Ut tCHQ Kill Htl ZUIOtN
Visitekaartjes
Waalwijhsciie SloomMenj
Voor Huis en Hoi.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
De reis der nK XIII
Kapitein Nemo overtroffen.
Toen de „K XIII" in dienst der
wetenschap van het Nieuwe Diep ver
trok voor de grootste ongeconvoyeerde
reis, die ooit een duikboot onder-
narn, hebben wij een en ander verteld
van het belang van deze reis.
Nu is het schip precies op den dag,
die het reisprogram vermeldde, 12 Dec-
cember, in Soerabaja aangekomen.
Wat de wetenschappelijke resultaten
zijn van de slingerproeven, die dr.
Vening Meinesz aan boord heeft
gedaan, zal men uiteraard in bijzon
derheden eerst vernemen, als het ma
teriaal is uitgewerkt. We mochten
inmiddels in 'n correspondentie van een
der reisgenooten den lezer reeds een
en ander verteilen, waaruit bleek, dat
er alie reden is om te hopen, dat het
wetenschappelijk doel der reis geheel
en al is bereikt.
Er mag evenwel ook wel eens
eenige aandacht worden gegeven aan
het feit, dat het een Nederlandsche
bemanning op een Nederlandsche duik
boot was, die voor de internationale
wetenschap deze mogelijkheid schiep.
Wat het zeggen wil, de langste
ongeconvoyeerde reis op een duikboot,
daarvan maakt men zich zelf zeei
moeilijk een voorstelling, ais men
niet zelf heeft gezien met welk een
minimum aan comfort officieren en
bemanning van een dergelijke boot
het moeten stellen/ welk een zware
belastingsproef op het goede humeur
een dergelijke reis voor de reizigers
beteekent.
In de dagen toen de reis naarlndië
per zeilzchip om de Kaap moest wor
den gemaakt, beweerde men, dat wie
vriendschap op de proef wilde stellen,
die reis eens met een vriend moest
maken. Als de goede verstandhouding
dat overleefde, dan kónden Orestes
en Pylades, David en Jonathan
daaraan een voorbeeld nemen.
De ruimte evenwel waarover men
op een zeilschip beschikte, de gelegen
heid tot ontspanning der spieren, de
tijdsduur van de zeilschipreis om de
Kaap, zij allen laten een wijd onder
scheid met de reis der „K XIII", waar
men maar af heel zelden als de zee
heel kalm was en niet over het boven
lichaam sloeg gelegenheid had zich
eens even te vertreden, waar slechis
voor enkelen bij toerbeurt plaats was
In den toren, die nog eenig uitzicht
Dp de golven bood. Van iets, dat naar
„gemak" ook maar zweemt, is geen
sprake bij een dergelijke boot. Dat
moge minder storen bij een kort ver
blijf. maar bij een reis van meer dan
20.000 mijlen, nog verlengd door de
voor het wetenschappelijk onderzoek
noodige onderduikingen, wordt dat
een factor, die aan de zelftucht der
opvarenden en aan het vermogen van
den commandant de tucht te hand
haven, geweldig zware eischen stelt.
Reist een duikboot in convooi, dan
is er contact met de schepelingen van
het begeleidende vaartuig. Ook op
reis. Hier ontbrak alles van dien
aard. Het ranke bootje vol machines,
waar de weg van de torpedoruimte
naar de machinekamer loopt doot de
nauwe verblijven van bemanning en
officieren de commandant heeft
een gordijntje dat zijn brits, op welks
voeteneinde hij zit als hij zijn jour-
nalen moet bijhouden, van het olfi-
cierenverbüjf „afscheidt" is al wat
tot hun beschikking staat, met een
minimum aan bagage daarvoor is
geen ruimte zoodat ook aan
middelen den tijd, die het werk niet
vraagt, aangenaam te passeeren,
slechts heel weinig ter beschikking
staat.
