Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen»
P
fCo.
U
i
M
\tk fjne pijptabak is
BIGGELAAR's
laas-
cadeau:
Week-Revtie.
FEUILLETON
MMmmmÊmmmmmm
DOOR ERWÜNG
ST Nil
voor Heeren
's-Bosch.
PULLOVERS, VESTEN,
OVERHEMDEN,
DASSEN, SHAWLS enz.
„HOE KAN IK
MIJN MAN
BEHAGEN"
BAY
NUMMER 92.
ZATERDAG 20 NOVEMBER 192G.
49e JAARGANG.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Binnenland.
„Goed voorgaan, doet goed volgen"
heeft blijkbaar het jongmensch ge
dacht. dat op het stichtelijke Bussem
sche voorbeeld ook eens 'n kas be-
rooven wilde. Hij koos daarvoor Dru
nen uit, maar, hoewel zijn opzet
slaagde, had hij toch geen pleizier
van zijn onderneming, daar de politie
hem hier al gauw in den kraag had
Ook dit laatste kon Baarn eu Bussem
ten voorbeeld strekken.
't Is te hopen, dat die Amerikaan-
sche methoden, om met revolverdwang
geld af te persen, hier geen burger
recht verkrijgen, want de rustige Hol
landers interesseeren zich voor zulke
sensaties alleen, voor zoover ze in de
Wild—West drama's op het witte doek
vertoond worden.
Zulke zaakjes moesten veel sneller
berecht worden dan gebruikelijk is.
Zoo'n .overval" heeft iets prikkelends
op den geest van onevenwichtige na
turen zoowel de romantiek als de
makkelijke en vlugge wijze om aan
geld te komen, trekken aan, waarom
het gewenscht is om den aspirant-
navolgers zoo snel mogelijk ook de
keerzijde van de medaille te laten zien
in den vorm van strenge vonnissen.
Als de berechting zoo laat geschiedt,
maakt deze geen indruk meer.
Vrouwe Justitia verliest zich ten
onzent te veel in beuselarijen, we wezen
daar reeds eerder op. Dezer dagen
nog lazen we van een „zaak" die
door den politierechter met behulp
van getuigen A charge en a décharge
behandeld was. De „verdachte" een
slagersgezel, had op een abattoir een
collega voor .vuile branie" uitge
maakt. Dat was het eenige delict, dat
den man ten laste werd gelegd, en
waarachtig, hij werd ernstigveroordeeld.
Een verzetsbeweging in Ned.-Indië
heeft alles, wat in dommelige politieke
rust was, doen opschrikken, eerstens
om het massaal karakter van het ver
zet en vervolgens, omdat het is uit-
Jeidttot het
rooken van
gebroken op het belangrijkste eiland
van onze Archipel, dat al lang gepa-
cjficieerd geacht werd. De omvang is
nog moeilijk vast te stellen, maar moet
toch verrassend groot geweest zijn,
daar de beweging die blijkens de eerste
berichten, dadelijk den kop heette in
gedrukt. zich in volgende dagen aan
merkelijk uitbreidde.
Er behoeft niet aan getwijfeld te
wordendit verzet zal worden ge
smoord. Maar voor wie de teekenen
verstaan, zal het duidelijk zijn, dat een
nieuw verzet weer groeien en uitbre
ken zal, als geen krachtige maatrege
len genomen worden tegen de gore
communistische elementen en tenzij
we met het verloop van het getij de
bakens weten te verzetten en met het
volk samenwerking zoeken niet uit
angst, maar omdat we hebben in te
zien, dat een volk zich een recht op
vrijheid en zelfstandigheid verwerft,
naarmate de geestelijke en economi
sche ontwikkeling vordert.
In een Engelsch blad lazen we eene
verklaring van het gebeurde Het heet
daar dat de Hollanders in Indië er
slechts op uit zijn om er te verdienen
en dat ze er niet aan denken om de
inlanders tot zelfbestuur op te voeden.
Engelschen zijn beminnelijke men-
schen. Zij kunnen ons op deze ma
nier de les lezen, omdat ze zelf. heel
de geschiedenis door, steeds levende
voorbeelden van volstrekte onbaat
zuchtigheid geweest zijn. Zij hebben
den Hollandschen boeren in Zuid—
Afrika hun met Lrbeid en bloed ge
kocht bezit alleen ontroofd, niet wijl
er goud en ander edel metaal in hun
gebied verborgen lag, maar uit pure
menschenliefde. vermoedelijk om de
Afrikaansche kaffers te beschermen
Neen, om die Engelsche onbaat
zuchtigheid moeten we lachen, maar
toch in zake kolonisatie kunnen we
van de zonen Albións wel wat leeren.
