DE ECHO VAN HEI ZUIDEN Week-Revue. Bij Scheren Voor Huis en Hof. Pluimveeteelt. No. 74. Zaterdag 18 Sept. '26. 49e Jrg. TWEEDE BLAD. W Zij die zich tegen 1 October op dit blad abonneeren, krijgen de tot dien datum, dus de geheele maand Septem ber verschijnende nummers G R A TI S Binnenland. Juist toen we de vorige week ons overzicht beëindigd hadden, bereikten ons de berichten over het ernstige spoorwegongeluk bij Leiden we had- den daarover dus nog wel iets aan het geschrevene kunnen toevoegen, maar we deden dat niet, omdat we dan het grootste voorrecht van den overzichtschrijver prijs hadden moeten geven, n.l. het bespreken van gebeur tenissen op een tijdstip, dat de gewekte agitaties geweken zijn en het vellen van een bezonken oordeel mogelijk is. Men moet van ons dus niet het overdreven pathos verwachten, waar mee het ongetwijfeld zéér droef ge beuren in de pers is uitgebuit. Het drama komt tenslotte daarop neer, dat we sinds 1918 weer een ernstig spoor wegongeluk in ons land te betreuren hebben, waarbij 3 dooden vielen. Dat is natuurlijk zéér jammer en betreu renswaardig, maar als we geregeld van de ernstige spoorwegrampen in het buitenland lezen, dan vraagt men zich toch af, of het noodig was om dit ongeval bij Leiden tot zoo'n sen satie-wekkend drama op te schroeven. Er zijn 3 dooden gevallen en later is er nog een gewonde overleden. Als nu de berichten eens vermeld hadden, dat die drie dooden een machinist en b.v. twee remmers waren geweest, zou het drama dan ook dagen en dagen lang In de pers zoo geweldig zijn uitgebuit? Nu geven we gaarne toe, dat de dood van het echtpaar Lobo- Brakensiek van grooter maatschappe lijke beteekenis is dan het sneven van 'twee remmers, maar de ernst van het ongeluk als zoodanig blijft toch gelijk, of de drie dooden koningen dan wel bedelaars geweest zijn. 't Is in het bijzonder het sneven van het ook door ons zeer betreurde ar- tistenpaar, dat de menschen tot sterke overdrijvingen heeft verleid. Als men sommige bladen leest, krijgt men den indruk, dat een reis per trein gelijk staat met een doodenrit. Blijkens een gelegenheidsgedicht van een bekenden rijmelaar in een groot blad, zou men goed doen met, alvorens een treinreis te ondernemen, heel zijn familie om zich heen te vergaren en een hartelijk afscheid te nemen van al zijn dierbaren, Gaan we echter de nuchtere feiten na, dan blijkt, dat we in ons land slechts één groote spoorwegramp gekend hebben, te Weesp in 1918, waarbij 40 dooden vielen. Overigens hadden in de laatste 44 jaren slechts 18 spoor wegongelukken van beteekenis plaats, waarbij ie samen 38 dooden vielen, dat is als we ook hiervan een gemid delde mogen zoeken nog niet één doode per jaar. Dat het jongste ongeval te Leiden dan ook zoo'n geweldige sensatie ge wekt heeft, komt in de eerste plaats door de personen der slachtoffers en in de tweede plaats, doordat een spoor wegongeluk steeds sterk op onze ver beelding inwerkt. Tenslotte beteekenen 3 dooden heel weinig, vergeleken bij de massa's slachtoffers, die jaar in, jaar uit tengevolge van andere onge vallen komen te overlijden. Maar die andere ongevallen zijn gewóón, vormen het dagelijksche gebeuren, en maken daarom geen indruk meer op ons. We hebben eens vluchtig de num mers van een dagblad, die we ovir een week bewaard hadden, doorgezien, om te constateeren, hoeveel andere ongelukken met doodelijken afloop er omstreeks den tijd van het spoorweg ongeval en alleen in ons land hadden plaats gehad. Het staatje, dat we verkregen en geenszins op volle digheid aanspraak mag maken, toonde 20 van zulke ongevallen aan met te samen 20 