Voor Huis en Hof.
openbare vergadering over dergelijke
zaken zou gaan spreken.
Mnits. U weet wel wat ik bedoel.
Voorzitter. Juist daarom.
De heer Verschuren zegt dat een
vorige week een koe aan miltvuur is
gestorven. Volgens een bestaand voor
schrift moet het cadaver dan worden
verbrand omdat het anders een groot
gevaar oplevert. Die maatregel is zeer
goed, want wij allen weten hoe be
smettelijk het is. Wat hem nu heeft
verwonderd, is dat men het cadaver
eerst een 400 M. heeft vervoerd. Vol
gens het weinige verstand dat hij
daarvan heeft kan hij toch verklaren
dat overal waar het cadaver is langs
gegaan, de boel besmet is.
Spr. dringt er op aan dat, mocht
zich weer een geval van miltvuur voor
doen, dan maatregelen zullen worden
genomen dat het ter plaatse zelf wordt
verbrand.
Voorzitter. Dat beest behoorde aan
v. Loon en liep op de Kade van het
Noorderafwateringskanaal. Die ka is
zoo smal, dat daar geen gat in den
grond kan worden gegraven. Ik heb
toen met den veearts getelephoneerd
om te hooren wat wij in dit geval
moesten doen en die zei dat we het
beest op dat Spieke daar moesten
verbranden en begraven.
In andere gevallen wordt het altijd
ter plaatse gedaan.
De afstand is ook niet zoo ver als
u zegt maar ongeveer 50 M.
Verschuren. Als zoo iets voorvalt is
het van groot belang, dat de aan
grenzende eigenaars worden géwaar-
schuwd. Nu is het bloed van het beest
bij mij op de wei terecht gekomen.
Voorzitter. Dat mag volstrekt niet
gebeuren.
Verschuren. Een en ander gaat met
veel kosten gepaard en daarom mogen
de - te nemen maatregelen wel zeer
streng zijn.
Voorzitter. Wij zullen er rekening
mee houden en in het vervolg de aan
grenzende eigenaars even waarschuwen.
Dat zoo'n beest vervoerd moet worden
behoort tot de hooge uitzonderingen.
Het spijt mij, dat u er nu niet van in
kennis is gesteld.
Verschuren. Ik maak u daar geen
verwijt van, want u kan daar zoo goed
niet mee op de hoogte zijn.
Ik begrijp echter de veearts niet.
Voorzitter. Dan heeft het toch niet
doelmatig plaats gehad, want in uw
weide had geen bloed mogen komen.
Verschuren. Hoe gaat dat, men liep
van de eene in de andere wei en zou
wordt de besmetting overgebracht. Ze
is zeer gevaarlijk die ziekte en daarom
is het juist noodig dat maatregelen
worden getroffen, dat niemand er last
van heeft. U is niet deskundig en
daarom neem ik het u ook niet kwalijk
Brokx. Moet de veearts bij zoo'n
geval niet tegenwoordig zijn.
Voorzitter. Neen, dan komt er iemand
uit den Bosch.
Van de Rijken. Anders wordt het
niet duur genoeg.
Niets meer aan de orde zijnde en
niemand meer het woord verlangende,
sluit de Voorzitter de vergadering.
(Dezo bijdrage is oen paar weken moeten
blijven liggen).
IN 1)EN BLOEMENTUIN.
We gaan voort met gereedmaken van
onzen tuin met het oog op den voor-
jaarsbloei.
Behalve de hol en knolgewassen zijn
er nog vele planten, die ons vroeg in
het voorjaar met hare hloemen ver
heugen en de komst der lente aankon
digen.
Het best bekend en het meest ver
spreid zijn de Vergeet-mij-nietjes, met
hare vele verscheidenheden, waaronder
met prachtig donkerblauwe bloempjes'.
Inderdaad, 't zijn dankbare voorjaars-
bloeisters en zij worden schier in eiken
tuin aangetroffen.
Muurbloemen behoorcn ook als vast
nummer op het programma van den
voorjaarstuin. Het zijn dankbare plan
ten, die met hare heerlijk riekende
bloemtrossen werkelijk een plaatsje
verdienen.