De reis is afgeloopen. De „K. XIII"
is te Soerabaja te reede gekomen.
De Nederlandsche marine heeft op
nieuw bewezen, dat men haar een
moeilijke taak mag toevertrouwen.
Een werk des vredes is voltooid op
een wijze, dat aan het „record" van
de Nederlandsche marine een nieuwe
verdienste is toegevoegd.
Dat is een gelukwensch waard voor
de marine, maar vooral voor den
commandant (den luitenant ter zee le
kl. C. Q. L. v. d. Kun) den état majoor
en de bemanning van de „K. XIII",
die van een behouden reis in 't over-
zeesche deel van het vaderland thuis
kwam varen, schrijft het Algem. Han
delsblad.
Na goedkeuring van de Water
staatsbegrooting is door de Tweede
Kamer de behandeling van de Onder-
wijsbegrooting voorlgezet.Ds. Lingbeek
diende een motie in om de L. O wet
zoodanig te wijzigen dat de salarissen
voor kloosterlingen-onderwijzers in
overeenstemming worden gebracht met
hetgeen de kloosterorden voor het
onderhoud voor die onderwijskrachten
werkelijk betalen.
De Federatie van Werkgevers
organisatiën in het Boekdrukkersbe-
drijf hield haar najaarsvergadering in
het Jaarbeursgebouw te Uirecht.
De voorzitter van de Federatie, de
heer S. S. Korthuis, wees in zijn
openingswoord op de vele moeilijkhe- j
den, waarmede hei bedrijf nog heeft
te kampen, als de te groote capaciteit
van vele drukkerijen, de loonzetterijen, j
de ontwikkeling van kantoormachines
en huisdrukkerijen, de minder goede
arbeidsvoorwaarden bij vele ongeor
ganiseerde drukkerijen, enz. Spr. meent,
dat het noodlg zal zijn, dat de.Federa
tie deze moeilijkheden in het komende
jaar erns ig onder het oog ziet, om te
trachten, waar mogelijk, verbetering
aan te brengen.
Tot leden van den Centralen Raad
voor Vakbelangen werden benoemd
de heeren S S Korthuis en F. H. H.
Herold en de heeren J F. Duwaeren
B. C. E. Zwart als plaatsvervangende
leden.
Het veilingsbesluit, door het alge
meen hoofdbestuur genomen, werd na
eenige discussie bekrachtigd.
Goedgekeurd werd de begrooting
voor het jaar 1927. Het algemeen
hoofdbestuur werd machtiging gege
ven om een nieuwe overeenkomst aan
te gaan met den Nederlandschen Bond
van Steendrukkerijen.
Nadat de vergadering was gesloten,
hield de heer L. Levisson uit Den
Haag een rede over „De Toekomst
van boekdrukkersbedrijf in verband
met de ontwikkeling van verschillende
nieuwe procedé's* Spr. meende, dat er
voor de boekdrukkers geen reden is
om over de ontwikkeling van offset
en diepdruk pessimistisch te zijn, daar
naar speker's meening voor den boek
druk steeds zeer groote hoeveelheden
werk zullen overblijven.
De rijksmiddelen hebben in No
vember f 44,179,245 opgebracht, zijnde
f435,400 meer dan verleden jaar. Suc
cessierechten leverden ruim f 2 millioen
meer op, vermogensbelasting bijna
evenveel minder Sedert 1 |anuari heeft
de schatkist uit de gewone middelen
f 25.4 millioen meer ontvangen dan
een jaar geleden-
Op 55 jarigen leeftijd is gisteren
te 's-Gravenhage overleden mr. H. C
Dresselhuys, voorzitter van den Vrij
heidsbond en leider van de factie van
dien bond in de Tweede Kamer.
DE CULTUUR
VAN CHRYSANTHEMUMS.
Wie dus niet in het bezit is van flin
ke gezonde stekken, koope er zooveel
als noodig is, dan is het begin, het fun
dament waarop voortgebouwd moet
worden, goed.