Ze hebben de kunst steeds verstaan
hun koloniën aan eigen profijt dienst
baar te maken, maar daarnaast hebben
ze ook steeds begrepen, dat ze die
volkeren tot een mate van zelfbestuur
moeten opvoeden, dat ze bij stukjes
en beetjes de vrijheid moeten herge
ven. om uit de aldus verworven erken
telijkheid eene samenwerking op te
bouwen, die nog voordeeliger bleek
dan de volstrekte ïeheersching. Zoo
hebben ze zelfs de Afrikaansche boe
ren tam gekregen, die, in groote meer
derheid, de ook voor hen voordeelige
vriendschap met Albion thans niet
meer zouden willen verstoren. Maar
dat zulks ook niet steeds opgaat blijkt
uit de voortdurende opstanden in
Engelsch—Indië enz.
Buitenland.
De liquidatie van den oorlogstoe
stand nadert nu haar einde, 't Werd
tijd trouwens. Van een volstrekte op
tuffing van den oorlogstoestand kan
geen sprake zijn, zoolang vreemde
troepen nog vroeger vijandelijk gebied
bezet houden want elke bezetting door
vreemde militairen is iets wat eiken
vrijen burger buitengewoon onaange
naam aandoet en 't moeilijkst te ver-
dragen is. Voor een vreedzame ont-
spanning van den internationalen po-
Mi
koopt U blf
Schapenmarkt 20
litieken hemel was het derhalve wel
gewenscht, dat aan de bezetting van
het Rijnland en van het Saargebied
een einde zou komen Volgens het
Verdrag van Versailles kan daarvan
eerst over acht jaar sprake zijn. maar
de ideeële geest van Locarno en de
practische geest van Thoiry hebb n
de sfeer geschapen, waarin het moge
lijk is om zonder de letter van den
geweldvrede van Versailles te veran
deren, er een practische uitvoering
aan te geven die het overwonnen volk
HEEREN BAAI
van een hoop narigheid ontheft en
den overwinnaars ontslaat van dure
verplichtingen. Binnen afzienbaren tijd
Hierdoor deelen wij onze ge"
achte clientèle mede, dat de Man*
tels, Costumes, enz., welke Zater
dag 20 en Maandag 22 November
vertoond worden in de Modefilm
in de lVitte Bioscoopgetiteld
in ons magazijn VUGHTER-
STRAAT 1, 's Hertogenbosch,
kunnen bezichtigd worden.
Wij streven er steeds naar het
allernieuwste en allerbeste te bren
gen tegen zéér courante prijzen,
waarvan U door de film en een
bezoek aan ons magazijn zonder
eenige verplichting Uwerzijds zult
overtuigd worden.
Ons aanbevelend voor Uw ge
waardeerd bezoek, teekent
Hoogachtend,
MODEMAGAZIJN
37406 MARIE DERICKS.
De üiCho van het Zuiden,
fB Langstraatsclie Courant,
Dit blad verschflnt
WOENSDAG EN ZATERDAG.
AbonnementprtJs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rjjk ƒ1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*,
franco te zenden aan den Uitgever.
Prfls der AdvertentlSn
20 cent per regelminimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
By contract flink rabat
Advertentlën moeten Woensdag en Vrydag
des morgens om ulteriyk 9 uur in. ons bezit
zyn.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN
OF
7)
Een tekort, dacht de commissaris, nu is
er geen twyfel meer aan zyn schuld; voor
hy de kas in het groot bestal, oefende hy het
bedryf int het klein uit.
Een tekort, dacht Fauverlot, wie nu nog
aan zijn onschuld twijfelt, moet hem voor
een schurk met bijzondere bedorvenheid en
onaannemelijke behendigheid houden; doch
indien hy schuldig is aan den diefstal, had
hy 't tekort natuurlijk eerst aangezuiverd.
Die verklaring dus verminderde aan den
eenen en versterkte aan den 'anderen kant
den ernst van het geval.
Er ontbreken, vervolgde liy, 3500 francs
in de kas, die als volgt verdeeld zijn: 2000
francs die ik vooruit op myn salaris nam en
1500 francs die ik aan verschillende colle
ga's voorschoot. Vandaag is de laatste van
de maand, morgen worden de loonen be-
'taald, dus
De commissaris viel hem in de rede
Waart u gemachtigd, vroeg liy streng, om
naar uw genoegen geld uit de kas te nemen
of voorschotten te verleenen?
Neen, maar het is hoogst waarschijniyk
dat mynheer Fauvel my 'niet geweigerd had,
myn kameraden te helpen. Wat ik deed, ge
beurt overalik volgde slechts het voorbeeld
van myn voorganger.
De bankier bevestigde dit door een hoofd
knik.
