DE ECHO VAN HET ZUIDEN
Wcck-Rcvuc.
Pluimvee - rubriek.
No. G8. Zaterdag 28 Aug. '2G. 40e .Trg.
TWEEDE BLAD.
Zi
0e Diocesane Katholiekendag
te Waalwijk op 26 September
Sectie R. K. Middenstand.
Het is zoo gauw gezegdde mid
denstand zal op den duur moeten
verdwijnen, past niet meer in het
hedendaagsch economisch leven, is niet
meer noodig.
Gelukkig evenwel voor den midden
stand zelf, maar ook voor heel de
maatschappij, dat terzake kundigen
daar anders over oordeelen en hun
oordeel kunnen bevestigen met feiten.
„De Tijd" van 21 Aug. neemt uit het
Katholiek Sociaal Weekblad een artike
over van Prof. Aegenent, waarin deze
een serie artikelen behandelt, door
den heer Th. van der Waerden in Het
Volk gepubliceerd over de grondslagen
van het Socialisme.
Wat betreft de concentratietheorie
werd door den heer Th. van der Waer
den de vraag gesteld„Is het nog
noodig aan te toonen, dat het een wet
is in de kapitalistische ontwikkeling
dat de beteekenis van het handwerk
slinkt tegenover het machinale bedrijf
tegenover de wonderbaarlijke ont
plooiïng der moderne techniek Is het
nog noodig aan te toonen, dat bij dit
proces het kleinbedrijf verdrongen
wordt door het grootbedrijf, dat de
leiding neemt in de voortbrenging en
verdeeling
Deze twee vragen werden geïllus
treerd door voorbeelden uit landbouw
winkelbedrijf en industrie.
Hierop zegt Prof. Aengenent
„Men kan veel van het bovenstaan
de toegeven en erkennen. Dat de
beteekenis van het grootbedrijf ten
gevolge van de omwikkeling der
techniek enorm is toegenomen, dat
ij het kleinbedrijf meermalen een moei
lijken strijd om het bestaan heeft te
voeren en dat ook de winkelstand
dikwijls zwaar te lijden heeft onder
de concurrentie van de warenhuizen
dit alles zijn feiten, die voor geen
^tegenspraak vatbaar zijn. Maar dat
jis toch iets anders dan de Marxis
tische concentratie-theorie in de
vorige eeuw voorspelde. Immers
««volgens deze theorie zouden de klein
zen middelbedrijven gedoemd zijn om
te verdwijnen en opgezogen te wor
den door het grootbedrijf; de pro
ductiemiddelen zouden het monopo
lie worden van een betrekkelijk gering
aantal kapitalisten en groote grond
bezitters. D&t en niet anders is de
inhoud van de concentratie-theorie.
Welnu, de feiten weerspreken deze
tendenz volkomen, zóó zelfs dat de
socialist Bernstein in zijn „Révisio-
nisme", bladz. 25 en 26, openlijk
erkende: „De kleine bedrijven in
industrie en handel zijn niet vernie
tigd geworden, zij zijn alleen over
vleugeld en van aard en economische
positie veranderd. Geheele reeksen
zijn verdwenen en door de groot
bedrijven vernietigd en opgezogen.
In de eerste plaats daarvan evenwel
Zheeft het kapitalisme zelf weer nieuwe
voortgebracht Om niet in het ab
stracte te blijven, wil ik een voorbeeld
noemen. Een industrie, die in de
moderne door het kapitalisme aan
gegrepen landen schier geheel ver
dwenen is, althans in haar ouden
vorm, is de blikslagerij. De blikslager
maakt heden geen ketels, nappen of
pannen meer, die worden in de
fabriek vervaardigd hoogstens ver
koopt hij ze nog. Deze vakman heeft
een groot deel van zijn vroegere
productie moeten opgeven. Waar
echter vroeger de blikslager was,
'vinden wij tegenwoordig grootere,
middelbare en kleine installateurs van
electrlsche inrichtingen. Een indus
trie met kleinbedrijven heeft zich
ontwikkeld op den bodem der groot
industrie. Dergelijke kunnen wij nog
in vele andere takken van industrie
waarnemen. Nog sterker is het zich
handhaven van het kleinbedrijf in
den landbouw. Hier heeft namelijk
het kleinbedrijf en het middenbedrijf
veel meer weerstandsvermogen ge
toond dan de sociaal-democratie
onder den invloed der Marxistische
theorie vroeger aannam Marx immers
had ook voor den landbouw den
ondergang van het kleinbedrijf voor
speld".
