DE ECHO VAN HET ZUIDEN.
yco.
ROOKT
FEUILLETON
La Paz
Zandblaadjes
Verkrijgbaar bij
4. VERSTER Co.
De cadeaux van St. Nicolaas zijn er mooier en degelijker
en nog goedkooper dan in naburige steden.
TWEEDE BLAD.
PROVINCIAAL NIEUWS.
Lezing Wies Moens.
Zooals we in ons vorig nummer
beloofden, komen we heden wat uit
voeriger op de door Wies Moens ge
houden lezing terug
Charles de Costers' boek „Tijl
Uilenspiegel".
't Is voor mij ietwat moeilijk, zeide
Moens, om over dit stekelig werk te
spreken.
Ik neem hier twee standpunten in.
Als Katholiek sta ik vijandig tegen
over den geest van de Costers' werk.
En als Katholiek letterkundige mag
ik niet nalaten mijne geloofsgenooten
voor dit boek te waarschuwen. Daar
naast heb ik ook nog anders tegen
over over de Coster te staan, n.l. als
algemeen letterkundige. Vanuit literair
standpunt heb ik alle waardeering voor
de Coster's werk. Ofschoon de Coster
Fransch schrijft is zijn taal toch door
en door Vlaamsch.
Zoo deed ook Verhaerenook hij
schreef Fransch met een Vlaamschen
grondslag. Gezelle en Verhaeren zijn
twee bekende figuren. Guido Gezelle
schreef echter in de taal van zijn volk.
Hierin ligt ook waarschijnlijk de reden
dat Gezelle eerst nu een Europeesch
figuur wordt. Emiel Verhaeren, die
Fransch schreef, werd al heel gauw
wereldberoemd
Zooals ik reeds zeide heb ik als
literator groote bewondering voor de
Coster's stijl en talent. Mei den geest
van het werk kan ik me echter niet
vereenigen. Mijne bedoeling is u eens
te doen zien wat voor een persoon
Tijl eigenlijk is
Zooals Tijl Uilenspiegel weer is
aangeknoopt door Anton v. d Velde
staat hij wederom in de volle branding
van ons leven en heeft nu aller be
langstelling.
Nu men binnenkort Charles de
Coster gaat herdenken, vind ik 't goed
dat de Katholieken weten hoe ze
tegenover dezen schrijver hebben te
staan.
De Coster werd geboren te München
op 20 Aug. 1827. In zijn eerste jeugd
genoot hij van geestelijke zijde een
zeer goede opvoeding Maar dit ver
anderde echter toen hij naar Brussel
ging. In dezen tijd toonde de Coster
een groote belangstelling voor alles
wat literatuur was Toen hij aan de
vrije universiteit te Brussel ging stu-
deeren onttrok zijn oom Peter, Bisschop
van München, zich aan hem.
De Coster wordt bevriend met den
schilder Dilles. In het huis van Dilles
vindt de Coster op zolder een ver
zameling van oude sagen. Als hij zich
hierin verdiept dan voelt hij dat er
een kunstenaar noodig is, een genie,
om met een greep al die oude stof
weer te doen leven.
In 1867 verscheen dan „Tijl" en dit
nu is het punt geweest van de Coster's
genie 't Boek werd een literair-, maar
geen volks succes
't Leven van de Coster was niet
gelukkig. Hij heeft zeer veel gebrek
geleden en stierf arm en verlaten op
een zolderkamertje, den 8 Mei .1897.
In de figuren van Tijl en Lamme
Goedzak ligt de geest van de Coster's
politieken grondslag. Hij wil n.l.
waarschuwen tegen de booze plannen
en de heerschzucht van Frankrijk. De
Coster wees er op dat zij langzaam
zouden worden afgescheurd van de
noordelijke broeders.
