat hebben
ze een vorig jaar er mee verdiend met
die kosten te maken.
Dobbelsteen. Er zijn in den Raad
van State andere leden gekomen. Mis
schien beoordeelen die de zaak beter.
Van der Heijden. Maar het is toch
verschrikkelijk om op kosten van de
belastingbetalers naar den Haag te gaan
als men vooruit weet dat er niets te
bereiken is.
Dobbelsteen. Daar weet u niets van.
Van Vrede. In den Haag is men
toch ook niet gek. Ze zullen daar toch
niemand gaan oproepen, als ze van te
voren weten dat er niets aan te doen is.
Winkel. Die weten van te voren
niet zoo goed als wij wat het is. Maar
afin, als je nou maar eens graag op
kosten van de gemeente naar den Haag
gaat
De heer Dobbelsteen wordt daarna
met vier stemmen aangewezen.
Drie stemmen waren in blanco uit
gebracht
Dobbelsteen. Mijnheer de Voorzitter
u zal zeker wel zorg dragen, dat ik
tijdig een volmacht in mijn bezit heb.
De Voorzitter antwoordt toestem
mend.
Hierna wordt punt 2 aan de orde
gesteld.
Voorzitter. Heeft iemand daar nog
iets op te zeggen.
Dobbelsteen. Jawel. Wij hebben
gemeend dat schrijven niet onbeant
woord te moeten laten.
Het schrijven luidt als volgt
Aan het College van Ged. Staten
van Noord-Brabant
Den Bosch.
WelEd. Zeer Gestr. Heeren,
Wij ontvingen Uw schrijven d.d.
Maart j 1., betreffende aanbesteding,
waarover wij U berichtten, met onzen
brief van 23 Febr. jl., doch spijt het
ons, dat door onwil en dwarszitterij
van onzen voorzitter, ons antwoord
eerst heden aan U doorgegeven kan
worden. Wel werd door onzen Voor
zitter op 6 Maart het volgende schrij
ven aan een onzer collega's, den heer
van den Dobbelsteen gezonden:
Hedikhuizen, 6 Maart 1926.
Aan den heer v d. Dobbelsteen e. a.
Lid van den Gemeenteraad
Hedikhuizen.
gemeenteraad wordt uitgenoodigd ora>
te verschijnen voor eerstgenoemd col- Ik heb de eer U hierbij te zenden
een afschrift van den bij mij ingekomen
brief van Ged. Staten dd. 3 dezer G.
Nr. 244. met beleefd verzoek hieraan
alsnog gevolg te geven.
U gelieve spoedheidshalve het con
cept-antwoord voor Ged. Staten aan
mij in te zenden, dan zal ik voor door
zending zorg dragen.
De Burgemeester,
J. van Bokhoven.
maar hierop antwoordde genoemde
heer terecht als volgt:
Hedikhuizen, 15 Maart 1926.
Den Heer Burgemeester der
Gemeente Hedikhuizen.
In beleefd antwoord op Uw schrijven
van 6 dezer, met afschrift brief Ged.
Staten dd. 3 dezer, moet ik U tot mijn
spijt mededeelen, dat ik niet aan Uw
verzoek kan voldoen, aangezien het
schrijven van Ged. Staten gericht is
aan den Gemeenteraad van Hedikhui
zen en ik niet wil zien, dat de Raad
in mij verpersoonlijkt wordt.
Ged. Staten hebben trouwens des
tijds zelf bericht, dat zij niet willen,
dat ééne raadsfractie, laat staan één
lid, buiten den Raad om, iets indient.
't Beste zal dus zijn bewust schrijven
gewoon in den Raad te behandelen.
Hoogachtend,
Adr. van den Dobbelsteen.
Ofschoon er dus reeds 6 Maart spoed
bij antwoord was, oordeelde onze voor
zitter het, na ontvangst van bovenstaand
geheel logisch antwoord, eerst op 26
April noodig, Uw brief in behandeling
te doen nemen. Daar door hem toen
evenwel, geheel ongemotiveerd, een
spoedeischende vergadering op een
uiterst ongeschikt uur bijeen werd ge
roepen, waren de meeste leden van
onzen Raad verhinderd te komen, en
kon de vergadering, wegens onvoltal
ligheid, geen doorgang vinden. Eerst
heden, 11 Mei, nu werkelijk een spoed
eischende vergadering een paar dagen
geleden reeds had kunnen bijeenge
roepen worden, stelt* men ons in de
gelegenheid Uw College van antwoord
te dienen.