Wanneer de heer v. d. W. dus
vraagt: „Is het nog noodig aan te
toonen, dat het kleinbedrijf verdron
gen wordt door het grootbedrijf" dan
dient het antwoord te luiden, dat dit
bewijs zeker nog moet geleverd
worden.
Wat heeft dit citaat voor den mid
denstand te beteekenen?
Dat iemand, die kennis heeft van
zaken en een goeden kijk bezit op den
gang van het economisch leven, met
feiten aantoont, dat de middenstand
nog wel degelijk zijn beteekenis heeft
en noodzakelijk is in onze hedendaag-
sche maatschappij. Dat beteekent, dat
hetgeen de Socialisten in hun concen
tratietheorie van den Middenstand be
weren, wel vrome wenschen zullen
blijven.
De middenstand zal blijven, daar
kunnen we gerust op zijn. Hij zal in
sterkte toenemen, als hij zich bewust
wordt van zijn plaats in 't economisch
leven en zijn taak met hart en ziel gaat
behartigen.
Elk middenstander is een deeltje van
heel dien stand en al die deeltjes
hooren bijeen, moeten tot een gehee
vereenigd worden. Dan pas vertegen
woordigen zij een macht, die iets kan
en waarmee men rekening moet hou
den. Dan ook alleen zal hij in staat
zijn om het hoofd te bieden aan a
degenen, die zijn ondergang beoogen
Hieruit vloeit voort, dat men bi
elkaar moet komen, waar samenkom
sten voor middenstanders zijn, om zoo
van de noodzakelijkheid van samen
werking overtuigd te worden, of om
deze overtuiging nog te versterken.
Daartoe biedt zich binnenkort voor
het bisdom den Bosch een geschikte
gelegenheid aan. Op den Diocesanen
Katholiekendag te Waalwijk op 26
September a.s zal een aparte verga
dering plaats hebben voor den Mid
denstand.
Heeren Middenstanders, daar moet
Ge beslist naar toe komen.
Perscommissie Middenstand.
Binnenland.
Als inleiding tot de bespreking van
een actueel gebeuren, volge hier eerst
eene herinnering uit onzen mobilisatie
tijd.
We waren opgeroepen voor den
dienst, landstormlichting '10, allemaal
zoo ongeveer 28 jaren oud en voor
soldaten—begrippen dus al „ouwe
kerels". Mèt de oproeping dier oude
landstormlichtingen ontstonden moei
lijkheden voor de kaderopleiding,
want waren er vroeger onder de
jongere' gasten genoeg recruten, die
zich gaarne voor de sterren of strepen-
opleiding vrijwillig aanmeldden,
de ouderen waren bedachtzamer. Ze
waren vaak gehuwd of hadden zaken
en rekenden daarom uitals ik soldaat
blijf, dan kan ik na 8 maanden „ver
lof" krijgen en kom ik op de oplei
ding, dan is daar geen kans op. Nu er
geen vrijwilligers genoeg waren, werd
de verplichte opleiding geschapen
recruten, die een goede schooloplei
ding genoten hadden, werden voor
den cursus van verlofsofficieren aan
gewezen.
We behoorden tot de uitverkorenen
en allen werden we op een morgen
opgecommandeerd om gezamenlijk
naar het elders gelegen bureau van
den commandant van het depot—
bataillon te trekken. Die commandant
was majoor, d.w.z. een groot-majoor.
Zijn naam zijn we vergeten, maar de
soldaten noemden hem huiselijk „den
bloedhond". We werden in een biljart
zaal van de cantine geloosd en dra
verscheen de goud-gekraagde. Zwij
gend monsterde hij eenige oogen-
blikken het verzamelde vee en begon
toen zijn aanspraak. We waren aan
gewezen, zoo vertelde hij ons nog
eens voor de officiersopleiding en
daarin moesten we ons schikken
verzet helpt jullie niet, ook geen
ijdelijk verzet, want als je voor
examens zakt. dan draai ik jullie de
„petoet" in en laat ik je weer van
voor af aan beginnen. In dienst heb
ben we onze middelen om te dwingen
reken daarop.