Zooals veel voorkomt, de waarach
tige kern van de Coster's boek werd
niet begrepen 't Was bedoeld als de
Vrijheidsklaroen voor Vlaanderen, maar
't werd een literair succes zooals ook
Max Havelaar in Holland,
Heeft Max Havelaar een beweging
in het leven kunnen roepen tegen de
toestanden in lndië Neen, net zoo min
als .Tijl" in Vlaanderen. In de Coster
zag men alleen den Belgischen artist.
Men zag in hem iemand die de kunst
van een der Rabbelais zou voortzetten.
De taal van de Coster werd door
Vlaanderen niet begrepen, 't Was niet
gewoon Fransch, maar zooals dat van
de Rabbelais. Dat „Tijl" niet tot het
volk zou doordringen kwam ook nog
doordat de de geest van het werk in
druischt tegen het religieuse Vlaande-
ren. Zoo bleef „Tijl" een halve eeuw
bijna vergeten liggen.
Gedurende 't activisme werd hij
eigenlijk ontdekt. Ja, hij kwam op het
juiste oogenblik toen we zagen, dat
Vlaanderen niet te redden was door
romantiek en poëzie maar door reali
teit. Wij hebben noodig figuren als
een „Reinaert" of een „Tijl".
Zoo werd „Tijl" gedurende den
oorlog de vrijheidsheld,'t symbool van
Vlaanderen.
Wij dachten na den oorlog vrij te
worden, maar helaas, wat kwamen wij
bedrogen uit I 't Werd een zeer tra
gische strijd. De activisten hebben een
ontzettende groote fout begaan, de
fout n.l. door niet te slagen in hun
pogen.
In deze bewegingen van den Vlaam
schen strijd sprong de figuur van „Tijl"
naar voren. De laatste woorden van
„Tijl" hebben wij tot de onzen ge
maakt, 'I werd ons .Credo" „Vlaande
ren kan slapen, maar sterven niet".
„Tijl" is evenals het dierverhaal
„Reijnaert" een volksproduct.
Wat is het wezen van „Tijl?" Het
is de menschengeest die schuil gaat
onder allerlei gedaanten.
De Coster liet in zijn geest .Tijl"
geboren worden op denzelfden dag als
Philips II ter wereld kwam. Deze twee
scherpe contrasten geeft De Coster
met de kleuren van een Rembrandt.
't Felle, bloeiende leven van Tijl
wordt geplaatst tegenover het donker
roode leven en de perverse omgeving
aan het hof van Spanje.
Iets over den naam van Uilenspiegel,
't Is eigenlijk Uil en Spiegel. Op
een kermis zou Tijl gezegd hebben
„Ik ben U luiden spiegel." Door
plaatselijk dialect en snelle uitspraak
maakte men. er „Uilenspiegel van.
Als Moens een passage uit de inlei
ding heeft voorgelezen komt hij tot de
eigenlijke analyse van de Coster's werk.
Ie periode. Terwijl „Tijl" zijn
zonnige, lustige leven leeft, slijt
Philips II zijn dagen in de donkere
zalen van het hof vol melancholieke
stemmingen.
2e periode. Als Tijl beleedigingen
heeft geschreven aan 't adres van h. h.
geestelijken, moet hij boete doen. Maar
hij scheept alles met een harde weige
ring af, hij wil geen boete doen. Toen
kwam de inquisitie.
De Coster die 't katholieke geloof
niet goed kende, en absoluut niet uit
16e eeuw, gaf toen zeer scheeve voor
stellingen van de inquisitie. Hij heeft,
als zoovelen, nooit den grond der ge
schiedenis nagegaan. DitzagChesterton
ook. De Coster deed niets anders dan
de asch van de asch verzamelen.
Als Klaas, de vader van Tijl, ter
dood is gebracht, draagt Tijl later de
asch van zijn vader op z'n hart.
't Slot van het vierde boek is een
apotheose op de vrijheid. Eén ding
is de Coster ontgaan, en wel, dat
Vlaanderen zijn oude geloof zou blijven
behouden.
Karei v. d. Oever zei eens dat Polen.
