t Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen BiCCELMR? Accountantskantoor H VERHOEF. (1 V i Co. er. MAK WONDER IS£¥ IS F E Cl I L L f, T 0 De Rooij-Bourgonjen Ui UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDBUKKEBIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT drie bladen. tiËRSTE BLAD GEMEENTERAAD. Telefoon No 156, WAALWIJK. BELAST ZICH MET: HET OPMAKEN VAN BALANSEN; HET INRICHTEN EN CONTROLEEREN VAN BOEKHOU DINGEN e. d. 37323 HET BEHANDELEN VAN BELASTINGZAKEN. BILLIJKE CONDITIES. Grossier i WAAL WIJK. NUMMER 13. ZATERDAG 12 FEBRUARI 1927. 50e JAARGANG. vaa net Zuiden, eu liiisstriitsrkf Courant Dit blad verschyut WOENSDAG EN ZATERDAG. Abomiementprfls per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*, franco te zenden aan den Uitgever. PrtJs der Advertentiën: 20 cent per regelminimam 1.50. BtJ contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om nlterlijk 9 nnr in on* bezit cön. GEMEENTERAAD HAARSTEEG. Openbare vergadering van den Raad dezer gemeente op Dinsdag 8 Februari 1927, des nam. om 5 uur. Wegens ziekte van Burgemeester van Bokhoven, staai de vergadering on. der leiding van wethouder J. van En. gelen. Aanwezig alle leden. De notulen der vorige vergadering werden na voorlezing onveranderd vastgesteld. 1. Ingekomen stukken. Ingekomen is o.m.: a. een besluit van Ged. Staten tot verdaging der begrooling 1927; b. een besluit van den Commissaris der Koningin waarbij de heer I. A. Buys wordt benoemd als lid van 't col lege van Zetters; c. mededeeling van den heer v. d. Wiel, dat hij zijne benoeming als lid van het stembureau aanneemt; d. schrijven van den heer Buys, dat hij zijnei benoeming als lid van het Stembureau niet aanneemt; e. verzoek v. h. Wit'€h*'Ic Kruis om een subsidie van ƒ10 25. v.d. Dobbelsteen. Ik meen dat we hier in Haarsteeg een onderafdeeling hebben van het Wit.Gele Kruis. Wan. neer we subsidie geven dan kan dat wel aan onze plaatselijke af deeling. Voorzitter. De kwestie is, men heeft de kinderbescherming in andere banen moeten leiden, waardoor men geld te kort komt. v.d. Dobbelsteen, 't Nut hiervan valt niet te ontkennen, maar indien noodig zou ik toch eerst plaatselijk willen ge ven. AI deze stukken werden voor ken. nisgeving aangenojnen. f. Schrijven van den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, waarbij deze gemeente 't kapverbod wordt opgelegd. (De gemeente had n.l. 't plan opgevat om 91 iepenboomen te kappen). Wel zal de gemeente een zes. lal iepen mogen kappen. Wordt voor kennisgeving "aangeno men. g. Verzoek Van A. v. d. Weij, om van de gemeente een stukje grond te mogen koopen voor dq vergrooting van zijn huis. De Voorzitter zegt, dat er wel eenig bezwaar tegen verkoop is, omdat men den veldwachter dan een stuk van zijn tuin zon moeten ontnemen. Dit komt spr. niet gewenscht voor, omdat de tuin voor den veldwachter een onderdeel van zijn salaris uitmaakt. De Secretaris licht deze kwestie nog nader toe. De heer v. Vrede meent, dat Vugts later een gedeelte van den tuin erbij heeft gekregen. Van HëmertMen zou kunnen na. gaan op welke voorwaarden de veld wachter destijds werd benoemd. De Voorzitter zegt, dat bij de benoe. ming van den veldwachter 't huis met tuin is toegezegd. Toen was nog een ge. deelte tuin hij een ander in huur maar de veldwachter heeft er dit later toch weer bygekregen. Besloten wordt het verzoek aan te houden. De Voorzitter deelt mede, dat, nu de gemeente den steiger niet meer wenscht te onderhouden, een en ander aan 't Rijk moet worden overgedragen. Van de heeren Schauen, Almkerk, en M. Vissers, Drunèn, is hiricht ingekomen, dat zij zich met de opruiming van den steiger willen belasten mits het daar afkomende materiaal eigendom wordt van den opruimer. Schauen stelt de conditie op 145 en M. Vissers op 100. Voorts deelt spr. nog mede, dat de keien niet aan de gemeente doch aan het Rijk behooren. Toen het Rijk dit meedeelde, was reeds de helft van de steenen opgeruimd De Secretaris deelt mede, dat hem door den opzichter werd gezegd, dat deze wel kans