Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen» F I S Co, »r. 1 verscb sur Week-Revue. BIGGELAAR's anasKS G. VAN HAARLEM ir. Accountant - Belasting-Adviseur Hotel P. Verwiel - Waalwijk. Onverschillig waa FEUILLETON DC*DR>E&\4\RIWfö TABAK De Rooij-Bourgonjen BAX NUMMER 98. ZATERDAG 11 DECEMBER 1926. 49e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No, 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. Binnenland. We hadden ze al vaak op de photo- pagina's gezien van de dagbladen, maar zoo'n eenvoudig toilet van zwem pakje en badmuts geeft er toch geen idee van, hoe iemand er „in civiel" wel uit zal zien. Dezer dagen echter wees men ons haar op straat aan een fiksche 17 jarige blonde bleek te zijn, op-en-top een kind nog, een leuke, onverschillige robbedoes, heelemaal geen dametje, maar zoo een, die nog met sneeuwballen kogelen zou, als we onze goede ouderwetsche winters eens terugkregen, een, die niet tegen slootje- springen opziet, als ze op haar wan deling zoo'n natte versperring ontmoet en die den slagersjongen een draai om zijn ooren zou toedienen, als hij ze „per ongeluk-expres" aanreed. Dit gezonde Hollandsche kind had het ongeluk een paar weken geleden te Brussel een wereldkampioenschap zwemmen te behalen, door n.l. het bestaande record over zekeren afstand te breken. Arme kleine 1 We kunnen ons zoo voorstellen, dat dit stevige meisje er verschrikkelijk veel plelzier in moet hebben om in het water rond te spartelen, maar dat ze een beetje krachtiger slagen maakte dan een ander en daardoor wat sneller vooruit kwam, dreigt haar toch wel noodlottig te worden. Want er zijn steeds vreeselijk veel dames en heeren in ons land, die zulke sportieve gebeurlijkheidjes meenen te moeten aangrijpen om te .huldigen". Jammer toch, dat die dames en heeren niets beters om handen hebben 1 Ze hebben nu een „comité" gevormd en dezer dagen zal de door hen ge organiseerde huldiging plaats hebben. Van alle sportorganisaties in den lande worden „afgevaardigden" uit- genoodigd en degenen, die een „rede" willen richten tot de kampioene, wor den verzocht van dat voornemen vooraf kennis te geven aan den secretaris van het comité. Meisje, meisje, wat zal jij befuifd en Jeidttot het uooken van over het paard getild worden. Wat zal jij je „groot" voelen met je 17 jaren 1 En wat 'n dame zullen ze van je maken, nu mag je niet meer zoo on" verschillig over straat sjouwen, want straks kom je ze misschien tegen, die dames en heeren van stand en ont wikkeling, die menschen met een titel of graad, die onder het uitspreken van een serieuse redevoering tot in het stof gebogen hebben uit eerbied voor je meisjes biceps. Arme kleine 1 Je gaat nog op school, hé? Scheld maar uit met studeeren, kind. Niet noodig in de tegenwoordige wereld. Biceps, peezen, spieren, d&èr komt het op aan. Wie op geestelijk of intellectueel gebied een record gebroken heeft en daaraan een heel leven van studie, hard werken en opoffering wijdde, valt nog maar slechts zelden een spon tane huldiging ten deel. Men klaagt wel eens óver, of neem een loopje mét al die verrassende tooneeljubilea die we tegenwoordig vieren, maar wie bekend is met bestaande toestanden op dat gebied, knijpt met pleiziereen oogje dicht en helpt meejubelen. Onze beste artisten, die het tooneel steeds als een roeping beschouwden en het op de eerste plaats dienden uit liefde tot de kunst, zij kunnen niet buiten die vieringen, buiten die „jubeltochten" die voor hen en haar niet anders dan gecamoufleerde bedeltochten zijn. Ze hebben ze nöödig, omdat ze op hun of haar ouden dag allen tot de con clusie moeten komen, dat zij de kunst wel dienden, maar omgekeerd, de kunst hun of haar niet gediend heeft. Denken we aan de Bouwmeesters, Mevr. de Boer, de Vries e a. Maar, verrassend zijn ze soms toch wel, die feesten. Het vorig jaar vierde een der bedoelde artisten een gouden jubileum. Bij zoo'n gelegenheid moes ten natuurlijk allerlei comité's in 't geweer komen en 't werden feesten van belang; we gunden de begaafde artiste de „gesloten enveloppen" van harte. Bladerende in een ouden jaar gang van „De Prins" kwamen we haar portret