I Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. i De Attractie Louis Bouwmeesler's Operette Gezelschap De Koningin van Montmartre. De Fideele Boer. Week-Revue. SLAPELOOS FEUILLETON GEEN GEWETEN. JVlIJNHARDTs NUMMER 55. ZATERDAG 10 JULI 1926. 49e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresEOHO. EERSTE BLAD. Binnenland. Wat heeft ons vaderlandsch hart blijde geklopt van de week 1 Immers, alle kranten brachten met vette letters de blijde mare, dat het eindelijk, na jarenlang laboratorium-onderzoek, >aan een vertegenwoordiger van de Neder- landsche Wetenschap, Prof. Keesom, gelukt was om helium tot een vaste stof te maken. Toen ons hart lang genoeg geklopt had, zijn we eerst eens gaan uitzoeken, wat helium was. 't Bleek een „gas" te zijn, dat veel op de zon en andere planeten voor komt, ook in onze bovenste lucht lagen, doch slechts bij kleine porties op moeder aarde, waarom het dan ook erg duur is. Én op onze aarde is het eerst luttele jaren geleden ge vonden. Gelijk een kind, dat iets „ontdekt", probeeren gaat, wat 't er mee doen kan, zoo heeft zich ook de Wetenschap op het ontdekte helium- gas geworpen. Prof Kamerlingh Onnes maakte zijn naam onsterfelijk door na tal van proefnemingen helium vloei baar te maken. En nu moeten we allen hiep-hiep-hoera roepen, omdat een ander Nederlander van helium knikkers maakt. Denkt nu vooral niet, dat we spot ten met deze resultaten van de Weten schap. We zouden niet durven. Aan wat officieele Kunst of Wetenschap is mag men niet naken, of men wordt voor een oppervlakkigen ezel aange zien. Wie zou b.v. hebben durven grijnzen, toen een onzer grootste kunst handelaars een „Lachende Cavelier" als een echten Frans Hals kocht voor een f\alve ton? En wie zou thans durven laten om in te stemmen met het smalend gehoon op het Van Wijngaarden-product, dat vroeger aan Hals werd toegeschreven? Neen, als men voor „vol" wil worden aangezien, dan moet men zijn mond juist plooien zooals professors dat ten opzichte van wetenschappelijke zaken doen en kunstcritici ten opzichte van schilde rijen of literaire werken. Twee dingen waren ons oorspron kelijk niet erg duidelijk. Eerstens niet, hoe de professor zijn helium-knikkers gemaakt had. Nu is ons echter uit eene uiteenzetting gebleken, dat zulks geschiedde in een metalen buis, waarin de temperatuur tot een ongekende koude, waarin geen wezen in 't leven kan blijven, verlaagd was. Toen be vroor het helium en de professor had zijn knikker. Gezien heeft hij hem vermoedelijk niet, maar misschien wèl hooren rammelen. Zoo gauw de koude- buis geopend is, zou het helium na tuurlijk al weer lang ontdooid zijn. En het tweede, wat we niet be grepen, is, wèt men nu eigenlijk aan dat bevroren helium had. Met groot verlangen lazen we daarom een artikel van Dr. C. A. Crommelin, die in een groot dagblad de beteekenis der vin ding uiteenzette. Na een vrij geleerd- uitziende inleiding, kwam hij tot de volgende voor ons eenigszins ont nuchterende conclusie „Dat deze proeven van verstrek- kende beteekenis zijn, daaraan zal .wel niemand twijfelen, maar wat .precies de beteekenis voor detoe- komst zal blijken te zijn, is op dit .oogenblik natuurlijk nog niet te .zeggen." Nu, we wanhopen niet gauw. De Wetenschap schrijdt steeds voort. Ze heeft eerst geprobeerd, of van helium knikkers te maken waren en nu de knikkers er zijn, gaat ze probeeren, wat je met knikkers als zoo doen kunt. 