zag om bij opruiming de keien voor een gering bedrag voor de gemeente le koopen. Ofschoon de kans héél klein is, is de mogelijkheid toch niet uitgesloten, dal het Rijk eischt van de gemeente om alle keien weer op de plaats te brengen, v. Vrede. Dal zou een strop zijn. Wijikel. Eerst dachten we dat de keien van de gemeente waren en latei- wisten ze allemaal te zeggen: die zijn van 't Rijk. h. Verzoek van den Nederl. R. K. Bond van Houtbewerkers enz. te Utrecht, om een steunregeling in hei levei: te roepen voor werkloozen. v.d. Dobbelsteen. Dal dit schrijven van „DE ECHO VAN 1IET ZUIDEN OF 31) -Maar do zware eikenhouten deur was ge sloten en mijnheer Verduret kon haar niet '>1)011011. Hoe onvoorzichtig, prevelde hij spfl- móest toch altijd zijn instrumenten »J zieli hebben. Een slot. dat met een spij ker te openen is en dan niet eens een haak oi oen stukje y zeidraad te hebben. Het onnut van zjjn pogingen inziend, ver- lot liy de deur 0111 de ramen te onderzoeken, lelaas, de blinden waren allen toe en zorg vuldig vastgezet. Mijnheer Verduret was zeer teleurgesteld, ny liep als een vos ronl oon kippenhok 0111 het huis, woedend, een toe gang zoekend, zonder dien te vinden. Daar hy er niets beters op wist. ging hij daar 111 den tuin staan, waar het verlichte venster het best te zien was. Ais wy ten minste maar konden zien, nep hy uit. I'e weten dat daar, daar, en hij wees met de vuist naar het raam. de sleutel van het raadsel is, en dat wy alleen door die dertig of veertig voet van die twee verdie pingen gescheiden zijn Nog nooit was Prosper zoo verwonderd ge weest over de bewegingen van z.yn vreemden metgezel. Hy deed, alsof by by zich tehuis was, in plaats van in een tuin. waar hy bin nengedrongen was, hy liep zonder eenige voorzorg rondhet scheen dat hy aan zulke tochten gewoon was en zyn positie heel na tuur ïyk vond. Hy sprak over het openbreken van een deur van een bewoond huis als een burgerman over Jiet openen van zyn tabaks doos. Bovendien scheen hij ongevoelig voor het vreeselyke weer te zyn, voor den wind on den regen, die nog altyd in stroomen neer viel. Hy was het huis genaderd en berekende alles, nam de maat op, alsof hy het wanho pige plan had. langs dien gladden muur naar boven te klimmen. Ik wil zien, herhaalde hy, ik moet zien. Opeens doorkruiste Prosper een gedachte uit vroegeren tyd. Er moet hier een lad der zijn, riep hy uit. 77. En dut ze# se nu eerst? Waar? Zy liepen er heen en vonden haar langs den muur liggen. Doch toen zy ze opgezet hadden, bemerk ten zy, dat. <le ladder te kort was, zelfe als ze dezelve zoo steil mogelyk plaatsten.. Ze bleef nog wel zes voet van het verlichte raam verwijderd. Wy kunnen er niet hy, zei Prosper ont moedigd. Wy kunnen er wel hy. zei de heer Ver duret zegevierend. Hy ging daarop op een meter afstand met zyn gezicht naar het huis staan, greep de ladder, lichtte haar voorzichtig op en zette haar op zyn schouders, haar zoo hoog mo gelyk met de handen steunend. De himlei- paal was dus overwonnen. Zoo, zei hy tot Prosper, klim er nu op. Deze aarzelde geen oogenbllk. De opwin ding over de overwonnen moeilykheid. de hoop op den goeden uitslag, gaven hem nu kracht en vlugheid, die hy zichzelf nog nooit toegekend had. Hy sprong zonder hulp op de onderste sporten en klom naar 'ooven, terwyi, de ladder schudde en waggelde. Nauwelyks had hy boven den dorpel van hot raam gekeken, of hij slaakte een gil, die door den storm overstemd werd en liet.zich naar beneden glyden of heter gezegd vallen en riep EllendelingEllendeling Met een buitengewone vlugheid legd.