We keken deemoedig en trachtten
ons in ons lot te schikken, daarbij
gedenkende, dat tegenover alle narig
heid toch ook wel de „eer stond om
met een gesterde kraag en kletterende
sabel te mogen rondloopen".
Maar de majoor schrikte ons op
uit onze overpeinzingen door zijn rede
te hervatten. Zijn handen gekruist
over zijn embonpoint begon hij als
een gekooide beer de biljartzaal rond
te Ioopen, onderwijl als volgt troosten
de Dus dat weet jullie, maar nou
wou ik er nog even bijzeggen, dat
ullie je ook niks hoeft te verbeelden,
dat jullie misschien officier wordt.
Een officier is niks. Hij heeft in de
eiding niks in te brengendaarvoor
zijn alleen de hoofdofficieren, die de
staf van de troep vormen. Jullie bent
nergens anders voor dan om de sol
daten in den strijd aan te voeren,
ullie moet vóórop loopen, jullie bent,
begrijpt dat goed, niks als kanonnen-
vleesch, hoor je, kanonnenvleesch,
<a—non—nen—vleeschjullie kunt
nrukken
nomen had van een soldaat, die niet
meer kón. Daar komt onze groot
majoor aan, te péérd Onze sergeant
wilde nog wat schikken in de troep
maar de mannen kónden niet meer
De groot-majoor Iaat halt houden en
raast en scheldt, dat het 'n aard heeft
op zóó'n onordelijke troep. Hij windt
zich meer en meer op. valt van zijn
paard, een beroerte, dóód
Dat is geen voor deze, gelegenheid
geprakkizeerd vertelseltje, maar waar
heid van A.—Z.
Jullie bent ka—non—nen—vleesch...
Aan die woorden moesten we denken
toen we de klachten lazen, thans ge
lukkig in ernstig onderzoek, van dien
anderen majoor, daar in Maastricht
die de troep in de heetste dagen van
dezen zomer, met* volledig pak en
ransel, op heuvelachtig terrein een
marsch van 60 K.M. liet maken, plus
een nachtelijke oefening in de hei
alles binnen 30 uren, met het gevolg
dat een deel der troep direct in het
hospitaal kon worden opgenomen met
gebroken midden-voetbeentjes.
Als met menschen gehandeld moest
worden, zou men rekening houden
met omstandigheden, als afstand, tem
peratuur, terreinmoeilijkheden, enz. In
het leger echter wordt niet met men-
schen gehandeld, maar met kanonnen
vleesch en als de „reglementen"
de hoogste wijsheid in den militairen
dienst voorschrijven, hoe men met
kanonnenvleesch kan handelen en be
hoort te handelen, dan wordt dat ook
gedaan, vooral als er de kwestie van
een ster meer of minder op de kraag
van den commandant mee gemoeid is.
We zijn heelemaal niet anti-militai-
ristisch gezind, maar toch, misschien
juist daardoor, vinden we het zoo
betreurenswaardig, dat de legerleiders
vaak zoo onmenschkundig kunnen op
treden. Meer dan alle anti-militairis-
tische agitatie, berokkenen zulke leiders
nadeel aan de weermachthet mifi-
tairisme vermoordt zich zelve. Dat
gebeurtenissen als de hierboven be
schrevene, in dezen tijd nog mogelijk
zijn, bewijst, dat er aan de militaire
opvoeding iets hapert, 't Is trouwens
algemeen bekend, dat de officieren-
loffelijke uitzonderingen daargelaten
over het algemeen zéér eenzijdig
ontwikkeld zijn en daardoor gewoonlijk
volkomen onbruikbaar blijken voor een
anderen maatschappelijken werkkring
Wil men in ons land het leger red
den, dan behoort er zeer zeker meer
werk gemaakt te worden van de gees
telijke opvoeding van den a.s. officier,
van zijn karaktervorming en van zijn
algemeene ontwikkeling.
