DE ECHO VAN HET ZUIDEN. yco. ROOKT FEUILLETON La Paz Zandblaadjes Verkrijgbaar bij 4. VERSTER Co. De cadeaux van St. Nicolaas zijn er mooier en degelijker en nog goedkooper dan in naburige steden. TWEEDE BLAD. PROVINCIAAL NIEUWS. Lezing Wies Moens. Zooals we in ons vorig nummer beloofden, komen we heden wat uit voeriger op de door Wies Moens ge houden lezing terug Charles de Costers' boek „Tijl Uilenspiegel". 't Is voor mij ietwat moeilijk, zeide Moens, om over dit stekelig werk te spreken. Ik neem hier twee standpunten in. Als Katholiek sta ik vijandig tegen over den geest van de Costers' werk. En als Katholiek letterkundige mag ik niet nalaten mijne geloofsgenooten voor dit boek te waarschuwen. Daar naast heb ik ook nog anders tegen over over de Coster te staan, n.l. als algemeen letterkundige. Vanuit literair standpunt heb ik alle waardeering voor de Coster's werk. Ofschoon de Coster Fransch schrijft is zijn taal toch door en door Vlaamsch. Zoo deed ook Verhaerenook hij schreef Fransch met een Vlaamschen grondslag. Gezelle en Verhaeren zijn twee bekende figuren. Guido Gezelle schreef echter in de taal van zijn volk. Hierin ligt ook waarschijnlijk de reden dat Gezelle eerst nu een Europeesch figuur wordt. Emiel Verhaeren, die Fransch schreef, werd al heel gauw wereldberoemd Zooals ik reeds zeide heb ik als literator groote bewondering voor de Coster's stijl en talent. Mei den geest van het werk kan ik me echter niet vereenigen. Mijne bedoeling is u eens te doen zien wat voor een persoon Tijl eigenlijk is Zooals Tijl Uilenspiegel weer is aangeknoopt door Anton v. d Velde staat hij wederom in de volle branding van ons leven en heeft nu aller be langstelling. Nu men binnenkort Charles de Coster gaat herdenken, vind ik 't goed dat de Katholieken weten hoe ze tegenover dezen schrijver hebben te staan. De Coster werd geboren te München op 20 Aug. 1827. In zijn eerste jeugd genoot hij van geestelijke zijde een zeer goede opvoeding Maar dit ver anderde echter toen hij naar Brussel ging. In dezen tijd toonde de Coster een groote belangstelling voor alles wat literatuur was Toen hij aan de vrije universiteit te Brussel ging stu- deeren onttrok zijn oom Peter, Bisschop van München, zich aan hem. De Coster wordt bevriend met den schilder Dilles. In het huis van Dilles vindt de Coster op zolder een ver zameling van oude sagen. Als hij zich hierin verdiept dan voelt hij dat er een kunstenaar noodig is, een genie, om met een greep al die oude stof weer te doen leven. In 1867 verscheen dan „Tijl" en dit nu is het punt geweest van de Coster's genie 't Boek werd een literair-, maar geen volks succes 't Leven van de Coster was niet gelukkig. Hij heeft zeer veel gebrek geleden en stierf arm en verlaten op een zolderkamertje, den 8 Mei .1897. In de figuren van Tijl en Lamme Goedzak ligt de geest van de Coster's politieken grondslag. Hij wil n.l. waarschuwen tegen de booze plannen en de heerschzucht van Frankrijk. De Coster wees er op dat zij langzaam zouden worden afgescheurd van de noordelijke broeders. Zooals veel voorkomt, de waarach tige kern van de Coster's boek werd niet begrepen 't Was bedoeld als de Vrijheidsklaroen voor Vlaanderen, maar 't werd een literair succes zooals ook Max Havelaar in Holland, Heeft Max Havelaar een beweging in het leven kunnen roepen tegen de toestanden in lndië Neen, net zoo min als .Tijl" in Vlaanderen. In de Coster zag men alleen den Belgischen artist. Men zag in hem iemand die de kunst van een der Rabbelais zou voortzetten. De taal van de Coster werd door Vlaanderen niet begrepen, 't Was niet gewoon Fransch, maar zooals dat van de Rabbelais. Dat „Tijl" niet tot het volk zou doordringen kwam ook nog doordat