* de heer Verduret de ladder op den grond en wendde zich tot Prosper. vreezeiule dat hy zich bezeerd had. Wat is er? vroeg hy. Wat hebt gij ge zien? De val was hard geweest, maar hy bevond zich in een toestand, waarin de geest het lichaam in ons zoo belieerscht, dat men on gevoelig is voor pyn. Wat er is, antwoordde hy met doffe stem, Madeleineversta my wel, dat Ma deleine daar in die kamer is, alleen met Raoul. De lieer Verduret was verwonderd. HJj, de man van ondervinding, had' zich in zyn ver moedens bedrogen. Hy wist wel, dat een vrouw by Raoul ivas, maar hy dacht 11a het briefje gelezen te hebben, dat Nina hem in het koffiehuis gezonden had. dat die vrouw mevrouw Fauvel was. Kunt gy u niet vergissen? vroeg hij. Neen mynheer, neen. Ik zou geen an dere vrouw voor Madeleine kunnen aan zien. O, gy hebt haar gisteren gehoord, ant woord mij, had ik zulk een schandelijk be drog kunnen vermoeden? En gy, die beweer- det, dat zy my beminde. De heer Verduret antwoordde nie'. Eerst door zyn vergissing verward geworden, zocht hy er da oorzaken van op en zyn ver nuft begon die reeds te ontdekken. Dat is dus liet gefoeim, dat Nina toe vallig vernam, zeide Prosper. Madeleine, die edele en onschuldige Madeleine, die ik ver trouwde als myn moeder, is de beminde van dien valschaard, die zelfs zyn naam gestolen heeft. En ik. onnoozele die ik ben, ik had van dien ellendeling myn besten vriend ge maakt. Hem vertelde ik my*n angst en myn hoop en by hun samenzyn spotten zy na- tuuriyk over inyn belacholyke liefde, myn domheid, mijn Hy zweeg, door zyn woede overmand. Geen smart is zoo hevig, als het verlies van eigen waarde. Maar nu is het genoeg, hernam hy met een stem, die van toorn trilde, men zal niet zeggen, dat ik hy de bloedigste beleedigingci gezwegen heb. Iiy ging op het huis af. maar de heer Verduret, die liem. voor zoover «a duisternis het toeliet, gadesloeg, hield hem tegen. Wat wilt gy doen? My wreken. O, ik zal de deur wel kun nen openbreken nu ik voor geen geraas meer vrees, nu ik niets meer te verliezen heb. Ik probeer nu niet meer als een dief stil in huis te sluipen, ik wil er al9 meester b'nnen- komen, als een doodeiyk beleedigde, die re- zou komen, wist ik al voor twee jaar. We zullen er toch op de een cf andere manier aan moeten. De kwestie is nu: hoe zal de regeling functioneercn. Misschien weet U, (Voorzitter) wel meer of kunt U advies geven? Voorzitter. Neen, maar de secretaris kan misschien wel een toelichting ge. ven. De Secretaris licht toe, dat B. en W. eenzelfde kwestie in de gemeente Vlij. men hebben gevolgd. Daar is de aan. vrage nog aangehouden, en nu is er wel iets voor, dit ook hier te doen en af wachten wat andere gemeenten doen. De heer v.d. Dobbelsteen kan zich hiermede vereenigen. Maar misschien zijn er wel reeds uilgelrokkenen, zegt spr. Wat moet men daarmee? Spr. is wel voor een steunregeling maar dan moet er ook voor gewerkt worden. Van Hemert. Natuurlijk moet men er iets voor doen. De Secretaris merkt op, dat de kwes. tie voor deze gemeente nog niet urgent is. Als de gem. Vlijmen is voorgegaan, dan kan men nog zien, als de nood dan aanbreekt, kan. de Raad in een spoed, vergadering bijeenkomen. Besloten wordt <jit punt aan te hou. den. i. Van Gedeputeerde Staten is het volgende besluit ingekomen: Voorgenomen de begrooting van plaatselijke in komsten <ler Gemeente HEDIKIIL'IZEX voor het jaar 1927, vastgesteld door den Rand dier Ge meente in zijne openbare vergadering van 12 Oc tober 1926; Overwegende, dat op «ie door Burgemeester en Wethouders der Gemeente Hedikhuizen opgemaak te ontwerp-begrooting voorkwam een post ad 1150 gulden voor a. jaarwedde van den ambtenaar ter secretarie 500,— b. .Jaarwedde van den Gemeentebode ad 650 benevens een post ad 40,voor toelage voor on derhoud van het rijwiel van d*Gemeente-bode; kenschap komt vragen. Gy zult dat niet doen, Prosper. Wie zal hot my beletten? Ik! U, neen, hoop dat maar niet. Hem over vallen, dooden en dan zelf sterven, dat wil ik en dat zal ik doen. Indien de heer Verduret geen buiten gewone kracht had bezeten, zou Prosper hom ontsnapt zyn. Zy worstelden even, waarna (1e heer Verduret hem tot kalmte bracht. Als gy leven maakt is al onze hoop verloren. i Ik heb geen hoop meer. Raoul zal op zijn hoede zy'u en ont snappen en gy zult nooit in uw eer aer^t ,'A worden. Wat kan my dat schelen Maar my. ongelukkige, maar my, die gezworen heb uw onschuld te hevryz?n. Op uw leeftyd vindt men wel een o.ndere be minde, maar zy'11 eer niet zoo ge-makke ijk