Een paar weken later kwamen we
terug van een schietoefening aan het
strand, 't Was heet, smoor-heet ge
weest dien dag en de marsch verre.
Er waren vele uitvallers geweest en
onze sergeant liep met geweer en
ransel, die hij bereidwilling overge-
Van de zijde der Duitsche regeering
s er nog eens op gewezen, dat die
roode duizend markbilletten volstrekt
niets meer waarde hadden dan de
andere of, juister gezegd, even waarde-
oos waren. Zal die hernieuwde mede-
deeling helpen We vreezen. Er blijken
nog tal van ongeloovigen te zijn en
ïun voornaamste argument is dat die
billetten op het oogenblik toch nog
maar steeds duurder verhandeld wor
den dan de andere.
We achten het daarom goed om
eens in een paar woorden uiteen te
zetten, hoe dat mogelijk is.
Toen er met de marken niets meer
te verdienen was, zijn handige
lui een handeltje op touw gaan
zetten in voor oorlogsche mark
billetten, daarbij het smoesje mede
verkoopende, dat die nog eens „terecht"
zouden komen. De meeste menschen
waren verstandig genoeg om te be
grijpen, dat daarvan niets waar was,
maar andere geloofden, hoopten althans.
Er ontstond bij een deel van het pu
bliek dus een voorkeur voor de roode
voor oorlogsche billetten en zoo gauw
er van een voorkeur sprake is op de
markt loopt de prijs van een artikel
op, zonder dat zulks iets met de wer
kelijke waarde uitstaande behoeft te
hebben.
Buitenland.
In Griekenland hebben ze Zondag
weer eens 'n gezellig revolutie-tje
gehad, wat daar een inheemsch volks
vermaak schijnt te zijn. De eenige
beteekenis er van is, dat voor het eerst
in de na-oorlogsche jaren een dicta
toriale macht gebroken is. Wat men
van de nieuwe regeering verwachten
mag, is niet te zeggen, want eer men
wat gezegd heeft, is er misschien al
weer een nieuw bestuur. Sinds 1922
is revolutie een jaarlijks terugkeerend
spel in Griekenland, Men oordeele
1922. Na de Grieksche nederlaag
in Klein-Azië werd Constantijn, na een
legerrevolutie, gedwongen het land te
verlaten nadat hij daartoe ook reeds
na een revolutie in 1917 was gedwon
gen, om echter na een volksstemming
in 1920 terug te keeren.
1923. Militaire revolutie, onder
drukt door Pangalos.
1924. Koning George II wordt
onttroond, nadat Venizelos bij de al
gemeene verkiezingen heeft gezege
vierd. De republiek wordt uitgeroepen.
1925. Pangalos neemt het bewind
na een staatsgreep in handen.
1926. Kondilis werpt het Panga-
los-regime omver.
De revolutie van Zondag had iets
van een film-spanning. Een torpedo
boot wordt uitgezonden om den dicta
tor gevangen te nemen. De opdracht
wordt vervuld, maar Pangalos sluit
vriendschap met den commandant van
de boot, die er met zijn gevangene
vandoor trekt. Spannende race met een
deel van het eskader. Eindelijk wordt
de boot ingehaald, geënterd en „dap
pere officieren", die op de vijandelijke
boot overspringen schieten of vech
ten doen ze niet bij Grieksche revolu
ties nemen den gevangen genomen
dictator opnieuw gevangen Een pracht
scenario voor de film.
Van de film gesproken, een der
grootste sterren, Rudolf Valentino, de
geheime liefde, zooals men zegt, van
alle bakvischjes ter wereld, is deze
week op 30-jarigen leeftijd aan buik-
vliesontsteking overleden. Zelts aan zijn
scheiden uit het leven ontbrak het
spannende film-avontuur niet. Een
vliegtuig, waarmee men in New-York
een reddend medicijn wilde halen,
moest wegens mist landen.