de de geest van het werk in druischt tegen het religieuse Vlaande- ren. Zoo bleef „Tijl" een halve eeuw bijna vergeten liggen. Gedurende 't activisme werd hij eigenlijk ontdekt. Ja, hij kwam op het juiste oogenblik toen we zagen, dat Vlaanderen niet te redden was door romantiek en poëzie maar door reali teit. Wij hebben noodig figuren als een „Reinaert" of een „Tijl". Zoo werd „Tijl" gedurende den oorlog de vrijheidsheld,'t symbool van Vlaanderen. Wij dachten na den oorlog vrij te worden, maar helaas, wat kwamen wij bedrogen uit I 't Werd een zeer tra gische strijd. De activisten hebben een ontzettende groote fout begaan, de fout n.l. door niet te slagen in hun pogen. In deze bewegingen van den Vlaam schen strijd sprong de figuur van „Tijl" naar voren. De laatste woorden van „Tijl" hebben wij tot de onzen ge maakt, 'I werd ons .Credo" „Vlaande ren kan slapen, maar sterven niet". „Tijl" is evenals het dierverhaal „Reijnaert" een volksproduct. Wat is het wezen van „Tijl?" Het is de menschengeest die schuil gaat onder allerlei gedaanten. De Coster liet in zijn geest .Tijl" geboren worden op denzelfden dag als Philips II ter wereld kwam. Deze twee scherpe contrasten geeft De Coster met de kleuren van een Rembrandt. 't Felle, bloeiende leven van Tijl wordt geplaatst tegenover het donker roode leven en de perverse omgeving aan het hof van Spanje. Iets over den naam van Uilenspiegel, 't Is eigenlijk Uil en Spiegel. Op een kermis zou Tijl gezegd hebben „Ik ben U luiden spiegel." Door plaatselijk dialect en snelle uitspraak maakte men. er „Uilenspiegel van. Als Moens een passage uit de inlei ding heeft voorgelezen komt hij tot de eigenlijke analyse van de Coster's werk. Ie periode. Terwijl „Tijl" zijn zonnige, lustige leven leeft, slijt Philips II zijn dagen in de donkere zalen van het hof vol melancholieke stemmingen. 2e periode. Als Tijl beleedigingen heeft geschreven aan 't adres van h. h. geestelijken, moet hij boete doen. Maar hij scheept alles met een harde weige ring af, hij wil geen boete doen. Toen kwam de inquisitie. De Coster die 't katholieke geloof niet goed kende, en absoluut niet uit 16e eeuw, gaf toen zeer scheeve voor stellingen van de inquisitie. Hij heeft, als zoovelen, nooit den grond der ge schiedenis nagegaan. DitzagChesterton ook. De Coster deed niets anders dan de asch van de asch verzamelen. Als Klaas, de vader van Tijl, ter dood is gebracht, draagt Tijl later de asch van zijn vader op z'n hart. 't Slot van het vierde boek is een apotheose op de vrijheid. Eén ding is de Coster ontgaan, en wel, dat Vlaanderen zijn oude geloof zou blijven behouden. Karei v. d. Oever zei eens dat Polen. Ierland en Vlaanderen zijn de meest katholieke landen en toch is hier de verdrukking het grootst. Neele, de vriendin van Tijl, is het Hart van Vlaanderen. Door middel van een tooverzalf komen Neele en Tijl op zekeren dag weer in het Thans moet het elkeen toegeven. Elkeen zegt het ook reeds: Aanbevelend, Firma TH. VAN WIJCK. geestenrijk. Neele ziet dan dat „Tijl" plotseling sterft. De geestelijkheid en heel de be volking komt om Tijl te begraven. Nauwelijks heeft men hem echter in den kuil geworpen of hij springt plotseling op en zegt tot de verbaasde omstaanders. „Tijl" kan wel slapen, maar sterven niet, Dit is dan 't slot. Deze laatste woorden van Tijl zijn nu de onzen. In weerwil van de vele gebreken blijft het werk van de Coster een ver heerlijking van den Vlaamschen vrij heidsgeest. Tijl is de kamprechter, is de Vlaming met overdadig levensge voel, hij is de incarnatie van den Vlaamschen geest. In Neele zien we, dat de Coster voor de vrouw groote vereering heeft Nooit heeft hij tot de vrouw een oneerbiedig woord gesproken. In