Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
i
R.S. Middelbare Handelsavondcnrsus
Ket jMerlandsch Belgisch
Verdrag.
GEEN GEWETEN,
M ii'TTI
R. K. Middenstandsbond Waalwijk.
NIEMEIJER'S
NIEMEIJER'S
FEUILLETON
NUMMER 66,
ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1926.
ï#e JAARGANG.
ia"
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
EERSTE BLAD.
De 12e Diocesane Katho
liekendag in het Bisdom van
's Hertogenbosch te houden
te Waalwijk op 26 Sept. 1926.
II.
Daar in het algemeen het doel der
Katholieke dagen is de theorie te
geven, die wij in hei practische leven
moeten volgen, en wijl veelmenschen
de opvatting hebben, dat, of doen
alsof op velerlei gebied van geen
theorie sprake kan zijn en het daar
slechts er op aankomt op handelen,
op het stellen van uitwendige daden,
meenden, wij goed te doen U in het
volgende betoog in het algemeen aan
te toonen de noodzakelijkheid en de
waarde van theorie als grondslag voor
elke daad en voor heel het leven.
Wanneer wij onze blikken laten
gaan over de bezigheden der men-
schen, dan valt het ons onmiddellijk
op, dat het grootste deel er van zijn
werk vindt in de verzorging van de
stoffelijke behoeften der menschheid
in zijn geheel. Onwillekeurig krijgen
velen daarbij den indruk, dat, als er
maar veel en van alles wordt voort
gebracht, dat voor dit doel dienen
kan, daarmee voor het welzijn der
menschen op de best mogelijke wijze
gezorgd is. Hoe men daarbij te werk
gaat, lijkt voor velen een kwestie van
geen belang en niet de moeite waard
zich daar druk over te maken of men
denkt er zelfs niet aan, dat deze
kwestie bestaat. Er moet gewerkt
worden, zoo denkt men, geprodu
ceerd en verdeeld en daarmee uit.
En toch bestaat er nog iets anders
dan al dat uiterlijke, nl. een theorie,
die aangeeft, hoe men te werk moet
gaan en die theorie moet er zijn,
het kan niet anders en iedereen heeft
er een, bewust of onbewust, volgens
welke hij handelt. Ja, als het er op,
aan komt, wordt er niets gedaan, geen
enkele handeling verricht, of zij heeft
als grondslag een zekere theorie.
Als een mensch bewust het een of
ander doet, licht zijn verstand hem
toch voor. Welnu, dat is de theorie
van die daad.
Dit wijzen ook de feiten uit. Van
waar anders het spreekwoord verzint
eer gij begint, m a.w. overlegt eerst
bij U zelf, hoe gij te werk zult gaan
en doet dan pas wat ge van plan zijt.
Zoo handelt toch een verstandig
mensch.
Zelfs al is het een werk, dat reeds
meermalen door ons gedaan is, dan
nog gaat de theorie vooraf, niet on-
middelijk maar middelijk, omdat het
resultaat van vroeger overleggen ons
nog helder voor den geest staat en
zoo nog haar invloed uitoefent op de
handeling van het oogenblik.
Hebben wij evenwel iets nieuws of
iets moeilijks te doen, dan komt het
veel sterker uit, dat men zich eerst
goed bedenken moet, eerst de theorie
er van in zijn hoofd heeft te zetten,
alvorens aan het werk te kunnen gaan.
Wanneer wij b.v. iemand het een of
ander vak zien beoefenen, en wij wil
len dat ook leeren, dan zullen wij
goed toezien, om eerst in ons op te
nemen, hoe het gebeuren moet, of wij
zullen het hem vragenhoe moet ik
dat doen?
Feitelijk zien wij dan toe of vragen
we om de theorie van die vakhande
ling te weten te komen. Wij beseffen,
dat wij ons eerst een goed idee van
zulk een handeling moeten verschaffen,
voordat wij het zelf kunnen doen.
Hoe moet ik het doen, dat is derhalve
de theorie, die aan de praktijk vooraf
moet gaan, de geestelijke ondergrond
van elk lichamelijk werk.
Zoo is het evenwel niet alleen met
vakkundige handelingen die zich alleen
op stoffelijk gebied bewegen en die
in zich wat zedelijkheid betreft, on
verschillig zijn, maar zoo is het ook
en vooral met die daden, welke geloof
en zeden raken. Altijd moet ik me
afvragenhoe moet ik te werk gaan
om dit of dat doel te bereiken. Alleen
in alle levensbehoeften voorzien kan
ik niet, andere menschen evenmin.