terug. Waar de hartstocht in het spel is. voelt men niets van de buitenwereld. De lieev Ver duret en Prosper stonden in den regen, door en door nat, met hun laarzen in den modder en twistten er op los. Ik zal my wreken, herhaalde Prosper met de waanzinnige koppigheid van een idee fix, ik wil my wreken. Wel doe het, riep de heer Verduret, die ook hoos werd. maar dan tenminste als een man en niet als een kind. Mynlieer. Ja, als een kind. Wat zult gy doen. als ge eens in dat huis zyt? Gy' hebt immers geen wapens. Gy zult u dus op Raoul wer pen en man tegen man met hem vechten? In dien tyd is Madeleine by haar rytuig en dan? Zult gy dq sterkste zijn? Prosper zweeg, overmand -door het gevoel zijner onmacht. Waartoe ook wapens, vervolgde de heer Verduret, men zou wel krankzinnig moeten zyn een man te dooden die men achter slot en grendel kan laten zetten. Maar wat dan te doen? Wachten, de wraak is- een heeriyke vrucht, maar zy moet ryp zfln. Prosper was overtuigd. De heer Verduret begreep het en kwani met een argument voor den dag, dat hy to.t het laatst bewaard had. <1o> -cdfft-erv er- op qeifHd oierqero \/ind' men eer> mcrH .301 mei zcVWee" mry bereid en dourby vout tóó'n mariqen pru» verkrqqbiior «A/elk merk l^> dal' ir Jnwinn .Ier Nerierlandscht pyprooKem A0AH Nifneijco MOn-G». «Int de Rand bij de vaststelling der begrooting 1 heeft besloten deze posten te doen vervallen dat 's Raads besluit ten doel had. Burgemeester en Wethouders te dwingen genoemde ambtenaren te ontslaan; dat de Raad zich nader In zijne vergadering van 21 December heeft verklaard op onderhavige Bc- grooting alsnog een bedrag van 100,— uit te trek ken als Jaarwedde voor «1e Gemeentebode, on«ler voorwaarde «lat «lie bode slechts halve dagen dienst heeft te tloen; dat eéhtcr bij koninklijk besluit van 1 Septem ber 1925, Nr. 24, beschikkende op het beroep in gesteld door den raail van Hedikhuizen tegen hun Besluit van 25 Maart 1925 G. Nr. 332, waarbij goedkeuring-Is onthouden aan «1e begr«>oting dier gemeente voor liet jaar 1925, is beslist dat „aan het ambt van gcmccntebodc, waarin blij vend moet worden voorzien, nu «1e gemeenteveld wachter geen filelisten als Rode mag verrichten, eenc /ootlanige bezoldiging moet verboiulen blij ven, «lal de ambtenaar met zijn overige verdien sten uit neven-betrekkingen een behoorlijk loon ontvangt"; Wie zegt ons overigens dat mejuffrouw Madeleine voor haar zelf hier is. Zyn wy niet tot de slotsom gekomen, dat z.y zich opoffert? Die sterke wil, die haar gebood u te verbannen, kan haar ook wel tot dien gang gedwongen hebben. Ja, zei Prosper, wie weet Als ik kon zien, zou ik het wel weten, zei de heer Verduret Prosper wachtte even met antwoorden en vroeg toen: Belooft gy my, dan uwe meening te zullen zeggen, de waarheid, hoe pyniyk z.y ook voor my moge zyn? Ik zweer het u op myn woord van eer. Met een kracht die Prosper voor eenige oogenblikken niet gedacht had te bezitten, lichtte hy de ladder op en zette deze op zyn schouders, zooals zyn metgezel zooeven ge daan had. Klim er nu op, zei hy. In een oogenblik was de heer Verduret boven aan het raam. zonder dat de ladder even geschud had. Prosper had goed gezien. Het was Madeleine, die zich op dat uur by Raoul de'Lagors bevond. Verduret zag dat. zij haar mantel aangehouden had. zy stond midden in de kamer en sprak driftig. Haar houding en gebaren gaven een diepe ver ontwaardiging te kennen en een zichtbare minachting. Raoul zat op '11 lagen stoel by den schoor steen en pookte in het vuur. Nu en dan haalde hy <le schouders op. wat zooveel scheen te beteekenen alsr ik kan er niets aan doen. De heer Verduret had er gaarne den gou den ring, dien hy aan do rechterhand droeg, voor gegeven, als hy iets had kunnen ver staan. al waren het maar eenige woorden, maar i>y al dien lievigen wind vernam hy slechts een vaag gemurmel en hy durfde zyn oor niet tegen het raam leggen, uit vrees van bemerkt te worden. Het is een twist, dacht hy, maar geen twist' van een verliefd paar. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 1