Me Nationale
tentoonstel! te
m
ra
mm
LOUIS DOBBELMANN
daders werden gearresteerd.
Opvallend is, dat de bevolking, die
aan den grooten weg naar de Omme
landen woont, naar Padang wegtrekt.
Vannacht is een poging tot moord
gedaan op den assistent-demang van
Pau Lima in de Ommelanden. Drie
personen werden neergelegd en één
gearresteerd.
In het Taroengtoengsche zijn twee
verzetslieden neergelegd, een militair
werd gewond.
Aneta meldt uit Batavia d d. 10
Januari
„De „Locomotief" zegt, dat ofschoon
de toestand nog niet normaal is, door
het krachtig gewapend optreden het
verzet gebroken is.
Met ingang van 1 Mei a.s. is tot
directeur—geneesheer van 't krank
zinnigengesticht „Coudewater" te Ros
malen, als opvolger van dr. Hoogveld,
benoemd dr. H. Schade, tweede ge
neesheer aan het krankzinnigengesticht
„Reinier van Arkel" te Den Bosch, aan
welke inrichting dr. Schade vanaf 1912
verbonden was.
De Russische Sovjet regeering
heeft naar het „Dagblad van Rotter
dam" meldt, voor den export van graan
een naamlooze vennootschap gesticht,
waarvan de hoofdzetel te Rotterdam
gevestigd is.
Deze vennootschap zal, naar het
blad verneemt, zich vestigen in het
nieuwe kantoorgebouw van de Amster
damsche Bank aan den Coolsingel.
De Russische regeering heeft reeds
eenige jaren lang in ons land en spe
ciaal te Rotterdam een uitgangspunt
gezocht vóórhaar graanverschepingen.
Wat tot dusver op initiatief van de
Sovjet-regeering aan graanexport naar
Rotterdam heeft plaats gehad, is ge
schied onder directe controle van
Moskou.
Kopenhagen schijnt als distributie-
punt niet aan de verwachtingen beant
woord te hebben, zoodat het zoo goed
als zeker is, dat de Russische regee
ring de Deensche hoofdstad als uit-
voer-station verder zal uitschakelen.
Waar gebleken is, dat Rotterdam
een uitstekend afzetgebied voor het
Russische graan is, heeft de Sovjet-
regeering besloten daar een vasten
zetel te vestigen.
De zaken, welke ze er tot dusver
gedreven heeft, zullen belangrijk wor
den uitgebreid. Daartoe is dezer da
gen opgericht een Nederlandsche
naamlooze vennootschap met een niet
al te groot kapitaal, omdat Moskou
blijkbaar eerst eens wil zien, hoe groot
het afzetgebied in de naaste toekomst
zal zijn.
Minister Kan in Noord—Brabant.
Omtrent het bezoek van minister
Kan aan Noord—Brabant wordt nader
het volgende gemeld
Nadat de minister in den vroegen
ochter.d alleen een bezoek had ge
bracht aan sommige deelen betrokken
bij de voorgenomen grenswijziging
van Breda kwam hij te Tilburg aan,
waar hij werd ontvangen door het be
stuur van den Noordbrabantschen Chr.
Boerenbond, waaronder het Kamerlid
Vos; ook het Kamerlid Wintermans,
president van de commissie van toe
zicht van de Coöp. Handelsvereni
ging, was aanwezig.
De voorzitter van den Noordbra
bantschen Christelijken Boerenbond,
de heer v. d, Ven, heette den minister
welkom en zeide, dat mr. Kan de
eerste minister was, die een bezoek
bracht aan deze machtige organisatie.
Enkele leden van het bestuur, o a.
de geestelijke adviseur, rector Van
Kessel, deden zakelijke mededeelingen
over de werkwijze van den Bond,
waarvan de minister met groote be
langstelling kennis nam.
Na het noenmaal werd in auto's
naar Veghel gereden, waar de Coöpe
ratieve Handelsvereniging van den
Noordbrabantschen Christ. Boerenbond
werd bezocht; de president van het
bestuur, de heer Cox, en de directeur,
de heer Deelen, leidden den minister
rond. Het enorme bedrijf had 's minis
ters levendige aandacht. De heer Cox
sprak vervolgens den minister in de
bestuurskamer toe, waarna vertrokken
werd naar 's Hertogenbosch.