Na kennisname van bovenstaande,
daarbij gevoegd de feiten, welke wij
U mededeelden met onze motie van
afkeuring dd. 10 Oct.'25 en ons schrij
ven aan U van 23 Febr. jl., gelooven
wij wel, dat U het met ons eens zult
zijn, wanneer wij de zinsnede van Uw
brief, betreffende onbetamelijkheden
enz. endosseeren aan den „bedoelden
in overheid gestelden persoon". Wij
kunnen ons ook niet indenken, van
een zoo hoogstaand College als het
Uwe, dat boven eenig partijbelang ver-
heven moet zijn, dat onze vrije, open
hartige en waarheid bevattende brie
ven, van invloed kunnen zijn op door
U te nemen beslissingen en zou hier
door dan ook slechts een verkeerden
indruk gewekt worden.
Wat nu de onderhavige aanbesteding
betreft. Volgens art. 142 der gemeente
wet moeten aanbestedingen in't open
baar geschieden en moet bijgevolg
hierbij alles zoo openlijk en eerlijk
mogelijk toegaan. Daar bij diverse an
dere aanbestedingen zich reeds onre
gelmatigheden hadden voorgedaan,
werd een onzer leden door een der 2
inschrijvers verzocht bij bedoelde aan'
besteding tegenwoordig te zijn, om een
en ander te kunnen controleeren.
Toen bewust lid even in het lokaal
waar de aanbesteding gehouden werd,
tegenwoordig was, vroeg hem de voor
zitter: „Wat kom jij hier doen", waar
op dit lid antwoordde, dat hij wel eens
wilde zien. hoe het er op zoo'n aan
besteding toeging.-Deze vraag was n.b.
geheel overbodig, daar iedereen het
recht had daarbij tegenwoordig te zijn.
Na voorlezing der condities enz. le
verde de door bewust raadslid verge
zelde persoon zijn biljet in en kwam
dit dus onder te liggen. Op dat mo
ment moest de tweede inschrijver, een
vriend van den voorzitter, ex gemeente
veldwachter en wiens schoonzoon als
wethouder tegenwoordig was, zijn bil
jet nog invullen. Toen dit biljet inge
leverd was, kwam dit boven te liggen.
De logische volgorde zou nu ge
weest zijn, dat laatstingeleverde biljet
het eerst geopend werd, maar neen,
eerst werd 't onderste biljet geopend en
werd dit natuurlijk hooger bevonden
dan bovenste van 2en inschrijver.
Daar het hierbij tegenwoordige raads
lid de zaak niet zuiver vond. verlangde
hij inzage der biljetten, doch juist toen
hij deze bijna beet had, viel de Voor
zitter met zijn volle lichaam op de
biljetten, zeggende: „Jij mag die niet
zien. Ik begrijp feitelijk niet, wat jij
hier komt doen-" Hierop ontspon zich
nog eene kleine woordenwisseling en
verliet't raadslid met len inschrijver
Raadhuis, den Voorzitter de verzekering
gevende, dat hij hiervan meer zou
hooren.
Ieder weldenkend mensch zal na
lezing van bovenstaande wel degelijk
begrijpen, wat een competent raadslid
daar kwam doen.
Daar dus de aanbesteding in kwestie
niet geheel volgens de wet heeft plaats
gehad, verzoeken wij U nogmaals be
leefd, daar inzage der biljetten werd
geweigerd, opnieuw de aanbesteding
te doen plaats hebben, daar wij aan
deze rekening geen sanctie kunnen
verleenen.
Dat er aan deze aanbesteding een
luchtje gezeten heeft, bewijst wel het
feit, dat toen le inschrijver dezer dagen
voor zekere zaak op Raadhuis moest
zijn, deze reeds met mooie beloften
voor volgende aanbesteding werd ge
paald.
Dergelijke praktijken worden gebe
zigd om goedgeloovige menschen wel
licht over te halen, een verkeerde
voorstelling der feiten te geven.
Wij vertrouwen dan ook, dat U in
casu zoo onpartijdig mogelijk zult
handelen en zien wij Uw antwoord
met belangstelling tegemoet.
Hoogachtend,
De Raad der Gemeente Hedikhuizen.
Haarsteeg-Hedikhuizen, 11 Mei 1926.
Voorzitter. Kan de raad zich met dat
schrijven vereenigen.
Winkel. Ik begrijp niet waar ze de
eugens vandaan halen en die dan nog
durven neerschrijven.