dooden de berichten liepen over één week en waren alle gedateerd 6-13 September. Er bleken, alléén dus in ons land, in die week verdronken door aanvaringen e.d. 7 personen, doodgevallen 4, bij motor- en fietson- gelukken omgekomen 4, verbrand 2 en door andere oorzaken gedood 3. Over die 20 dooden, zooals er nu eens een paar minder, dan weer wat meer, wekelijks te betreuren vallen, wordt echter met geei* woord meer nagesproken, maar over den ernst van een spoorweg-ongeluk, het eerste doo- delijke sinds 1918, waarbij 3 slachtof fers te betreuren waren, geraakt men niet uitgesproken. "IHet is niet onze bedoeling om het gebeurde te kleineeren, maar wel om het tot de werkelijke proporties terug te brengen, nadat het door een sensa- tioneele berichtgeving een onwaarach tige beteekenis heeft gekregen. We spreken daarbij de hoop uit, dat èn de Maatschappij èn de Justitie door een nauwgezet onderzoek de oorzaak zal trachten te vinden, opdat de verant woordelijkheid kan worden vastgesteld en herhaling vermeden. Het publiek heeft recht, dat zijn veiligheid zoo hoog mogelijk verzekerd wordt. 't Schijnt voor vele menschen moei lijk te zijn om hun nuchterheid te be waren als ze schrikken. Toch heeft men wel zulke nuchtere menschen, zooalsfdie boeren, die een dubbeltje toegang eischten van degenen, die hun weiland betraden om de ruïne van het ongeval te zien. Die menschen kwamen allen toegeloopen uit een ziekelijke nieuws gierigheid hun tegenwoordigheid daar was nóch noodig, nóch gewenscht. Waarom zouden die boeren nu hun land laten^ vertrappen om de massa aan die ziekelijke en ongewenschte nieuwsgierigheid te laten toegeven Ze vroegen toen een dubbeltje entree, bereikten daarmee,v dat de toeloop op de plaats van het ongeluk niet k\ te groot werd en dat ze een behoorlijke vergoeding kregen voor de schade, die door de massa op hun land werd aangericht. Zeker, we geven graag toe, dat U en wij 't misschien niet gedaan zouden hebben, dat het heffen van entree in zoo'n geval wel een beetje banaal is, maar tenslotte is er practisch toch niets tegen in te brengen en als er hier schuldigen zijn, dan moeten die het eerst gezocht worden in de op sensatie beluste massa. Voor vele groot stedelijke journa listen echter is de boer nu eenmaal een Kop van Jut, en de entree-heffende landbouwers zijn in een deel der pers op de schandelijkste wijze uitgemaakt Kaffers, vampyrs werden ze betiteld, met beesten werden ze gelijk gesteld. Die journalisten waren voorbeelden van menschen, die bij een schrik hun nuchterheid en gezond oordeel niet weten te bewaren. 's Middags gebeurde het ongeluk, 's avonds draaide in sommige biosco pen een film van het drama. Wat wil den die bioscoop-directeuren Zochten ze iets anders dan reclame, probeerden ze niet iets te verdienen aan het on geval En waarom gaven sommige bladen heele pagina's foto's van het geval Was het niet hun manier, de manier van de courantiers om „munt" te slaan uit het gebeurde „Extra num mer van Zooveel cent", „Het spoorwegongeluk bij de Vink. Losse nummers verkrijgbaar" enz., bedoelden die aankondigingen iets anders dan den menschen het ongeluk te laten zien en werd ook daarbij niet de hand op gehouden Quot licet Jovi, non licet bovi Buitenland. Met veel fanfares is Duitschland in den Volkenbond toegelaten en Spanje vertrok met de stille trom. Als een kind, dat z'n zin niet kan krijgen, heeft het gezegddan speel ik lékker niet meer meel Zooals men weet, is Spanje teleurgesteld, omdat het niet mèt Duitschland een vaste raads (be- stuurs) zetel kreegSpanje was immers ook „grrroot" I Door te gaan loopen heeft de