Ierland en Vlaanderen zijn de meest
katholieke landen en toch is hier de
verdrukking het grootst.
Neele, de vriendin van Tijl, is het
Hart van Vlaanderen. Door middel
van een tooverzalf komen Neele en
Tijl op zekeren dag weer in het
Thans moet het elkeen toegeven.
Elkeen zegt het ook reeds:
Aanbevelend, Firma TH. VAN WIJCK.
geestenrijk. Neele ziet dan dat „Tijl"
plotseling sterft.
De geestelijkheid en heel de be
volking komt om Tijl te begraven.
Nauwelijks heeft men hem echter in
den kuil geworpen of hij springt
plotseling op en zegt tot de verbaasde
omstaanders. „Tijl" kan wel slapen,
maar sterven niet, Dit is dan 't slot.
Deze laatste woorden van Tijl zijn nu
de onzen.
In weerwil van de vele gebreken
blijft het werk van de Coster een ver
heerlijking van den Vlaamschen vrij
heidsgeest. Tijl is de kamprechter, is
de Vlaming met overdadig levensge
voel, hij is de incarnatie van den
Vlaamschen geest.
In Neele zien we, dat de Coster
voor de vrouw groote vereering heeft
Nooit heeft hij tot de vrouw een
oneerbiedig woord gesproken.
In zijn tweede gedeelte behandelde
Moens de „Tijl figuur" van Antoon
v. d. Velde.
De tooneeikunst is In Vlaanderen
wel een van de meest beminde. Vóór
den oorlog kende men in Vlaanderen
slechts „boertige of „traanstukken".
Dit veranderde echter toen Dr de
Gruiter met zijn volkstooneel verscheen.
Hij heeft het volk in kennis gebracht
met de voornaamste tooneelliteratuur.
In dezen tijd nu onderging het tooneel
in Vlaanderen heel wat veranderingen.
De invloed van Herman Teirlinck is
niet zoo groot als van kleine dilet-
tantenvereenigingen Men probeerde
om 't tooneel een specifiek Vlaamsch
karakter te geven. Doch men kwam
op een hellend vlak en steeds werd
het verschil kleiner tusschen tooneel,
bioscoop en circus.
De jongeren probeeren de matrealis-
tische tooneelstructuur te verbreken.
Niet het woord, maar de handeling
zal 't hoofdmotief zijn. Antoon v. d.
Velde is een van deze jongeren. Men
wil nu het tooneel tot de hoogst
mogelijke actie opvoeren.
Anton v. d. Velde's „Tijl" wordt
door de Belgen niet begrepen en dat
is maar goed ook, anders zou v. d.
Velde wel eens kennis kunnen maken
met de Belgische gevangenis.
Moens zette vervolgens de ver
schillende bedrijven van v. d. Velde's
tooneelstuk uiteen.
Als Tijl eenige jaren in afzondering
op een eiland heeft gezeten krijgt hij
heinwee naar Vlaanderen En hierin
ligt de lyrische poëzie van den
Vlaming. Ook wij hebben geen vader
meer, evenals Tijl. Wij kennen ons
land niet meer terug onder den berg
der verfransching.
Dit heeft v. d. Velde ook gezien,
Neele, 't hart van Vlaanderen leeft in
slavernij bij een Markies. Maar in een
tweegevecht 'tusschen „Tijl" en den
Markies overwint de eerste.
Nu trekt hij naar zijn ouderlijke wo
ning, de oude gezellige herberg van
zijn ouders. Maar als hij daaraan komt
schrikt hij danig, zijn ouderhuis kent
hij niet meer terug Hij ontsteekt in
woede en neemt zich voor het geheele
huis ondersten boven te zetten en eens
geducht te kuischen. Als hij de noo-
dige toebereidselen hiervoor wil ma
ken gaat Neele de herberg binnen.
Daar treft zij drie chemisten die haar
een slaapdrank geven. Wanneer „Tijl"
terugkomt om zijn overwinningswerk
voort te zetten ziet hij wat er met
Neele is voorgevallen. En dan breekt
er iets in zijn hart en vertrekt hij.
