Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. f M FEUILLETON GEEN GEWETEN. ook U maar eens 49e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon Not 38. Telegr.-AdresECHO. EERSTE BLAD. Bij geïnteresseerden was er wel eenige hoop, dat na de verdwijning van het kabinet—Colijn ook diens plannen voor een weelde-belasting in de duistere diepten van het archief verdwijnen zouden, maar Minister De Geer kwam al dra met de verrassing van nieuwe ontwerpen naar hetzelfde beginsel. Tegen eene belasting van werkelijke weelde zou misschien niet veel in te brengen zijn, al blijft 't juist, dat alle indirecte belastigen minder wenschelijk zijn en hoogstens een noodzakelijk kwaad geacht kunnen worden. Alle inkomsten door de overheid uit be drijven, accijnsen e. d. getrokken, zijn tenslotte belastingen, die op oneven wichtige wijze de onderscheidene groepen van burgers drukkenslechts wanneer alle noodige gelden uit één inkomstenbelasting getrokken werden, zou een juiste verdeeling van den be lastingdruk bereikt kunnen worden 'n bezwaar tegen zoo'n systeem is alleen, dat daardoor te helder naar voren zou komen, wat we den fiscus offeren èn dat belasting ontduikers zich met één slag aan den voornamen, doch zuren plicht van den staatsburger zouden kunnen onttrekken. De ontwerpen van weeldeverterings- belasting hebben ten doel den druk van eenige directe belastingen te ver minderen, n.l. de personeele belasting en de successiebelasting, welke belde in 't bijzonder de meer kapitaalkrach tigen treffen. Een zuivere weeldever- teringsbelasting voor een deel der ge noemde belastingen in de plaats, zou den druk dus geenszins wijzigen, maar slechts van vorm of aard veranderen, 't Ergste echter Is, dat er in de ont werpen zooveel zaken genoemd worden, die een algemeene behoefte zijn en dus voor de ontheffing van den druk op de hooge inkomens de burgers van alle maatschappelijke standen moeten offeren. Belastbaar gesteld worden b.v. schoenen, voor zoover niet van zwart of bruin leder vervaardigd, wollen- of half wollen dekens, matrassen, peluws, lakens, tafelgoed, als die van linnen of half-linnen zijn vervaardigd, een voudige meubelen, zoo gauw er eenig snijwerk aan is enz. Brandkasten worden eveneens belast, ofschoon die gewoonlijk slechts in zaken gebruikt worden voor opberging van boeken en bescheiden, allerminst een weelde. 't Ergste is echter wel, dat de voor gestelde ontwerpen in 't bijzonder onze industrie bedreigen. We tobben nu al jaren met eene groote werkeloosheid, eensdeels door concurrentie uit landen met lage valuta, anderdeels door ver minderde consumptie. Door eene be lasting met 10 pCt. van vele gebruiks artikelen zal de consumptie nog ster ker verminderd worden en de werke loosheid dus verhoogd de concurren tie met het buitenland wordt bemoei lijkt, doordat het gedachte verschil van 2 pCt. tusschen invoerrechten en weeldeverteringsbelasting in een voor deel voor de importeurs verkeert, zoo- weldoordezelagere productiekosten als door de te lage waarde-aangifte, die bij import een gewoonte is. Vooral in het Zuiden des lands is het verzet tegen de ontwerpen zeer sterk; déér wordt men er dan ook het gevoeligst door getroffen, omdat de industriën voor gebruiksartikelen in het Zuiden geconcentreerd zijn schoen- en leder industrie, wollen stof fen fabrieken., linnenweverijen enz.