Zoo'n stek moet eerst klaar gemaakt
worden, d.w.z. men neemt er de twee
onderste blaadjes af, en snijdt dan de
stek onder het laagstgeplaatste blaadje
met een scherp mes af. Aldus klaar ge
maakt zetten wij het stekje in een pot
van vijf of zes e.M. middellijn, na dit
gevuld te hebhen met aarde, die be
staat uit gezifte, goed verteerde blad-
grond en zand, terwijl de "bodem be
dekt wordt door een potscherfje. Denk
er om het stekje in 't midden van 't
potje te zetten en het Hink aan te
drukken, waarna het een plaats krijgt
onder een stolp of in een kistje door
een losse ruit afgesloten, geplaatst in
een vorstvrije, onverwarmde kamer,
dicht hij het venster.
Het stekken van Chrysanten is aller
minst een kunst en ligt zonder moeite
onder ieders bereik. Vergeet niet een
etiquet hij het stekje te zetten, waai op
de naam en de datum van 't stekken
genoteerd is.
Wanneer het stekje geworden is lot
een jong plantje, dan vertelt 'l dat zelf
in de eerste plaats; de blaadjes nemen
een anderen stand aan, het hartje
schiet door, nieuwe blaadjes komen le
voorschijn en in het potje krioelt het
al van zilverwitte worteltjes die als
slangetjes door den grond kruipen.
Zoodra de plantjes gaan groeien wordt
hel glas van het geimproviseerd kastje
weggenomen. Nu wil het wel gebeuren
dat de eerste dagen er een of meer
exemplaren gaan slap hangen, iels
waarover wij ons niet in 't minst onge
rust behoeven te maken, immers des
avonds staat dat plantje zoo recht als
een kaars en van slap hangende blaad
jes is geen sprake meer.
Het is niet goed, om, gedurende de
donkere dagen van het jaar, den groei
aan te moedigen, hoe kalmer hoe beter,
en eerst half Februari geven wij een
grooter pot, een van tien of twaalf cen
timeter doorsnede is groot genoeg. -
Maar voor dat verplanten is grond noo
dig en deze mag van wat steviger aard
zijn. Men neemt nu drie deelen verteer
de graszodengrond of goede tuingrond,
een deel bladgrond en wat korte paar-
denmest op den koop toe. De pot wordt
bijzonder goed gedraineerd, door drie
scherven op den bodem te leggen en die
welke over het gaatje ligt, moet met de
bolle zijde naar boven gelegd worden.
We zetten ze nu in een bak, die gevuld
is met vochtig turf strooisel, natuurlijk
zoo kort mogelijk hij het venster, ter
wijl elke drie dagen de potten een hal
ven slag gedraaid worden om het scheef
groeien te voorkomen.
Er wordt geregeld eiken dag gelucht
en bij mooie voorjaarsdagen zetten we
de bak met Chrysanten buiten, om ze
natuurlijk 's avonds weer binnen te
zetten.
Wenschen wij een breede plant met
een dozijn of meer scheuten dan moet
er nu en dan genepen worden. Na half
Juni mag dit nijpen niet meer gebeuren.
Nu komt de goede tijd voor deze Oos-
tersche kinderen aan; zoodra het weer
het in April toelaat, zetten wij onze
Chrysanten buiten, echter doen wij dat
zoo, dat men ze voor den nacht kan
dekken tegen een muur of schutting
met het gezicht naar het Zuiden.
Het zal blijken dat ze nu meer water
noodig hebben en wij gieten ze steeds
met water, dat de temperatuur heeft
van de omgeving der planten. Regen
water is het beste.
In het laatst van April, begin Mei
volgt weder een verpolting; nu krijgen
zij een pot van 618 c.M. wijdte.