I
't Eenigste wat hij zegt is; mijn tijd
is nog niet gekomen. Dat is het droe
vige slot. Maar 't is de realiteit. Als
wij op het punt staan den knoop door
te hakken verslappen wij.
In dezen zin gaat hier Moens ver
der en openbaart door „Tijl" het ka
rakter en den strijd der Vlaamsche
beweging.
We kunnen niet nalaten nog even
bij deze lezing stil te staan. De stof
en de opzet is er te belangrijk voor.
Een kleine beschouwing is ze wel
waard. Eigenlijk zou er, in psycholo
gisch verband, heel wat over te zeg
gen zijn en we gelooven stellig, dat
na eenige redenatie, ons min of meer
verrassende ontdekkingen te wachten
stonden. Laat ons vooraf dit zeggen,
wie van Moens een absoluut literaire
voordracht had verwacht, grijpt er ver
naast.
Wies Moens zal het ons niet kwalijk
nemen als we vragenwat was het
hoofddoel Een propaganda voor de
Vlaamsche beweging of een literaire
ontwikkeling van de Tijlfiguur. We
gelooven, dat Moens op beide vragen
een bevestigend antwoord zal kunnen
geven, 't Eene is hier niet van het
andere te scheiden.
We zullen niet al te stout denken,
(al zouden we er misschien reden
voor hebben om dit wel te doen) en
aannemen dat. gezien Moens tempera
ment, zich onbewust de propaganda
idee in zijn voordracht drong. Maar
deze onbewuste idee was dan toch in
elk geval van een ongemeen sterk
karakter. Niet dat we Moens hiervoor
eenlg verwijt willen maken, absoluut
niet.
Tot op zekere hoogte kunnen we
niet anders dan eerbied- hebben voor
zijn pogen, al zouden wij ons als
Nederlanders niet in alle deelen met
de middelen kunnen sympathiseeren
de mentalitet door voortdurende onder
drukking geschapen,, is echter tot
op zekere hoogte zeer verklaarbaar!
Moens is niet de eerste de beste
Vlaming
Als je hem zoo hoort praten dan
heeft hij niets van den ronden Vlaming
of zijn smeuig taaltje. Hij doet je
veeleer denken aan een Noordeling
Trouwens, voor wie zijn leven kent,
is dit ook alleszins begrijpelijk.
Moens is een idealist, van een heel
eigenaardig soort. We gelooven, dat
deze jonge man, die met hart en ziel
't schoone Vlaanderen is toegedaan,
een eigen weg gevonden heeft in de
harde school van dramatische onder
vinding om voor de Vlaamsche be
weging te propageeren.
Zijn voordracht over Tijl is er één
van, want wie Tijl kent, die kent met
een de Vlaamsche geest
Wiens Moens liet zich Vrijdagavond
van meer dan één zijde zien. Als eerlijk
Vlaming schroomde hij ook niet zijn
standpunt als oprecht Katholiek letter
kundige te bepalen
De collecte verleden Zondag in
de parochiekerk van O. L Vrouw
Onbevlekte Onvangenis gehouden ten
bate van de St. Elisabethsvereeniging
heeft opgebracht de belangrijke som
van f 206.02.
Met belangstelling vernemen wij
dat de heer Alfons van Roessel z'n
bekende slagerij geheel gaat moderni-
seeren. Wij waren in de gelegenheid
de teekening te zien en kunnen zeg
gen, dat het werkelijk een zeer bij
zonder en smaakvol ontwerp is en
onze gemeente daardoor weer een
zeer mooie slagerswinkel rijker wordt.
Maandagmorgen h^d op de
stoomlederfabriek der firma v. I. W.
