Ut tCHQ Kill Htl ZUIOtN Visitekaartjes Waalwijhsciie SloomMenj Voor Huis en Hoi. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. De reis der nK XIII Kapitein Nemo overtroffen. Toen de „K XIII" in dienst der wetenschap van het Nieuwe Diep ver trok voor de grootste ongeconvoyeerde reis, die ooit een duikboot onder- narn, hebben wij een en ander verteld van het belang van deze reis. Nu is het schip precies op den dag, die het reisprogram vermeldde, 12 Dec- cember, in Soerabaja aangekomen. Wat de wetenschappelijke resultaten zijn van de slingerproeven, die dr. Vening Meinesz aan boord heeft gedaan, zal men uiteraard in bijzon derheden eerst vernemen, als het ma teriaal is uitgewerkt. We mochten inmiddels in 'n correspondentie van een der reisgenooten den lezer reeds een en ander verteilen, waaruit bleek, dat er alie reden is om te hopen, dat het wetenschappelijk doel der reis geheel en al is bereikt. Er mag evenwel ook wel eens eenige aandacht worden gegeven aan het feit, dat het een Nederlandsche bemanning op een Nederlandsche duik boot was, die voor de internationale wetenschap deze mogelijkheid schiep. Wat het zeggen wil, de langste ongeconvoyeerde reis op een duikboot, daarvan maakt men zich zelf zeei moeilijk een voorstelling, ais men niet zelf heeft gezien met welk een minimum aan comfort officieren en bemanning van een dergelijke boot het moeten stellen/ welk een zware belastingsproef op het goede humeur een dergelijke reis voor de reizigers beteekent. In de dagen toen de reis naarlndië per zeilzchip om de Kaap moest wor den gemaakt, beweerde men, dat wie vriendschap op de proef wilde stellen, die reis eens met een vriend moest maken. Als de goede verstandhouding dat overleefde, dan kónden Orestes en Pylades, David en Jonathan daaraan een voorbeeld nemen. De ruimte evenwel waarover men op een zeilschip beschikte, de gelegen heid tot ontspanning der spieren, de tijdsduur van de zeilschipreis om de Kaap, zij allen laten een wijd onder scheid met de reis der „K XIII", waar men maar af heel zelden als de zee heel kalm was en niet over het boven lichaam sloeg gelegenheid had zich eens even te vertreden, waar slechis voor enkelen bij toerbeurt plaats was In den toren, die nog eenig uitzicht Dp de golven bood. Van iets, dat naar „gemak" ook maar zweemt, is geen sprake bij een dergelijke boot. Dat moge minder storen bij een kort ver blijf. maar bij een reis van meer dan 20.000 mijlen, nog verlengd door de voor het wetenschappelijk onderzoek noodige onderduikingen, wordt dat een factor, die aan de zelftucht der opvarenden en aan het vermogen van den commandant de tucht te hand haven, geweldig zware eischen stelt. Reist een duikboot in convooi, dan is er contact met de schepelingen van het begeleidende vaartuig. Ook op reis. Hier ontbrak alles van dien aard. Het ranke bootje vol machines, waar de weg van de torpedoruimte naar de machinekamer loopt doot de nauwe verblijven van bemanning en officieren de commandant heeft een gordijntje dat zijn brits, op welks voeteneinde hij zit als hij zijn jour- nalen moet bijhouden, van het olfi- cierenverbüjf „afscheidt" is al wat tot hun beschikking staat, met een minimum aan bagage daarvoor is geen ruimte zoodat ook aan middelen den tijd, die het werk niet vraagt, aangenaam te passeeren, slechts heel weinig ter beschikking staat. De reis is afgeloopen. De „K. XIII" is te Soerabaja te reede gekomen. De Nederlandsche marine heeft op nieuw bewezen, dat men haar een moeilijke taak mag toevertrouwen. Een werk des vredes is voltooid op een wijze, dat aan het „record" van de Nederlandsche marine een nieuwe verdienste is toegevoegd. Dat is een gelukwensch waard voor de marine, maar vooral voor den commandant (den luitenant ter zee le kl. C. Q. L. v. d. Kun) den état majoor en de