De te gebruiken grond voor deze ope
ratie is alweer wat zwaarder; wij ne
men nu vier deelen graszoden- of tuin
grond, een deel grove bladaarde, een
deel oude, korte paardenmest en op
den koop toe wat beendermeel, zand en
roet. Vergeet niet om stevig op te pot
ten en met de aarde zooveel beneden
den rand te blijven, dat er ook voor het
geven van water, ruimte overblijft.
Een paar weken na deze verplanting,
die zoo noodig nog dóór een kan ge
volgd worden, wordt het tijd een stok
bij de planten te zetten, om de scheuten
aan te hinden, die .anders bij eenigen
wind, er al te gemakkelijk afgerukt
worden.
Naarmate de planten grooter worden
hebhen zij meer ruimte noodig en men
is daar toch niet zuinig mede. Licht en
lucht moeten van alle zijden kunnen
toetreden, willen we mooie planten
hebben.
Nu en dan geve men den planten met
water verdunde koemest, een ander
maal sterk verdunde beer. Vooral moet
er regelmatig gegierd worden, wanneer
zich de knoppen laten zien.
In den regel krijgt de plant veel meer
bloemknoppen dan wenschelijk is, en
is het bekend, dat om groote bloemen
te krijgen elke scheut maar een knop
mag hebben. T
We laten de middenste doorgroeien
en knijpen de zijdelingsche met tus-
schenpoozen van enkele dagen, weg.
Op oorwormen en slakken wordt ijve
rig jacht gemaakt en dit doet men met
het meeste succes 's avonds, wanneer
die hoosdoeners hun schuilplaatsen
verlaten. Zoodra de bloemknoppen
kleur beginnen te vertoonen, moet men
ze binnen zetten en mag er niet meer
gegierd worden.
i
MENCxELWERK.
HANNIBAL'S TOCHT OVER DE RHÖNE.
in de grootste verscheiden
heid van qualiteit, model
en prijs.
door de belastingbetalers moet geofferd
worden Wilt U daarmede zeggen.dat
zij die zich tot deze hoogte voor gelijk-
heid kunnen opwerken, noodwendig
geen belastingbetaler moeten zijn? Of
erkent U niet. dat het rechtvaardig is,
dat het onderwijs zoowel voor de
kinderen der bijzondere als der open
bare school door den belastingbetaler
geofferd wordt? Ja mijnheer de tijdis
voorbij, dat de christen ouders hun
eigen scholen betaalden en belasting
offerden voor de openbare school.
Verder zegt hij, dat ik niet moet zeggen
wat hij zou denken Neen gedachten-
lezer ben ik niet. U vroeg maar of ik
in contact stond met schoolbestuur of
gemeenteraad of met beiden? En dat
hierom omdat U nergens had gelezen
over die f 900.— En toen gingU maar
fantaseerend, vragend, schijnbaar wat
stellen, als ik het niet weet, dan zal
het ook een ander wel niet weten, of
hij moet worden ingelicht door de
belanghebbende besturen. Ingelicht
want in contact staan met, wil niet
zeggen deel uitmaken voor een instel
ling. Waarom zouden de nu genoemde
besturen mij inlichten
Weet U het? ik niet. Hier is iets
voor het, of weet U iets? Mijnheer ik
zal U even uit den droom helpen, dan
behoeft U dadelijk niet aan het fanta-
seeren te gaan.
Toen in de raadsvergadering van
begin October dit punt, namelijk vast
stelling der 3 jaarlijksche rekening is
behandeld, is door den Secretaris voor
gelezen wat in deze 3 jaren door de
school in Sprang is ontvangen en wat
gebruikt en wel zoo duidelijk, dat be
langstellende toeschouwers" op de
publieke tribune het ook konden hoo-
ren. Combineer en fantaseer nu maar
raak. Met alle respect voor de keurige
verslagen van „de Echo" kunt U daarop
toch Uw conclusie niet boüwen. Als
het er zoo toe gaat, als in genoemde
raadsvergadering kan een verslaggever
niet alles letterlijk opnemen, is ook niet
noodig, hij heeft opgenomen dat ge
noemde rekening is vastgesteld en dat
B en W. f 140.— hebben geschrapt.