Co. alhier een ongeluk plaats. Een
zware in beweging zijnde drijfriem
brak door en kwam terecht op het
hoofd van den werkman de B. uit
Sprang. De man viel bewusteloos
neer en kreeg een ernstige hoofd
wonde, die direct door Dr. Lange-
meijer werd verbonden. De man werd
per auto huiswaarts gebracht. Naar
wij vernemen maakt de man het
thans wel.
In de Zondag 1.1. gehouden alge-
meene vergadering der harmonie „St.
Crispijn" werd door den voorzitter
dank gebracht aan het gemeente
bestuur voor de verleende subsidie
en verder aan allen, die hebben mee
gewerkt tot het vormen van het
instrumentenfonds en aan allen, die
op eenigerlei wijze de vereeniging
steunden.
In beginsel werd besloten in 1927
deel te nemen aan het festival te
v.m. Baardwijk en aan de muziek
feesten te Kaatsheuvel.
Besloten werd éezen winter een
concert te geven in de zaal van
„Euphonia" te Kaatsheuvel voor de
leden en donateurs dier vereeniging.
Nog werd in beginsel besloten met
een 2 tal kwartetten deel te nemen
aan het kwartetten-concours te Steen
bergen ln Januari 1927.
Er is sprake van een federatieve
samenwerking tusschen den Ned.
Bond van Lederfabrikanten en van
den R. K. Bond van Lederfabrikanten.
Weldra zal daaromtrent eene vergade
ring worden gehouden en bestaat er
dus alle kans dat de belangen der
Lederindustrie dan weer door één
centraal lichaam, een federatief be
stuur uit beide bonden zullen worden
behartigd
De Ontvanger der Dir. Bel. enz.
te Waalwijk maakt bekend, dat te
zijnen kantore zitting zal worden ge
houden des avonds van 7—9 uur op
de volgende dagen: 13, 14, 20, 21,
28, 29 December 1926 en 3 en 4
Januari 1927.
Deze zittingen zijn uitsluitend be-
stemd voor degenen, die in het bezit
wenschen te komen van een kosteloos
rijwielmerk voor het jaar 1927.
Naar wij met belangstelling ver
nemen zal de Maatschappij van Ver
zekering op het Leven „Noord
Braband" alhier, thans wederom een
eigen kantoor openen in Maastricht.
Heden bezoekt de Inspecteur
van het Nijverheidsonderwijs onze
gemeente teekenschool, zulks in ver
band met eventueele uitbreiding en
benoeming van een nieuwen leeraar.
Vanmiddag zal hij daaromtrent eene
bespreking hebben met het college
van B. en W.
Wij vestigen nogmaals met klem
de aandacht op de algemeene ver
gadering der R K Kiesvereeniglng, die
hedenavond ten 8 uur wordt gehouden.
Aan de Rijkstelefoondienst,
kantoor Waalwijk zijn de volgende
nieuwe aansluitingen
182 A. J. J. Holtzer Passier, Schilder
en Caféhouder, Besoijenschesteeg f40.
184 J. C Trimbach Zn Carton-
nagefabriek. Gr< otestraat 347.
186 Fa. Joh. Hooymaayer, Agentuur
en Commissiehandel. Vertegenwoor-
No 95. Woensdag 1 December '26. 49e Jrg.
Waalwflk, 30 November 1926.
van „DE ECIIO VAN EET ZUIDEN
OF
10)
Daar, waar de trouwste vriend aarzelt,
en zich terugtrekt, verheft de vrouw het
hoofd, onbezorgd over de toekomst.
Wat kan my dat gevaar schelen, riep
zij uit, ik geloof er niet eens aaul en als het
bestaat des te beter, dan zal het aan een
natuurlijke poging eenige verdiensten geven.
Ik ben er zeker van, dat Prosper onschuldig
is, maar als hij, wat onmogelijk is, toch
schuldig verklaard wordt, welnu, dan wil
ik het lot, dat hem wacht, met hem> deelen.