Niet vergeten mogen- We de groot-
bloemige Violen (Viola tricolor) die
gewoonlijk door het publiek met den
uitheemschen naam pensees" worden
aangeduid. Prachtige kleuren treft men
tegenwoordig onder deze violen aan
en de bloemen hebben een reusachtige
afmeting bereikt, zoodat zij aan de
strengste eischen kunnen voldoen. De
Madeliefjes, verdienen meerdere waar
deering, dan zij tot heden genieten, ook
als voorjaarsplant.
Onder de vaste- of volfcgrondsplan-
ten is ook veel, dat voor ons doel ge
schikt is. Allereerst de bekende dubbel-
bloemige Arabis alpina fl. pl. In het
voorjaar is deze plant als met een
laken overdekt, van de massa witte
bloempjes, die haast geen blaadje vrij"
laten. De gevuldbloemige variëteit heeft
hef groote voordeel boven hare enkel-
bloemige zuster, dat de bloei veel lan
ger aanhoudt, zoodat zij de meeste aan
beveling verdient. Dan hebben we de
gasanjers (Dianthus plumarius) en de
z.g. pck-Anjer (Dianthus Viscaria), die
men niet zooveel meer ziet. Toch is zij
mooi, niettegenstaande zij tot de oude
planten gerekend kan worden. Dank
bare planten zijn ook de verschillende
Primula-soorten zooals pr. veris. Som
mige zijn in ons land ook inheemsch
maar werden door de kweekers in cul
tuur genomen en verbeterd. De witte
Scheefblocm (Iberis sempervirens) en
het gele'Schildzaad (Alyssum saxatile
compactum) zijn in het voorjaar ook
mooi, als tallooze bloempjes de plan
ten overdekken.
Zeer aardig is een samenplanting van
twee of meer gewassen op één perk of
in een groep, vooral bolgewassen en
overblijvende of eenjarige planten vol
doen goed samen. Zoo verkrijgt men
een mooi kleureffect, door tusschen de
blauwe Vergeet-mij-nietjes, witte, róo-
de, of gele tulpen te planten. Of de
witte Arabis te vermengen met rose,
rood, of gele tulpen. Dergelijke combi
naties zijn er mee te maken en voldoen
in 'l algemeen goed.
We hebben nu keus genoeg en kun
nen dus, ook voor den voorjaarsbloei,
in onzen tuin de meest mogelijke af
wisseling aanbrengen.
IN DEN FRUITTUIN.
Bij. het verschijnen van dit nummer,
ziel men in de couranten en op veilin
gen, alle soorten wintervruchten al
aangeboden en vertegenwoordigd. Maar
al moeten we ook de noodige voorzich
tigheid aanraden, toch zijn wij met 't
plukken van ons winterfruit, niet zoo
gehaast.
Hebben we nog wat mooi najaars
weer, dan zetten de vruchten nog flink
uit en ook de smaak wint er bij. Dui
delijk is het verschil in smaak waar te
nemen en wordt juist het fijnste aroma
in de laatste paar weken gevormd.
Behalve deze eigenschap zullen ook
de vroeg geplukte vruchten veel spoe
diger rimpelen, hetgeen wordt verer
gerd door ze op een warme plaats te
leggen en wel daar waar veel lucht-
verversching is. Daarom dus de be
waarplaats donker gehouden, tevens
gezorgd, dat het er niet te warm is en
maar slechts weinig luchtverversching.
Tocht is ook voor vruchten te ontra
den.
Waarschuwden wij-, in een onzer vo
rige opstellen voor het plukken van
nat fruit en voor het op groote hoe
veelheden te bewaren, waardoor het
opdrogen en uitdampen wordt tegen
gehouden, thans willen wij even de z.g.
vruchtenrekken aanbevelen. De mooi
ste vruchten, die als tafelfruit bewaard
worden, moeten uitgezocht en deze op
de vruchtenrekken uitgelegd. Hoog
stens 2 a 3 lagen óp elkaar. De hier be
doelde vruchtenrekken zijn in den han
del verkrijgbaar, doch men kan ze ook
zeer goed zelf maken. De latjes wor
den een paar centimeters van elkaar
gespijkerd, en aan weerszijden met een
zwaardere lat bevestigd. Zoowel onder
als boven, spijkert men een lat, waar
door men de ruimte verkrijgt tusschen
de rekken, die noodig is voor 2 a 3
vruchten op elkaar. Wenschelijk is het
geen latten te gebruiken met scherpe
hoeken en deze dus eenigszins rond bij
te schaven. Heeft men weinig vruchten,
dan is één laag beter dan 2 o#f 3, waar
om de vruchten dan met de steel naar
beneden gelegd worden. Herhaaldelijk
worden de vruchten geïnspecteerd, de
aangestokene verwijderd, doch de goe
de vruchten niet iedere keér in de hand
genomen, want met de grootste voor
zichtigheid zullen ze toch nog bescha
digd kunnen worden.