zijn tweede gedeelte behandelde Moens de „Tijl figuur" van Antoon v. d. Velde. De tooneeikunst is In Vlaanderen wel een van de meest beminde. Vóór den oorlog kende men in Vlaanderen slechts „boertige of „traanstukken". Dit veranderde echter toen Dr de Gruiter met zijn volkstooneel verscheen. Hij heeft het volk in kennis gebracht met de voornaamste tooneelliteratuur. In dezen tijd nu onderging het tooneel in Vlaanderen heel wat veranderingen. De invloed van Herman Teirlinck is niet zoo groot als van kleine dilet- tantenvereenigingen Men probeerde om 't tooneel een specifiek Vlaamsch karakter te geven. Doch men kwam op een hellend vlak en steeds werd het verschil kleiner tusschen tooneel, bioscoop en circus. De jongeren probeeren de matrealis- tische tooneelstructuur te verbreken. Niet het woord, maar de handeling zal 't hoofdmotief zijn. Antoon v. d. Velde is een van deze jongeren. Men wil nu het tooneel tot de hoogst mogelijke actie opvoeren. Anton v. d. Velde's „Tijl" wordt door de Belgen niet begrepen en dat is maar goed ook, anders zou v. d. Velde wel eens kennis kunnen maken met de Belgische gevangenis. Moens zette vervolgens de ver schillende bedrijven van v. d. Velde's tooneelstuk uiteen. Als Tijl eenige jaren in afzondering op een eiland heeft gezeten krijgt hij heinwee naar Vlaanderen En hierin ligt de lyrische poëzie van den Vlaming. Ook wij hebben geen vader meer, evenals Tijl. Wij kennen ons land niet meer terug onder den berg der verfransching. Dit heeft v. d. Velde ook gezien, Neele, 't hart van Vlaanderen leeft in slavernij bij een Markies. Maar in een tweegevecht 'tusschen „Tijl" en den Markies overwint de eerste. Nu trekt hij naar zijn ouderlijke wo ning, de oude gezellige herberg van zijn ouders. Maar als hij daaraan komt schrikt hij danig, zijn ouderhuis kent hij niet meer terug Hij ontsteekt in woede en neemt zich voor het geheele huis ondersten boven te zetten en eens geducht te kuischen. Als hij de noo- dige toebereidselen hiervoor wil ma ken gaat Neele de herberg binnen. Daar treft zij drie chemisten die haar een slaapdrank geven. Wanneer „Tijl" terugkomt om zijn overwinningswerk voort te zetten ziet hij wat er met Neele is voorgevallen. En dan breekt er iets in zijn hart en vertrekt hij. I 't Eenigste wat hij zegt is; mijn tijd is nog niet gekomen. Dat is het droe vige slot. Maar 't is de realiteit. Als wij op het punt staan den knoop door te hakken verslappen wij. In dezen zin gaat hier Moens ver der en openbaart door „Tijl" het ka rakter en den strijd der Vlaamsche beweging. We kunnen niet nalaten nog even bij deze lezing stil te staan. De stof en de opzet is er te belangrijk voor. Een kleine beschouwing is ze wel waard. Eigenlijk zou er, in psycholo gisch verband, heel wat over te zeg gen zijn en we gelooven stellig, dat na eenige redenatie, ons min of meer verrassende ontdekkingen te wachten stonden. Laat ons vooraf dit zeggen, wie van Moens een absoluut literaire voordracht had verwacht, grijpt er ver naast. Wies Moens zal het ons niet kwalijk nemen als we vragenwat was het hoofddoel Een propaganda voor de Vlaamsche beweging of een literaire ontwikkeling van de Tijlfiguur. We gelooven, dat Moens op beide vragen een bevestigend antwoord zal kunnen geven, 't Eene is hier niet van het andere te scheiden. We zullen niet al te stout denken, (al zouden we er misschien reden voor hebben om dit wel te doen) en aannemen dat. gezien Moens tempera ment, zich onbewust de propaganda idee in zijn voordracht drong. Maar deze onbewuste idee was dan toch in elk geval van een ongemeen sterk karakter. Niet dat we Moens hiervoor eenlg verwijt willen maken, absoluut niet. Tot op zekere hoogte kunnen we niet