Spaansche regeering het klaarste bewijs geleverd, dat het land niet groot is. In den Volkenbond kunnen deleden het lidmaatschap slechts opzeggen met een termijn van 2 jaar, In dien tijd kan dus nog heel wat gebeuren en het is lang niet onwaarschijnlijk, dat Primo's dictatuur dan al lang ge ëindigd zal zijn. Ook Mussolini's heerschappij dreigde deze week een abrupt einde te nemen door de bom van een anarchist, maar wéér ontkwam deze mensch aan den dood, waardoor zijn populariteit onge twijfeld weer verhoogd is en de bom niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk in de verkeerde richting gebarsten blijkt. Gewelddaders blijven steeds te veroordeelen, óók tegenover een ge weldenaar. Trouwens, hoe anti-fascis tisch we ook zijn en hoe verwerpelijk we de dictatuur voor ons land en andere rijken met een rustige bevol, king en democratisch bestuur achten voor Italië zou het slagen van deze anarchistische opzet zeer zeker een ramp geweest zijn. Kondilis, de nieuwe machthebber in Athene, die in naam der democratie Pangalos ten val bracht en zelfs een socialistisch bestuur aankondigde, blijkt al even stoelvast en heerschzuchtig te zijn als zijn voorganger. We zeiden het immers reeds in een vorig over zicht, dat generaals gewoonlijk een eigenaardige opvatting van socialisme Ingezonden Mededeelingen. géén Pijn en naschrijnen of stnkgaan der huid, indien men voor het inzeepen de baardoppervlakte inwrijft met Doos 30, Tube 80 ct. PUROL. hebbenDe leiders der politieke par tijen hebben er hem nog niet toe kunnen bewegen om het bestuur aan hem over te dragen en een poging om dat met geweld te bereiken, is bloedig onderdrukt; er vielen 70 dooden. In Athene is het nu volstrekt rustig, zegt de generaal. Dat ziet men méér, na zoo'n fusillade. In den Bloementuin. Najaarswerkzaamheden in den bloe mentuin zijn allereerst het naar binnen brengen van de planten, die niet tegen onze winters bestand zijn en het weder in orde maken der perken, welke van hun zomertooi beroofd worden. We beginnen dus met de gazon- planten onder dak te brengen. Voor zooverre deze in kuipen of potten staan is dit nog al gemakkelijk. Ze worden goed schoon gemaakt, zoowel de bla den als de kuipen of potten en ver volgens binnen gezet. De perken, met allerlei potplanten bezet, worden achtereenvolgens even eens ontruimd. Wie zijn Pelargoniums (geraniums) en Fuchsia's wenscht over te houden, snoeit de planten terug en ontdoet ze van alle bladen. Dit hindert de planten niet noemenswaardig en voorkomt het rotten en smeulen der overgebleven deelen. Vooral wanneer men geen goede bewaarplaatsen heeft en de planten in den kelder b.v. moe ten overwinterd worden, is het afpluk ken der bladen zeer aan te raden; zoodra in het voorjaar de planten in gunstige omstandigheden geplaatst worden, zullen ze spoedig uitloopen en hare nieuwe scheuten vertoonen. Het bewaren van Pelargoniums in een kelder heeft veel bezwaren en velen zullen wegrotten. Drooghouden is een eerste voor waarde tot welslagen en al is de aarde ook gelijk asch, geef geen water vóór dat men de planten tot nieuwen groei wenscht aan te zetten. Staan de planten gunstiger b.v. in 'n kas. dan mag men ze nu en dan wel gieten, maar altoos slechts matig. Het binnen brengen onzer planten doen wij bij voorkeur bij droog weer. Als de planten en bladen nat zijn, ontstaat door de gesloten ruimte waarin ze worden geplaatst en den engen stand allicht rotting en smeuling. Dit kunnen we grootendeels voorkomen door de planten slechts volkomen droog in hare winterkwartieren te brengen. In den Moestuin. In de voorafgaande week hebben wij