Het keukenfruit kan in platte kisten
worden uitgelegd, nadat ze eerst op een
droge plaats zijn uitgedampt. Nooit
moet men de vruchten direct met lé-
kens of iets dergelijks dekken. Het ver
dampen wordt hierdoor tegengegaan
en de verrotting bespoedigd.
Het opknappen van den fruittuin
wordt noodzakelijk. De laatste dagen
werd onze tijd door liet plukken in be
slag genomen en het onkruid is ons de
haas geworden. Het is wel geen lastig
onkruid, doch hakken of schoffelen is
niet meer.mogelijk, omdat men het niet
meer dood kan krijgen. De grond is
vastgetrapt bij het plukken, vooral
met dat natte weer, en daarom is het
nu tijd, hem om te spitten. Velen den
ken, dat dit alleen maar in 't voorjaar
moet gebeuren, doch hierin vergist
men zich deerlijk. Het onkruid trekt
veel voedsel uit den bodem, het biedt
een schuilplaats voor alle insecten, die
wij gaarne zouden missen en daarom
is het omspitten het beste middel.
Die in elkander getrapte grond,
wordt nu weer eens flink los, hij kan
doorvriezen, waardoor zijn poreusheid
wordt bevorderd en het zal den hoo
rnen goed doen.
De lijmbanden, die wij in 't begin de
zer maand "om de stammen der boomen
gelegd hebben, om de wijfjes van de
wintervlinder te vangen, moeten gere
geld worden nagezien, of er nog vol
doende kleefstof (brumatalijm) op zit,
om de vlindertjes te vangen, want nu
komen ze uit hun poptoestand en de
wijfjes, die niet vliegen kunnen, krui
pen langs de stammen van onze oofl-
booinen, om aan 't einde der takken
tegen de knopjes de eitjes te leggen,
waaruit a.s. voorjaar de rupsjes ko
men, die het jonge blad en wat nog er
ger is, de knoppen, geheel opvreten.
De lijmbanden zijn tot dusverre nog
de beste hulpmiddelen om ze te van
gen. De lijm, is bij iederen handelaar
in tuinbouwartikelcn verkrijgbaar en
moet als eigenschap bezitten lang kle
verig te blijven.
DUITSCHE HERDERSHONDEN.
Er zijn vele Duitsche herdershonden,
waarop niets is aan te merken, noch
wat bouw, noch wat karakter aangaat,
maar 't is niet te ontkennen, dat zeer
vele dier honden tegenwoordig, wat
men noemt „echtc-zenuwpillen" zijn.
Ze zijn vaak bang en angstig, gluipen
over de straat met de staart tusschen
de pooten, willen voor ieder hondje
wegkruipen en „blamccren den baas"
door zich aan geen bevel lol terugkeer
te storen, als ze uit een laffe vrees voor
een of ander eenmaal aan den haal
geslagen zijn. Zulke zenuwachtige hon
den zijn een voortdurende ergernis
voor den bezitter. Nog eens: lang niet
alle Duitsche herdershonden vertoonen
de genoemde fouten en als men een
volwassen hond koopt, kan men na
tuurlijk gauw genoeg zulke gebreken
onderkennen, maar indien men pups
koopt, dan zal het dier in vele gevallen
blijken uit te groeien tot zenuwpil-
lype, al kan men door een doelmatige
verzorging van den jongen hond ook
veel gebreken voorkomen. Daarover
schrijven we nog wel eens eenige
algemeene wenken als we verschillen
de hondenrassen behandeld hebben.
Dat angstige van D.-H.-honden is een
fokkersfout. Zooals de fokkers van
Holl. Herdershonden zich blind staar
den op de kleur, zoo hebben de lief
hebbers van D. H.-honden alles gedaan
om aan de honden een sierlijken bouw,
mooie lijn en adellijke uitdrukking te
verzekeren. Het doel is voor een groot
deel bereikt ,maar het middel ver-
doorgedreven inteelt heeft onbere
kenbare schade berokkend aan hel ka
rakter der honden. Door steeds maar
in hetzelfde bloed door te fokken zijn
vele mooie typen in het ras vastgelegd,
maar de dieren zijn toch gedegenereerd,
psychisch sterk achteruil* gegaan.