tegen in een rol, vervuld bij de viering van haar 40 jarig jubileum en toen bemerkten wij, dat er tusschen de viering van het eene feest en het andere juist 7 jaren lagen 't Schijnt dus, dat een artist vlugger leeft dan een ander mensch misschien ook waren er „Indische jaren" bij en is IEDEREN VRIJDAG van 10 uur voorm. tot en met 4"/3 uur 's nam. te consulteeren in die tellen dubbel. Maar hoe dan ook: misgunnen doet geen enkel weldenkend mensch een voordeelige jubileum-tour- née aan de overigens zoo weinig be loonde tooneelkunstenaars, zelfs niet al blijken ze den tel kwijt te zijn, of al gaat de „herdenking" nog maar over een zoo luttel aantal jaren, als b v. Annie van Ees aan het tooneel verbon den was. Haar feestje is maar een koperen, doch we bejubelen deze artiste, niet om ze te danken voor het reeds gebodene, maar om ze te smeeken de kunst en haar pubilek nog langer te dienen, en omdat ze zoo lief is en zoo'n echt moedertje. „Onze" tooneelariisten zijn een van de weinige echte nationale bezit tingen en we mogen ze daarom wel in eere houden, want lang niet alles, wat we het „onze" noemen onze industrie, onze scheepvaart, onze kunst, onze handel Is van vreemde smet ten vrij. In dat verband verwijzen we naar de jongste onthullingen in den Duit schen Rijksdag onthullingen, waarvan de juistheid achteraf is bevestigd. Toen de Duitschers volgens het Verdrag van Versailles geen vliegtui gen meer mochten vervaardigen en oorlogsmateriaal, toen hebben „we" zoo geeft o a. het „Berliner Tage blatt" toe verschillende industrieën naar het buitenland overgebracht of aldaar gesticht Zoo brachten „we" de Duitschers en met medewerking van de Duitsche regeering de Fok kerfabrieken naar Holland over Die fabrieken zijn hier steeds ge- acht „onze nationale vliegtuig-indu strie" te vormen en de directie dier fa brieken heeft meermalen weinig malsch geoordeeld over onze regeering, die „haar" eigen industrie niet meer onder steunde. Achteraf echter blijkt Fokker hier de rol vervuld te hebben van de „koekoek in het vreemde nest". Grossier WAALWIJK. De Hollandsche nationale gevoelens zijn bij den heer Fokker trouwens pas nè den oorlog levendig geworden Tij dens den oorlog had hij zijn fabrieken In Duilschland en toen hij voor den Hollandschen militairen diénst werd opgeroepen, kon hij tot zijn spijt van de Duitsche regeering.., geen paspoort krijgen. Gedwongen werden de fa brieken nè den oorlog naar hier over gebracht en zijn we met een eigen „nationale" vliegtuig-industrie verrijkt. Echter, nu de Duitsche regeering tot vriendschappelijker en openhartiger betrekkingen met de vroegere vijanden gekomen is en Fokker's diensten niet meer wenscht, heeft deze heer zijn matten hier weer opgerold en is hij het land van den dollar meteenAme- rikaansche, eigen, nationale industrie gelukkig gaan maken. De Echo van net Zuiden, Waalwijksclie en Lingslriilschr Courant, Dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Abonnementprfls per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ens. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentifin 20 cent per regel; minimum ƒ1.50. Reclames 40 cent per regeL Bfl contract flink rabat Ad ver ten tl Sn moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". OF 13) Neon nooit, en toch haddon duizende kleinigheden mij moeten verontrusten. Welke kleinigheden? Prosper, myn kassier, speelde; hij bracht golieele nachten met het baccaratspel door; ik weet dat hij belangrijke sommen verloren heeft, had slechte makkers; eens heeft, hy met een van nifln klanten, den heer De Clameran, een hevige twist bij het spel gehad, die by een vrouw begon en, met tus- schenkomst der politie eindigde. En circa een kwartier uurs bracht de bankier op die wy- ze zware aanklachten tegen Prosper uit. Toen hy eindelyk ophield zei de rechter Mynheer, ik moet bekennen, dat u zeer onvoorzichtig zijt geweest, om niet te zeggen schuldig, om uw kas aan zoo een man te vertrouwen. O, mynlieer, antwoordde do bankier. Prosper is niet altyd zoo geweest. Tot ver leden jaar was hy een model van een man van zyn leeftyd. By my aan huis verkeeren- de, werd hy btfna