Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. De volkswil. BIC6ELAAR* I 4 Co. ier. i Accountantskantoor B. VERHOEF. ROOD E'STER UW TABAK FEUILLETO POOR EEVARJMG De Rooij-Bourgonjen NUMMER 9. ZATERDAG 29 JANUARI 1927. 50e JAARGAN UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No: 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. In een modernen, democratischen staat heeft de volkswil ten machtigen invloed, ja, hij is alleenheerscher. Voor het uiterlijk althans. Parlemen ten worden geacht den volkswil te vertegenwoordigen en elke regeering, uit verkiezingen voortgesproten, acht zich „door de stem des volks" ge roepen. In theorie lijkt dat alles erg mooi en juist, maar die theorie wordt niet steeds door de practische feiten be vestigd. Bij verkiezingen spreekt het volk zich gewoonlijk over héél andere zaken uit, dan die, welke in de daarop volgende wetgevende periode aan de orde komen Óf de dan te nemen be sluiten dus werkelijk uit den volkswil voortspruiten, is zeer twijfelachtig, een omstandigheid, waarvan voor- en tegenstanders gebruik maken om te suggereeren, dat zij in dat speciale geval de meerderheid der kiezers aan hun zijde hebben. Contróle op die beweringen is on mogelijk, tenzij men door een stemming de werkelijke gevoelens der kiezers ging peilen. Alleen in zeer be langrijke gevallen natuurlijk zou zul een kostbaar peilen van de publieke meening mogelijk zijn, maar er zijn toch meerdere rijken in Europa, waar zulk een stemming-referendum ge noemd kan worden uitgelokt. Oppervlakkig beschouwd, lijkt zulk referendum inderdaad de meest ide ale uiting van democratie, maar meer dan schijn is het niet 't Lijkt ons van belang om te trach ten zulks duidelijk te maken, daar het gesol met den .volkswil" somtijds inderdaad weerzinwekkend is. Nu b.v ter zake het Ned.—Belgisc Verdrag, dat door de Eerste Kamer in behandeling moet worden genomen In zake de kwestie van dat Verdrag zelve wenschen we ons in dit artike geen partij te stellen wij hebben onze meening reeds vroeger gezegd maar we komen er tegen op, dat voort durend in een deel der pers de bewe ring wordt geuit, als zou een beslist verpletterende meerderheid der bevol king tegen het Verdrag zijn, omdat men zulks niet weet. Resultaten van een „verondersteld referendum" kunnen nooit vast staan maar bovendien, als ooit een referen dum misplaatst zou zijn, dan zeker in dit geval. Toch wordt er ijverig met den „volkswil" geleurd, zelfs (de po litieke) door organen uit den hoek, die in andere gevallen reeds bij het hooren van de woorden democratie, volkswil of referendum, kippenvel krijgen. Waarheid is, dat de groote meer derheid van het volk volkomen on verschillig tegenover het Verdragstaat of zich zeer terecht niet capa bel acht om zich een eigen oordee te vormen, over een zaak, die een grondige kennis van internationaal recht eischt, naast voorzichtige staats manskunst en groote deskundigheid in financieel gebied. Wat wel de uitkomsten van een algemeen leferendum zouden zijn trachten de tegenstanders van het Ver drag te doen uitschijnen, door de resultaten te publiceeren van het „wer ken met lijsten". Op een 12000-ta studenten b.v. blèken aldus 9 tegen standers van het Verdrag te vinden tegen slechts 1 voorstander. Ook in Zeeland leidde zulk werk onder de bevolking tot voor het Verdrag nega tieve uitkomsten, \Vat zegt dat alles nu eigenlijk Een werkelijke meening kan in ver. band met de hoogst Ingewikkelde ma terie niet tot ui.ing zijn gekomen; slechts valt vast te sielien, dat de on verschilligheid of onkunde ter zake zóó groot is, dat de meeste menschen „op vriendelijk verzoek" en om den man met de lijst een pleizier te doen, gaarne hun handteekening zetten op 'n adres, waarvoor ze zich niet't minst interesseeren. Teekenend is, dat bij de resultaten van het laten we 't noemen „Zeeuwsche referendum", werd aan- geteekend, dat het aantal handteeke- ningen nog grooter zou geweest zijn, als men twee Zeeuwsche