Een andere fout, die in de verschil
lende variëteiten van het Herders-hon
denras naar voren trad, is de onbe
trouwbaarheid van vele dieren, wat de
schuld is van de z.g. „africhters".
Goede africhters zijn er maar enkele,
de moesten liefhebberen maar wat op
dat gebied, doen hun werk half en zij
hebben den dieren wel het verdedigen
en aanvallen kunnen leeren, maar zijn
er niet in geslaagd om ze daarbij in de
hand te houden, commando-vast te
maken. Het gevolg is, dat zulke beesten
op onbedoelde momenten, als een kind
ze wil streelen, of iemand toevallig
hard loopt, tot den „aanval" overgaan
en met zulk een passie, dat ze zich niet
meer aan tegen-commando's storen.
Zulke honden zijn valsch en c*nbe-
trouwbaar, worden door het publiek
verwenseht, maar de schuldige is hier
alleen de „haas". Die valschlieid kan
een zoodanige karaktereigenschap van
het dier worden, dat de fout ook in de
nakomelingschap overerft. Toch be-^
hoeft om deze fouten niemand zich te
laten afschrikken van het aanschaffen
van een herdershond. In ons volgend
artikeltje zullen we onze bespreking
over de herdershonden beëindigen niet
een advies omtrent de keuze van het
soort Herdershond, dat verband houdt
met het beoogde doel der aanschaf
fing, over dingen waar men hij aan
koop op te letten heeft en over ern
stige fouten in het uiterlijk.
Uit Brabant.
Wij vinden 't volgende „Weekpraatje"
onder „Hors d'oeuvre" in de Maasb.
Als wij de vrijzinnige pers willen
gelooven, dan is ons Katholiek Brabant
eigenlijk het land van .het mes", de
zuigelingensterfte en van de meest
achterlijke barbaarschheid.
Maar telkens als wij zelve weer eens
toevallig een uitstapje naar Brabant
doen, komen wij altijd weer voor een
nieuwe verrassing te staan op gebied
van echte beschaving, sociale naasten
liefde, kunst, en ware levensvreugde.
Kortelings schreven wij nog over het
levenswerk van frater Adrianus, die
onlangs den dag herdenkt, dat hij
zich vijftig jaren lang in het wereld
verloren stedeke Grave aan het blin
denonderwijs wijdde.
Bij herhaling schreven wij over het
schitterende onderwijs, dat te Sint
Michielsgestel gegeven wordt aan de
Doofstommen, een schouwspel van toe
wijding, dat den oud-minister Dr. de
Visser bij een officieel bezoek een
openbaring werd, zóó, dat hem de tra
nen van aandoening over het gezicht
liepen.
Gebeurde 't hier niet, dat de heeren
van de medische en paedagogische sec
tie van den Volkenbond bij een offici
eel bezoek aan dit heerlijke gesticht,
in feilloos Fransch, Duitsch en En*
gelsch werden toegesproken door meis
jes-leerlingen, die doofstom geboren
waren.
Nog pas waren wij in Breda getuigen
hoe een katholieke organisatie onder
de bezielende leiding van Prof. Franken
onze fabrieksmeisjes weet op te voeden
tot beschaafde christelijke vrouwen en
voorbeeldige huismoeders, een sociaal
werk, dat tot voorbeeld mag gesteld
worden aan heel Nederland.
En nu waren wij deze week te Tilburg
om het zilveren priesterfeest te vieren
van Mgr. Dr. Eras, en wij waren ge
tuigen van een feestviering, zoo voor
naam en stijlvol, als wel nimmer een
feest werd gevierd.
Den anderen morgen vroeg ons een
Brabantsch vriend, die thans in het
kunstleven van Den Haag de Brabant-
sche eer hoog houdt, en die altijd nog
eiken boom en eiken steen van zijn
schoon Brabant liefheeft «als zijn per
soonlijk bezit, of wij niet met hem mede
wilden gaan naar Udenhout. waar hij
een van zijn dochters, die hij aan het
religieuze leven had afgestaan, wilde
gaan bezoeken.
Zijn vaderhart trok naar het vriende
lijke dorp om zijn lieve dochter te gaan
begroeten, maar meteen wilde hij mij
ook even toonen waaraan zijn kind haar
leven van toewijding en offer wijdt.