bemanning van de „K. XIII", die van een behouden reis in 't over- zeesche deel van het vaderland thuis kwam varen, schrijft het Algem. Han delsblad. Na goedkeuring van de Water staatsbegrooting is door de Tweede Kamer de behandeling van de Onder- wijsbegrooting voorlgezet.Ds. Lingbeek diende een motie in om de L. O wet zoodanig te wijzigen dat de salarissen voor kloosterlingen-onderwijzers in overeenstemming worden gebracht met hetgeen de kloosterorden voor het onderhoud voor die onderwijskrachten werkelijk betalen. De Federatie van Werkgevers organisatiën in het Boekdrukkersbe- drijf hield haar najaarsvergadering in het Jaarbeursgebouw te Uirecht. De voorzitter van de Federatie, de heer S. S. Korthuis, wees in zijn openingswoord op de vele moeilijkhe- j den, waarmede hei bedrijf nog heeft te kampen, als de te groote capaciteit van vele drukkerijen, de loonzetterijen, j de ontwikkeling van kantoormachines en huisdrukkerijen, de minder goede arbeidsvoorwaarden bij vele ongeor ganiseerde drukkerijen, enz. Spr. meent, dat het noodlg zal zijn, dat de.Federa tie deze moeilijkheden in het komende jaar erns ig onder het oog ziet, om te trachten, waar mogelijk, verbetering aan te brengen. Tot leden van den Centralen Raad voor Vakbelangen werden benoemd de heeren S S Korthuis en F. H. H. Herold en de heeren J F. Duwaeren B. C. E. Zwart als plaatsvervangende leden. Het veilingsbesluit, door het alge meen hoofdbestuur genomen, werd na eenige discussie bekrachtigd. Goedgekeurd werd de begrooting voor het jaar 1927. Het algemeen hoofdbestuur werd machtiging gege ven om een nieuwe overeenkomst aan te gaan met den Nederlandschen Bond van Steendrukkerijen. Nadat de vergadering was gesloten, hield de heer L. Levisson uit Den Haag een rede over „De Toekomst van boekdrukkersbedrijf in verband met de ontwikkeling van verschillende nieuwe procedé's* Spr. meende, dat er voor de boekdrukkers geen reden is om over de ontwikkeling van offset en diepdruk pessimistisch te zijn, daar naar speker's meening voor den boek druk steeds zeer groote hoeveelheden werk zullen overblijven. De rijksmiddelen hebben in No vember f 44,179,245 opgebracht, zijnde f435,400 meer dan verleden jaar. Suc cessierechten leverden ruim f 2 millioen meer op, vermogensbelasting bijna evenveel minder Sedert 1 |anuari heeft de schatkist uit de gewone middelen f 25.4 millioen meer ontvangen dan een jaar geleden- Op 55 jarigen leeftijd is gisteren te 's-Gravenhage overleden mr. H. C Dresselhuys, voorzitter van den Vrij heidsbond en leider van de factie van dien bond in de Tweede Kamer. DE CULTUUR VAN CHRYSANTHEMUMS. Wie dus niet in het bezit is van flin ke gezonde stekken, koope er zooveel als noodig is, dan is het begin, het fun dament waarop voortgebouwd moet worden, goed. Zoo'n stek moet eerst klaar gemaakt worden, d.w.z. men neemt er de twee onderste blaadjes af, en snijdt dan de stek onder het laagstgeplaatste blaadje met een scherp mes af. Aldus klaar ge maakt zetten wij het stekje in een pot van vijf of zes e.M. middellijn, na dit gevuld te hebhen met aarde, die be staat uit gezifte, goed verteerde blad- grond en zand, terwijl de "bodem be dekt wordt door een potscherfje. Denk er om het stekje in 't midden van 't potje te zetten en het Hink aan te drukken, waarna het een plaats krijgt onder een stolp of in een kistje door een losse ruit afgesloten, geplaatst in een vorstvrije, onverwarmde kamer, dicht hij het venster. Het stekken van Chrysanten is aller minst een kunst en ligt zonder moeite onder ieders bereik. Vergeet niet een etiquet hij het stekje te zetten, waai op de naam en de datum van 't stekken genoteerd is. Wanneer het stekje geworden is lot een jong plantje, dan vertelt 'l dat zelf in de eerste plaats; de blaadjes nemen een anderen stand aan, het hartje