Of nu f 140veel is of weinig weet
ik niet, onderzoek ik rok niet, want
„daar behoeft belastingbetaler niet om
te offeren". Daarom behoeven we op
de snoepreisjes niet door te gaan. Ik
hoop „belastingbetaler" dat U niet zoo
haastig meer zult zijn met schrijven
en na lezing hiervoor, tot de rust
(namelijk gerustheid omtrent te veel
betalen) zult weder keeren.
Mijnheer de Redacteur nogmaals
hartelijk dank.
Een belangstellend toeschouwer.
Bestellingen worden aan
genomen
Sprang; J. GENUïT.
Vrijh CapelleA. THIELEN.
GOUDA.
Capelle; A. SCHULLER.
Waspik: A v. VELTHOVEN.
DussenA. v. d. SCHEER.
VlijmenM. HERMAN.
Kaatsheuvel
A. v. D. WEE COOLS.
Oisterwljk;
P. JANSEN, Boekhandel.
INGEZONDEN STUKKEN
Mijnheer de Redacteur
Verzoeke beleefd nog eenige plaats
ruimte in Uw geëerd blad, als antwoord
aan „Belastingbetaler" op zijn schrijven
van 15 dezer. „Belastingbetaler" begint
met, niet boos worden, niet schelden,
geen onwaarheden, eerlijk blijven enz.
Blijf maar gerust, al deze gevoelens
zijn verre van mij, alhoewel de wijze,
waarop U fantaseert en combineert
hiertoe zou kunnen leiden U hebt niet
geschreven, dat „toeschouwer" geen
belastingbetaler is, maar alleen ge
vraagd of hij het niet is?
En dat is volgens U zeer duidelijk,
omdat het geld voor de Chr. School
Mijnheer de Redacteur.
Vergun mij s.v.p. een klein plaatsje
in uw veelgelezen blad!
Bijvoorbaat mijn dank
Waspiks Belang
Mijnheer de Voorzitter van de orga
nisatie Waspik's Belang mag ik u eene
vraag stellen Wanneer zal men ooit
iets te Waspik oprichten, waar de
rechtvaardigheid boven al uitkomt?
Waarom buigt het bestuur, dat uit
9 leden bestaat voor één bestuurslid
die het eigenbelang zóó voorzet zelf
alles te willen leveren en toen dat niet
ging toch het dubbele (dus tweemaal
zooveel) te moeten leveren als de
andere leden-winkeliers.
Kunnen dan 8 bestuursleden niet
ageeren tegen één die onrechtvaardig
Waspik's Belang in de goot wil slin
geren
Begrijpt ge dan niet, dat de andere
winkeliers leden zullen bedanken nog
verderen steun te verleenen, als zij ten
onrechte achter gesteld worden voor
'n stuk of drie bevoorrechten. Zoude
het niet beter geweest zijn allen voor
circa 7 gulden te laten leveren en niet
3 van die bevoorrechten voor 15
gulden. Waarom werden deze menschen
vóór anderen gesteld, wijl toch de
naam Waspiks Belang genoeg zegt,
dat dit geen eigen belang mag wezen!
Of hebben deze drie menschen zoo
veel meer cadeaux gegeven aan de
St Nicolaas com. dan anderen Ook
dan nog mocht zoo iets niet voorkomen
daar dat doel zeer goed bedoeld en
mooi was Graag uw ar.lwoord tege
moet ziende.
Achtend een lid. X.
CORRESPONDENTIE.
Onbekende inzender vermoedelijk uit
Geertruidenberg. Uw bericht omtrent
de papierfabriek „Maasmond" kan niet
worden opgenomen, wijl de naam van
den inzender ons onbekend is.