En zoo stonden wij op een zonnigen
morgen van deze week voor een een
voudig landhuis waar boven den gevel
de simpele woorden stonden geschre
ven „St. Vincentiushuize",
Dit huis met schitterenden tuin is
voor enkele jaren door den bewoner
gelegateerd aan het Bisdom vooreen
liefdadig gesticht, en op verzoek van
den doorluchtigen Bisschop van den
Bosch zijn hier de zusterkens van Lief
de, Dochters van Maria en Joseph uit
de Choorstraat te 's Bosch een internaat
begonnen voor achterlijke meisjes
Het eerste internaat in Nederland
voor dit soort van geestelijk misdeelde
kinderen.
Het woord is gemakkelijk genoeg
neergeschreven „achterlijke kinderen",
maar wie 'iets van onderwijs en opvoe
ding weet, zal begrijpen voor welkeen
zware taak van liefde, toewijding en
geduld deze eenvoudige zusterkens
zich hebben gesteld
Het „achterlijke kind" is het kind, dat
in het geheel niet of zeer moeilijk lee
ren kan, het kind, dat niet mee kan
in het gewone lager onderwijs, het
kind dat wordt achtergesteld en vaak
miskend, hét kind, dat met het klimmen
der jaren het ouderhart met zorgen ver
vult, wat er in de toekomst- van wor
den moet.
Dit kind is vaak lastig en druk,
moeilijk mee om te gaan en te regee-
ren, dit kind heeft gewoonlijk het be
sef dat het niet leeren kan, voelt op
zich den druk dat het met andere kin
deren niet mee kan, dat het bij vaak
jongere broertjes en zusjes smadelijk
achterblijft.
Er zijn in ons land den laatsten tijd
gelukkig meer speciale scholen voor
achterlijke kinderen opgericht.
Maar dit zijn alle dagscholen, waar
het achterlijke kind na de schooluren
weer in het gewone gezin komt en
zich dan uiteraard weer in zijn
achterlijkheid voelt teruggestooten.
Maar hier in den Udenhout wordt het
heilzame instituut van opvoeding van
deze kinderen juist gevonden in het
internaat, waar heel het samenleven
met liefde en geduld er op gericht
is het achterlijk kind vooruit te bren-
en het geestelijk te ontwikkelen tot
een normaal en bruikbaar meisje in
gezin en maatschappij.
O, 't is een zware taak, waarvoor
deze religieusen zijn gesteld. Vóórhaar
gelden geen bepaalde schoolroosters
of omschreven lesuren, heel den dag
moeten zij zich met deze kinderen
bezig houden, waaronder meisjes zijn
van vijftien, zestien jaren, voor wie
het eerste bewaarschool-onderwijs nog
geestelijk te vermoeiend is, die zelfs
nog niet geleerd hebben zich zelve te
verzorgen of aan te kleeden.
Voor deze kinderen bestaan zoo
goed als nog geen leermiddelen, de
zusters moeten zelve al deze dingen
uitdenken en met eigen handen ver
vaardigen.
Maar met voldoening en rechtmatigen
trots schuiven zij de deuren van haar
kasten open, waar de primitieve leer
middelen als de bonte artikelen in een
warenhuis staan uitgestald en die alle
bedoeld zijn om het achterlijke kind
de eerste begrippen van kennisenon-
derscheid der dingen bij te brengen
O, in den beginne is 't bijna onmogelijk
om het kind langer dan vijf minuten
met hetzelfde bezig te houden, ver
moeid schuift het dan de platen en
blokken weg.
Maar altijd door Weten de zusters
vol te houden en de energie van de
kinderen te prikkelen. Als het eerste
Ingezonden Mededeelingen.
Overwerkte Zenuwen
kalmeeren en worden gesterkt door
de Zenuwstillende en Zenuwsterkende
Mijnhardts .Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
moeilijke begin achter den rug is
toonen de kinderen vaak een ijver
en een leerlust, die aandoenlijk is,
kunnen 2ij dra het gewone, lager
onderwijs volgen, leeren zij handwer
ken, spelen piano.
Als aan een moeder hangen de
kinderen aan de zuster, die haar zoo
vooruit brengt, die haar de eerzucht
en het zelfbewustzijn schenkt, dat zij
nu geen domme en achtergestelde
kinderen meer zijn.
