Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. f P IIS Co. De ïroi tao den Bankier. <4^/ BIGGELAAR's nöOPDBPABAMD Accountantskantoor H. VERHOEF. Wcck-Rcvuc. ANNEXATIE. FEUILLETON clp,tUiy/s BAY. DOOR ERVARING fijne pijptabak is :ea prima tabaK.die weinigKost NUMMER 88. ZATERDAG 6 NOVEMBER 1926. 49e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. Tijdens den oorlog heeft het anne xatie-vraagstuk allerwegen ruime be langstelling ondervonden en heeft zich daaromtrent een opinie gevormd, die vrijwel algemeen door de weldenken- den der wereld wordt gedeeld. Men was het er over eens, dat de oorlog verwekt was uit de naweeën van de annexatie van Elzas en Lotharingen in 1870 en om eindelijk een duurzamen wereldvrede te vestigen, wilde men den grooten Europeeschen krijg ook beëindigd zien met de erkenning van het zelfbeschikkingsrecht der volkeren, een prachtig ideaal,... dat in den vrede van Versailles helaas echter een zeer gebrekkige verwezenlijking kreeg. Toch moet de idee zooveel mogelijk nagestreefd blijven, want de praclijk heeft het maar al te vaak uitgewezen, dat samenvoeging van verschillende volkeren, verschillend van aard en ze den, uitloopend op de overheerschlng van een der volkeren over het andere, steeds tot gewelddadige conflicten leidt. Maar het is tenslotte niet over de annexatie van landen en volkeren, dat we het dezen keer willen hebben, doch over het zich meer en meer uitend streven van tal van gemeenten in den lande om naburige dorpen of gedeelten er van in te palmen. Natuurlijk zijn er gevallen van noodzaak - wanneer twee gemeenten b.v. volstrekt aaneen- gebouwd zijn maar in 't algemeen achten we het streven om den bloei van een stad of dorp te verhoogen, oppervlakte en zielental te vergrooten ten koste van andere gemeenten, be slist af te keuren. Natuurlijk kunnen voor ons stand punt niet in dezelfde mate de argu- menten worden aangevoerd, als we hierboven voor landen en volkeren lieten gelden, maar volstrekt mank gaat eene vergelijking er mee toch niet omdat de verschillen in taal (dialect), aard en zeden, die volkeren scheiden, althans onderscheiden, eveneens tus- schen de verschillende gemeenten be staan en meestal óók in de historie wortelen. Men ziet meermalen,{dat tus- schen de bewoners van verschillende gemeenten, 'n onderlingen aijverbestaat die zich gelukkig meestal in gezonde vormen uit, maar zich ook wel eens tot een uitwas van vijandschap ont wikkeld heeft, wat natuurlijk ten scherpste is af te keuren. Naijver is er mede tusschen de besturen van omliggende gemeenten en zulke naijver is voordeelig voor de gemeentenaren, die de onderlinge concurrentie opeen laag gehouden belastingaanslag tot uitdrukking zien komen. In de practijk wordt annexatie het felst nagestreefd door gemeenten, die gewoon zijn om op grooten voet te leven en zich er niet toe weten te brengen de tering naar de nering te zetten. Er komt steeds grooter verschil tusschen de door haar uitgegeven be lasting-biljetten en die uit de omgeving. Het heet dan, dat de omliggende ge meenten den Hoofdelijken Omslag laag kunnen houden, doordat ze parasitee ren op de stad, maar in werkelijkheid is het de weelderige opvatting van stadsbeheer, die de verschillen zoo groot maakt. Ze voeren dan de tactiek van een schraperigen kruidenier (par exempie de dire, want kruideniers zijn niet schraperig), die de zaken zijner concurrenten opkoopt om de alleen heerschappij in zijn wijk te kunnen blijven voeren, te blijven doen wat hij wil en te laten betalen, wat hij eischt. Met annexatie verdwijnt gewoonlijk de stimulans, die het stadsbestuur of het bestuur van het grootere dorp aanzet om de uitgaven te beperken en de belasting laag te houden, teneinde een uittocht naar omliggende gemeen ten te verhoeden, waar het comfort misschien minder is, maar de belasting aanzienlijk lager. De practijk heeft .bovendien uilge wezen, dat annexatie noch „goedkoop" is voor de geannexeerde burgers, noch voor de inwoners der groote gemeente, omdat de