^ De Kamers van Koophandel in Til burg, Eindhoven, Waalwijk en andere plaatsen in het Zuiden, werkgevers- en sociale organisaties hebben reeds naar de Tweede Kamer gerequestreerd om hare bezwaren kenbaar te maken. Ook van elders komen ernstige bedenkingen van industrieele zijde bij de Kamer binnen o.a. van de Vereeniging van Nederlandsche Tapijtfabrieken die o. a. aantoont, hoe enorm de import van buitenlandsche tapijten is, tegenover den binnenlandschen afzet der Neder landsche Tapijtenindustrie. In 1925 bedroeg de import nog een waarde van f 7.458 000 en de binnen- landsche afzet van de Nederlandsche Tapijtindustrie was in datzelfde jaar slechts f 5.916,000. Door de voorge stelde belasting zal dit verschil na tuurlijk nog grooter worden. Het Hotel-wezen zal er ook ernstig door lijden. Gelokt door de lage valuta brengen nu reeds duizenden Neder landers hun vacantie in het buitenland door; eene verteringsbelasting zal het profijt daarvan nog grooter maken en de goede Nederlandsche hotels en pen sions zullen voor buitenlanders onbe taalbaar duur worden. Zooals de ontwerpen er nu liggen, zien we er geen enkel voordeel in. Hooge inkomens zullen wat baat vinden in eene vermindering van personeele- en successiebelasting, maar door eene verminderde consumptie en verscherpte buitenlandsche concurrentie, zullen vele kapitalen minder voordeelen opleveren, doordat de binnenlandsche industrie benadeeld wordt. De kleine inkomens hebben in hoofd zaak slechts nadeelen van de wet: verhoogde prijzen van verschillende noodzakelijke levensbehoeften, ver meerdering van de werkeloosheid. We gelooven niet, dat de huidige ontwerpen kans hebben eene meerder heid in de Kamer voor zich te vinden en we kunnen dat moeilijk betreuren. De regeering zal daarom goed doen ze in te trekken öf ze aan eene gron dige herziening te onderwerpen. GEMEENTERAAD. HERPT. Vergadering van den raad dezer gemeente op Donderdag 10 Juni 1926, des nam. 8 uur. Voorzitter: H. J. v. Eggelen, burge meester. Secretaris: F. A. J. v. Liempt. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering en doet voorlezing der notulen, die onveranderd worden goedgekeurd. AAN DE ORDE Ingekomen stukken. Schrijven van Ged. Staten omtrent goedkeuring der in de vorige vergade ring besloten wijziging der gemeente- begrooting 1926. Schrijven van Ged. Staten omtrent goedkeuring van het besluit tot op- j heffing der Openb. Lagere School. Worden voor kennisgeving aange nomen. Schrijven van het curatorium der R.K. Leergangen te Tilburg omtrent de oprichting eener R.K. Handels- Hoogesehool, met subsidie-aanvrage voor deze. Hierbij is een uitvoerige memorie van toelichting, waaruit de Voorzitter eenige mededeelingen doet. B. en W. stellen voor in deze afwijzend te beschikken. Aldus wordt besloten. Schrijven van mej. Zonneveld waarin zij om eervol ontslag vraagt als onder wijzeres in de nuttige handwerken aan de Openb. Lagere School, zulks wegens vertrek. B. en W. stellen voor dit ontslag te doen ingaan met 1 Juli a.s. Aldus wordt besloten. Schrijven van de Gebr. van Wijk uit Genderen, waarin zij subsidie aanvragen voor hunne autobusdienst- onderneming „Onzen Dienst". B. en W. stellen voor afwijzend te besluiten. Aldus wordt besloten. Wijziging gemeentebegrootingen 1925 en 1926. Deze betreffen eene verhooging van advertentiekosten van f 15.20, die over schreden zijn. Voor de vereeniging Gemeente Be langen f 1.60. Voor aflosbare obligatiën f 1.40. Verder werden er in 1925 enkele Inkomsten genoten, die niet op de begrooting voorkwamen. Ged. Staten zijn van oordeel dat deze niet In de gemeente-rekening mogen komen of zij moeten op de begrooting vermeld staan. Deze be treffen f 2.25 van de brandweer, f 52.41 als winstaandeel in den Vleesch- keuringsdienst, f37.53 op de post rekening en