Aan het middagmaal aldaar werden
toespraken gehouden.
De minister, die driemaal het woord
voerde, heeft hartelijk dank betuigd
voor de warme ontvangst en hulde
gebracht aan de energieke bestuurs
leden.
PROVINCIAAL NIEUWS.
Waalwijk, 12 Januari '27.
Voor den bloei en de ontwikkeling
eener gemeente, ja van heel onze
maatschappelijke samenleving, is het
noodzakelijk, dat in alle lagen perso
nen gevonden worden met frisch
idealisme, vol initiatief en wilskracht.
Al zou men, bij detailleering, aan
deze factoren nog wel eenige. mis
schien eveneens belangrijke kunnen
toevoegen, toch noemen we deze
drie het fundament waarop een goede,
evenwichtige en vooruitstrevende sa
menleving mogelijk is.
Initiatief houdt onwillekeurig reeds
tot op zekere hoogte idealisme in
„idealisme" natuurlijk niet in
abstracto terwijl initiatief en
lïir.üi kouJjïï
DOOR HET IN GEBRUIK NEMEN
van onze nieuwe, op de meest
moderne wijze ingerichte fabriek
en door de sterk verlaagde prijzen
op de Amerikaansche Tabaks-
markt kan de prijs van BZK thans
gesteld worden op 12 c». per pakje.
DE KWALITEIT BLIJFT
ONVERANDERD, DUS
ONOVERTROFFEN.
BETAALT GEEN 15 ct. MEER
ROTTERDAM.
idealisme slechts dan volle waarde
hebben indien zich hieraan paart een
niet te stremmen wilskracht. Dit laat
ste is beslist eisch. Immers, niet elk
initiatief wordt door de massa spon
taan begroet, doordat b.v. een omge
ving nog niet rijp is voor de uitvoe
ring ervan. Hierdoor krijgen de werk
zaamheden van de voorstellers eener
zaak plotseling een heel ander karak
ter. Dan worden de initiatiefnemers
pioniersen we weten hetpioniers
arbeid is heel moeilijk en meestal
ondankbaar. En pionierswerk eischt
nu eenmaal wilskracht en taaie vol
harding. Zijn deze factoren aanwezig,
dan is het buiten twijfel, of men zal.
't zij vroeg of laat, het beoogde doel
bereiken. Maar dit zal ongetwijfeld
heel v/at energie vergen alvorens men
een bepaalde omgeving rijp heeft
gemaakt voor de invoering van nieuwe
ideëen en begrippen.
In dit licht nu stellen wij heel het
streven van de nog jeugdige Waal-
wijksche Pluimveevereeniging, welks
bestuur ten volle zijn taak heeft
begrepen.
We spraken daar even van „pio
nierswerk", welnu, het is gebleken
dat de werkzaamheden der vereeni-
ging, speciaal haar streven om de
plaatselijke klein—pluimveehouderij
hooger op te voeren, een zoodanig
karakter dragen als hier bedoeld.
De vereeniging beseft de belang
rijkheid van haar werkzaamheden en
de aangename en nuttige resultaten
welke er voor de betrokken pluimvee
houders uit voortvloeien, 't Is ook
dat we het aan dit „bewustzijn" toe
schrijven, dat de vereeniging, in
weerwil van de niet geringe finan-
cieele lasten welke de eerste tentoon
stelling met zich sleepte, het wederom
heeft aangedurfd om een tentoonstel
ling te* organiseeren. De reeds ge
noemde, toch zeker stremmende ante
cedenten, hebben niet de energie van
de vereeniging vermogen te verslap
pen. De grond hiervan moet zeker
vooral gezocht worden in het feit,
dat ook het bestuur onzer Pluimvee
vereeniging de idee is toegedaan, dat
men met de bevordering der pluim
veehouderij ook ten opzichte van de
maatschappij een alleszins nuttig werk
doet. Zeer terecht merkte Burgemeester
Moonen in zijn openingswoord op,
dat een doelbewuste en met tact
geleide hoenderhouderij niet alleen
persoonlijke genoegens schenkt, maar
ook nog geldelijk voordeel afwerpt.