anders dan eerbied- hebben voor zijn pogen, al zouden wij ons als Nederlanders niet in alle deelen met de middelen kunnen sympathiseeren de mentalitet door voortdurende onder drukking geschapen,, is echter tot op zekere hoogte zeer verklaarbaar! Moens is niet de eerste de beste Vlaming Als je hem zoo hoort praten dan heeft hij niets van den ronden Vlaming of zijn smeuig taaltje. Hij doet je veeleer denken aan een Noordeling Trouwens, voor wie zijn leven kent, is dit ook alleszins begrijpelijk. Moens is een idealist, van een heel eigenaardig soort. We gelooven, dat deze jonge man, die met hart en ziel 't schoone Vlaanderen is toegedaan, een eigen weg gevonden heeft in de harde school van dramatische onder vinding om voor de Vlaamsche be weging te propageeren. Zijn voordracht over Tijl is er één van, want wie Tijl kent, die kent met een de Vlaamsche geest Wiens Moens liet zich Vrijdagavond van meer dan één zijde zien. Als eerlijk Vlaming schroomde hij ook niet zijn standpunt als oprecht Katholiek letter kundige te bepalen De collecte verleden Zondag in de parochiekerk van O. L Vrouw Onbevlekte Onvangenis gehouden ten bate van de St. Elisabethsvereeniging heeft opgebracht de belangrijke som van f 206.02. Met belangstelling vernemen wij dat de heer Alfons van Roessel z'n bekende slagerij geheel gaat moderni- seeren. Wij waren in de gelegenheid de teekening te zien en kunnen zeg gen, dat het werkelijk een zeer bij zonder en smaakvol ontwerp is en onze gemeente daardoor weer een zeer mooie slagerswinkel rijker wordt. Maandagmorgen h^d op de stoomlederfabriek der firma v. I. W. Co. alhier een ongeluk plaats. Een zware in beweging zijnde drijfriem brak door en kwam terecht op het hoofd van den werkman de B. uit Sprang. De man viel bewusteloos neer en kreeg een ernstige hoofd wonde, die direct door Dr. Lange- meijer werd verbonden. De man werd per auto huiswaarts gebracht. Naar wij vernemen maakt de man het thans wel. In de Zondag 1.1. gehouden alge- meene vergadering der harmonie „St. Crispijn" werd door den voorzitter dank gebracht aan het gemeente bestuur voor de verleende subsidie en verder aan allen, die hebben mee gewerkt tot het vormen van het instrumentenfonds en aan allen, die op eenigerlei wijze de vereeniging steunden. In beginsel werd besloten in 1927 deel te nemen aan het festival te v.m. Baardwijk en aan de muziek feesten te Kaatsheuvel. Besloten werd éezen winter een concert te geven in de zaal van „Euphonia" te Kaatsheuvel voor de leden en donateurs dier vereeniging. Nog werd in beginsel besloten met een 2 tal kwartetten deel te nemen aan het kwartetten-concours te Steen bergen ln Januari 1927. Er is sprake van een federatieve samenwerking tusschen den Ned. Bond van Lederfabrikanten en van den R. K. Bond van Lederfabrikanten. Weldra zal daaromtrent eene vergade ring worden gehouden en bestaat er dus alle kans dat de belangen der Lederindustrie dan weer door één centraal lichaam, een federatief be stuur uit beide bonden zullen worden behartigd De Ontvanger der Dir. Bel. enz. te Waalwijk maakt bekend, dat te zijnen kantore zitting zal worden ge houden des avonds van 7—9 uur op de volgende dagen: 13, 14, 20, 21, 28, 29 December 1926 en 3 en 4 Januari 1927. Deze zittingen zijn uitsluitend be- stemd voor degenen, die in het bezit wenschen te komen van een kosteloos rijwielmerk voor het jaar 1927. Naar wij met belangstelling ver nemen zal de Maatschappij van Ver zekering op het Leven „Noord Braband" alhier, thans wederom een eigen kantoor openen in Maastricht. Heden bezoekt de Inspecteur van het Nijverheidsonderwijs onze gemeente teekenschool, zulks in ver band met eventueele uitbreiding en benoeming van een nieuwen leeraar. Vanmiddag zal hij daaromtrent eene bespreking hebben met het college van B. en W. Wij vestigen nogmaals met klem de aandacht op de algemeene ver gadering der R K Kiesvereeniglng, die hedenavond ten 8 uur wordt gehouden. Aan de Rijkstelefoondienst, kantoor Waalwijk zijn de volgende nieuwe aansluitingen 182 A. J. J. Holtzer Passier, Schilder en Caféhouder, Besoijenschesteeg f40. 