De volharding van Nina werd onrustba
rend. Haastig had zy een doek omgeslagen
en haar hoed opgezet, en zoo. gekleed in
haar ochtendjapon, met pantoffels aan hare
voeten, verklaardde zij) te willen vertrekken,
om alle rechtsgeleerden van Parijs op te gaan
zoeken.
Gaat u mee, mijnheer, vroeg zy met
koortsachtigen haast, gaat u mee?
- Fauverlot dacht ei' niet aan. Gelukkig wist
hij altyd een uitweg.
Daar persoonlyke aangelegenheden Dij dat
moedige meisje geen gewicht schenen te heb
ben. probeerde hy nu op Prospers belang te
wijzen.
Zooals ii wilt, juffrouw, antwoordde hij,
het zy zoo, ik ben tot uw dienst, Maar sta
my toe, u nog bytyds te zeggen, dat gy myn
heer Prosper een slechten dienst gaat bewy-
zen.
Hoezoo, mynheer,?
i Omdat wy hem tegenwerken, juffrouw,
en wy eene poging aanwenden, die hy, na
hetgeen hy u geschreven heeft, niet; kan ver
wachten.
Zij maakte een afwerende beweging, zy
was nergens bang voor.
Hy is een van die menschen, mynheer,
antwoordde zy, die gered moeten worden zon-
der vooruit gewaarschuwd te zyn en tegen
hun wil in. Ik ken Prosper, hij! is er juist de
man naar, zich te laten vermoorden zonder
zich te verweren, om zich uit onverschillig
heid, uit: wanhoop over te geven.
Pardon, waarde juffrouw, pardon, viel
de agent haar in de rede, mynheer Prosper
ziet er in tegendeel niet naar uit, om zich,
zooals u zegt, zoo maar over te geven. Ik
zou veeleer veronderstellen, dat liy zyn ver
dedigingsplan reeds heeft opgemaakt. Hoe
weet u of ge door u te vertoonen, daar. waar
hy u juist aanraadt n te verbergen, zyn
plannen niet geheel in duigen werpt.
Nina wachtte even, alvorens te antwoor
den. Zy overwoog de waarde van de tegen
werping van Fauverlot.
Maar ik kan er tocli niet stil by blyven
zitten, zonder te probeeren iets ten zynen
gunste te doen. Begrypt u dan niet, dat de
bodem my hier onder de voeten brandt?
Hoewel niet geheel overtuigd, was zy ten
minste aan 't wankelen. Fauverlot zag zulks
en dat gaf hem nog meer moed.
Juffrouw, hernam hy, er jiestaat voor
u een zeer eenvoudig middel, om den man,
die u bemint, te dienen.
Welk middel, mynheer?
Hem te gehoorzamen, myn kind. sprak
Fauverlot op vaderlyken toon.
Nina had geheel iets anders verwacht.
Hem gehoorzamen, sprak zy, hem ge
hoorzamen.
I)at is uw plicht, hernam Fauverlot
ernstig sprekend, uw heilige plicht.
Zy aarzelde nog en. nadat liy den brief
van Prosper van de tafel genomen had, ver
volgde hy
Zie eens, mynheer Prosper geeft u in
een verschrikkelyk oogenblik, op het punt
van gevangen genomen te worden, den weg
aan dien gy volgen moet, en gy wilt u tegen
dien verstandigen maatregel verzetten? Hy
schryft: Als ge my bemint, gehoorzaam me
dan.
En gy aarzelt nog.
Ook schryft hy Myn leven hangt er van
af. Bemint gy hem dan niet? Begrypt ge niet,
dat hy er zyn reden voor heeft, u te gebie
den te vluchten, u te verbergen.
Ja, dat is zoo. antwoordde zy. Dan zal
ik van hier vertrekken, zoo spoedig mogelyk.
O, zei Fauverlot, zoo ongedwongen mo
gelyk, gy hebt den tyd.
Dat doet er niet toe. En den geheimen
agent alleen latend, liep zy vlug naar een
andere kamer, riep luid om haar kamenier,
haar keukenmeid en den kleinen knecht en
gelastte hun alle kasten en laden leeg te
maken en alles, wat haar behoorde, in de
koffers te pakken, doch vooral om zich te
spoeden.