Voorzitter. Dat is niet erg Hoe groo-
ter de leugens zijn, hoe beter dat het is.
Met vier tegen drie stemmen wordt
besloten het schrijven le verzenden.
Voor stemden de heeren van den
Brand, van Hemert, Dobbelsteen en
van Vrede. Tegen de heeren Winkel,
van Engelen en van der Heijden.
Voorzitter. Er zijn nu drie leden die
voor stemmen en totaal niets van de
zaak af weten.
Dobbelsteen. En er is er een die
zegt „sterk tegen" en er totaal niets
vanaf weet.
Voorzitter. Die het gezien hebben
weten beter.
Winkel. Het is goed, dat er getuigen
zijn die weten dat alles logen is.
4. Voorstel van Burg. en Weth. om
afwijzend te beschikken op het ver
zoek van het gemeentebestuur van
Vlijmen om een bijdrage van */sin de
kosten van verbetering en van jaar
lijksch onderhoud van de Priemsteeg.
De Voorzitter merkt op dat dit
schrijven aan Burg. en Weth. is ge
richt en daarom hebben deze bereids
een antwoord gegeven.
Burg. en Weth. hebben te kennen
gegeven dat het niet op hun weg ligt
om subsidie te gaan geven. Ze willen
de beslissing van den raad niet vooruit
loopen maar meenen te mogen op
merken dat het verzoek om subsidie
hun ten zeerste heeft verbaasd Dat
de Priemsteeg veel door ingezetenen
van deze gemeente wordt gebruikt en
het derhalve billijk zou zijn dat in de
kosten door de gemeente moet wordeh
bijgedragen, is niet steekhoudend,
want dan zou de gemeente Vlijmen
al lange jaren in het onderhoud van
den weg hier hebben moeten bijdragen
want in veel sterker mate wordt door
de gemeentenaren van Vlijmen van
dezen weg gebruik gemaakt. De traetor
in gebruik bij de firma Prinsen en Van
Halder, die aan Vlijmen veel belasting
betaald, de weg "Voor een groot ge
deelte vernield Ook Rijk en Provincie
maken er druk gebruik van en
betalen toch niet in de kosten van
het onderhoud bij.
Dobbelsteen. Is het de bedoeling
om den rijweg te verbeteren of alleen
de fietspad.
Voorzitter. Heel de Priemsteeg.'
Dobbelsteen. Daar ben ik glad
tegen. Als het alleen nu de fietspad
was, want er zijn nog veel menschen
die daar gebruik van maken
Voorzitter. Sinds de bussen rijden
is dit niet zooveel meer. Van hieruit
gaat men niet veel meer met den trein
mee. Dat is zoowat alles met de bussen.
Dobbelsteen. Er zijn nog altijd
menschen die van de bussen geen
gebruik maken
Van Vrede. Wat zijn de kosten
zoowat voor het onderhoud van den
fietspad.
Voorzitter. Dat is zoo niet te zeggen.
Laatst is het f 24 geweest.
'Winkel. Onze wegen kunnen we
zelf met heel veel moeite een beetje
bijhouden en waarom zouden we
andere gemeenten daarin gaan helpen.
Van den Brand. Ik ben er ook tegen.
Het voorstel van Burg. en Weth.
om afwijzend te beschikken, wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
Van Engelen. Ik stel voor om ook
niet bij te dragen, gedachtig aan het
spreekwoordals men een vinger
geeft, neemt men een geheele hand
Dobbelsteen. Ik geloof toch wel dat
van dit fietspad meer menschen van
Haarsteeg gebruik maken dan van
Vlijmen
Van Engelen. En hoeveel men
schen maken er niet meer gebruik
van onze wegen en krijgen wij eenige
bijdragen.
Voorzitter. Ge kunt vragen waar ge
wilt, maar ge zult het nergens krijgen.
Van Vrede. Vroeger is er wel ge
geven.
Voorzitter. Toen was het verkeer
anders.
Wordt besloten in het onderhoud
van het fietspad een kleine bijdragen
te verleenen.
5. Bespreking laad- en[losplaats te
Hedikhuijzen.
De Voorzitter merkt op dat deze
osplaats de gemeente aan onderhoud
veel geld kost terwijl er zoo goed als
geen gebruik van wordt gemaakt sinds
de booten niet meer aanleggen.
Van den Brand. Dan zou ik het ook
maar gauw laten loopen.
Van Vrede. De vraag is maar of
Hedikhuijzen er nog iets van profi-
teerd.