184 J. C Trimbach Zn Carton- nagefabriek. Gr< otestraat 347. 186 Fa. Joh. Hooymaayer, Agentuur en Commissiehandel. Vertegenwoor- No 95. Woensdag 1 December '26. 49e Jrg. Waalwflk, 30 November 1926. van „DE ECIIO VAN EET ZUIDEN OF 10) Daar, waar de trouwste vriend aarzelt, en zich terugtrekt, verheft de vrouw het hoofd, onbezorgd over de toekomst. Wat kan my dat gevaar schelen, riep zij uit, ik geloof er niet eens aaul en als het bestaat des te beter, dan zal het aan een natuurlijke poging eenige verdiensten geven. Ik ben er zeker van, dat Prosper onschuldig is, maar als hij, wat onmogelijk is, toch schuldig verklaard wordt, welnu, dan wil ik het lot, dat hem wacht, met hem> deelen. De volharding van Nina werd onrustba rend. Haastig had zy een doek omgeslagen en haar hoed opgezet, en zoo. gekleed in haar ochtendjapon, met pantoffels aan hare voeten, verklaardde zij) te willen vertrekken, om alle rechtsgeleerden van Parijs op te gaan zoeken. Gaat u mee, mijnheer, vroeg zy met koortsachtigen haast, gaat u mee? - Fauverlot dacht ei' niet aan. Gelukkig wist hij altyd een uitweg. Daar persoonlyke aangelegenheden Dij dat moedige meisje geen gewicht schenen te heb ben. probeerde hy nu op Prospers belang te wijzen. Zooals ii wilt, juffrouw, antwoordde hij, het zy zoo, ik ben tot uw dienst, Maar sta my toe, u nog bytyds te zeggen, dat gy myn heer Prosper een slechten dienst gaat bewy- zen. Hoezoo, mynheer,? i Omdat wy hem tegenwerken, juffrouw, en wy eene poging aanwenden, die hy, na hetgeen hy u geschreven heeft, niet; kan ver wachten. Zij maakte een afwerende beweging, zy was nergens bang voor. Hy is een van die menschen, mynheer, antwoordde zy, die gered moeten worden zon- der vooruit gewaarschuwd te zyn en tegen hun wil in. Ik ken Prosper, hij! is er juist de man naar, zich te laten vermoorden zonder zich te verweren, om zich uit onverschillig heid, uit: wanhoop over te geven. Pardon, waarde juffrouw, pardon, viel de agent haar in de rede, mynheer Prosper ziet er in tegendeel niet naar uit, om zich, zooals u zegt, zoo maar over te geven. Ik zou veeleer veronderstellen, dat liy zyn ver dedigingsplan reeds heeft opgemaakt. Hoe weet u of ge door u te vertoonen, daar. waar hy u juist aanraadt n te verbergen, zyn plannen niet geheel in duigen werpt. Nina wachtte even, alvorens te antwoor den. Zy overwoog de waarde van de tegen werping van Fauverlot. Maar ik kan er tocli niet stil by blyven zitten, zonder te probeeren iets ten zynen gunste te doen. Begrypt u dan niet, dat de bodem my hier onder de voeten brandt? Hoewel niet geheel overtuigd, was zy ten minste aan 't wankelen. Fauverlot zag zulks en dat gaf hem nog meer moed. Juffrouw, hernam hy, er jiestaat voor u een zeer eenvoudig middel, om den man, die u bemint, te dienen. Welk middel, mynheer? Hem te gehoorzamen, myn kind. sprak Fauverlot op vaderlyken toon. Nina had geheel iets anders verwacht. Hem gehoorzamen, sprak zy, hem ge hoorzamen. I)at is uw plicht, hernam Fauverlot ernstig sprekend, uw heilige plicht. Zy aarzelde nog en. nadat liy den brief van Prosper van de tafel genomen had, ver volgde hy Zie eens, mynheer Prosper geeft u in een verschrikkelyk oogenblik, op het punt van gevangen genomen te worden, den weg aan dien gy volgen moet, en gy wilt u tegen dien verstandigen maatregel verzetten? Hy