schiet door, nieuwe blaadjes komen le voorschijn en in het potje krioelt het al van zilverwitte worteltjes die als slangetjes door den grond kruipen. Zoodra de plantjes gaan groeien wordt hel glas van het geimproviseerd kastje weggenomen. Nu wil het wel gebeuren dat de eerste dagen er een of meer exemplaren gaan slap hangen, iels waarover wij ons niet in 't minst onge rust behoeven te maken, immers des avonds staat dat plantje zoo recht als een kaars en van slap hangende blaad jes is geen sprake meer. Het is niet goed, om, gedurende de donkere dagen van het jaar, den groei aan te moedigen, hoe kalmer hoe beter, en eerst half Februari geven wij een grooter pot, een van tien of twaalf cen timeter doorsnede is groot genoeg. - Maar voor dat verplanten is grond noo dig en deze mag van wat steviger aard zijn. Men neemt nu drie deelen verteer de graszodengrond of goede tuingrond, een deel bladgrond en wat korte paar- denmest op den koop toe. De pot wordt bijzonder goed gedraineerd, door drie scherven op den bodem te leggen en die welke over het gaatje ligt, moet met de bolle zijde naar boven gelegd worden. We zetten ze nu in een bak, die gevuld is met vochtig turf strooisel, natuurlijk zoo kort mogelijk hij het venster, ter wijl elke drie dagen de potten een hal ven slag gedraaid worden om het scheef groeien te voorkomen. Er wordt geregeld eiken dag gelucht en bij mooie voorjaarsdagen zetten we de bak met Chrysanten buiten, om ze natuurlijk 's avonds weer binnen te zetten. Wenschen wij een breede plant met een dozijn of meer scheuten dan moet er nu en dan genepen worden. Na half Juni mag dit nijpen niet meer gebeuren. Nu komt de goede tijd voor deze Oos- tersche kinderen aan; zoodra het weer het in April toelaat, zetten wij onze Chrysanten buiten, echter doen wij dat zoo, dat men ze voor den nacht kan dekken tegen een muur of schutting met het gezicht naar het Zuiden. Het zal blijken dat ze nu meer water noodig hebben en wij gieten ze steeds met water, dat de temperatuur heeft van de omgeving der planten. Regen water is het beste. In het laatst van April, begin Mei volgt weder een verpolting; nu krijgen zij een pot van 618 c.M. wijdte. De te gebruiken grond voor deze ope ratie is alweer wat zwaarder; wij ne men nu vier deelen graszoden- of tuin grond, een deel grove bladaarde, een deel oude, korte paardenmest en op den koop toe wat beendermeel, zand en roet. Vergeet niet om stevig op te pot ten en met de aarde zooveel beneden den rand te blijven, dat er ook voor het geven van water, ruimte overblijft. Een paar weken na deze verplanting, die zoo noodig nog dóór een kan ge volgd worden, wordt het tijd een stok bij de planten te zetten, om de scheuten aan te hinden, die .anders bij eenigen wind, er al te gemakkelijk afgerukt worden. Naarmate de planten grooter worden hebhen zij meer ruimte noodig en men is daar toch niet zuinig mede. Licht en lucht moeten van alle zijden kunnen toetreden, willen we mooie planten hebben. Nu en dan geve men den planten met water verdunde koemest, een ander maal sterk verdunde beer. Vooral moet er regelmatig gegierd worden, wanneer zich de knoppen laten zien. In den regel krijgt de plant veel meer bloemknoppen dan wenschelijk is, en is het bekend, dat om groote bloemen te krijgen elke scheut maar een knop mag hebben. T We laten de middenste doorgroeien en knijpen de zijdelingsche met tus- schenpoozen van enkele dagen, weg. Op oorwormen en slakken wordt ijve rig jacht gemaakt en dit doet men met het meeste succes 's avonds, wanneer die hoosdoeners hun schuilplaatsen verlaten. Zoodra de bloemknoppen kleur beginnen te vertoonen, moet men ze binnen zetten en mag er niet meer gegierd worden. i MENCxELWERK. HANNIBAL'S TOCHT OVER DE RHÖNE. in de grootste verscheiden heid van qualiteit, model en