gemeenten niet onbewerkt had moeten laten, om dat er geen menschen te vinden waren, bereid om met de lijsten rond te gaan. Daaruit blijkt wei de publieke inte resse Bij niemand in die beide ge- meenten waren de bezwaren zoo sterk, dat ze er eenige moeite voor over hadden om van hun inzicht te doen blijkenslechts als iemand ze de lijst Telefoon Mo 156,WAALWIJK. BELAST ZICH MET: HET OPMAKEN VAN BALANSEN HET INRICHTEN EN CONTROLEEREN VAN BOEKHOU DINGEN e. d. 37323 HET BEHANDELEN VAN BELASTINGZAKEN. BILLIJKE CONDITIES. thuis presenteert, willen ze hun hand teekening „wel geven". Trouwens, wie zich in de organisatie beweegt of zich met propaganda voor het een en ander heeft bezig gehou den, weet wel, dat men de groote meerderheid van het publiek voor alles kan laten teekenen, als ze met de handteekening maar niet direct be hoeven te betalen Omdat studenten onder de intellec- tueelen gerekend worden, wil men aan dezer oordeel bijzondere waarde toekennen. Ontegenzeggelijk zijn die jongelui heel knap in Latijn en Orieksch, kunnen ze het althans zijn. en zetten ze met te loven ijver hun eerste schreden in het speciale vak, waarin ze studeeren, maar, in de poli tiek zijn ze toch niet thuis, hebben ze allerminst ervaring en kunnen ze, gedreven door de spontane illusies der jeugd, slechts wat loopen achter de politieke rotten, die hun groot-Neder- landsche gedachten suggereeren. We willen het principe van het re ferendum niet bestrijden. Het kèn de mocratisch zijn om het volk zich te laten uitspreken over algemeene richt lijnen. Of het land b.v. bij een vijan delijken inval al dan niet verdedigd moet worden, we achten het mogelijk dat men daarover het gevoelen van het volk vroeg. Maar, hoe het leger bewapend zal zijn, uit hoeveel regi menten infanterie, artillerie, cavallerie, genie enz., het zal zijn samengesteld, zulke vakkwestie leent zich niet voor een referendum. Een vak kwestie is ook het Ned.—Belgisch Verdrag. Of we onze Zuiderburen Grossier WAALWIJK. economisch tegemoet kunnen treden, daèrover behoeft geen referumdum te worden gehouden, want elke Neder lander wil op die wijze van zijn broe- derschapsgevoel doen blijken. Maar. hoe ver we dan gaan kunnen, of een kanaal hier dan wel dèèr behoort te worden gegraven, de scheepvaart op deze of andere wijze op de Schelde geregeld behoort te worden, de finan- cieele opzet al dan niet juist is, dat is iets, wat we ter beoordeeling moeten overlaten aan de menschen, die we hebben afgevaardigd om al hun De Echo van het Zuiden. Waalwpselif en Lii'slraalsrkr Courant Dit blad verschijnt WOENSDAGENZATERDAG, AbonnementpriJs per 8 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden strikken, gelden, ens. franco te zenden aan den Uitgever. £rijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimam 1.50. Bfl contract flink rabat Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 nnr in ons beüt zijn. van DE ECHO VAN HET ZUIDEN". OF 27) Als een zuster, zei Prosper bitter, ja dat is het woord dab gij op dien dag uit- •spraakt. toen gij my uit uwe nabijheid ver bannen hebt. Een zuster! Waarom hebt gfl my dan drie jaar lang zooveel hoop gegeven? W as ik dan een broer voor u, op den dag, «lat wy samen naar Notre Dame te Four- vières ter bedevaart gingen, toen gy iny op den dag, nadat wy elkaar aan den voet van iet altaar eeuwige trouw hadden gezworen een medaille om den hals liingt, met de woor- h m ®ewaar altyd terwille van myn liefde, het zal u geluk aanbrengen. Madeleine poogde hem met een zacht, smeekend gebaar tot zwygen te brengen, maar hy gaf daar geen acht op. Dat is een jaar geleden, ging hy voort, en nog geen maand daarna gaaft gy my myn woord terug en dwongt gy my de belofte af u nooit weer te zien. Als ik maar wist met welke daad of welk woord ik u had kunnen grieven. Maar gy hebt my niets willen verklaren. Gy verjaagdet my. en om u te gehoorzamen, heb ik allen doen gelooven, dat ik my vrywillig verwyderde. Gy hebt my gezegd dat