Voorzitter. Dat is van geen betee-
<enis Het zijn alleen zoo nu en dan
eens vreemdelingen. Het contract dat
we met de Rijkswaterstaat hebben
oopt in November af.
Dobbelsteen. Het vooruitzicht dat
er nog booten zullen gaan aanleggen
bestaat zeker ook niet meer.
Van Hemert. Ik denk dat er in den
laatsten tijd meer voor Haarsteeg dan
voor Hedikhuijzen is gelost.
Door den Voorzitter wordt hierna
een gedeelte van het contract voorge
lezen. Daaruit blijkt dat bij opzegging
van het contract alles in den ouden toe
stand moet worden teruggebracht.
Van Vrede. Dan zal hel tolhoofd
weg moeten.
Van der Heijden. Al gaat dif weg,
dan zou, als het moet, nog v .1 een
schip ligplaats kunnen nemen.
De Voorzitter merkt op dat dit dan
niet meer mag. De onderhoud kosten
hebben onlangs nog f 2000 bedragen
waarin de polder voor f 900 is ten
goede gekomen.
De heer Van Hemert stelt voor het
contract op te zeggen en daarna een
verzoek te richten om te mogen lossen
of laden wat alleen in de peeëntijd
zal geschieden. Daardoor zal het Rijk
niet de minste schaden ondervinden.
Daartoe wordt besloten.
6. Ontwerp-verordening aanwijzende
de nog geldende strafverordeningen
ingevolge art. 179 der GemeenteWet.
Conform het voorstel van Burg. en
Weth. wordt besloten.
7. Aanoieding gemeenteverslag over
1925.
Wordt voor de leden ter inzage
nedergelegd.
8. Bespreking a. s. hooilandver
pachting.
Van den Brand. Ik zou het publiek
verpachten en bij opbod. Moet een en
ander niet met de Notarissen worden
geregeld.
Voorzitter. Ja, maar het moet toch
een dag of 14 van te voren bekend
worden gemaakt.
Dobbelsteen. Ik zou het juist als een
vorige keer doen, dat Burg. en Weth.
zich verstaan wat de beste dag zal zijn
en ons dit dan laten weten.
Van Hemert. Komt de visscherijver-
pachting van den Bokhovenschen dijk
dan ook.
Voorzitter. Ja, alles wat bij de groote
hooilandverpachtingen komt.
De Voorzitter deelt nog mede dat
van het gemeentebestuur van Nieuw-
kuijk het verzoek is ingekomen om
ingeval van brand in de Hoeve van
de brandspuit van deze gemeente ge
bruik te mogen maken, omdat zij met
hun spuit er zoo moeilijk kunnen ko
men. De leden van de brandspuit van
Nieuwkuijk zullen dan dienst mee doen.
Van Hemert. En wie betaald de
vergoeding van de leden van onze
brandspuit.
Voorzitter. Dat zal Nieuwkuijk ook
doen.
Van Hemert. Dan is er niets tegen.
Alleen zou ik ook nog bepalen dat zij
de onkosten moeten betaten zoo er
stukken aan het materiaal komen.
Daartoe wordt besloten.
De heer Van Hemert wijst op den
weg naar Hedikhuijzen. Bij de hand
wijzers bevinden zich eenige kuilen.
Worden die dichtgemaakt, dan is de
weg zeer goed.
Winkel. Dat zal worden gedaan.
Daarna wordt de vergadering ge
sloten.
Kuikenziekten.
Coccidiosis. Een heel geleerd woord
voor een ziekte, die niet minder ge
vaarlijk is dan de Pullorum ziekte, in
't nummer van Zaterdag j 1. beschre
ven. De naam Coccidiosis is afgeleid
van Coccidiam De coccidiën '!!n mi-
crobische organen, die op een hoo-
geren trap van ontwikkeling staan dan
de bacteriën.
Coccidiosis komt niet alleen voor
bij kippen, doch ook bij ratten, cavia's,
konijnen, geiten, katten en honden.
Ook bij den mensch komen coccidiën
voor, echter alleen als niet ziekte ver
wekkende parasiet in den darm. Het
eigenaardige van de coccidium verwek
kende parasiet is, dat deze voor iedere
diersoort verschillend is. De coccidium,
waar de kip gevoelig voor is, kan geen
schaap infectoeren en omgekeerd. Bij
iedere diersoort behoort een eigen
coccidiumsoort. Gelukkig, anders zou
de coccidiosis nog een veel grootere