Inzender Waspik Zooals U reeds
medegedeeld is kan uw ingezondenstuk
zoo niet worden opgenomen. Dergelijke
persoonlijke beschuldigingen uit men
niet anoniem, zonder bewijs. Overigens
doen die ambtenaren in hun functie
hun plich»? zoo ja. dan mogen zij
over hun vrijen lijd toch zeker be
schikken naar hun wensch.
RED.
No. 100. Zaterdag 18 Dec. 1926. 49e Jrg.
Een der beroemdste helden der oudheid1 is
ongetwijfeld de Karthaagsche veldheer Han
nibal. Karthago, eene stichting van Dido,
eene Syrische koningsdochter, was een stad
op de Noordkust van Afrika. Door handel
op alle deelen der toen bekende wereld, had
deze stad zich allengs uitgebreid, en ze was
zoodanig in macht toegenomen, dat de Ro
meinen, en niet ten onrechte, de vrees be
gonnen te koesteren, dat zij we.dra eene op
permachtige heerschappij in de Middelland-
sche zee zou uitoefenen. Dat nu konden de
Romeinen niet verdragen en lang voor de
bekende Cato de Oudere telkenmale elke re
devoering, die hij in den Senaat hield, be
sloot met te zeggen„Ceterum censeo, Car-
thaginem, esse delendam", dat is: „Verder
houd ik het voor, dat Carthago moet verdelgd
worden". - bestond deze meening reeds by
een groot deel der bewoners van de Repu
bliek van het Apennünsche schiereiland. In
drie oorlogen, Punische oorlogen geheeten,
werd dit, doel dan ook volkomen bereikt, en
de stad met een bevolking de koloniën er
niet btjgerekend van zevenmaal honderd
duizend inwoners werd' een verwoeste bouw
val, die naderhand opgebouwd, als Nieuw-
Karthago, op het Oud-Karthago zoo goed
als niemendal geleek.
Intusscben was de tweede Punische oorlog
byna oorzaak geweest dat Rome vernietigd
werd en dezer gunstigcii uitslag hunner wa
penen hadden de Karthagers alleen te dan
ken aan Hannibal, den zoon van Hamilcar
Barcas, den volksman by uitnemendheid.
Het tooneel, waarop Hannibal zich aan-
vankelyk bewoog, was Spanje, dat door Ha
milcar Barcas en diens schoonzoon Hasdru-
bal voor een groot deel aan Karthago onder
worpen werd Na Hasdrubal's dood werd
Hannibal tot opperbevelhebber in Spanje ge
kozen en terstond begon deze met het Kart
haagsche gezag tot de Ebro uit te breiden.
In weerwil van een verdrag, met de Romei
nen gesloten, veroverde Hannibal de stad
Saguntum. De Romeinen, hierover gebelgd,
eiscliten by den Karthaagschen senaat de
uitlevering van Hannibal. Dit werd gewei
gerd en toen begon de tweede Punische oor
log, waarin Hannibal zulk eene gewichtige
en roemryke rol zou spelen.
Hannibal nam het besluit den oorlog ge
heel op vgandeiyken, dus Romeinsclien, bo
dem over te brengen. Doch dit te besluiten
was nog lang niet het gedaan te krygen. Om
dat doel te bereiken moest men toch de Pyre-
neën over en 1-rtJ Zuid-Gallii in zijne breedte
doortrekken, de Rhone overgaan, om dan
ten slotte voor de Alpen misschien te moe
ten biyven staan. Maar Hannibal was er de
man niet naar zich door hinderpalen van
allerlei aard te laten weerhouden. Met een
leger van 70.000 man voetvolk en 11.000 rui
ters trok hy Je Pyreneeën over "li kwam al-
zoo in Gallic, waar hy ten koste van byna
alles, elke ontmoeting met de Romeinen on
der Publis Cornells Scipio wist te vermy-
den. Ten laatslt kwam hy aan de rivier de
Rhone, die hy met zyn talryk leger moest
overtrekken. Dit was verre van een gemak
kei yk werk. De vyand toch was hem steeds
in den weg en daar hy vele olifanten l>y zyn
leger had, waardoor de overtocht niet wei
nig bemoeiiykt werd, scheen diezelfde over
tocht eene meer dan gewaagde roekeloosheid.