prijs. door de belastingbetalers moet geofferd worden Wilt U daarmede zeggen.dat zij die zich tot deze hoogte voor gelijk- heid kunnen opwerken, noodwendig geen belastingbetaler moeten zijn? Of erkent U niet. dat het rechtvaardig is, dat het onderwijs zoowel voor de kinderen der bijzondere als der open bare school door den belastingbetaler geofferd wordt? Ja mijnheer de tijdis voorbij, dat de christen ouders hun eigen scholen betaalden en belasting offerden voor de openbare school. Verder zegt hij, dat ik niet moet zeggen wat hij zou denken Neen gedachten- lezer ben ik niet. U vroeg maar of ik in contact stond met schoolbestuur of gemeenteraad of met beiden? En dat hierom omdat U nergens had gelezen over die f 900.— En toen gingU maar fantaseerend, vragend, schijnbaar wat stellen, als ik het niet weet, dan zal het ook een ander wel niet weten, of hij moet worden ingelicht door de belanghebbende besturen. Ingelicht want in contact staan met, wil niet zeggen deel uitmaken voor een instel ling. Waarom zouden de nu genoemde besturen mij inlichten Weet U het? ik niet. Hier is iets voor het, of weet U iets? Mijnheer ik zal U even uit den droom helpen, dan behoeft U dadelijk niet aan het fanta- seeren te gaan. Toen in de raadsvergadering van begin October dit punt, namelijk vast stelling der 3 jaarlijksche rekening is behandeld, is door den Secretaris voor gelezen wat in deze 3 jaren door de school in Sprang is ontvangen en wat gebruikt en wel zoo duidelijk, dat be langstellende toeschouwers" op de publieke tribune het ook konden hoo- ren. Combineer en fantaseer nu maar raak. Met alle respect voor de keurige verslagen van „de Echo" kunt U daarop toch Uw conclusie niet boüwen. Als het er zoo toe gaat, als in genoemde raadsvergadering kan een verslaggever niet alles letterlijk opnemen, is ook niet noodig, hij heeft opgenomen dat ge noemde rekening is vastgesteld en dat B en W. f 140.— hebben geschrapt. Of nu f 140veel is of weinig weet ik niet, onderzoek ik rok niet, want „daar behoeft belastingbetaler niet om te offeren". Daarom behoeven we op de snoepreisjes niet door te gaan. Ik hoop „belastingbetaler" dat U niet zoo haastig meer zult zijn met schrijven en na lezing hiervoor, tot de rust (namelijk gerustheid omtrent te veel betalen) zult weder keeren. Mijnheer de Redacteur nogmaals hartelijk dank. Een belangstellend toeschouwer. Bestellingen worden aan genomen Sprang; J. GENUïT. Vrijh CapelleA. THIELEN. GOUDA. Capelle; A. SCHULLER. Waspik: A v. VELTHOVEN. DussenA. v. d. SCHEER. VlijmenM. HERMAN. Kaatsheuvel A. v. D. WEE COOLS. Oisterwljk; P. JANSEN, Boekhandel. INGEZONDEN STUKKEN Mijnheer de Redacteur Verzoeke beleefd nog eenige plaats ruimte in Uw geëerd blad, als antwoord aan „Belastingbetaler" op zijn schrijven van 15 dezer. „Belastingbetaler" begint met, niet boos worden, niet schelden, geen onwaarheden, eerlijk blijven enz. Blijf maar gerust, al deze gevoelens zijn verre van mij, alhoewel de wijze, waarop U fantaseert en combineert hiertoe zou kunnen leiden U hebt niet geschreven, dat „toeschouwer" geen belastingbetaler is, maar alleen ge vraagd of hij het niet is? En dat is volgens U zeer duidelijk, omdat het geld voor de Chr. School Mijnheer de Redacteur. Vergun mij s.v.p. een klein plaatsje in uw veelgelezen blad! Bijvoorbaat mijn dank Waspiks Belang Mijnheer de Voorzitter van de orga nisatie Waspik's Belang mag ik u eene vraag stellen Wanneer zal men ooit iets te Waspik oprichten, waar de rechtvaardigheid boven al uitkomt? Waarom buigt het bestuur, dat uit 9 leden bestaat voor één bestuurslid die het eigenbelang zóó voorzet zelf alles te willen leveren en toen dat niet ging toch het dubbele (dus tweemaal zooveel) te moeten leveren als de andere leden-winkeliers. Kunnen dan 8 bestuursleden niet ageeren tegen één