schryft: Als ge my bemint, gehoorzaam me dan. En gy aarzelt nog. Ook schryft hy Myn leven hangt er van af. Bemint gy hem dan niet? Begrypt ge niet, dat hy er zyn reden voor heeft, u te gebie den te vluchten, u te verbergen. Ja, dat is zoo. antwoordde zy. Dan zal ik van hier vertrekken, zoo spoedig mogelyk. O, zei Fauverlot, zoo ongedwongen mo gelyk, gy hebt den tyd. Dat doet er niet toe. En den geheimen agent alleen latend, liep zy vlug naar een andere kamer, riep luid om haar kamenier, haar keukenmeid en den kleinen knecht en gelastte hun alle kasten en laden leeg te maken en alles, wat haar behoorde, in de koffers te pakken, doch vooral om zich te spoeden. Zy zelf gaf het voorbeeld en hielp yverig mee, toen een plotselinge inval haar naar Fauverlot voerde. Dadelyk ben ik gereed zy ze, om te vertrekken, maar waarheen zal ik gaan? Schryft mynheer Prosper dat niet? Naar het andere eind van Parys. Op gemeubileerde kamers of in een hotel. Maar ik weet er geen; waar ik heen kan gaan. Fauverlot scheen zich even te bedenken. I k weet wel een hotel, zei hy eindelijk, maar ik weet niet of u dat bevallen zal. Het is er zoo deftig niet als hier. Zal ik het er goed hebben? Als ik er u aanbeveel, zult gy er be handeld worden als een koningin en vooral goed verborgen zyn. Waar is het? Aan den anderen kant der Seine, Saint- Michelhotel, de Aartsengel, dat door me- i vrouw Alexandre bestuurd wordt. Nina hield er nooit van lang over iets na te denken. Hier hebt gy pen en inkt,zeide zij tot den agent, schrijf uw aanbeveling. In een oogwenk was hy klaar. I)oor deze drie regels, mejuffrouw, kunt u niet mevrouw Alexandre doen wat u wilt. I Uitstekend, maar hoe moet ik nu aan Cavaillon myn adres doen weten? Hy moet. I het aan Prosper bezorgen. Ily kon zelf niet komen, juffrouw, maar ik zal hem dadelyk opzoeken en zal hem dan zeggen, waar by u vinden kan. Nina wilde een rytuig laten halen, maar Fauverlot, die deze gelegenheid te baat nam j om weg te komen, zei dat hy haast had. en er zich wel mee zou belasten. Hy had overigen.^ dien dag geluker ging juist een rytuig langs, dat hy aanriep. Er zal eene in het zwart gekleede dame met koffers naar beneden komen, zei hy. j na zich bekend gemaakt te hebben, tot den koetsier, als zy u gelast, naar de Saint-Mi chel te ryden, ga er dan vlug van door, maar als zy een ander adres opgeeft, kom dan eerst* van den liok af, alsof er iets aan de teugels te veranderen is; ik ben vlak by om alles te zien en te hooren. Werkelyk ging hy aan den overkant van de straat een wynhuis binnen. Hy was' ver- moeid, door alles wat dien dag was voorge vallen en. daar hy niet meer geregeld kon denken, was liet noodig, dat hy eenige rust nam. Ily had er nauwelyks tyd voor, flinke zweepslagen klonken door de stille straat, Juffrouw Nina reed naar het Hotel „den Aartsengel". Ziezoo, dacht hy, die heb ik tenminste in myn macht. IV. Op hetzelfde oogenblik,\lat Nina 'n schuil plaats zocht in het hotel „den Aartsengel", dat Fauverlot haar aangewezen had, werd Prosper in een der politiebureaus gevangen gezet. Sinds het oogenblik, waarop hy weer meester van zyn gedachten zynde, er in ge slaagd was. zyn gewoon uiteriyk weer aan te nemen, had zyn kalmte hem niet verla ten. Te vergeefs hadden de hem omringende personen, die knappe spionnen waren, ge probeerd, hem op een zwak oogenblik te be trappen of onrust op zyn aangezicht te le zen hy was koud als marmer. Men had hem haast ongevoelig voor zyn vreeselyk ongeluk kunnen houden, indien men hem niet door zyn ingehouden smart sneller had zien ademen, en de zweetdroppels langs zyn wangen had zien loopen, die in- nerlyken angst verraden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 5