moreele verplichting den nieuwen gemeentenaren dezelfde voor deden van comfort, hygiëne e.d. (be strating. verlichting, politie, rioleering, reiniging) te verschaffen door de groote afstanden zoo hooge uitgaven eischt, dat deze in afzienbaren tijd niet ren dabel kunnen worden gemaakt. Men beschouwe't bovenstaande als algemeen bedoeld, zonder dat wij direct 't oog hebben op de eene of andere annexatie die heeft plaats gehad of in de toekomst te wachten staat. ADYERTEEREN DOET VERKOOPEN. Telefoon No. 156, WAALWIJK. BELAST ZICH MET: HET OPMAKEN VAN BALANSEN HET INRICHTEN EN CONTROLEEREN VAN BOEKHOU DINGEN e. d. 37323 HET BEHANDELEN VAN BELASTINGZAKEN. BILLIJKE CONDITIES. Binnenland. De groote slag om het Neder- landsch—Belgisch Verdrag wordt op het oogenblik geleverd. Reeds meer dere dagen wordt de strijd over en weer met heftigheid gevoerd, zonder dat de komende beslissing zich direct afteekent. Wel is in sommige bladen beweerd, dat de neuzen geteld zijn en de verwerping van het Verdrag zekerheid is, maar 't schijnt, dat hier de wensch weer de vader van de gedachte was, daar een groot deel der Kamerleden geweigerd heeft, en o.i. terecht, om aan deze neuzen- tellerij mede te doen. Noch over het Verdrag zelf. noch over de gevoerde debatten willen we thans verder uit weidenelders in dit blad is en wordt daaraan genoeg aandacht besteed. Op de misleidende advertenties, waardoor getracht werd een immo- reelen druk op de afgevaardigden uit te oefenen door bij hen de vrees voor de kiezers op te wekken, wezen we reeds in ons artikel „Een beroep op de kiezers". Het was voor ons een voldoening te ervaren, hoe een hoogstaand en rechtschapen staats man als Mgr. Nolens deze week in de Kamer op juist dezelfde wijze als wij dat in ons artikel deden, den inhoud der advertenties gispte. „Waar het geld is", zei hij, „is niet altijd de wijsheid te vinden". Inderdaad, het geld is niet gespaard, maar nuttig effect heeft het toch niet gehadhet geld, dat stom is, maakte dezen keer nu eens niet recht, wat krom is. HEERENBAAI Een voorspelling omtrent het resul taat der behandeling in de Tweede Kamer durven we niet geven; niet onwaarschijnlijk lijkt het ons, dat door het aannemen van een of andere motie de behandeling geschorst wordt om te trachten eenige wijzingen in het Verdrag aangebracht te krijgen. Er is leed, dat druppend neerkomt, maar zóó gestaag valt, tot de last niet meer te dragen is. Zoo is het ook gegaan met de smarten, die over Wialwpsche ei Langstraatsche Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementprys per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*, franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum ƒ1.50. Reclames 40 cent per regel. Bfl contract flink rabat Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 uur In ons bezit zijn. van „DE ECIIO VAN HET ZUIDEN OF 3) Ilelnas, terwijl de graaf zoo duidelijk zÜn gedachten bloot legde, wisten de bedienden na dat. antwoord van Prosper niet meer, wat zfl er van moesten denken. Ir. dien tyd heersckte er in Parijs juist een groote finantieele crisis. De duivel der spe culatie had oude en solide huizen doen wan kelen. Men had achtenswaardige en trotsclie man nen van huis tot huis zien gaan om hulp en hystand te verkrijgen. Men vreesde algemeen iemand teveel cré- dieti te verleenen en was bjj het minste ver dachte op zijn hoede, niet verder te gaan. Hierdoor was het zeer natuurlijk, dat bij het personeel de gedachte oprees aan een comedie, door den bankier en zijn kassier gespeeld. Mijnheer Fauvel had te veel ondervinding om den indruk niet tq gissen, die de woor den van Prosper moesten maken. Hij las in aller oogen den voor hem zoo grievenden twijfel. Wees gerust mijnheer, zei hij dadelijk tot mijnheer De Clameran, mijn huis heeft nog andere bronnen; Ik verzoek u even ge duld te hebben. Ik kom dadelijk terug. Hij verliet het vertrek, begaf zich naar zijn privé-kantoor en kwam na verloop van vijf minuten terug, een brief en een bundel ef fecten in de handen