er een onzichtbare hinderpaal tusschen ons gekomen was, en ik heb u ge loofd. Doch die hinderpaal is uw hart Ma deleine. Toch heb ik dat aandenken altyd zorg vuldig bewaard, het heeft my geen geluk aangebracht. Onbeweegiyker en bleeker dan een stand beeld, had Madeleine het hoofd onder dien storm van een hevige hartstocht gebogen Groote tranen biggelden langs liaar wan gen. Ik had u gezegd, te vergeten, zei zy. Vergeten, hernam Prosper woedend vergeten? U? Kan ik dat? Heb, ik het in myn macht, om alleen door myn wil myn bloedsomloop te stuiten? Om te vergeten, om myn hart stil te laten staan, is er slechts één middel... De dood! Dat woord, op zoo beslisten toon ge sproken, overmande Madeleine. Ongelukkige, riep zy uit. Ja, wel ongelukkige, duizendmaal on gelukkiger dan gy kunt denken. Gij kunt niet beseffen wat ik lyd, als ik iederen morgen weer opnieuw moet begrypen hoe ongelukkig ik beu en tot. my zelf moet zeg gen Het is gedaan, zy bemint my niet meer. Hoe kunt gy over vergeten spreken? Ik poogde liet verledene, dat my zooveel deed lyden uit myn hart te bannen, doeli alles tevergeefs. Al bezweek het lichaam, de onuitwisch- bare gedachte bleef steeds waken. Gy ziet wel, dat ik aan rust moet denken en naai den dood verlang. Ik verbied u die woorden te spreken. Men kan dengeen die men niet bemint, niets verbieden, weet gy dat Madeleine? Met een gebiedend gebaar onderbrak Ma deleine hem, alsof zjj had willen spreken en wie weet, misschien alles ophelderen en verklaren. Maar een plotselinge ingeving hield haar terug; zy maakte een wanhopige beweging en riep Groote God, dat is te veel. Prosper scheen dien uitroep verkeerd uit te leggen. Uw medeiyden komt te laat, zei hy met treurige onderwerping. Er is voor hem, die zoo als ik, een langdurig geluk gekend heeft, geen geluk meer mogeiyk. niets kan my meer aan het leven binden. Gy hebt alle geloof in my ge dood; ik verlaat de gevangenis, door myn vyanden anteerd. Wat te doen? Tevergeefs vraag ik het my afer bestaat voor my noch hoop noch geluk. Waar ik om my heen zie, vind ik slechts verlatenheid, wanhoop m en schande. Prosper, myn vriend, myn broeder, als fry wist Ik weet slechts één ding, Madeleine, dat is, dat gy my bemind hebt en my niet bemint, maar dat ik u wel bemin. Hy zweeg, liy hoopte op een antwoord, dat echter niet kwam. Plotseling werd de stilte door een ge- smoorden snik verbroken. Het was de kamenier van Madeleine, die by den schoorsteen zat. Madeleine had haar geheel vergeten. Prosper, die by zyn binnen komst ver ward was, had haar niet opgemerkt. Nn keek hy haar aan. Dat meisje, als een kamenier van netten liuize gekleed, was Nina Gipsy. Prosper's medeiyden was zoo groot, dat hy geen woord kon uitbrengen, het vreese- lyke van zyn toestand vernietigde hem. Hy stond daar tusschen twee vrouwen, die over zyn leven beschikt hadden, tus schen Madeleine, de trotsche erfgename, die hy beminde en die hem terugstootte en Nina Gipsy, het arme meisje, dat hem be minde en hy versmaadde. En zy had alles gehoord, die arme Nina, zy had gehoord, hoe haar beminde zyn liefde aan een ander verklaarde. Door wat hy zelf leed, voelde Prosper, wat zy had moeten lyden, want zy was niet alleen in het tegenwoordige getroffen,maar evenzeer in het verledene. Hoe fel moest haar ver driet en haar toorn zyn, nu zy hoorde, hoe Prosper haar altyd bedrogen had. Iiy ver wonderde zich dat Nina de driftigheid in persoon stil bleef zitten weenen, maar niets zei en hem niet verwenschte. Madeleine daarentegen was, sinds Pros per zweeg, er in geslaagd, haar kalmte te herwinnen. Langzaam, alsof zy zelf nau welijks besefte, wat zy deed, bad zy haar mantel opgenomen, die op de canapé lag, en toen zy aangekleed was om te vertrek ken, naderde zy Prosper en zeide: Waarom zyt gy gekomen? wy hebben beiden onzen moed zoo noodig. Gy zyt on gelukkig, Prosper, ik ben nog veel ongeluk kiger. Gy hebt het recht u te beklagen, maar ik heb zelfs niet het recht een enkele