Wij moeten dus elkaar helpen en
samenwerken. Hoe? is weer de vraag.
Mijn leven bestaat niet uitsluitend uit
werken en zorgen voor stoffelijke be-
hoeften. Hoe moet ik dan al dat andere
inrichten? Wat is het alles beheer-
schend doel van het geheel van han
delingen, waaruit mijn leven bestaat,
en hoe moet ik dat doel bereiken?
Waar meerdere menschen samen wonen
moet orde en regelmaat zijn, het huis
gezin, de maatschappij moet bestuurd
worden, er moet een gezag aan het
hoofd staan. Hoe, volgens welke theo
rie moet de gezagsdrager te werk
gaan?
Eerst overdenken, eerst de theorie
opzetten, en dan pas handelen.
En zoo kunnen wij tenslotte bij
alles aantoonen, dat de theorie de
eigenlijke grondslag is, waarop heel
het doen en laten der menschen rust,
de geestelijke onderbouw van heel
het leven.
In aansluiting aan het bovenstaande
lijkt het ons dienstig te citeeren uit
de boodschap van Coolidge de Presi
dent van de Vereenigde Staten aan den
Kardinaal-legaat bij gelegenheid van
het Eucharistisch Congres, wijl daarin
juist deze kwestie wordt aangeraakt
„Ons land, zoo zegt hij en bedoelt
daarmede de Vereenigde Staten, heeft
langen tijd den naam gehad, dat het
zich te uitsluitend wierp op stoffelijke
zaken. Misschien zijn wij het slachtoffer
van een dergelijke critiek geworden,
niet zoozeer omdat wij werkelijk meer
op stofielijken vooruitgang gesteld zijn
dan op anderen, maar omdat wij daarin
meer succes gehad hebben. Maar een
meer afdoend antwoord op zulk een
beoordeeling ligt in het feit, dat geen
stoffelijken vooruitgang kan worden
verzekerd, zoolang deze niet rust op
een geestelijken grondslag.
Het is onmogelijk een handels
systeem op te bouwen, dat niet steunt
op geloofwaardigheid, vertrouwen en
geloof. Zonder de elementen van eer
en eerlijkheid is economische vooruil-
gang niet mogelijk. Als de vereischten
voor karakters zouden verdwijnen uit
ons zakenleven, dan stortte heel onze
fabriek ineen.
Hetzelfde beginsel is van toepassing
op onze regeering. De dagen van den
despoot zijn voorbij. Geen land wil
nog met geweld maar door rechtvaar
digheid zijn rechten erlangen. Geen
regeering kan het lang uithouden, als
het volk niet de overtuiging heeft.dat
zij rechtvaardig regeert. Als ons land
een politiek succes heeft te boeken,
als ons volk gehecht is aan zijn regee-
ringsvorm, dan is het omdat deze regee-
ringsvormen in overeenstemming zijn
met hun godsdienstig geloof.
En om deze redenen is het reli
gieuze leven van een volk van zoo
groot belang. De vrije uitoefening
daarvan is gewaarborgd door de wet
geving des lands. Als Amerika econo
misch is vooruitgekomen, als het is
het land van vrijheid en recht, dan is
het om de diep godsdienstige gevoe
lens van zijn volk."
Zoo is de overtuiging van allen, die
wat dieper doordenken. Er is een theo
rie, een geestelijke en geestelijk-gods-
dienstigeonderbouw noodig. Datlaatste
*J1 H li
kunnen wij noemen .de beginselen".
Als er dan beginselen noodig zijn
waarop heel het leven moet gegrond
vest zijn en volgens welke het moet
ingericht worden, - dan blijkt onmid
dellijk hun groote beteekenis wegens
de daden, die er uit voortkomen.
Maar volgt daar dan niet uit, dat die
beginselen, de goede wel te verstaan,
aan de menschen ter kennis moeten
worden gebracht?
uitgaande van den
A. 3-jarige cursus aansluitend bij de 6e klas van de lagere school.
B. 2-jarige vervolgcursus voor Boekhouden, Fransch, Duitsch
en Engelsch-
Aanmelding Gebouw R.K. Hoogere Handelsschool 36968
Mr. VAN COOTHSTRAAT 27, WAALWIJK.
Voor meisjes op Vrijdag 3 Sept. van 7 8 unr.
Voor jongens op Vrijdag 3 Sept. van 8-9 unr.
Welnu, dat gebeurt op onzen Dio-
cesanen Katholiekendag en het is der
halve van het grootste gewicht, dat ge
in grooten getale daaraan deelneemt.