als een familielid be schouwd, hy bracht lederen avond by ons door en was de intieme van myn oudsten zoon Lucien. Opeens, zonder iets vooruit te laten merken, heeft hy ons niet meer bezocht, hoewel ik altyd gedacht, had. dat hy op my- ne nicht Madeleine verliefd was. Zou het niet die liefde zyn, die aan 'de bezoeken van Prosper een einde maakte? Waarom? vroeg de bankier verwon- derd. Ik had hom met, het grootste plezier Madeleines hand gegeven, en, om oprecht te zijn, ik verwachtte zelfs <lat hy die zou vra gen. Mijne nicht was een goede party voor hem, zelfs een buitengewone. Zy is mooi en heeft een half millioen francs tot bruidschat. Dus kunt u zyn gedrag niet verklaren? De bankier scheen zich te bedenken. Niet bepaald, antwoordde hy. Wel heb ik altyd verondersteld, dat Prosper door een zekeren heer Raoul de Lagors, dien hy by my heeft leeren kennen, op den slechten weg is gebracht. Zoo, wie is dat jongmenscli? Een bloedverwant, van myn vrouw, een allerliefste, geestige en goed opgevoede jon gen, die wel een. beetje los leeft, maar geld genoeg heeft om zyn uitspattingen te betalen. De rechter van instructie scheen niet meer te luisteren, hy noteerde den naam van La- gors onder een lange iyst van namen in zyn notitieboekje. En nu, zei hy, om op de zaak neer te komen, zyt u zeker, dat de diefstal door nie mand anders uit uw huis kan gepleegd zyn? Zeer zeker, mynheer. Droeg u den sleutel steeds by u? Haast altyd, en als ik hem niet by my had, lag hy in een der laden van myn schryf- tafel op myn slaapkamer. Maar dan Pardon, mynheer, viel Fauvel hem in de rede, sta my toe u te doen opmerken, dat de sleutel zoo goed als niets beteekentf voor-een brandkast als de myue. Vóór alles moet men het woord kennen, waarop de vyf knoppen moeten gezet worden. Met de ken nis van dat woord kan men, strikt genomen, zonder sleutel openen, maar zonder dat woord En dat woord, had) u het aan niemand genoemd? Aan niemand, mynlieer. Ik zou zelfs soms verlegen geweest zyn te zeggen, met welk woord de brandkast gesloten was. Pros per veranderde het naar willekeur, hy waar schuwde my dan, maar dikwyls vergat ik het. En had u het op den dag van dert dief stal ook vergeten? Neen, het woord was den vorlgen dag juist veranderd, en de vreemdheid er van had my getroffen. Wat is het? Gipsy, G. I. P. S. Y., zei de bankier, het woord spellende. De rechter schreef dat woord in zyn* boekje op. Nog een vraag, mynlieer, zei hy. Was u den avond van den diefstal te huis? Neen, mynheer, ik dineerde by een mfl- ner vrienden en bleef er 's avonds. Toen ik tegen één uur thuis kwam, was myn vrouw reeds te bed en begaf ik my ook dadelyk ter rust. En wist u niet, welk bedrag er in de brandkast lag? Neen, ik veronderstelde, dat er volgens myn orders maar een onbeduidende som in was, ik verklaarde dit aan den commissaris van politie en die gaf my geiyk. Juist, het proces-verbaal vermeldt dit. De rechter van instructie zweeg. Ily ver klaarde zich het feit op de volgende wyze: De bankier vist niet, dat er 3550.000 francs in kas waren en Prosper was zyn plicht niet nagekomen, door die 's avonds te voren reeds te laten halen, dus de gevolgtrekking was gemakkeiyk te maken. Toen de bankier merkte dat. men hem niet meer ondervroeg, meende hy eindeiyk alles te kunnen zeggen, wat hem op het. hart lag. Ik acht my' zelf boven alle verdenking verheven, begon hy, maar toch zal ik niet met een gerust geweten slapen, voor dat de schuld van myn kassier volkomen bewezen is. Hy, die aan het hoofd der zaak staat, wordt gewooniyk het eerst belasterd. Ik kan dus belasterd worden, 350.000 francs is een aanzienlyk fortuin, groot, genoeg, om den ryksten man te verleiden. Ik zal u dankbaar zyn als u den stand van myn huis wilt laten onderzoeken; dit onderzoek zal bewyzen, dat ikj er hoegenaamd geen doel by had, my zelve te bestelen. De voorspoed van myn zaken Het is voldoende, mynlieer. En het was werkelyk voldoende. De rech ter was nu genoegzaam ingelicht, om te we ten, waaraan hy zich te houden had. Iiy verzocht den heer Fauvel het verslag van zyn verhoor te onderteekenen en be geleidde hem tot aan de deur van de