houdende. Couturier, zei hij tot een der bedienden, rtjd gauw met mijnheer De Clameran in mijn rijtuig naar den heer De Rothschild; overhandig hem dezen brief en de effecten en men zal u driehonderd duizend francs be talen. die gij aan mijnheer De Clameran zult geven. Diens teleurstelling was zichtbaar; het scheen dat liQ zijne onbeleefdheid wilde ver ontschuldigen. Geloof mij, mijnheer, begon hij. dat ik geen enkele heleedigende bedoeling had. Wij zijn. nu al jaren lang met elkaar in be trekking en nog nooit Genoeg, mijnheer, onderbrak hem dè bankier, ik heb met uwe excuses niets te maken. In zaken kent men noch kennissen, noch vrienden. Ik heb eene schuld aan u te voldoen, ik ben er niet toe in staat. U hebt er haast mee, dat hoort niet zoo, u hebt ge lijk. Volg mijn commies, hij zal u liet geld uitbetalen. Toen zich tot de overige bedienden wen dend, die nieuwsgierig dichterbij waren ge komen, zei hijEn u, mynheeren, neemt uwe plaatsen weer in. In een oogenblik was het vertrek, dat voor de kas ligt, leeg. Slechts de daar werkende klerken waren gebleven en schenen over hun werk gebogen voor den lessenaar geze ten. geheel in gedachten verdiept te zijn. Mijnheer Fauvel, die nog onder den Indruk verkeerde van die snel op elkaar volgende gebeurtenissen, liep met groote stappen koortsachtig het vertrek op en neer en liet nu en dan zachte uitroepep hooren. Prosper was blijven staan en leunde bleek en verpletterd met starende oogen tegen den muur. Eindelijk, na een lange stilte, bleef de bankier voor Prosper staanhy had zijn be sluit genomen en maakte een einde aan zijn overwegingen. Wy dienen elkaar toch eens te spreken, zei hy ga niet mij in uw kantoor. De kassier gehoorzaamde zwijgend, bijna werktuigelijk en zyn chef volgde hem, zorg vuldig de deur achter zich sluitend. Niets verraadde daar dat er boosdoeners waren geweest, alles stond op de gewone- plaats, geen papiertje was er zelfs verlegd. De brandkast was\ open, er voor lagen nog eenige rollen goudstukken, die de dieven ver geten of versmaad hadden. Mijnheer Fauvel MWaCÖAPPy VAH VERZEKf RING OP HET LEYEM nam zonder iets te onderzoeken een stoel en zette zich neer. zyn kassier gelastend even eens te gaan zitten. Hij was geheel meester over zijne aandoeningen geworden en zag er als gewoonlijk uit. Prosper, begon hy, hebt gij mij. nu wij alleen zyn, niets mede te deelen? De kassier schrikte op, alsof die vraag hem verwonderde. Niets anders, mynheer, zeide hy, dan wat ik u reeds zeide. Wat, niets? Blyft gy er by een zoo be- lachelyke fabel op te disschen, die niemand zal gelooven? Dat is krankzinnig. Beken my alles, dat is uw eenig redmiddel. Het is waar, ik ben uw chef, maar ook voor alles ben ik uw vriend, uw beste vriend. Ik zou niet kunnen vergeten, dat uw vader u my vyftien jaar geleden toevertrouwde, dat ik u al, dien tyd om uw trouwe diensten slechts heb kunnen prijzen. .Ta. gy zyt nu al vyftien jaar by my in dienst. Juist in dien tyd; legde ik den grondslag tot myn fortuin, gy hebt het zien aangroeien, steen voor steen, laag voor laag, en naarmate ik ryker werd, tracht te ik ook uw positie te verbetereuja, gy zyt, hoewel nog zeer jong, toch het langst by my in dienst, ieder jaar heb ik uw salaris verhoogd. Nog nooit had Prosper zyn chef op zulk een zachten, vaderiyken toon hooren spre ken. Op zyn gelaat toekende zich groote ver wondering. Antwoord, vervolgde mynheer Fauvel, ben ik niet altijd als een vader voor u ge weest? Van den eersten dag af heb ik myn huis voor u open gesteldik wenschte dat myn familie de uwe werd. Langen tyd hebt gy als myn zoon geleefd, tusschen myn zoons en inyue nicht Madeleine in. Maar van dat gelukkige leventje hebt gy genoeg gekregen. Op eens, nu juist een jaar geleden, zyt ge begonnen ons te ontwijken en sedert dien tyd Dat verleden, door den bankier te voor schijn geroepen, vertoonde zich in zyn ge heel voor den geest van den ongelukkige kas sier;. langzamerhand werd liy aangedaan, hy barstte in tranen uit en bedekte het ge laat