die onrechtvaardig Waspik's Belang in de goot wil slin geren Begrijpt ge dan niet, dat de andere winkeliers leden zullen bedanken nog verderen steun te verleenen, als zij ten onrechte achter gesteld worden voor 'n stuk of drie bevoorrechten. Zoude het niet beter geweest zijn allen voor circa 7 gulden te laten leveren en niet 3 van die bevoorrechten voor 15 gulden. Waarom werden deze menschen vóór anderen gesteld, wijl toch de naam Waspiks Belang genoeg zegt, dat dit geen eigen belang mag wezen! Of hebben deze drie menschen zoo veel meer cadeaux gegeven aan de St Nicolaas com. dan anderen Ook dan nog mocht zoo iets niet voorkomen daar dat doel zeer goed bedoeld en mooi was Graag uw ar.lwoord tege moet ziende. Achtend een lid. X. CORRESPONDENTIE. Onbekende inzender vermoedelijk uit Geertruidenberg. Uw bericht omtrent de papierfabriek „Maasmond" kan niet worden opgenomen, wijl de naam van den inzender ons onbekend is. Inzender Waspik Zooals U reeds medegedeeld is kan uw ingezondenstuk zoo niet worden opgenomen. Dergelijke persoonlijke beschuldigingen uit men niet anoniem, zonder bewijs. Overigens doen die ambtenaren in hun functie hun plich»? zoo ja. dan mogen zij over hun vrijen lijd toch zeker be schikken naar hun wensch. RED. No. 100. Zaterdag 18 Dec. 1926. 49e Jrg. Een der beroemdste helden der oudheid1 is ongetwijfeld de Karthaagsche veldheer Han nibal. Karthago, eene stichting van Dido, eene Syrische koningsdochter, was een stad op de Noordkust van Afrika. Door handel op alle deelen der toen bekende wereld, had deze stad zich allengs uitgebreid, en ze was zoodanig in macht toegenomen, dat de Ro meinen, en niet ten onrechte, de vrees be gonnen te koesteren, dat zij we.dra eene op permachtige heerschappij in de Middelland- sche zee zou uitoefenen. Dat nu konden de Romeinen niet verdragen en lang voor de bekende Cato de Oudere telkenmale elke re devoering, die hij in den Senaat hield, be sloot met te zeggen„Ceterum censeo, Car- thaginem, esse delendam", dat is: „Verder houd ik het voor, dat Carthago moet verdelgd worden". - bestond deze meening reeds by een groot deel der bewoners van de Repu bliek van het Apennünsche schiereiland. In drie oorlogen, Punische oorlogen geheeten, werd dit, doel dan ook volkomen bereikt, en de stad met een bevolking de koloniën er niet btjgerekend van zevenmaal honderd duizend inwoners werd' een verwoeste bouw val, die naderhand opgebouwd, als Nieuw- Karthago, op het Oud-Karthago zoo goed als niemendal geleek. Intusscben was de tweede Punische oorlog byna oorzaak geweest dat Rome vernietigd werd en dezer gunstigcii uitslag hunner wa penen hadden de Karthagers alleen te dan ken aan Hannibal, den zoon van Hamilcar Barcas, den volksman by uitnemendheid. Het tooneel, waarop Hannibal zich aan- vankelyk bewoog, was Spanje, dat door Ha milcar Barcas en diens schoonzoon Hasdru- bal voor een groot deel aan Karthago onder worpen werd Na Hasdrubal's dood werd Hannibal tot opperbevelhebber in Spanje ge kozen en terstond begon deze met het Kart haagsche gezag tot de Ebro uit te breiden. In weerwil van een verdrag, met de Romei nen gesloten, veroverde Hannibal de stad Saguntum. De Romeinen, hierover gebelgd, eiscliten by den Karthaagschen senaat de uitlevering van Hannibal. Dit werd gewei gerd en toen begon de tweede Punische oor log, waarin Hannibal zulk eene gewichtige en roemryke rol zou spelen. Hannibal nam het besluit den oorlog ge heel op vgandeiyken, dus Romeinsclien, bo dem over te brengen. Doch dit te besluiten was nog lang niet het gedaan te krygen. Om dat doel te bereiken moest men toch de Pyre- neën over en 1-rtJ Zuid-Gallii in zijne breedte doortrekken, de Rhone overgaan, om dan ten slotte voor de Alpen misschien te moe ten biyven staan. Maar Hannibal was er de man niet naar zich