kamer, iets wat liy zeldzaam deed. Toen de bankier vertrokken was, veroor loofde de griffier zich de opmerking: Dat is een zeer duistere zaak. Als de kassier moe- (li)? en slim is, geloof ik, dat hy niet gemak keiyk tot een bekentenis zal gebracht wor den. Misschien wel, antwoordde de rechter, maar laat ons de andere getuige ondervra gen. No. 4 was niemand anders dan Lucien, de oudste zoon van den heer Fauvel. Dat jongmensch, een mooie groote jongen van twee en twintig jaar, antwoordde dat hy veel van Prosper hield, dat hy zeer intiem met hem was geweest en hem altyd voor oen rechtschapen man gehouden had, die niet in staat was om ook maar de kleinste misdaad te plegen. Hij verzekerde dat hij zich nu nog niet kon verklaren, welke treurige omstan digheden Prosper tot het doen van een dief stal konden verleid hebben. Wel wist hy, dat Prosper speelde, maar niet in die mate, j als men van hem vertelde. Iiy had nooit ge zien, dat hy meer uitgaf dan hy bezat. Toen men hem naar de verhouding van Prosper tot Madeleine vroeg, antwoordde hy Ik heb altyd gedacht, dat Prosper Ma deleine beminde en tot gisteren was ik over tuigd. dat hy haar eens trouwen zou, om dat ik wist, dat myn vader zich niet tegen dat huweiyk zou verzetten. Ik heb de ver- wydering van Prosper aan een kleinen twist met Madeleine toegeschreven, maar ik was zeker, dat deze met een verzoening zou ein digen. Deze inlichtingen verklaarden het verleden van den kassier nog beter, dan die van den heer Fauvel, maar gaven toch geen enkele aanwyzing waarvan men party kon trekken. Lucien teekende en verwyderde zich. Nu was de beurt aan den jongen Cavail- lon. De arme jongen verkeerde op dat oogen- blik in een treurigen toestand. Den vorigen dag had hy onder het zegel der grootste geheimhouding aan een van zy* ne vrienden, een der procuratiehouders, zyn ontmoeting met den geheimen agent toever trouwd en deze had hem zoo met zyn laf hartigheid geplaagd, dat hy zich nu lievige verwyten deed en den geheelen nacht niet geslapen had van droefheid Prosper te heb ben verraden. Hy trachtte zooveel mogeiyk, te herstel len, wat hy misdaan had, hy beschuldigde wel niet direct den heer Fauvel, maar ver klaarde dat hy de vriend van den kassier p" pahjs noopt. <J« qroote omzet en verkoop waarborg/ u dat 5TEPTABAK var» do fobrteh fr> Ltwa handen Komt Oit is een der vel# ./oordeeler» ver bonden aan "trooken van "OOmOBA ®!SS JT(B '«tOCOOUi liSÜElJtD m, was. aan wien hy veel verplichting ha<l en dat hy evenzeer van diens onschuld over tuigd was als van dc zyne. Deze uit ware vriendschap voortkomende verklaringen, verloren echter veel in waar de, daar hy ze met geen enkel bewfls kon staven. Na Cavaillon werden nog eenige bedienden ondervraagd, maar hun getuigenis was by na van geen beteekenis. Een hunner echter noemde een feit, dat de rechter van instructie dadeiyk opteeken- de. IIy beweerde te weten, dat, Prosper door tussehenkomst van den heer Raoul Lagors, aan de beurs gespeculeerd en belangryke sommen gewonnen had. Het sloegi vyf uur, toen alle getuigen, wel ke dien dag verhoord zouden worden, voor geweest waren. Maar de taak van den rech ter was nog niet geëindigd. Iiy schelde om den deurwaarder, die dadeiyk verscheen en gelastte hem, dadelijk dep geheimen agent Fauverlot by hem te zenden; het duurde echter lang eey deze verscheen. Daar hy in de gang een zjjner collega's ontmoet had, meende lty dezen een kleine vergoeding ver schuldigd te zyn, en de deurwaarder had hem uit een kleine herberg op den hoek der straat moeten halen. Hoe komt. het, dat. gy zoo lang op u laat wachten? vroeg de rechter streng. Fauverlot, die by zy» binnenkomen byna tot den grond gebogen had, maakte nu zoo mogeiyk nog een diepere buiging. Niettegenstaande de glimlach op zyn ge laat, was hy zeer ongerust. Om geheel alleen achter de zaak Prosper te komen, moest hy een dubbel spel spelen, dat wel ontdekt kon worden. Hy waagde veel en liep zelfs gevaar zyn betrekking te verliezen. iIk heb veel te doen, antwoordde hy, als verontschuldiging, en ik heb myn tyd niet laten verloren gaan. (Werdt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 1