Zy zelf gaf het voorbeeld en hielp yverig
mee, toen een plotselinge inval haar naar
Fauverlot voerde.
Dadelyk ben ik gereed zy ze, om te
vertrekken, maar waarheen zal ik gaan?
Schryft mynheer Prosper dat niet?
Naar het andere eind van Parys. Op
gemeubileerde kamers of in een hotel.
Maar ik weet er geen; waar ik heen
kan gaan.
Fauverlot scheen zich even te bedenken.
I k weet wel een hotel, zei hy eindelijk,
maar ik weet niet of u dat bevallen zal. Het
is er zoo deftig niet als hier.
Zal ik het er goed hebben?
Als ik er u aanbeveel, zult gy er be
handeld worden als een koningin en vooral
goed verborgen zyn.
Waar is het?
Aan den anderen kant der Seine, Saint-
Michelhotel, de Aartsengel, dat door me-
i vrouw Alexandre bestuurd wordt.
Nina hield er nooit van lang over iets na
te denken.
Hier hebt gy pen en inkt,zeide zij tot
den agent, schrijf uw aanbeveling.
In een oogwenk was hy klaar.
I)oor deze drie regels, mejuffrouw, kunt
u niet mevrouw Alexandre doen wat u wilt.
I Uitstekend, maar hoe moet ik nu aan
Cavaillon myn adres doen weten? Hy moet.
I het aan Prosper bezorgen.
Ily kon zelf niet komen, juffrouw, maar
ik zal hem dadelyk opzoeken en zal hem
dan zeggen, waar by u vinden kan.
Nina wilde een rytuig laten halen, maar
Fauverlot, die deze gelegenheid te baat nam
j om weg te komen, zei dat hy haast had. en
er zich wel mee zou belasten.
Hy had overigen.^ dien dag geluker ging
juist een rytuig langs, dat hy aanriep.
Er zal eene in het zwart gekleede dame
met koffers naar beneden komen, zei hy.
j na zich bekend gemaakt te hebben, tot den
koetsier, als zy u gelast, naar de Saint-Mi
chel te ryden, ga er dan vlug van door, maar
als zy een ander adres opgeeft, kom dan
eerst* van den liok af, alsof er iets aan de
teugels te veranderen is; ik ben vlak by om
alles te zien en te hooren.
Werkelyk ging hy aan den overkant van
de straat een wynhuis binnen. Hy was' ver-
moeid, door alles wat dien dag was voorge
vallen en. daar hy niet meer geregeld kon
denken, was liet noodig, dat hy eenige rust
nam.
Ily had er nauwelyks tyd voor, flinke
zweepslagen klonken door de stille straat,
Juffrouw Nina reed naar het Hotel „den
Aartsengel".
Ziezoo, dacht hy, die heb ik tenminste in
myn macht.
IV.
Op hetzelfde oogenblik,\lat Nina 'n schuil
plaats zocht in het hotel „den Aartsengel",
dat Fauverlot haar aangewezen had, werd
Prosper in een der politiebureaus gevangen
gezet. Sinds het oogenblik, waarop hy weer
meester van zyn gedachten zynde, er in ge
slaagd was. zyn gewoon uiteriyk weer aan
te nemen, had zyn kalmte hem niet verla
ten.
Te vergeefs hadden de hem omringende
personen, die knappe spionnen waren, ge
probeerd, hem op een zwak oogenblik te be
trappen of onrust op zyn aangezicht te le
zen hy was koud als marmer.
Men had hem haast ongevoelig voor zyn
vreeselyk ongeluk kunnen houden, indien
men hem niet door zyn ingehouden smart
sneller had zien ademen, en de zweetdroppels
langs zyn wangen had zien loopen, die in-
nerlyken angst verraden.
(Wordt vervolgd.)