't Lijkt ons alles heel logisch. Alleen hopen we, dat er maar spoedig resultaten komen, want voor dat helium-onderzoek is een labora torium gebouwd, zooals er geen ter wereld is, maar dat het land ook zeer aanzienlijke kapitalen gekost heeft. En als men zeer dure knikkers heeft gekocht, nou, dan wil men ook wel eens knikkeren Nu we zoo wijd-loopig geschreven hebben over de schokkende ontdek king van de Wetenschap, moeten we ons beperken met de bespreking van andere gewichtige gebeurtenissen, als b.v. de Utrechtsche Lustrumfeesten, waarvan een nachtelijke maskerade de clou was. Die studentjes zoeken 't ook altijd in den nacht; als men op den dag ook zoo hard werken moetIntusschen, we gunnen de heeren een pretje. Bovendien, volgens alle kunstcritici moet 't erg mooi geweest zijn en dus was het ook mooi, al was alle gevoel ook zoek van den slaap. Van slaap gesprokenEen vrouw, die op jeugdigen leeftijd met haar verloofde een afschuwelijken dubbelen moord beging, is op 79-jarigen leeftijd in het armenhuis te Haarlem over leden een lang leven, van niet veel rust, dunkt ons, maar waarin ze toch gelegenheid gevonden kan hebben haar ziel te louteren. Zij heet vrouw Jut. Haar man, die levenslang kreeg Zij werd tot twaalf jaar veroor deeld stierf reeds lang geleden in de gevangenis. Naar hem is het be kende kerraisspel genaamd, den „kop van Jut", waarop zooveel slagen zijn neergekomen. Buitenland. Nog twee verschrikkelijke rampen in het buitenland zijn toegevoegd aan de lijst, die we de vorige week gaven een spoorwegongeluk in Frankrijk en een ongeval door blikseminslag bij Berlijn. Vele menschen kwamen daar bij om. En de aarde ónder ons is ook nog lang niet tot rust gekomen. Onze Oost is mede zwaar getroffen. In de geteisterde streek op Sumatra zijn reeds 400 dooden aan de aardbeving ten offer gevallen en de materieele schade wordt op 11 millioen geraamd. Vanuit Indië wordt nu een beroep gedaan op de milddadigheid van het moederland, 't Is te hopen en we verwachten het ook dat met geest drift geofferd zal worden, vooral omdat we ten opzichte van Indië een plicht van dankbaarheid hebben te vervullen. Zoowel na den stormramp van Borculo en Zeeland als na de overstroomingen, die ons land geteisterd hebben, is uit Indië royale en spontane hulp verleend. Telkens weer opnieuw kon men lezen van de belangrijke geld zendingen van het Smeroefonds. Welnu, laten we toonen niet onder te willen doen, als 't er op aankomt om leed te lenigen en ongelukkigen, die alles verloren, te helpen. Het Oranje-Kruis heeft voor ons land de organisatie der inzameling op zich genomen. Laat dus uw bij drage toekomen aan het Oranje-Kruis, rekening houdende bij de Hollandsche Bank voor Zuid-Amerika, Heerengracht 438, of aan den secretaris, Postgiro nummer 106900. Maar vermeldt er bij „Voor de Padang-ramp". De dictatoriale stormen woeden voort. Nu schijnt Bulgarije getroffen te zijn. Tenminste: het parlement is naar huis gezonden met de boodschap, dat 't wel weer bijeen geroepen zou worden, „als dat noodig mocht zijn In dienst noemen ze dat „afzwaaien met onbepaald groot verlof". Afzwaaien doet ook de franc. Ze geven er al haast twee voor een dubbeltje. „Nou kan-le toch wel niet lager komen", hoort men. Maar dat is ook gezegd, toen de franc op 30, 25, 20 enz. stond. Wel echter zijn de Hollanders een beetje meer van „hoü- vast" geworden dan met de duikeling van de mark, waaraan ze een ver- van de Kermis In Waalwijk schrikkelijk duur lesje gehad hebben. Zelfs 'n Hollandsche ezel stoot zich geen tweemaal aan denzelfden steen. Francs worden dan ook niet gekocht; wel profiteeren velen van de vacantie om in Brussel of Parijs een „koopje" te gaan halen. Intusschen is het tiende kabinet— Briand opgetreden en dat zal nog eens pogen om de franc