Commissie van Pers en Propaganda.
Rijke belangstelling blijft nog steeds
de kwestie van het Nederlandsch-Bel
gische Verdrag ondervinden en terecht.
Die publieke aandacht achten we zelfs
een gelukkig verschijnselhet besluit
van de Volksvertegenwoordiging zal
straks ongetwijfeld onder den invloed
van de publieke meening genomen
worden en waar het hier een over
eenkomst tusschen twee volkeren geldt
behoort ook heel het volk de ge
volgen van de beslissing, hoe die moge
uitvallen, te dragen.
Nu het volk van interesse voor de
zaak blijk geeft, moge de voorlichting
vooral niet eenzijdig zijn en de actie,
die door verschillende comité's ont
wikkeld wordt heeft daar toch veel van.
De stem der voorstanders wordt haast
niet gehoord, wat ten deele wel ver
klaard zal moeten worden uit het feit,
dat deze niet, zooals de tegenstanders,
georganiseerd zijn. En minister van
Karnebeek moet uit doofde van zijn
hooge functie zwijgen, totdat het par
lementair gebruik, als de beantwoor
ding van een of ander verslag van de
Commissie tot Onderzoek, het hem
mogelijk maakt om zijn meening te
kennen te geven in de gereserveerde
bewoordingen van den staatsman.
Die eenzijdige voorlichting nu dreigt
zeer zeker een onjuisten invloed op
de publieke meening te zullen uit
oefenen en daarom besloten we, hoe
wel we zelf in dit blad al eens onze be
zwaren tegen het Verdrag naar voren
hebben gebracht, de zaak ook eens
van anderen kant te belichten.
En dan gaan we niet met cijfers
werken, want boven alle meeningen
uit, staat als een onbetwistbare waar
heid vast, dat het ontworpen Verdrag
slechts economische voordeelen biedt
aan België en ons financieële verplich-
tingen oplegt, waar tegenover geen
•baten staan. Zuiver zakelijk gesproken,
bekeken van het enge standpunt van
eigen belang, gaan we er met het
Verdrag op achteruit.
Maarzoo voeren sommige
voorstanders aan, als dit Verdrag ons
in 1919 of 1920 was aangeboden,
zouden we het dan niet met beide
handen hebben aanvaard En dan
moeten we eerlijkheidshalve antwoor
denzeker, zeer zeker 1 We zouden
zelfs nog méér aanvaard hebben. We
waren toen zóó onder den indruk van
België's aanmatigende eischen en we
hadden zoozeer reden om de machtige,
overwinnende vrienden van het kleine
België te vreezen, dat we gaarne er
kenden, dat het geteisterde België in
ruime mate op onze hulp en steun
mocht rekenen, mits het maar geen
gebiedsafstand verlangde.
We erkennen dus graag, dat we in
'19/'20 met pleizier gegeven zouden
hebben, waartegen we nu bezwaar
maken, almag er van zuiver zake
lijk standpunt niets tegen in te brengen
zijn, als we het Verdrag thans in de
veranderde omstandigheden des tijds
bezien en behandelen.
I
s
Waalwyksclie en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
AbonnementprJJs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rflk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN'
ROMAN VAN
REINHOLD ORTMANN.
Prfls der Ad verten tlBn
20 cent per regel; minimum ƒ1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat
Advertentlën moeten Woensdag en Vrfldag
des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit
ztyn.
43
Doodsbleek stond Edith van Mannstein
van haar stoel op en gaf order onmiddel
lijk haar koffers naar het station te bren
gen. Zy nain een eerste klas plaatsbiljet
naar Boulogne, waar zij zich op een Hol-
laudschen stooiner met bestemming haar
New-York inscheepte.
Sindsdien heeft men nooit meer iets van
haar gehoord.
De kleine woudzangers waren verstomd
en het loof in de toppen der prachtige beu
ken begon reeds de meest fantastische kleu-
re» aan te nemen. I)e herfst was gekomen
met ztJn heerlyke, zaclitzonnige dagen en
zyn verfrissckende lucht, die zoo wonder
lik opwekkend op lichaam en ziel van den
mensch werkt.
Op het punt, waar de Lindower hosscheu
den straatweg bereiken en waar de slan
ke toren van een eenvoudig dorpskerkje
vnn verre als een wenkende reuzenvinger
zichtbaar wordt, zat tegen het vallen van
de avondschemering, Ingeborg Wallroth in
den schaduw van de laatste oude woudreu
zen, die hier aan den rand van het vrfle
veld stonden.