enkele, mooie, droge dagen gehad, om de andijvie op te binden. Bij kleine partijtjes zetten we dit in de volgende weken voort, om op die wijze telkens opeenvolging van deze groente te hebben. De reuzenbloemkool vertoont hier en daar reeds grootere en kleine kooien. De oogst is begonnen en eiken dag gaan we er langs om de bladeren te knikken, zoodat de kool niet aan de zon wordt blootgesteld, waardoor de witte kleur in een gele zou overgaan en dus de waarde belangrijk ver minderen. In witlof en bietwortels vinden we hier en daar doorgeschoten planten. Ze worden er uit gehaald, daar ze onge schikt zijn voor 't gebruik. Van de eerste krijgt men geen vaste kroppen meer en van de laatste slechte, min smakelijke wortels. Tevens kijken we de rijen der witlcfwortels even door, daar hier en daar enkele planten nog te gedrongen staan en ze hebben nu nog heel wat tijd, om zich flink te verdikken. In November komt de tijd voor het trekken der kropjes aan, waarover we later meer meedeelen. Aanbeveling verdient het evenwel voor hen, die dat binnenshuis willen doen of in een eenvoudige houten tent, deze reeds daarvoor in gereedheid te brengen en bij 't niet in voldoende voorraad heb ben van lichtere tuinaarde een paar balen fijn turfmolm op te doen, om het dekmateriaal in gereedheid te brengen dat straks op de wortelkronen komt te liggen. We maken bij het trekken gebruik van de gewone tuin aarde, die door een aardzeef wordt geworpen. Terwijl men er twee schop pen vol tuinaarde doorwerpt, ver mengt men deze telkens met een schop turfmolm, die eveneens door de zeef gaat. Men krijgt dan een zachten bodem, niet te zwaar en niet te licht, die later op de wortels wordt gebracht. De zaaddragers van de witlofwortels, dat zijn dus de zaadstengels, die uit de wortels van 't vorige jaar zijn ge groeid en die daarvoor speciaal zijn gereserveerd, kunnen worden afgesne den. Evengoed kan men ze met het nog restende deel van de wortel uit den grond trekken en te drogen hangen op zolder. Men hangt ze evenwel omgekeerd en omdat er veel zaad uit zal vallen, verzamelt men dit op onder liggend papier. Men zij er op bedacht, het niet op plaatsen te hangen, waar veel muizen voorkomen. De aardbeien worden nog eens na gezien. Zoowel van oude als jonge planten verwijdert men zorgvuldig de ranken terwijl zwakke planten, die in ontwikkelingachterblijven, weg worden genomen en door nieuwe vervangen. Onder de verdere werkzaamheden in den tuin behoort ook nu gerekend te worden, het verzamelen van alle groentenresten en deze op de com- posthoop te brengen. In den loop van het jaar is deze hoop reeds vrij groot geworden en 't is noodig hem nu eens flink om te zetten en er den beerput door te werken. Men krijgt dan een goede hoeveelheid mest, die in het najaar in den groententuin kan worden onder gespit. Onze Hondenrassen. Ten behoeve van de propaganda en verbetering van het ras bestaan hier te lande verscheidene speciaal clubs van liefhebbers vanonderscheidene herdershondenrassen, waarvan de meest bekende zijn die voor de Duitsche Herdershonden en die voor de Hol- landsche. De laatste dankt haar betee kenis aan het feit, dat ze een inlandsch ras propageert, maar de vereeniging is niet groot. De organisatie echter, die de Duitsche herdershonden propageert (de V.D.H.) is de grootste kynologische vereeniging van ons land. Hoe het op het oogenblik met haar ledental staat weten we niet precies, maar een paar jaar telde ze ver over de 1000 leden; ze bezit een eigen orgaan en is zeer actief. De verschillende bloei dezer twee organisaties is tevens een aanwijzing omtrent de verspreiding