Al ondervindt de Pluimveevereeni
ging veel sympathie en medewerking,
toch neemt er nog een te groot deel
geen, althans te weinig notitie van
haar. Dit is reeds te betreuren, want
de Pluimveevereeniging wordt slechts
door goede en maatschappelijke be
doelingen geleid.
Ook in een industrie-centrum valt
't gröote nut van een goede pluimvee
houderij niet te ontkennen, vooral uit
moreel oogpunt. En daarom juist
hadden we zoo gaarne gezien dat de
publieke belangstelling bij de dezer
dagen gehouden tentoonstelling groo-
ter ware geweest.
Nu we hier het woord „tentoon
stelling" aanroeren, worden we ons
plots weer onze eigenlijke taak be
wust, nl. 't geven van een overzicht
dezer tentoonstelling.
Zaterdagnamiddag kwamen het be
stuur en vele genoodigden in de
eetzaal van hotel Gerris bijeen, ter
bijwoning van de officieele opening
J der tweede pluimveetentoonstelling.
Onder de talrijke aanwezigen merkten
we o.a. op het Dagelijksch Bestuur
dezer gemeente en een aantal leden
van den raad.
Tq ongeveer twee uur heette de
voorzitter, de heer H. Stokwielder,
de aanwezigen hartelijk weikom en
hield vervolgens de volgende begroe
tingsrede
Mijnheer de Burgemeester.
Mijne He er en.
Het Bestuur van de Waalwijksche
Pluimveevereeniging is U, mijnheer de
Burgemeester,, zeer erkentelijk dat U
heeft willen voldoen aan pns verzoek
om deze tentoonstelling .te willen
openen. Daarmede komt vast te staan
dat deze ondernemingen wellicht mag
ik daarbij ook zeggen het streven onzer
vereeniging om de pluimveehouderij
te bevorderen, de sympathie heeft van
het hoogste gezag in onze gemeente
daarmede wordt ook steun gegeven
aan onze overtuiging, dat wij met de
bevordering van de pluimveehouderij
een voor de maatschappij zij het
dan in bescheiden mate nuttig werk
doen. Alvorens echter U, Mijnheer de
Burgemeester, te verzoeken tot het
openen der tentoonstelling over te
gaan, wil ik nog gaarne enkele woor
den van dank spreken.
Bij de eerste tentoonstelling door
onze vereeniging gehouden heeft het
ons Bestuur zoo aangenaam getroffen
dat wij van alle zijden niet alleen
groote belangstelling mochten onder
vinden, doch dat wij van zoo velen
daad werkelijken steun mochten ont
vangen. En ook thans, wanneer ik
voor mij zie de lijst van de schenkers
van eereprijzen, mag andermaal met
niet minder voldoening dan toen wor
den geconstateerd, dat belangstelling
en hulpvaardigheid niets zijn vermin-
derd. Wij hadden dit, steunende op
de ervaring van toen, verwacht en
onze verwachting is in geen enkel
opzicht beschaamd.
Onze eerste tentoonstelling is v/at
betreft de inzendingen een volkomen
succes geweest, jammer genoeg kan
dit niet worden gezegd van het finan-
cieele resultaat. Dit was inderdaad
zeer bezwarend voor onze jeugdige
vereeniging. Niettemin heeft dit resul
taat ons niet kunnen ontmoedigen en
voorzichtig geworden door teleurstel
lingen en profiteerende van de toen
opgedane ervaring, hebben wij onze
tweede Nationale tentoonstelling voor
bereid. En wederom mogen wij zeggen,
dat zij is geslaagd, dank zij den steun
en offervaardigheid van velen, dank zij
de eendrachtige samenwerking en de
hulpvaardigheid van de leden der
Vereeniging en van het Bestuur der
tentoonstelling. Het aantal inzendingen
is weliswaar iets minder dan bij de
vorige tentoonstelling, doch wanneer
wtj bedenken dat heden in ons land
een vijftiental gelijksoortige tentoon
stellingen worden geopend, waarvan
3 in onze provincie, dan mogen wij
met wat hier verzameld is meer dan
tevreden zijn. U ziet mijne Heeren,
hoe groot de belangstelling in de
pluimveehouderij is geworden.