te stabili- seerenin een „herstel" gelooft men niet meer. Het program is niet vriendelijk ont vangen, omdat het de laatste druppel francen-bloed van de belastingbetalers eischt. Als Frankrijk nog een paar kabi netten—Briand versleten heeft, dan zal de franc wel geheel waardeloos zijn. En dan kan men beginnen met een nieuw betaalmiddel, juist als in Duitschland. Alles verloren, opnieuw beginnen dót is de vrucht der „overwinning", bevochten na 4 jaren bloedigen strijd I Ingezonden Mededeelingen. Onrustig, Nerneus en Overspannen. Gebruik hiertegen de Zenuw- stillende en Zenuwsterkende ZENUWTABLETTEN Buisje 75 cent. Bij Apoth en Drogisten. De Echo van het Zuiden, Wtalwijksche en Langsfrnatselie Courant Dit blad verschflnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementprys per 3 maanden 1.25. Franco per post door bet geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prtjs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum ƒ1.50. Reclames 40 cent per regel. By contract flink rabat. Advertentiën moeten Woensdag en Vrydag des morgens om uiteriyk 9 uur in ons bezit zyn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. van „DE ECHO VAN HET ZEIDEN' ROMAN VAN RE IN HOLD ORTMANN. 32) „Maar beste vriend, wat is dat nu voor "een vraag? Je bent nu al sinds drie maanden aan mijn sanatorium verbonden, waarin minstens driemaal per dag onze geneeskundi ge beweringen te schande worden gemaakt. Je ziet. dat men menschen bij my brengt, aan wie men volgens myn overtuiging beter de sacramenten der stervenden] dan een me dicijn zou kunnen toedienen en die toch vier weken later gezond en frisch weer rondloo- pen en je ziet ook, dat men andere patiënten naar hun laatste rustplaats draagt, die ik vol vertrouwen weer gezond dacht te maken. Dit alles kan onmogelijk aan, je scherpe oo- gen ontgaan zijn en toch heb je den moed mij door zulk een vraag in verlegenheid te brengen." „Ik verlang ook geen voorspelling van u, doctor, maar er zyn toch wel bepaalde ver moedens, bepaalde teekenenu zult begrij pen, wat ik bedoel." „En waarom weuscli je volstrekt te weten, wat voor bepaalde teekenen ik by je gevon den heb? Ben je niet een alleenstaande, on afhankelijke jonge man, die vrouw noch kin deren heeft? Kun je het niet met een geru9t hart aan den alwetendeu overlaten, om over je lot te beslissen?" „U meent het' goed, doctorMaar al zou ik behalve myn moeder en zuster ook geen andere familieleden achterlaten, toch heb ook ik in zeker opzicht een testament te ma ken. En ik kan niet weten, hoe lang het ver loop van myn ziekte my nog tijd zou laten zulks te doen." De kleine doctor kuchte en keek met zyn heldere oogen den patiënt ernstig aan. „Zyn testament kan men altyd maken,, beste DuringhoffenIk deuk wel, dat wy de ziekte baas zullen worden, maar als het een geruststelling voor je is, je aardsche aange legenheden in goede orde te weten, doe dat dan in 's hemels naam vandaag nog, voor zoover je krachten je dat veroorlooven." „Ik dank u," zei Duringhoffen zacht. Daar op draaide hy zyn gezicht iets meer naar den muur en doctor Giersberg stond op. „Ik zal er zorg voor dragen, dat er voor jou zoo snel mogelyk gebeurt, wat gebeuren moet," merkte hy op. „In m'n inrichting mag ik je helaas niet opnemen, maar het zal je niettemin aan niets ontbreken. Ik zend je myn beste verpleegster en tegen den avond ben ik, zelf weer hier. Tot vanavond dus en hoofd omhoog, beste jonge vriendHy boog zich over den zieke heen en legde zyn fraai gevormde, byua vrouweiyk zachte hand gedurende eenige seconden op zyn door de koorts verhitte voorhoofd. Toen hy zich