door hinderpalen van allerlei aard te laten weerhouden. Met een leger van 70.000 man voetvolk en 11.000 rui ters trok hy Je Pyreneeën over "li kwam al- zoo in Gallic, waar hy ten koste van byna alles, elke ontmoeting met de Romeinen on der Publis Cornells Scipio wist te vermy- den. Ten laatslt kwam hy aan de rivier de Rhone, die hy met zyn talryk leger moest overtrekken. Dit was verre van een gemak kei yk werk. De vyand toch was hem steeds in den weg en daar hy vele olifanten l>y zyn leger had, waardoor de overtocht niet wei nig bemoeiiykt werd, scheen diezelfde over tocht eene meer dan gewaagde roekeloosheid. Toch volhardde Hannibal by zyn plan. Hy liet de Galliërs groote houtvlotten maken en op deze stak liet gelieele leger met de sterk gewapende olifanten over. Eenmaal de Rhone 'over, kwam het moei- ïykste van den. geheelen tocht nog aan toen men de Alpen genaderd was. Maar Hanni bal beval voorwaarts te gaan en niettegen staande het leger ontzettende verliezen leed, kwam Hannibal langs deze z.ydc in Italië aan. Door eene reeks gevechten, waarin hy steeds overwinnaar was, gelukte het hem Rome te doen sidderen. Maar Rome zou Rome biyven; Hannibal werd, na tot Bene den Italië te zijn) doorgedrongen, en na me nige bloedige overwinning behaald te heb ben, genoodzaakt naar Karthago terug te keeren, waar hy den vrede met Rome aan beval als het beste, wat er in deze omstan digheden te doen was. En wat was zyn loon? Als hy zyn vaderland niet ontvlucht was, zou men hem in 192 vóór Christus aan zyne doodsvyanden, de Romeinen, uitgeleverd heb ben. Hy kwam evenwel nergens gelukkig terecht. De Romeinen vervolgden hem over al en brachten er hem eindeiyk toe, dat hy in 't jaar 183 vóór Christus door vergif een einde aan zyn leven maakte. EEN BELASTING OP DE BAARDEN. Een Italiaanscli dagblad, begaan met de financieele moeilykheden waartegen de re geering van dat land heeft te kampen, heeft een voorstel gedaan, dat, hoe origineel ook, toch niet zonder antecedent is. Het wil een belasting op de baarden zien ingevoerd, die langen ttJd geleden en onder verschillenden vorm in Rusland is geheven. Peter de Groo te toch, wetende hoe zyn onderdanen ten al len tyde gesteld waren geweest op de harige versierselen van hun gelaat, belastte dit in zyn oog nutteloos weeldeartikel, toen hy een opbrengst wenschto te scheppen, die een breeden grondslag had. De belasting was progressief, terwijl de progressie niet werd bepaald door de lengte van den baard, maar door de maatschappe lijke positie die de drager innam. Ieder die de belasting betaalde kreeg een penning, dien hy, evenals l>y ons de honden, altyd moest dragenwant de politie, daartoe met een schaar gewapend, sneed opa verbid del yk den baard af van ieder, die zyn penning niet kon vertoonen. Catharina 1 bestendigde deze belasting en Peter II stond wel de boeren in 1728 het kos teloos dragen tan een baard toe, maar voor de overige klnssen der maatsehappy hield hy die in stand, daarby met strenge straffen lien bedreigende, die beproefden haar te ont duiken. Erger nog ging het onder Anna; de man nen met een baard moesten niet alleen voor het dragen van dit sieraad byzondere be lasting betalen, maar alle andere belastingen werden voor hen verdubbeld. Eerst onder Catharina II werd deze belastinir afgeschaft. De belast ingpennlngen vermeldden de woerden Diengi uziaty (ontvangen geld) daaronder een neus, een knevel, mond en baard en links het Keizeriyke wapen. Op een penning die van 170.r> dagteekent, staat een opschrift in Slavische karakters, waar van wy de beteekenis niet kennen; daar bo ven weder de Keizeriyke arend. Beide op schriften zyn omgeven door een krans van laurierbladen. (Buiten verantwoordeiykheid der Redactie).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1926 | | pagina 5