Zy was op een boomstomp gaan zitten en
haar hoofd als in een soort droomtoestand
steunde tegen den enorme», met mos be
groeiden rotssteen, die achter haar tusschen
de grijze beukenstammen lag. Zy was niet
gehuld iu een diepzwart weduwengewaad
met langen sluier, want haar eeriyke,
waarlieidslievende natuur had er zich tegen
verzet een droefheid te huichelen, waarvan
zy in haar hart hoegenaamd niets gevoelde.
Een eenvoudige, donkere japon viel in sier-
like plooien om haar nog steeds meisjes
achtig teere gestalte, terwijl 'n met 'n zwart
zyden lintje gegarneerd hoedje haar hoofd
tooide. Een stille, vredige ernst lag over
haar geheele verschijning, iets van dien
ernst, die ook den grondtoon scheen te vor-
men van het herfstlandschap, dat zich voor
haar oogen uitbreidde.
I De schokkende gebeurtenissen onmiddel-
lyk vóór en tydens den dood, van haar man
en de talrijke opwindingen, die er liet ge
volg van waren, hadden een zeer nadeeligen
invloed op Ingeborgs tochreeds geschokte
gezondheid ultgeoefenc^FMaandenlang had
de professor in bangtr vrees verkeerd om
zijn schijnbaar langzaam wegkwijnend kind.
Maar het weerstandsvermogen van haar
jeugdige natuur en de wensch om te leven
I luidden tenslotte gezegevierd over het. drei
gende gevaar. Sedert de jonge weduwe
I weer als gast op Lindow vertoefde, was
haar gezondheid van dag tot dag opgebloeid
als een kamerplant, die na langen tyd ein
delijk weer onder den vrijen hemel in het
volle licht en den koesterenden zonneschijn
wordt overgebracht.
Haar ingevallen wangen hadden zich ge
rond en waren met een zacht rood bedekt,
terwijl er weer een heldere glans straalde
uit Laar mooie oogen, die nog onlangs zoo
dof en levensmoede de wereld hadden inge-
staard.
Heel laag stond de zon reeds aan den ho
rizon, toen op den straatweg de haastige
stap van een man hoorbaar werd. Ingeborg
luisterde en een gelukkige glimlach gleed
over haar gelaat. Enkele minuten nog, toen
stond liij voor haar, by wien al haar ge
dachten geweest waren, hoog en slank, in
zyn uiterlijke verschoning zonder eenig
zichtbaar spoor van de zware ziekte, waar
van hy eerst enkele maanden geleden volle
dig hersteld was. Een bruine volle baard
omgaf (thans Valentin Diirir^gjioffens gej-
laat, die hem zoo voordeelig*stond, dat men
zonder byzomlere overdryving van hem als
van een knappen man zou hebben kunnen
spreken. In de oogen van Ingeborg evenwel
zou deze gelaatsversiering stellig niet noo
dig zyn geweest, want ook zonder deze zou
hy volgens haar de knapste man op aarde
zyn geweest.
Innig vleide zy zich tegen liem aan en
toen hy haar op den frissclien rooden mond
kuste, byna precies op dezelfde plaats,
waar hy zich anderhalf jaar geleden voor
de eerste maal deze vrtyheid veroorloofd
had, toen rukte zij zich niet verschrikt van
hem lo9, doch sloeg integendeel in overstel
pende gelukzaligheid haar oogen naar
liem op.
Arm in arm wandelden zy tusschen de
weiden en akkers langs smalle, kronkelende
paden, over hun toekomst pratend, over het
zoete, nog nauweiyks denkbare geluk, dat
mifJWtRflAIIABAK
per ons
per ons
'A\'0C^--"",VTyVJ
voor lieu was weggelegd. Ook over Valen
tin Diiringhoffens wereldberoemde genees
middel sprak Ingeborg weer met schitte
rende oogen. Toen trok hy haar echter tee-
der aan zyn horst en fluisterde zacht: „Ik
ben daar niet trotseh meer op, liefste, want
ik heb immers aan mezelf ondervonden, dat
er op aarde slechts één enkel levens-elixer
bestaat, slechts één enkel waarachtig ge
neesmiddel de liefde!"
Wederom ontmoetten hun lippen elkander
en de rossige stralen van de ondergaande
zon beschenen als met een gouden glans der
verlieeriyking de beide gelukkigste men-
schenkinderen, die er volgens hun eigen
overtuiging op dit oogenblik op dezen groo
ten, uttgestrekten aardbol bestonden.
Einde.
Einde