Hoe klein is toch alle menschen-
werk. We verheffen onze „sterren" om
ze te laten stralen over de wereld,
maar als Hij daar boven er even met
Zijn adem over heen gaat, is alles
gedoofd,voor goed. Wij kunnen
slechts flikkerlichtjes doen ontbranden,
die éven, heel even ontgloeien, dan
zijn ze alweer „uit"; een klein rook
wolkje herinnert nog een oogenblikje
aan wat gewéést is en daarna ver
geten we.
Vragen, deze rubriek betreffende,
kunnen door onze abonné's
gezonden worden aan: „DE
COMBINATIE", Westersingel 27
A, Rotterdam, Postzegel van 10
cent insluiten.
Consumptie-Eieren.
Gaven we in ons vorig artikel aan,
op welke wijze met eieren geknoeid
kan worden, thans willen we het mid
del bepreken, dat zulk geknoei kan
voorkomen.
We zeggen „het" middel, omdat er
slechts één afdoende methode is om
de kwaliteit der eieren vast te stellen
en dat is het z.g. „schouwen", d. i
doorlichten der eieren.
De zekerheid, dat een ei „versch
geraapt" is, moge al een groote mate
van betrouwbaarheid geven, afdoende
zekerheid biedt ze niet, want zelfs een
versch geraapt" ei kan slecht zijn,
doordat het slechts schijnbaar „versch
geraapt" is, doch b.v. in een of anderen
hoek werd ontdekt, toen het er reeds
ang lag, óf doordat het ei wegens het
een of ander gebrek in de eierleiding
van de kip dagen lang in het warme
tioenderlichaam bewaard bleef, vóór
de kip het kon afscheiden, óf doordat
lichaamssecreties, als bloed of ontlas-
tingsdeelen, in het ei te recht kwamen,
vóór het door de schaal werd afge
sloten. Dat laatste komt niet zoo vaak
voor, maar het gebeurt toch wel.
Er zijn kleine schouwlampjes, waar
mee men de eieren stuk voor stuk
doorlichten kan, doch die zijn in
loofdzaak slechts in gebruik bij fok-
kers en worden gebezigd bij de be
oordeeling van broedeieren. Voor de
schouwing van consumptie-eieren is
zulk 'n lamp te omslachtig en daardoor
te duur in gebruik.
Voor de schouwing van consump
tie—eieren worden schouw bakken ge
bruikt, d. i. eene installatie van elec-
trische lichten in een soort bak, die
afgedekt kan worden met een lade,
die met 100 of meer eieren gevuld is.
Zulke bakken zijn b.v. op de Coöpe
ratieve Eierveiling te Roermond, de
grootste in ons land, in gebruik.
Door de sterke verlichting van
onderen af worden de eieren door
schijnend, men ziet door een helder
oranjeachtige ronde vlek in het midden
der eieren den zwevenden dooier en
daaf rond omheen is het wit-doorschij
nend een en ander bij de goede eieren.
Donkere stippen daartusscher. wijzen
op de aanwezigheid van bloed of vuil
in het ei. De doorlichting verraadt ook
dadelijk, of de schaal gekneusd is of
breuken vertoont, in welk geval het
slechts kort voor consumptie geschikt
blijft. Is de heele ei-inhoud troebel van
kleur, dan is het ongeschikt; blijkt de
dooier naar één kant te zijn wegge
zakt, dan is het oudvertoont zich
een soort spinnekopteekening in het
ei, dan is het aangebroed (ongeschikt),
een zwarte stip tegen de schaal wijst
op een afgestorven kiem (ongeschikt)
en een onregelmatig, rood geteekende
kring tegen de schaal eveneens (onge
schikt).
Van zeer veel belang is de beschou
wing van het z.g. „luchtblaasje". Als
AKKER'S
rKLOOSTERB ALSEM
beroemd wrijf middel
bij rheumatiek,spit,
spierverrekkingen^
stramheid^
en
men een gekookt ei pelt, vindt men
gewoonlijk aan de stompe pool, een
deukje. Dat zit ook in ongekookte
eieren; het „deukje" is een met lucht
gevulde ruimte tusschen binnen- en
buitenvlies. Als men bij voorkeur
in de donkerte een gewoon elec-
trisch zaklampje achter een ei houdt,
ziet men duidelijk dat „luchtblaasje".