f7.12 ingevolge art. 104 le lid der L. O. wet. Besloten wordt deze op de betref fende begrooting te brengen. Verder is er een schrijven ingeko men van B. en W. van 's Hertogen bosch inzake de Nijverheidsonderwijs wet. Er zijn een paar jongens uit deze gemeente die daar de Ambachtsschool bezoeken en daar moet de gemeente voor betalen. De Voorzitter stelt voor dienaan gaande een post op de begrooting te brengen van f 100. Het lid Van Herpt vindt het ver drietig dat de gemeente steeds maar betalen moet voor degenen die op een Ambachtsschool gaan en als de anderen iets meer ontwikkeling voor hun kinderen willen, dat daarvoor dan geen gelden beschikbaar gesteld worden. NUMMER 49. ZATERDAG 19 JUNI 192G. De Echo van het Zuiden, Waalwyksclse en Laixstraatsrke Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnement prijs per 3 maanden ƒ1.25. Franco per post door het geheele rtJk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prfls der Advertentiën 20 cent per regel; minimum ƒ1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. van „DE ECHO VAX EET ZUIDEN". ROMAN VAN REIN HOLD ORTMANN. 26) „Dan zal Ingeborg onder mtjn bescherming terugkomen en manheer de doctor mag zien, hoe hy zich redt uit het netelige parket, waar hy zich zelf gestoken heeft." Zou je het) werkelyk tot zulk een schan daal kunnen laten, komen, Ludwig?" vroeg Edith, terwyi zy zich eindeiyk geheel uit haar gemakkeiyke houding oprichtte en op haar echtgenoot toetrad. „Ook je eigen naam zou op die wy ze het onderwerp wor den van d«| praatjes der menschen." Professor Wallroth haalde de schouders op. „Het zou inderdaad zeer betreurenswaar dig zyn, maar ik bezit geen middel het te verhinderen. Moet ik het soms daarop laten aankomen, dat hy ons allemaal ruineert?" „Natuuriyk nietMaar hy zelf zal tot in keer komen, alvorens de zaak tot gp het uiterste is gedreven. Je moest nog eenmaal op zyn geweten trachten te werken, Lud wig „Ik stel my daar hoegenaamd niets van voor, want ik heb reeds by vroegere gelegen heden al inyn welsprekendheid volkomen uit geput. Na deze laatste tydingen kan ik er niet meer aan twyfelen, dat hy onherroepe- iyk zyn verderf tegemoet gaat en dat nog slechts een wonder in staat zou zyn hem te redden." „Ontzettendzeide zy zacht. „En ik ben het, die je in je hart voor dit alles verant- woordeiyk stelt, niet waar? Zonder myn rampzalige voorspraak zou je hem immers je' dochter nooit tot vrouw hebben gegeven zy had zich by deze laatste woorden in nig tegen hem aangeviyd en een uitdrukking van betooverende teederheid, zooala die haar op zekere oogenblikken nog steeds ter be- schikking stond, vertoonde zicli op haar mooi, trotsch gelaat. Nog nooit had profes sor Wallroth aan deze uitdrukking weer stand kunnen bieden en ook thans maakte zy hem tot haar slaaf, zooals zulks in de eerste dagen van hun huweiyk zoo vaak het geval, was geweest. „Neen, lieve Editliantwoordde hy lief devol, terwyl hy haar kuste. „Ik maak jou geen verwyt, want ik weet immers, hoe goed je het destyds met Ingeborg meende. On danks je oude vriendschap voor dien Artois, kende je den man niet zooals hy werkelyk was. Hy heeft jou om den tuin weten te leiden, evenals hy my heeft misleid en ik zou de straf voor myn kortzichtigheid gedul dig moeten dragen, wanneer niet myn arm, onschuldig kind het zwaarst daaronder te ïyden had." „Terwille van je kind mag je er dan ook niet aan denken, je handen van hem terug te crekken," vleide zy. „Een vernedering heeft hy wel verdiend en ik zal je stellig niet aan raden hem die te besparen. Laat het daar mee evenwel