weer oprichtte en behoedzaam het; vertrek verliet, was zyn gezicht tot aan de slapen donker rood gekleurd en zyn trekken vertoonden een nog grimmiger uitdrukking dan by zyn komst, toen hy het groote naambord met den adelaar er boven ontdekte. HOOFDSTUK XV. Het was geen gelukkig toeval, dat de reus achtige vader Leopard juist op dit oogen blik over den drempel van zyn bureau, dat op dezelfde gang uitkwam, te voorscliyn trad te meer, daar hy zich in volledig ambtsgewaad bevond en een weinig goeds voorspellenden bundel acten reisvaardig on der den arm droeg. Alsof men hem door een beleedigden eisch geprikkeld had, week de kleine doctor terug, toen de ander op hem toetrad en hem met zyn diepe, dreunende basstem aldus aansprak„U bent de dokter, niet waar, mynheer? Ik hoop dat het daar binnen niet zoo erg gesteld is, als myn vrouw het in haar verwensclite zucht voor overdry- ving heeft uitgeschilderd." „Wat gaat u dat aan?" beet de gevraagde hem, toe. „Hebt u soms onder die akten een wettige schuldbekentenis, voor welks invor dering je bang bent wat? Of beschouw je me half en half als een collega, omdat ook ik vanwege myn beroep de menschen onder de aarde breng?" Vader Leopards gezicht, dat reeds een le- vendig rood vertoonde, werd door deze woor den zichtbaar nog donkerder gekleurd. „Waarom niet?" luidde zyn antwoord. „En wie weet, wie van ons beiden een beter be staan zou hebben, wanneer wy ons thans op een bepaalde plaats bevonden, waar geen praatjes meer verkocht wordenMyn ge weten is zuiver, dokter, en als u den jongen man daarbinnen niet erger behandelt dan ik myn slachtoffers, dan wil ik u in 's he mels naam zelfs uw grofheid vergeven." Doctor Giersberg mat den reus met een eenigszins onthutsten blik. „Stelt u zooveel belang in den zieke?" vroeg hy op een toon, die stellig al niet meer zoo grimmig klonk. „Nu, het zal u werkeiyk niet aan gelegenheid ontbreken om die be langstelling te toonen." „Laat u maar hooren wat y te zeggen hebt, doctorZegt u ons onomwonden, hoe het er mee staat en wat er gebeuren moet. Zooveel als een vader voor zyn zoon zou kunnen doen, doo ik zonder meer voor dezen' wakke ren jongen man." Hy deed de deur open van de huiskamer en noodigde den kleinen doctor door een handbeweging uit binnen te treden. De vrouw van den deurwaarder was niet aan wezig; maar juffrouw Heieen, die by het raam had gestaan, trad snel op den doctor toe. „Hoe hebti u hem aangetroffen?" vroeg zy en men kon aan den klank van haar stem hooren, in welk een groote angst zy vereer de. „Zyn ziekte is toch niet gevaarlykr' „Typhusantwoordde doctor Giersberg lakoniek. „En naar het zich laat aanzien in den hoogsten graad. Misschien kunt u daar naar zelf wel beoordeeleu, of het gevaarlyk is of niet?" Juffrouw Heieen slaakte geen enkele kreet en zy viel ook niet flauw, maar de frisch ge- wassclien gordynen voor de ramen waren niet witter dan haar gezicht en zy bracht onwillekeurig haar hand naar huar hart. Vader Lopard kreeg een merkwaardigen hoestaanval en toen wierp hy plotseling zyn akten zoo wild op de tafel, dat het klapte en de vellen papir rondvlogen. Dat is nu gerechtigheid!" riep hy uit, „dat noemen ze gerechtigheidDeze vervloekte vanipyrs loopeu gezond en wel in de wereld rond en zoo iemand moet het ongeluk treffen zoo iemandDoctor, is dat gerech tigheid?" „Vraag dat aan een ander en niet aan my antwoordde de doctor; maar de blik, waar mee by by die woorden den deurwaarder aankeek, was in 't geheel niet vyandig of grimmig. „Of laat het vragen liever heele- maal achterwege, want daarmee is thans verduiveld weinig gewonnen./Ik