En als 't eens in het jaar vacantie is,
dan schreien zij, omdat zij naar huis
moeten, want zij voelen zich bij de
zusters zoo gelukkig en tevreden in
dit voor haar zoo geëigende milieu.
Maar toch op haar beurt zijn zij
weer trotsch omdat zij nu thuis aan
vader en moeder, aan broertjes en zus
jes kunnen toonen, hoe knap zij zijn
geworden en nu niet meer dom zijn.
Heele musea met werktuigen en keu
rige handwerkjes voeren zij mee om
thuis te laten zien en te overtuigen,
dat zij dit alles zelve en eigenhandig
hebben gemaakt,
En ook, dit is de groote voldoening
voor de zusters, komen er onder de
vacantie dankbare brieven van de ou
ders, die er versteld van staan, hoe
hun Dientje, Doortje, Marietje opeens
zulk een gezeggelijk, lief, aanhankelijk
en ordelijk meisje is geworden, dat hen
nu niet meer met zorg en leed vjervult,
maar op wie zij nu trotscher zijn dan
op hun andere gewoon ontwikkelde
kinderen.
Wij wandelen door den schoonen hof
die als een paradijs is voor de kinde
ren, en waar nu een tweetal kleurige
paviljoens hun voltooiing naderen, die
er od berekend zijn den kinderen alle
comforts van een goede verzorging te
geven.
En wij zien hier weer een stichting
verrijzen, waarop het Katholieke Bra
bant trorsch mag zijn, omdat het weer
de eerste in den lande is, die zoo iets
zegenrijks en grootsch op onderwijs-
en op opvoedingsgebied durft te onder
nemen.
Mijn vriend kijkt met ontroering zijn
dochter aan, op wier uiterlijk zoo zwak
ke krachten de zoo zware en vermoei
ende taak van het eerste leerjaar drukt,
en terwijl hij even vaderlijk haar smal
le gezichtje streelt onder de zwarte
kap, vraagt hij„Kind is je dit alles
niet te-zwaar?"
En dan wijst lachend het tengere
zusterke haar gelukkige vader op een
zegenspreuk die boven haar klas hangt,
en waarop de alles verklarende woor
den staan
„Liefde vermoeit nooit".
KERKNIEUWS.
ARNOLD FRANS DIEPEN,
Bisschop van 's-Hertogenbosch,
aan de Geestelijkheid en de Geloovigen
van ons Bisdom.
Zaligheid in den Heer
In ons schrijven van 27 December
1925, wekten Wij U op volgens het
voorschrift van Z. H. Paus Pius XI
op den laatsten dag van dat jaar alge
meen en plechtig Jezus Christus als
Koning der geheele wereld te eeren
en te huldigen en Hem geheel toe te
wijden. Bij die gelegenheid kondigden
Wij U ons voornemen aan, later de
voorschriften bekend te maken voor de
jaarlijksche viering van het in zijn
Omzendbrief „Quas primas" van 25
December 1925 door Z. H. ingestelde
en op den laatsten Zondag van October
vastgestelde feest van Christus-Koning,
van het Koningschap van Onzen Heer
Jezus Christus.
Reeds hebben wij aan onze Geeste
lijkheid bekend gemaakt, dat dit feest
jaarlijks met grooten luister moet ge
vierd worden en Haar meegedeeld, dat
Zaterdags te voren een lof met uitstel
ling van het H. Sacrament in den Re-
monstrans moet gehouden worden en
dat het H. Sacrament op dezelfde wij
ze moet worden uitgesteld onder het
Lof van dien Feestdag, waarin, vol
gens vroegere verordering, in verband
met de Octobermaand ook een plech
tige Processie en Te Deum gehouden
wordt.
Wij deelden eveneens mede, dat
voor ónzen aldus ter aanbiddinguitge-
stelden Eucharistischen Koning de Ak
te van toewijding, opgesteld door Z.
H. Paus Pius XI met de Litanie van
het Allerheiligst Hart van Jezus luidop
zou gebeden worden.
Onsmetvreugde herinnerend, met hoe
veel geestdrift in ons Bisdom allerwe
gen de éérste toewijding aan Onzen
Heer en koning Jezus Cristus op den
laatsten dag van het Jubeljaar 1925 heeft
plaats gehad, noodigen Wij, bij het
naderen van den laatsten Zondag van
October, den Gloriedag van Christus-
i