met beide handen. Aan zyn vader kan men alles bekennen, hernam André Fauvel, die door Propers ont- ECHTE FRIESCHÊ, roering bewogen werd, vrees niets. Een va der biedt geen vergeving aan, maar wel ver getelheid. Ken ik de vreeselyke verzoeking niet, waarin een jongmensch in een stad als Parys bloot staat? Er bestaan begeerten, die zelfs de meest soliede voornemens doen wankelen. Er bestaan uren van zinneloos heid, uren, waarin men afdwaalt, waarin men zichzelf niet is en men als een dwaas handelt, als iemand, die gedwongen wordt, zonder dat men om zoo te zeggen, de vrye beschikking over zyn daden heeft. Spreek, Prosper, spreek. Ach. wat wilt gy, dat ik u zeg? De waarheid, een waarlijk achtens waardig man, kan vallen, maar hij richt zich op en herstelt zyn fout. Zeg tot my Ja, ik heb my laten, meesleepen, verblinden, het gezicht van die enorme hoeveelheid goud, dat my dom* de handen gaat, heeft myn zin nen begoocheld; ik ben jong. liartstoehtelyk. Ik, mompelde Prosper, ik Arme jongen, zei de bankier op treu- rigen toon, denkt ge, dat. ik niet. weet welk leven gy leidt, sedert gy verleden jaar myn huis verliet? Begrypt ge dan niet, dat al uw collega's jaloerseh zyn, dat zty' het je niet. vergeven, dat ge 12000 francs per jaar verdient? Geen enkele dwaasheid hebt ge be gaan. of ik l>en er door een anouiemen brief van in kennis gesteld. Ik zou u het aantal nachten kunnen opnoemen, die gy met het spel hebt doorgebracht, evenals de sommen, die ge verloren hebt. O. de afgunst heeft goe de oogen en een scherp gehoor. Ik weet in hoever men die aanklagers vertrouwen kan, maar ik heb geïnformeerd. Het is niet meer dan rechtvaardig dat ik weet, hoe de man leeft, wien myn fortuin en myn eer toever trouwd zyn. Prosper maakte een gebaar als wilde hy tegenspreken. Ja, myn eer vervolgde mynheer Fau vel, met 'n stern, die tengevolge eener terug gehouden vernedering, trilde, evenals myn crediet. dat vandaag door dien man had kun nen verloren gaan. Weet gy, wat dat geld my kost, dat aan mynheer De Clameran ter hand wordt gesteld. En als ik die effecten, die ik opoffer, eens niet gehad had, wat was er dan gebeurd? De bankier hield op, alsof hy een beken- ton is verwachtte, die echter niet volgde. Kom. Prosper, moed, schep moed. Ik zal weggaan, onderzoek nogmaals de brand kast. Ik zou wel willen wedden dat ge in, uw verwarring niet. goed gezocht hebt. Ik zal vanavond terugkeeren en ben zeker, dat gy in den loop van den dag, al zyn het niet de 3Ö0.000 francs, dan toch het grootste deel van die som zult hebben teruggevonden en noch gy, noch ik. zal morgen nog aan dat valselie alarm denken. Reeds was mynheer Fauvel opgestaan en had hy zich naar de deur hegeven, toen Prosper hem by den arm terughield Uw edelmoedigheid is, nutteloos, mynheer, zei hy op bitteren toon, daar ik, niets genomen heb, kan ik ook niets teruggeven. Ik heb goed ge zocht, de bankbiljetten zyn gestolen. Maar door wien dan, arme gek, door wien? Iiy alles wat mij heilig is. zweer ik, dat ik het niet deed. Een bloedstroom kleurde het gelaat van den bankier vuurrood. Ellendeling, riep hy uit, wat wilt gy daarmee zeggen? Dan zou ik dus schuldig moeten zijn? Prosper boog het hoofd en antwoordde niet. O, is het zoover gekomen, hernam myn heer Fauvel, durft gy dat te zeggen? Dan, mynheer Prosper Bertomy, zal de rechtbank tusschen u en my beslissen. God is myn ge tuige, dat. ik alles deed om u te redden, wyt dus de gevolgen geheel alleen aan u zelf. Ik heb den commissaris van politie verzocht hierheen te komen, hy zal my in myn kan toor wachten, moet ik hem laten waarschu wen Prosper maakte de beweging van die af- schuweiyke onderwerping van een man. die zich onverdedigd overgeeft en met gesmoorde stem antwoordde hy Ja, mynheer. De bankier was reed» by de deur en open de die en na een laatsten blik op zyn kassier geworpen te hebben, riep hy tot een der kler ken Anselme, verzoek mynheer den commis saris van politie hier te komen. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1