van de Duitsche en Hoilandschev Herdershonden. On danks het feit dat de Hollandsche Herdershonden fokproducten van eigen nationalen bodem zijn, hebben ze hier nimmer de populariteit kunnen ver werven van de Duitsche broederen en zusteren. Eensdeels is dat misschien te verklaren uit de bekende „trek" van vele Hollanders naar het vreemde, maar ongetwijfeld zijn ook de elschen, door de organisatie(s) der Hollandsche Herdershonden aan het ras gesteld, oorzaak der mindere populariteit. Voor een leek valt het verschil tusschen een Hollandschen en Duitschen Herders hond niet direct opover het algemeen zijn de laatste langer en slanker van bouw, de kop is langer en spitser.de ooren zijn gewoonlijk wat grooter. In het algemeen kan men zeggen, dat 'n Duitsche Herdershond een mooier, edeler voorkomen geeft dan 'n Hol- landsche, al zijn er in de laatste jaren van ons Hollandsche ras toch eenige zeer mooie dieren gefokt, die echter onmiskenbaar Duitsch bloed voeren. De fokkers van Duitsche Herders honden hebben bij de paringen hunner dieren steeds het oog gevestigd op het verkrijgen van mooi gebouwde dieren de fokkers van Hollandsche Herders honden staarden zich blind op de kleur, waardoor bouw en algemeen voorko men verwaarloosd werden. Een paar witte haartjes, die een Herdershond in in de borst b.v. al gauw vertoont, maakten het voor een Hollandschen Herdershond onmogelijk op een ten toonstelling bekroond te worden, 't Gevolg was, dat overigens uitmuntende dieren om zoo'n belachelijke kleinig heid van de fokkerij werden uitgesloten en ook vele liefhebbers dier honden hun keuze op een ander ras bepaalden, omdat die kleuren-waanzin de lief hebberij nekte. De fokkers van Duitsche Herders honden hebben zich nimmer om de kleur bekommerdmen vindt geheel zwarte-exemplaren, zwart-gele, zwart grijze, geheel grijze, (wolfsgrauwen en zilvergrauwen), muiskleurigen, enz.; geen enkele kleur heeft waarde boven de andere. Toch heeft ook de fokmethode van Duitsche Herdershonden fouten in het ras gebrachtdaarover in een volgend artikel. Parelhoenders in den tuin. Ieder, die probeerde zijn kippen los in den tuin te laten loopen, zal in korten tijd gezien hebben, dat zulks met het oog op de door hen veroor zaakte schade op den duur onmogelijk is. Daarentegen is het parelhoen aan te raden voor die tuinliefhebbers, die graag dieren om zich zien, ook om hun hulp in den strijd tegen schadelijke dieren. Parelhoenders scharrelen niet, uitgezonderd voor het graven van een nest op een verborgen plaatsje of om een zandbad te nemen Daarentegen zijn ze onvermoeid in het afzoeken van den tuin naar oorwormen, groene kool- rupsen, sprinkhanen, enz. Een eerste voorwaarde is natuurlijk, dat de tuin vrij groot isdan is 't genotvol, de dieren nu hier, dan daar te zien rondscharrelen. Hun geschreeuw is inderdaad leelijk, doch men hoort ze zelden, wanneer ze vrij rondloopen kunnen, terwijl ze daardoor in de volière juist lastig worden. Driemaal daags een weinig kippenvoer is vol doende hun hoofdvoedsel zoeken ze zelf. Als men ze van tijd tot tijd een stukje rauw vleesch of appel geeft, kan men ze zeer tam maken. Van April tot einde Augustus kan het ongeveer 75 eieren leggen. De jonge parelhoen ders zijn lastiger groot te brengendan andere kuikens, daar ze in de eerste weken zeer teer zijnlater groeien ze snel en zijn dan alleen gevoelig voor nat. De winter productie. Het vorige jaar werd in ons land een gemiddelde eierenprijs gemaakt van ongeveer 7 cent. Zoo'n cijfer is het resultaat van berekeningen, gemaakt door de besturen der eierveilingen des winters is de aanvoer gering