Toch volhardde Hannibal by zyn plan. Hy
liet de Galliërs groote houtvlotten maken en
op deze stak liet gelieele leger met de sterk
gewapende olifanten over.
Eenmaal de Rhone 'over, kwam het moei-
ïykste van den. geheelen tocht nog aan toen
men de Alpen genaderd was. Maar Hanni
bal beval voorwaarts te gaan en niettegen
staande het leger ontzettende verliezen leed,
kwam Hannibal langs deze z.ydc in Italië
aan. Door eene reeks gevechten, waarin hy
steeds overwinnaar was, gelukte het hem
Rome te doen sidderen. Maar Rome zou
Rome biyven; Hannibal werd, na tot Bene
den Italië te zijn) doorgedrongen, en na me
nige bloedige overwinning behaald te heb
ben, genoodzaakt naar Karthago terug te
keeren, waar hy den vrede met Rome aan
beval als het beste, wat er in deze omstan
digheden te doen was. En wat was zyn loon?
Als hy zyn vaderland niet ontvlucht was, zou
men hem in 192 vóór Christus aan zyne
doodsvyanden, de Romeinen, uitgeleverd heb
ben. Hy kwam evenwel nergens gelukkig
terecht. De Romeinen vervolgden hem over
al en brachten er hem eindeiyk toe, dat hy
in 't jaar 183 vóór Christus door vergif een
einde aan zyn leven maakte.
EEN BELASTING OP DE BAARDEN.
Een Italiaanscli dagblad, begaan met de
financieele moeilykheden waartegen de re
geering van dat land heeft te kampen, heeft
een voorstel gedaan, dat, hoe origineel ook,
toch niet zonder antecedent is. Het wil een
belasting op de baarden zien ingevoerd, die
langen ttJd geleden en onder verschillenden
vorm in Rusland is geheven. Peter de Groo
te toch, wetende hoe zyn onderdanen ten al
len tyde gesteld waren geweest op de harige
versierselen van hun gelaat, belastte dit in
zyn oog nutteloos weeldeartikel, toen hy een
opbrengst wenschto te scheppen, die een
breeden grondslag had.
De belasting was progressief, terwijl de
progressie niet werd bepaald door de lengte
van den baard, maar door de maatschappe
lijke positie die de drager innam. Ieder die de
belasting betaalde kreeg een penning, dien
hy, evenals l>y ons de honden, altyd moest
dragenwant de politie, daartoe met een
schaar gewapend, sneed opa verbid del yk den
baard af van ieder, die zyn penning niet kon
vertoonen.
Catharina 1 bestendigde deze belasting en
Peter II stond wel de boeren in 1728 het kos
teloos dragen tan een baard toe, maar voor
de overige klnssen der maatsehappy hield hy
die in stand, daarby met strenge straffen
lien bedreigende, die beproefden haar te ont
duiken.
Erger nog ging het onder Anna; de man
nen met een baard moesten niet alleen voor
het dragen van dit sieraad byzondere be
lasting betalen, maar alle andere belastingen
werden voor hen verdubbeld. Eerst onder
Catharina II werd deze belastinir afgeschaft.
De belast ingpennlngen vermeldden de
woerden Diengi uziaty (ontvangen geld)
daaronder een neus, een knevel, mond en
baard en links het Keizeriyke wapen. Op
een penning die van 170.r> dagteekent, staat
een opschrift in Slavische karakters, waar
van wy de beteekenis niet kennen; daar bo
ven weder de Keizeriyke arend. Beide op
schriften zyn omgeven door een krans van
laurierbladen.
(Buiten verantwoordeiykheid der Redactie).