Zeker wordt die belangstelling in
bijzondere mate gewekt door tentoon
stellingen als deze. U zult zoo aan
stonds zien, welk een schoon resultaat
de oordeelkundige pluimveehouderij
weet te bereiken. De schitterende ve
dertooi van tal van sierlijke rassen
zullen U ongetwijfeld boeien en door
de talrijke inzendingen in de klassen
van de zoogenaamde nuthoenders zal
U duidelijk worden, dat ook voor den
pluimveehouder wien het in hoofdzaak
om de eierproductie is te doen, onder
het nutpluimvee sierlijke rassen zijn
te vinden. Zoowel in de hoenderaf-
deeling als in die van de sier- en post
duiven vindt U vertegenwoordigers
van de meest bekende rassen en kleur-
slagen. Ik ben er van overtuigd, dat
zij allen, nu zij reeds in hun vooijaars-
kleed zijn gestoken, Uw oog zullen
boeien.
Ik zeg namens de Waalwijksche
Pluimveevereeniging allen, die tot het
welslagen dezer tentoonstelling hebben
bijgedragen, zeer hartelijk dank en ik
verzoek U, Mijnheer de Burgemeerster,
thans te willen overgaan tot de otfi
cieele opening. (Applaus).
De ojficieele opening.
De Edelachtb. heer Moonen hield
de volgende openingsrede
Als de uitdrukking „pluimveesport"
nog niet was uitgevonden en in
sportkringen, ik bedoel natuurlijk in
pluimveesportkringen, nog niet was
ingeburgerd, dan zou ik er voor heb
ben geijverd de beoefening der pluim
veeteelt onder te brengen bij de huis
vlijt en deze te omschrijven met pluim-
veehuisvlljt. Immers het is juist hetgeen
door het begrijp huisvlijt wordt om
sloten wat aan de pluimveehouderij
met alles wat daar zooal bijbehoort,
haar bekoring geeft. Ik weet, dat ik
daarmede buiten zou sluiten degenen,
die de pluimveeteelt geheel of in
hoofdzaak beoefenen als bedrijfzoo'n
ernstig bezwaar zou dat intusschen
niet zijn geweest, omdat dezen zich
onder de omschrijving „sport" toch
ook wel niet zoo erg op hun gemak
zullen voelen.
Vergelijken wij de eischen die aan
de pluimveeteelt moeten worden gesteld
met die waaraan de huisvlijt is ge
bonden, dan meen ik dat die zoo
ongeveer parallel loopen. Ik acht echter
in moreel opzicht de voordeelen van
de pluimveeteelt nog grooter dan die
verbonden aan de huisvlijt, naar de
gebruikelijke beteekenis van het woord
afgezien nog van de geldelijke voor
deelen.
Iedereen, die over een open plaats
of een tuintje beschikt kan de pluim
veeteelt beoefenenvoor het overige
is alleen noodig de ernstige wil om
hetgeen daarvoor gedaan moet worden
goed te doen, in de viije uren die
elkeen zijn toegewezen.
De ernstige wil om zich met onaf
gebroken zorg aan die liefhebberij te
wijden, moet natuurlijk aanwezig zijn
maandaghouderij zooals in het laatst
der vorige eeuw ook zelfs in Waalwijk
sporadisch tot uiting kwam, duldt die
huisvlijt niet, om de eenvoudige reden,
dat het gestel van het pluimvee
daarop thans niet meer is ingeschoten.
Gebrek aan toewijding wreekt zich
trouwens onvermijdelijk door terug
gang van den toom, ziekte of vermin
dering der baten.