afgeloopen zyn en weiger hem je hulp niet, wanneer hy soms in den aller- hoogsten nood zich tot je zou wenden, om ze in te roepen." Hoe smeekend en betooverend haar bede ook steeds mocht klinken, thans bezat de professor kracht genoeg haar te weerstaan. „Neen", verklaarde hy op vastberaden toon, die juist door zyn bedaarde rust wel een diepen indruk op Edith moest maken. „Mijn besluit is onlierroepeiyk. Ik heb in dezen korten tyd veel meer voor hem gedaan, dan ik voor myn geweten kan verantwoor den en ik ben niet van plan verdere offers te brengen, die by den aard van zyn karak ter toch vergeefs gebracht zouden zyn." Edith drong niet verder aan. zy liet haar arm, dien zy om zy*n hals geslagen had, lang zaam omlaag giyden en wendde zich van hem af met een gezicht, waarop niets dan de grootste droefheid te lezen stond. Pro fessor Wallroth nam) liefkoozend haar hoofd tusschen beide handen en zeide, terwyi hy trachtte een opgewekter toon aan zyn stem te geven„Trek het je niet al te zeer aan, lieveling. Het was, zooals ik reeds zei, in 't geheel niet myn plan je met deze onaan gename dingen lastig te vallen en slechts myn o verkropt gemoed noopte my tot spre ken. Het zou voor jou, myn arme Edith, al leed genoeg geweest zyn, indien ik je het groote nieuws, dat ik tot nu toe verzwegen heb, reeds had meegedeeld." „Nog iets, Ludwig?" vroeg zy. „En iets on aangenaams?" „Nu, ik hoop, dat je het te boven zult} ko men," trachtte hy te schertsen. „Ik zal ge noodzaakt zyn eenige weken op reis te gaan." „Zonder my?" pruilde zy. „En waarheen?" „Naar Weenen. Het betreft hier bepaalde onderzoekingen, waarvoor de Oostenr(jksche regeering haar oog op my heeft geslagen. De uitnoodiging is zoo eervol en beteekent zulk een groote voorkeur boven alle andere ge leerden in myn vak, dat het stellig dwaas heid zou zyn, indien ik haar wilde weigeren. Zoodra de toestemming van den minister is gekomen, die ik voor den vorm moest aan vragen, zal ik my voor vertrek gereed moe ten maken." De terneergeslagenheid, die Edith thans aan den dag legde, was in zulk een opval lende tegenspraak met haar aanvankeiyke koelheid, dat een oppervlakkige toeschouwer stellig aan haar oprechtheid getwijfeld zou hebben. Professor Wallroth moest er wel in gelooven, aangezien liy op de teederste wyze bezig was haar te troosten en haar met vriendelijke woorden uit te leggen, om welke redenen hy er ditmaal van af moest zien, haar mee te nemen,»' Weliswaar gelukte het hem oogenschynlyk niet geheel, het donkere wolkje op haar fraai gevormd voorhoofd te verdry ven, maar zy vertoonde toch weer een lieftallig, hoewel eenigszins weemoedig glim lachje, toen hy na eenige oogenblikken met enkele schertsende woorden afscheid van haai} nam, om zich in zyn werkkamer terug te trekken. Terwyl zy hem tot aan de deur vergezelde, klonk het zeer liefdevol en be zorgd, toen zy sprak: „Als je van dezen in gespannen arbeid maar geen nadeelige ge volgen ondervindt, Ludwig! Een man met jouw verdiensten moest er werkelyk eerder aan denken, op zyn lauweren te gaan rusten. Maar toen de deur nauweiyksj achter hem gesloten was en zy zich alleen bevond, had er een wonderbaariyke verandering met de- zo sclioone vrouw plaats. Haar oogen open- den zich onnatuuriyk ver en zy breidde haar armen uit, alsof zy alle spieren wilde uit rekken om ze daarna weer te ontspannen. „Ah. welk een bevryding!" kwam het halfluid over haar lippen. „Tenminste eeni ge gelegenheid om. vrijer adem te halen, een kleine pauze in deze onverdraaglyke come- die! En hy denkt nog wel, dat ik er naar verlangde