en de prijs hoog, des zomers is de aan voer ruim, maar zijn de prijzen bedui dend lager, zoodat de gemiddelde prijs een cijfer is, dat tusschen de winter- en zomerprijzen instaat, maar toch dichter bij de laatste, omdat de zomerproductie die van den winter aanmerkelijk overtreft. De winsten in het pluimveebedrijf te behalen, zijn niet groot en vooral nu de prijzen een dalende tendenz vertoonen, kan men zeggen, dat het vraagstuk der rentabiliteit geheel af hankelijk van de winterproductie is. Een klein berekeningetje kan dat dui delijk maken. Gesteldeen pluimveehouder heeft nu een aantal kippen, die gedeeltelijk den eersten leg gaan aanvangen en gedeeltelijk den tweeden leg, het aan houden van oudere kippen is niet aanbevelenswaardig. Een mooi resul taat zal het te noemen zijn, als zijn eerste jaars dieren in het komende jaar een gemiddelde productie geven van 150 eieren en de tweede jaarskip- pen een gemiddelde van 120. De voederkosten per kip bedragen onge veer 2 cent per dag. Per eerste jaars-kip zal die hoender- houder dan ontvangen 150x7 cent is f 10.50 en uitgeven aan voeder f7,—, zoodat hij „over"houdt f 3.50 per kip. Echter, toen het legjaar begon kostten de jonge kippen hem, hetzij hij ze had aangekocht of zelf gefokt, mins tens f 4.—, terwijl ze na het eerste legjaar nog maar een marktwaarde hebben van ongeveer f 1.50; de waar devermindering per kip bedraagt dus f 2.50 en daarmee moet de winst van f 3.50 verminderd worden. Of er dus nóg eenige werkelijke winst overblijft is afhankelijk van de vraag, of er meer of minder uitgaven geweest zijn voor arbeid, huur, hokken enz. en tegen slag door sterfte. De resultaten met de kippen van den tweeden leg zijn niet beter. Wel is er geen noemenswaardig verschil in marktwaarde tusschen een kip, die den tweeden of eersten leg achter den rug heeft, maar de gemiddelde pro ductie is zooveel minder en op niet meer dan 120 eieren te stellen. Ze brengen f 8 40 op en verminderd met de voederkosten beteekent dat een bruto winst van f 140, welke nog sterk verminderd wordt of tot verlies omgezet, na aftrek der andere kosten, hierboven genoemd. Men kan dan ook gerust zeggen, dat in eenig bedrijf met gemiddelde resultaten, geen of geen beteekenende winst wordt gemaakt. De manier om winst te betalen is dan ook alleen te zorgen, dat van die gemiddelde productie een behoorlijk percentage in den winter wordt geraapt, daar de zelf verkregen gemiddelde eierenprijs daardoor belangrijk boven het algemeen gemiddelde kan uitko men. Het is duidelijk dat een produc tie van 50 winter- en 100 zomer- eieren heel wat meer geld in het laadje brengt dan 10 winter- en 140 zomer-eieren. Als het half Februari is, dan dalen de prijzen al snel, maar om dien tijd reeds is het vast te stellen, of er in het loopende jaar (voor de pluimvee teelt van 1 October tot 30 September) winst gemaakt zal worden. De grootste winterproductie mag verwacht worden van dieren, die in haar eersten leg zijn, maar daartoe behooren die aan twee eischen te voldoena van goede afstamming te zijn, b op tijd geboren. Van goede afstamming moeten ze zijn, omdat slechts zeer goede legsters in staat zijn om ook in den winter te produceeren en het goede leggen eerst een eigenschap kan worden, als van geslacht op geslacht slechts is voort- geteeld met dieren, die een hooge pro- ductle gaven. Bovendien is gebleken, dat de geneigdheid om in den winter te produceeren door een juiste teelt keuze in een stam is vast te leggen. Op tijd geboren moeten ze zijn, omdat elke kip van licht ras (Leghorn) V

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 5