Ik geloof niet, dat men over lang
durige ervaring behceft te beschikken
om een hoenderhouderij loonend te
maken; de noodige toewijding geleid
door een eenvoudig handboekje en
aangevuld door den pluimveedeskun-
dige van „De Echo van het Zuiden"
is, dunkt me, ruimschoots voldoende
om eventueele moeilijkheden op te
lossen. Gaarne erken ik intusschen, dat
aan het kweeken van een sterk kip-
penras, dat uitmunt door een groote
eierproductie hoogere eischen gesteld
worden en dat men daarbij niet kan
volstaan met het verschaffen van een
behoorlijk pension aan de hoenders,
aan den haan en de hennen de rest
overlatende. Ook deze hebben dan
leiding noodig, al is de haan daarvan
misschien niet altijd overtuigd.
Ik had onlangs, ter gelegenheid van
den Waalwijkschen radioavond, het
voorrecht door den auteur enkele frag
menten te hooren voordragen uit het
tot heden onuitgegeven werkje van den
Heer Aug. van der Heijden, getiteld
„Lief en leed uit de Vogelwereld". De
voordracht heeft op mij een diepen
indruk gemaakt. Het zal zijne oud
leerlingen en de vele anderen, die het
zelfde voorrecht genoten als de aan
wezigen op den radioavond, gegaan
zijn als mijook zij zullen onder de
bekoring zijn gekomen van deze ge
voelvolle voordracht en aldus mag
worden verwacht dat het zaad door
den Heer August van der Heijden in
deze omgeving met kwistige hand
uitgestrooid tot ontkieming zal zijn
gekomen, waardoor gunstige omstan
digheden zijn geschapen voor een
doelbewuste en met -oordeel en tact
geleide hoenderhouderij.
Ik hoop bij U den indruk te hebben
gevestigd, dat ik een groot voorstander
ben van de pluimveeteelt, beoeiend
als huisvlijt en het is om die reden
dat ik deze tentoonstelling ten zeerste
toejuich. Deze toch biedt eenschoone
gelegenheid aan hen, die zich beijverd
hebben hun toom tot een goed peil
op te voeren aan anderen de bereikte
resultaten te toonen, welke anderen
daaruit leering zullen trekken alsmede
den prikkel om hun zorgen te ver
dubbelen ten einde eveneens te be
reiken wat aan de bekroonden moge
lijk was.
Het is mij daarom een voorrecht het
Bestuur der Waalwijksche Pluimvee
vereeniging geluk te kunnen wenschen
met het welslagen van deze demon
stratie. Wanneer ik overweeg hoevee
tijd en zorgen de totstandkoming van
deze tentoonstelling heeft geëischt en
daarbij bedenk, dat de financiëele re-
Ingezonden Mededeelingen.
Influenza en Griep
Koortswereod en genezend zijn
Sanapirin-tabletten
Wettig beschermd tegen vervalsching.)
Bij Apoth. enDrog. Buisje 75,40 en 25 c.
sultaten blijkens de opgedane ervaring
niet altijd bemoedigend zijn, dan moet
ik wel tot de overtuiging komen, dat
het Bestuur zich in zijn ijver enkel en
alleen heeft laten leiden door het niet
te onderschatten maatschappelijk be
lang, betrokken bij een rationeele
pluimveeteelt-beoefening en daarom is
het mij een behoefte dai Bestuur daar
voor dank en hulde te brengen.
ik hoop van harte, dat deze tentoon
stelling zal beantwoorden aan de
verwachtingen die daarvan worden
gekoesterd al zou het alleen maar zijn
als een aansporing voor het Bestuur
om zijne zorgen aan de bevordering
der pluimveeteelt in deze gemeente te
blijven wijden. Hiermede verklaar ik
de 2e Waalwijksche Pluimveetentoon-
stelltng geopend. (Applaus).
Na deze sympathieke openingsrede,
begaf men zich naar de groote zaal
van „Musis" alwaar de tentoonstelling
werd gehouden.
We zullen niet probeeren van de
500 inzendingen een overzicht te ge
ven, bovendien zou onze technische
kennis hier zeer veel te kort schieten*
De afdeeling hoenders is onderge
bracht in de groote zaal, terwijl de
afd. duiven zich in het daarnaast ge
legen zaaltje bevindt.