hem te vergezellen ik! Ah, het is waarachtig om te lachen Maar zy lachte niet; want een andere ge dachte, die haar plotseling door het hoofd flitste, dempte snel weeil haar trimfantelyke vreugde. Zij snelde naar haar kamer en na dat zy de deur zorgvuldig achter zich ge grendeld had, schreef zy in grooten haast een brief, waarby z.yt zich niet van haar ge woon met een monogram prykend postpapier bediende en in welken brief de aanhef zoo wel als de onderteekening ontbrak. Toen de enveloppe gesloten was, belde zy om haar ka menier. „Je moet dezen brief voor my bezorgen, Emilie," beval zy, „maar het is noodzakeiyk dat je hem persooniyk aan doctor Artois overhandigt." „Ik begryp het, mevrouw! Ik moet hem dus niet aan de privé-woning van den doctor afgeven." „Neen, op de club. Je weet] wel, waar het gebouw zich bevindt en wanneer doctor Ar tois daar aangetroffen kan worden. Het spreekt natuuriyk vanzelf, dat ik ook dit maal op je stilzwygendheid reken." Het meisje duidde slechts door een gebaar aan, hoe overbodig deze laatste waarschu wing voor haar was en keerdd zich om, ten einde de kamer te verlaten. Maar nog voor zy den drempel bereikt had scheen er een verrassende gedachten verandering by haar gebiedster te hebben plaats gehad. „Blyf nog een oogenblik, Emilie!" riep Edith plotseling uit. „Geef my voorloopig den brief maar terug. Ik zal je wel berichten, wanneer het tyd is hem te bezorgen." Zoodru het meisje zich verwyderd had, scheurde zy het briefje in heele kleine snip pers en verbrandde ze tot asch. „Welk een dwaasheid zou ik daar weer begaan hebbensprak zy zacht in zich zelf. „Alsof ik er niet zeker van kan zyn, dat hy by my zal komen, zoodra de tyd daartoe ge- komen is. Waarom zou ik hem van te voren weer 'n voordeel verschaffen tegenover my." En gedurende den geheelen dag wachtte de kamenier tevergeefs op het geven van de opdracht, die zy maar al te gaarne} had uit gevoerd, omdat biykens haar laat9te erva ringen de vervulling van dergeiykej opdrach ten steeds een flinke fooi opleverde. HOOFDSTUK XII. Nat en koud striemde de Maartsche wind door de straten en van de lieeriyke bekoring der lente, die volgens den kalender reed9 haar intrede moest hebben gehouden, viel op het natte, glibberige plaveisel der hoofd stad absoluut niets te bespeuren. Het was dan ook stellig niet voor zyn genoegen, dat doctor Siegmund Artois thans* reeds voor de derde maal schynbaar doelloos dezelfde stra ten door wandelde, de handen in de diepe zakken van zyn overjas en telkens schuwe, z.ydelingsche blikken werpend naar een l>y- zonder voornaam gebouw, waarvan hy door de breedte van den boulevard werd geschei den. Op dit oogenblik verscheen een met twee prachtige paarden bespannen ryluig om den hoek en snel, alsof hy er zyn redenen voor had zich te verbergen, sloeg Artois een der talrijke z.ygangetjes in, teneinde de equipage voorby te laten gaan, 'Zij hield stil voor het voorname gebouw; de in een lange, gele jas gehulde bediende opende het portier en een welgedane, blonde heer van middelbaren leef- tyd stapte uit, om achter de kunstig bewerk te toegangsdeur te verdwynen. „De hemel geve, dat hy vandaag op de beurs goede zaken heeft gemaakt!" bromde Artois, die er in 't geheel niet rooskleurig en goed geluimd uitzag, zachtjes in zyn baard. „Je weet waarachtig nooit, wat je aan die geldmenschen hebt." Hy wachtte nog een paar minuten en stapte toen met langzame schreden, als een man die volstrekt geen haast heeft, dwars de straat over op het voorname gebouw toe. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1