Wat myn deel betreft, vervolgde de
kassier, had ik eenigszins recht op hetgeen
ik mij toeeigende, want al myne spaarpen
ningen liggen hier in huis, dat wil zeggen
ongeveer 15Q00 francs.
Dat is waar, zei de heer Fauvel myn
heer Prosper heeft minstens* die som by my
gedeponeerd.
Nadat dit alles besproken was, was de op
dracht van den commissaris volbracht, het
proces-verhaal van zyn voorloopig onder
zoek was afgeloopeu.
Hij zei. dat liy vertrok, en beval den kas
sier, zich gereed te maken, om hein te vol
gen.
Gewoonlijk is dat oogenblik. waarop zich
de naakte waarheid vertoont en men ge
voelt, dat men zichzelf niet meer behoort,
dat men zyn vryheid verliest, verschrikke-
ly'lc. Op dat ruwe bevelvolg my, dat om
zoo te zeggen de poorten der gevangenis
opent, ziet'men de meest zorgeloozen en ver
harden zwak worden, tranen storten en om
genade smeeken.
Prosper verloor echter niets van de be
studeerde kalmte, die hy liet blijken en die
de commissaris voor een buitengewone bru
taliteit hield.
Langzaam, even kalm en op zyn gemak,
alsof liy even naar de stad ging dejeuneeren,
nam liy zyn overjas, streek het haar glad.
nam zyn handschoenen en zei: Mynheer,
ik hen gereed om u te volgen.
Reeds had de commissaris zyn portefeuille
gesloten en den heer Fauvel gegroet.
Laat ons gaan, zeide liy.
Zy vertrokken en het was met de grootste
droefheid, met vochtige oogen, waarin hy
met moeite de tranen terugdrong, dat de
bankier hen nazag, toen zy zich verwy-
derden.
Groote God, zuchtte hy, waarom ont
stal men my niet het dubbele en kon ik myn
armen Prosper nog achten en hem.by my
behouden, zooals vroeger
Het was alleen het altyd geopende oor van
Fauverlot, dat dien zin opving, en altyd
achterdochtig en gereed om andere men-
sclien dezelfde sluwheid toe te kennen, waar
over hy beschikte, dacht hy, dat die zin met
opzet was gesproken, opdat hy hem zou
hooren.
Onder voorwendsel een parapluie te zoe
ken, die hy niet by zich had, was hy het
"1
laatst in het kantoor gebleven, en hy trok
zich; met een berekende langzaamheid terug,
herhaaldelyk zeggende, dat hy. wel eens zou
komen vragen, of men haar gevonden had.
Gewoonlyk was het zijn taak een gevan
gene. te bewaken en le geleiden, maar op 't
oogenblik dat zij vertrokken, was hy den
commissaris genaderd en had hbrn in het he-
lang der zaak verzocht, hem vry te laten,
wat deze hem toestond.
Dat briefje dat Prosper geschreven had
en hy wist, dat Cavaiilon in den zak had,
spookte hem door het hoofd. Toen liy weer
in het kantoor van den kassier was terug
gekomen, had hy er zelfs voor gezorgd, de
deur op mi kier te laten staan en had er
voortdurend doorgegluurd, gereed om zich
by de minste beweging van dien bediende
op hem te werpen.
Zicli van dat briefje, dat stellig van veel
gewicht was, meester te maken, was kin
derwerk. Wat stond hem anders te doen,
dan Cavaiilon aan te houden, hang te ma
ken, hem om het briefje te vragen en het
hem zoo noodig met geweld af te nemen.
Een oogenblik slechts had hij die gedachten.
Fauverlot was er zeker van, dat dit brief
je niet voor hem, maar voor een derde per
soon bestemd was. Gedwongen zou Cavaiilon
dien persoon wel noemen, die waarschynlyk
anders heette dan Gipsij. zooals de kassier
gezegd had. Maar als hy zou spreken zou liy
de waarheid zeggen.
Na rijp overleg kwamvle geheime agent in
zyn wyslieid tot de conclusie, dat het kin
derachtig zou zyn, naar een geheim te vra
gen, waar men het zelf ontdekken kon. Ca
vaiilon te, spionneeren, te volgen en hem op
een gunstig oogenblik te overvallen, was
slechts een spelletje voor hem.
Overigens viel die handelwyze veel meer
in den geest van den beambte der rue de
Jérusalem, die zacht en zwygend van natuur
is en ook in zyn aüibt een afschuw heeft van
leven en opschudding, evenals aan alles, wat
aan dwang en ruwheid grenst.
In de gang gekomen, stond Fauverlots plan
onherroepelijk vast. Daar ondervroeg hy
heel handig een der bedienden en nadat hy
vier of vflf vragen, schijnbaar van weinig
belang, had gedaan, wist hy met zekerheid,
dat het huis geen uitgang op de rue de ia
Victorie heeft en alle bedienden alleen door
37404
de groote deur in de rue de Province naar
binnen en buiten kunnen gaan.