Indien men weet dat onder de tal
rijke inzendingen de heeren Tuerlings
uit Kaatsheuvel, W. van Heesch alhier
en 't Hoenderpark „Minorca" Nieuw-
kuijk met een uitgelezen collectie ex
poseerden, dan behoeft het toch zeker
jeen nader betoog, dat er juweeltjes
waren op het gebied van hoenders.
De heeren Keurmeesters verzekerden
ons, dat de concurrentie in de hoen-
derafdeeling zeer zwaar was. Zij toon
den zich uiterst tevreden over deze
tentoonstelling zoowel wat kwantiteit
als kwaliteit betreft.
Witte-Patrijs-Leghorns, Holl. hoen
ders en Zilver Laken, waren ook al
bijzonder goed terwijl de Barnevelders
van vooruitgang getuigden en van een
goede kwaliteit. Al was de inzending
Rhode Islands niet zoo heel groot.de
kwaliteit van deze dieren was des te
beter. De voortreffelijke bouw en de
goede boven- en onderkleur van de
ingezonden Rhode Islands viel zeer in
t oog. Naast een prachtige collectie
zwarte Minorca's trok vooral de in
zending Holl. Witkuiven, van den heer
Hoeben, de aandacht, alsmede een
zeer mooie Maleier haan van den heer
B. Verwiel.
Een zware concurrentie was erlus-
schen de Wyandottekrielen. Onder de
zeer mooie inzendingen mogen we
vooral niet vergeten te noemen een
zeldzaam mooie collecte goud-krielen.
Ook in de afdeeling Zwarte Hambur
gers was zware concurrentie, waaruit
de heer P. van Schijndel zegevierend
te voorschijn kwam, terwijl de zilver
aken een triomf was voor den heer
C. van Dongen, en de goud-Wyan-
dotten van den grooten promotor der
expositie, den heer'M. A'. v. Liempt,
een pracht-beeld gaven van zijn prima
rassen.
In de afdeeling Duiven was ook
bijzonder goed ingeschreven, pl.m. 200
nummeis. In de afd. Slerduiven ging
de strijd voornamelijk tusschen de in
zendingen van twee Tilburgers, n.l.
Verschuren-van Liempt en Joh. v. d.
Heuvel.
We geven in het volgend nummer
den volledigen uitslag der keuringen,
dus ook van de afd. Postduiven.
Uit een oogpunt van propaganda,
speciaal ter verbetering van sier-duiven,
zijn de Tilburgsche inzendingen voor
de Waalwijksche liefhebbers van
sier-duiven, zeer zeker van nut ge
weest.
Onder de plaatselijke inzending mag
hier vooral genoemd worden de Per
zische Meeuw van jos Eibers.
De namen der keurmeesters, de
heeren Dr. C. Bol, Nijmegen en C.
Witlox, alhier, geven voldoende waar
borg, dat, waar prijzen werden toe
gekend, deze ook wel verdiend zijn
en men met le klas postduiven te
doen heeft.
Vermelden we ten slotte nog dat de
tentoonstelling werd opgeluisterd met
een mooie inzending siervogels. als
fazanten, e.a. van den heer v. Helvoirt-
de Nijs, een zeer verzorgde attractie.
Aan deze tentoonstelling was nog
een kleine verloting verbonden. Door
het Bestuur waren twee horloges ge
kocht die op een bepaald uur waren
opgedraaid. Wiens lot nu den juisten
tijd tot op de minuut af aanwees
waarop het uurwerk zou stilstaan was
de winnaar. Het horloge bleef staan
op 12.54. De gelukkige winnaar was
de heer Tuerlings uit Kaatsheuvel.
Het dames-horloge wees 8.49 aan en
viel op de niet-verkochte loten.
Resumeerende besluiten wij, dat
deze 2e nationale pluimveetentoon
stelling ais geslaagd kan worden be
schouwd, vooral het finantieele ge
deelte wijst op gunstiger resultaten
dan de le tentoonstelling, al is 't
bezoekerstal beslist beneden onze ver
verwachting gebleven. Echter liefheb
bers kwamen er genoeg; wij hadden
niettemin gaarne meer belangstel-