Bij een volkomen versch ei heeft het
de grootte van een dubbeltje onge
veer, maar hoe ouder het ei is, hoe
grooter het wordt. Steeds immers ver
dampt weinig vocht uit het ei en zet
het luchtblaasje zich in dezelfde ver
houding uit.
Niets is dus eenvoudiger dan een
Rijkswet of gemeentelijke verordening
te scheppen, waarin bepaald wordt,
dat geen consumptie—eieren binnen
het rijk of de gemeente in den handel
gebracht mogen worden, die niet op
aan te wijzen plaatsen geschouwd zijn
en bij goedkeuring van een datum-
stempel voorzien. Er blijft voor den
handel dan speling genoeg, want een
goed ei kan gerust een a twee weken
op een koele plaats bewaard worden.
Waar het schouwen heel vlug gaat,
zullen de kosten miniem zijn en de
consument zou geen bezwaar maken
een halve cent meer te betalen voor
de zekerheid een goed ei te ontvangen.
In Denemarken worden de eieren
geschouwd en gestempeld en in Enge
land zijn reeds lang maatregelen in
voorbereiding om den invoer van on
gestempelde eieren te verbieden.
Onze export-handel heeft bezwaren
tegen stempeling, maar de reëele han
delaars kunnen die bezwaren o.i. toch
niet deelen. Keuring en stempeling
komen den reëelen handel ten goede,
ook den export-handel omdat men in
het buitenland vraag zal krijgen naar
eieren, die eene garantie voor geschikt
heid bieden.
Maar, het kunstje van eieren „be
waren" tot de markt is „opgeloopen"
is dan natuurlijk niet meer toe te pas
sen en daarom is het teverklaren.dat
degenen, die in eieren speculeeren
en dat zijn er vele 1 tegen de door
ons aangewezen controle zijn.
Zoolang rijkswet of gemeentelijke
verordening deze materie nog niet ge
regeld hebben, kunnen de consumen
ten zich zelf beschermen door de ge
kochte eieren met eenvoudige eieren-
schouwers te onderzoeken.
Heeft men ergens een electrisch
lampje aan den muur zitten, dan neme
men b.v. een sigarenkistje zonder dek
sel, dat door middel van een paar
haakjes over de lamp heen gehangen
kan worden. In den bodem maakt men
een ovaalvormige uitsnijding, iets
kleiner dan een normaal ei, welke
opening met een randje van vilt be
plakt wordt. Tegen die opening nu
drukt men stuk voor stuk de eieren
bij voorkeur als het donker is
en men kan ze als 't ware geheel
doorzien.
BUITENLAND.
Officieus wordt gemeld, dat tot de
nieuwe maatregelen, die het Italiaan-
sche kabinet in zijn aanstaande zitting
zal hebben goed te keuren, behoort het
voorstel tot algeheele opheffing van
gemeentebesturen. In het begin van
dit jaar werd een wet goedgekeurd,
waarbij gemeenten met minder inwo
ners dan 5000 zielen worden geplaatst
onder bestuur van het ministerie van
binnenlandsche zaken. Deze wet zal
thans worden uitgebreid tot alle
gemeenten in Italië. Zelfs de groote
steden zullen het recht verliezen haar
eigen bestuurders voor plaatselijke aan
gelegenheden te kiezen.
Mussolini is tot dit besluit gekomen,
omdat het resultaat, verkregen na een
bestuur van eenige maanden door de
regeering, zoo gunstig is, dat de uit
breiding der wet voor het geheele land
van groote beteekenis is. Een der
gevolgen van den nieuwen maatregel
is, dat de wet tot uitbreiding van het
gemeentekiesrechl voor vrouwen, die
korten tijd geleden is goedgekeurd,
niet toegepast zal worden.
Volgens een bericht uit Berlijn
heeft het onafhankelijk gerechtshof te
Angora, ingesteld naar aanleiding van
den moordaanslag op Kemal Pasja,
iet doodvonis door middel van den
strop uitgesproken tegen den voorma-
ligen Turkschen minister van financiën,
Djavid bey, den voormaligen minister
van onderwijs, dr. Nazim, den afge
vaardigde Hilmi bey en den secretaris