weet niet of onze patiënt er bovenop zaT~*fct>menmaar er is in ieder geval slechts dan hoop aanwe zig, als liy op de beste en zorgvuldigste wyze verpleegd wordt. Het is geen gemakkelyke taak en bovendien is er ook nog gevaar voor besmetting. Waarschyniyk hebt u geen lust dat alles op u te nemen en wy zullen hem, zoodra het eenigszins mogelyk is, in een zie kenhuis moeten brengen niet waar?" „Neen vader, neenDaar mag u niet in toestemmen," verklaarde Heieen jsnel, in- plaats van den gevraagde. „Men zal hem in een ziekenhuis stellig niet beter kunnen ver plegen dan by ons en ik weet, dat hy niet graag naar zulk een inrichting zou willen, temidden van vreemde menschen. O, ik smeek u, doctor, laat hem hier!" De doctor keek haar oplettend aan; maar zy weerstond zyn onderzoekenden blik zon der de oogen neer te slaan en het scheen, dat liy met het resultaat van zyn onderzoek niet bepaald ontevreden was. „Dat zou ik ook wel graag doen, juffrouw want er is my veel aan gelegen hem zelf te biyven behandelen en voordeelig zou zyn overbrenging naar een ziekenhuis in zyn te- genwoordigen toestand stellig niet zyn; maar ik herhaal: het behoort geenszins tot de kleinigheden een typliuspatiënt volgens de regelen der kunst te behandelen. Hoewel ik onmiddellyk e^i goede en betrouwbare verpleegster hierhoen zal zenden, blyft er toch nog genoeg last en ongemak op u allen rusten. Als u de taak echter eenmaal op u hebt genomen, dan moet u die ook tot het einde toe volbrengen, wilt u zich tenminste niet aan het gevaarj blootstellen, dat ik zeer onaungenaam \^»rd. Dus nog is het tyd overleg de zaak eens rustig en, antwoord mij kort en bondig met ja of neen!" „Ja ouvoorwaardeiyk ja!" riep vader Leopard met nadruk uit, wat by zyn van huis uit niet zwakke stem heel wat wilde zeggen. „Hy zal hier biyven en wat onze menschelyke krachten niet te bovón gaat, zul len wy voor hem doen. Wanneer het God mocht behagen, hem tot zich te nemen, dan willen wy hem tenminste naar zyn laatste rustplaats dragen in het bewustzyn, dat wy onzen plicht hebben gedaan." „Vadersmeekte Heieen zacht en tot den doctor gewend, voegde zy er aan toe: „De verpleegster die u ons wilt zenden, zal wel zoo vriendelyk willen zyn, my in alles te on derrichten, wat by de behandeling vun den zieke te pas komt. Ik zal dan in staat zyn haar nu en dan af te lossen, zoodat 't den pa tiënt nooit aan het noodige toezicht en aan voortdurende verpleging ontbreekt." Doctor Giersberg knikte. „Wanneer uw da den even dapper zyn als uw woorden, juf frouw Leopard, dan is de arme Duringhof fen bepaald in uitstekende handen. Maar; nu hebben we genoeg tyd verpraat; thans is aanpakken de boodschap en voor de ver pleegster komt is er ongeveer het volgende te) doen." Kort en duidelyk gaf hy zyn aanwyzigin- gen en uit Heieens antwoorden kon l»y met bevrediging opmaken, dat zy hem volkomen begrepen had. Afscheid nemend, knikte hy haar toe en zei op vriendelyken toon: „En nu gaat u aan het) werkVanavond zien wy elkander weer". Hy ging naar de deur, maar halverwege keerde hy nog eenmaal om en stak den deur waarder de hand toe. „Adieu, gy man van de wet! Ik zal in het vervolg trachten myn oogen dicht te knypen, als ik daar buiten voorbij uw deur kom." Vader Leopard bromde iets verlegen in zyn baardmaar de beide mannen schudden elkander toch krachtig de hand en toen Giersberg vertrokken was, verklaarde de reus: „Dat is een goede doctor, daar heb ik vertrouwen in." Toen zocht hy zuchtend zyn verstrooide akten weer by elkaar en begaf zich aan zyn dagtaak. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1