traan te toonen en hoewel myn hart gebroken is, moet ik altyd met een glimlach op de lip- IICHT OEOOlO GRATIS ALTIJD otiun ROOKTABAK ZACfiT R00DE-5TEP ft Cl 'HtODODUS NIEMEIIJEIR ÜDOMINOf m OVCflM STtfOS VEOSCrl VfCSSIJOaABQ pen verschijnen. Gy kunt troost zoeken by uwe vrienden, ik heb geen anderen ver trouwde dan God. Prosper poogde een antwoord te stame len, doch de woorden verstomden op zjjn lippen; hy dacht te zullen stikken. Ik wil u wel zeggen, vervolgde Made leine, dat ik niets vergeten heb. Maar laat die zekerheid u geen hoop geven, want voor ons bestaat er geen toekomst Als gy my bemint, zult gy biyven leven. Gy zult niet zoo wreed zyn, my by al myn verdriet dat van uw dood ook nog te wil len toevoegen. Misschien zal er eens- een dag komen, waarop ik my rechtvaardigen kan, en nu, myn broeder, myn eenige vriend, vaarwel, vaarweltegeiyker- tyd hoog zy zich over Prosper^ drukte een vluchtigen kus op het voorhoofd van den ongelukkigen jongen man en verwyderde zich daarop, haastig door Nina Gipsy ge volgd. Prosper was alleen. Het was hem, alsof hy eensklaps uit een droom ontwaakte. Nu gaf hy zich pas rekenschap van wat er ge beurd was en vroeg zich af of hy niet ge droomd had. Ily kon zich niet van dien machtigen invloed losmaken, welke de man die hy 's morgens voor het eerst gezien had, op hem uitoefende. Over welke geheimzinnige macht be schikte toch die onbekende, om alle om standigheden naar zyn wil te regelen? Hy scheen alles te raden en te voorzien, hy kende Cavillon, wist precies wat Madeleine deed en had de onafhankelijke Nina tot ge hoorzaamheid weten te dwingen. Hy had zich op het oogenblik, dat mynheer Verdu- ret binnenkwam, zoo opgewonden, dat hy, als een woedende, bleek en dreigend op hem afging en hem op barschen, ruwen toon vroeg: Wie zyt. gy? Deze scheen over dien uitval slechts ma tig verwonderd en antwoordde: Een vriend van uw vader, weet ge dat niet? Dat is geen antwoord, mynheer. In een oogenblik van verwarring heb ik myn vrijen, wil in handen van een onbekende ge legd, maar nu O, wilt ge myn levensbeschryving? Wie ik hen, wie ik geweest ben? Wat kan u dat schelen? Ik heb u gezegd, dat ik u redden zal en nu ls de hoofdzaak, dat ik u red. Maar ik heb toch het recht te weten, op welke wyze u my redden wilt. Waarom? Teneinde my daarin te voegen of my er tegen te verzetten. En als ik er voor insta, te zullen sla gen? Dat is my niet genoeg, mynheer, en ik zal er my niet mee vereenigen, nog lan ger geen meester over myn vryen wil te zyn en zonder voorbereiding aan zulke ont moetingen blootgesteld te worden, als die van zooeven. Een man van myn leeftyd moet weten wat hy doet. Een man van uw leeftyd, Prosper, neemt, als hy blind Ls, een gids, en is niet zoo vermetel, hem, die hem leidt, den weg te willen wyzen. De toon, waarop de heer Verduret sprak, half spottend, half medeiydend, was niet geschikt de steeds aangroeiende drift van Prosper tot bedaren te brengen. Als het er zoo mee gesteld is, mynheer riep hy uit, dan bedank ik u voor uw ver dere diensten. Waar ik den stryd opvatte, myn eer te verdedigen, deed ik het in de hoop, dat Madeleine nog eens tot my zou terugkeeren. Nu ik weet, dat alles tusschen ons uit is, trek ik my uit den stryd terug. Dit besluit van Prosper kwam zoo on verwacht, dat de heer Verduret er van schrikte. Gy wordt gek, zei hy. Neen, ongelukkiger wyze, noen. Made leine l>emint my niet meer, al het andere is my onverschillig. Iiy sprak zoo beslist en overtuigend, dat de heer Verduret er door bewogen werd. Dus. hernam hy, vermoedt gy niets? Hebt gy de beteekenls van hare woorden niet kunnen vinden? Hebt gy geluisterd? vroeg Prosper driftig. Ik beken het. Mynheer Ja. het is misschien niet zeer kieech, maar het doel wettigt de middelen. Ik fe liciteer er my zelf mee. dat ik geluisterd heb, want nu kan ik tot u zeggenWat meer moed, mejuffrouw Madeleine bemint u en heeft u altyd bemind. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 1