Nu deed zich voor zyn plan geen enkel
moeilijk punt meer op. Hy stak vlug de
straat over en vatte aan den overkant onder
een koetspoort post. I)ie bespieilingsplaats
was byzonder gelukkig gekozen. Niet alleen
dat hy alle gaanden en komenden van het
bankiershuis kon zien. maar bovendien had
hy het gezicht op alle ramen, en als hy op
zijn teenen ging staan, kon hy door de ruiten
heen Cavaiilon voor zyn lessenaar zien zit
ten.
Fauverlot moest (laar lang blijven staan,
maar hy is geduldig en hy heeft voor zaken
van minder belang reeds menigmaal geheele
dagen en nachten op den loer gelegen.
Eindelyk, na een uur, zag hy Cavaiilon
opstaan, zyn kantoor- voor een straatjas
verwisselen en zyn hoed nemen.
Ziezoo, zei hy tot zichzelf, nu zal hy
komenopgepast.
Werkelyk verscheen Cavaiilon een oogen
blik later aan de deur van het bankiershuis;
maar voor dat hij de straat betrad, keek hy
naar rechts en naar links en aarzelde, wel
ken weg hy nemen zou.
Zou hy een vermoeden hebben? dacht
Fauverlot.
Neen, de jonge bediende vermoedde niets,
maar daar hy hang was, dat zyn afwezig
heid opgemerkt zou worden, overlegde hy
welken weg hy zou nemen, om het gauwst
terug te zyn.
Evenwel hy nam gauw een besluit en ging
over den Faubourg Montmartre tot aan de
rue notre Dame-de-Lorette, die liy insloeg.
Ily liep zeer gauw, zich weinig om het ge
brom der voorbygangers bekommerend, te
gen wie hy aanliep, zoodat de agent moeite
had, hem te volgen. In de rue Chaptal geko
men, hield hy voor het huis no. 39 stil en
ging er binnen.
Nauwelyks had hy drie passen in een ta
mely k nauw portaal gedaan, toen liy zich
op zyn schouder voelde kloppen en zich om-
keerend, zag hy den geheimen agent achter
zich.
Hy herkende hem oogenblikkeiyk en werd
zeer bleek, trad terug en zocht met de oogen
een uitgang, waardoor hy kon vluchten.
Maar Fauverlot had dit voorzien en sneed
hem den doorgang af, zoodat Cavaiilon zich
EfcHTE FRIESCHE
gevangen zag.
Wat wilt gy van my? vroeg hy met een
van angst bevende stem.
Wat Fauverlot dadelyk van zyn colle
ga's onderscheidt, is zyne byzondere zacht
heid en zeldzame beleefdheid.
Zelfs tegen zyn slachtoffers is hy be
leefd en het is met de moeste achting en in
achtneming van de uiterste beleefdheidsvor
men, dat hy hen gevangen neemt en opsluit.
Mynheer, begon hy, u zult wel zoo goed
willen zyn. myn groote vryheid te veront
schuldigen. maar ik zou gaarne van u eenige
inlichtingen ontvangen.
Inlichtingen van my?
Ja, mynheer, van n, van mynheer
Eugène Cavaiilon.
Maar ik ken u niet.
O, gy hebt my vanmorgen heel goed
gezien. Het handelt overigens over een ui
terst nietige zaak en als u myi het genoegen
wilt doen met my een eindje op te wandelen,
zoudt u my zeer1, verplichten.
Wat doen? Cavaiilon bedacht zich en
ging mee.
De rue Chaptal Ls geen dier zoo drukke
en volle straten, waar de rytuigen de voet
gangers gedurig in gevaar brengen. Er zyn
slechts twee of drie winkels en vanaf den
hoek van de rue Fontaine, waar een apothe
ker woont, tot aan de rue Léonie, loopt een
lange, sombere muur, waarin hier en daar
kleine raampjes zyn, die licht geven in de
werkplaatsen der schrijnwerkers.
Het is een dier straten, waar men rustig
kan loopen, zonder ieder oogenblik genood
zaakt te zyn van het trottoir af te stappen
en Fauverlot en Cavaiilon behoefden dus.
niet te vreezen, door de voorbygangers las
tig gevallen te worden.
Mynheer, begon de eerste, de zaak is,
dat Prosper u vanmorgen heel handig een
briefje toegeworpen heeft.
Cavaiilon, die vermoedde dat hy over dat
briefje ondervraagd zou worden, had zich
voorbereid een antwoord gereed te hebben.
Gy vergist u, zei hy, een kleur krijgen
de tot over de ooren.
(Wordt vervolgd.)