(Alle correspondentie, enz te zen den aan OOM wim, „de Echo" te Waalwijk). Lieve Nichtjes en Neefjes. Nu moet ik jullie dan toch eens wat vertellen waarvan je zeker erg zult opkijken. 's Jongens, 's jongens, jullie Oom stond er zelf een oogenblik paf van Luister eens! Toen ik Zondagmiddag m'n kranten eens vlucntig doorkeek kon ik een uitroep van veroazing niet onderdrukken bij het lezen van 't Zondagsblad (Roman bijvoegsel van het Dagblad) „De Avondster". Stel je voor daar lees Ik Het avontuur van het dubbeltje uit fan's spaarpotdoor Bastiaan Dal- meijer en ,De oude stoel". (Da's van „Piet" geachte Redactie „Avondster") Nou. beste vriendjes, wat zegje me daar van Daar plaatst warempel een Dagblad 't werk van mijn jongens, ja Mijnheer de Redacteur van „de Avond ster", ik heb erg knappe neefjes.Sas tiaan is een dapper kereltje van 13 jaar Mijn vriendjes mogen er werke lijk troisch op zijn dat hun werk ook in een Dagblad wordt opgenomen. Ik heb er niets op tegen dat de „Avondster" dit doet, maar als men wil, dan zag ik toch wel gaarne, dat er voortaan eenige bronvermelding plaats vond. En dan mag ik aan de Redactie misschien wel als tegen prestatie verzoeken om mij een extra aantal nos. van „de Avondster" te ge ven. opdat ik er dan mijn vriendjes gelukkig mee kan maken. Voor al mijn vriendjes moet dit feit toch wel een aansporing zijn om ook eens met zorg een verhaaltje te maken Wie weet. of 't i^ordt dan ook nog in een ander blad geplaatst Vriend Pastiaan en Piet proficiat! Zoodra „de Avondster" aan mijn ver zoek heeft voldaan, zend ik jullie een nummer waarin je werk voorkomt. Laat 't deze week eens brieven regenen voor Oom Wim. Denk er aan, zoo rond Paschen krijgen we weer een grooten raadsel wedstrijd! Dan mag niemand ontbre ken. jullie aller OOM WIM Van een vechtpartij met een mooi slot. door OOM WIM. Ze waren samen op school geko men Karei en Bert en vanaf den eersten dag dat de Juffrouw ze naast elkander had gezet, dikke vriendjes geworden. In aanleg en karakter ver schilden ze heel veel, maar dat belette toch niet. dat ze 't best met elkaar konden vinden. Maar 't was niet altijd koek en ei met die tweeNeen hoor, daar waren 't te echte HollandscHe jongens voor. Karei en Bert hadden zich al meer dan eens flink geran seld. Onlangs nog waren ze elkaar minder lief en zacht om den hals gevlogen, 't Kwam zooBert was met een klasgenoot, 't kleine buil je Wieg mans, aan 't knikkeren. Toen Bert 't niet kon winnen, probeerde *e 't door oneerlijk spel. Karei kwam er juist bij en zag 't Hij riep z'n vriend even ter zijde en fluisterde hem in 't oorBert. dat is toch niks aardig van je om op zoo'n manier met Jantje Wilgmans te knikkeren. Bert kreeg een kop als een rooie kool en ontkende. „Ik stechel nie", zei ie nijdig met afgewend gelaat. „Toch heb ik 't gezien", zei Karei zacht, want hij wilde niet graag dat anderen 't hoorden. Maar Jantje Wiegmans had met ge spitste ooren staan luisteren en vol doende van het gesprek opgevangen om daaruit te kunnen afleiden, dat Bert geprobeerd had om hem te be dotten. Nou was 't bultje zelf wel niet altijd een braaf manneke, maar deed gaarne „alsof", en begon toen plotseling tegen Bert uit te pakken, 't Schrale kerehje gilde en krijschte zich bijna buiten adem en zeK in drift heel leelijke leugenachtige dingen van Bert z'n vader, zooals ie ze van zijn broer had gehoord, die bij Berts' vader werkte. Dat was te veel voor Berts' warme gemoed; 't volgende oogen blik had ie den kleinen Jan Wieg mans met één stomp op den grond geslagen. Jantje werd hardhandig be werkt onder de stevige knuisten van Bert. 't Bultje riep moord en brand Karei waarschuwde al een paar maal, maar Bert in z'n drift hoorde niets en ging nog verder. Hij trok de klomp van z'n voet en juist toen ie er 't schreeuwende bultje een har den slag mee op z'n kop wilde geven, kwam Karei tusschenbeide. Met een ruk trok ie Bert van 't krijschende bultje en plaatste zich toen tusschen de vechthanen. „Dat gaat te ver. Bert", zei Karei en hij zag 'm daarbij een oogenblik bl'ksemend aan. Bert hoorde 't niet, hij was heele- maal onthutst door die plotselinge verandering van 't strijdtooneel. Van deze gunstige gelegenheid maakte Jantje Wiegmans haastig ge bruik om alle knikkers op te rapen, ook -die van Bert. Toen poetste ie vlug de plaat. Bert merkte 't niet eens. Woedend keek ie naar Karei „Mot jij je d'r ook mee bemoeije, met dat bult van 'n jongMot jij je 'm nog helpe als ie smerige leu gens van me vader zeid?". Pats! Karei kreeg een mep om z'n ooren dat ze er van tuiten Een oogen blik later rolden de vechtende vrien den om en om over den grond. Ze verschilden elkaar niets in kracht, Karei en Bert, beiden waren voor hun leeftijd van 12 jaar buitengewoon krachtig Die vechtpartij zou zeker héél lang geduurd hebben als er niet toevallig een heer passeerde die de vechtende jongens scheidde met een ernstige vermaning. „'t Is zijn schuld", zei Bert, terwijl ie z'n bloedneus droogde. „Mot je ook nog liege?" beet Karei 'in in verontwaardiging toe. Wat waren 't toch heete koppen als die vreemdeling niet tusschen- Deide was gekomen, dan waren ze elkaar weer in de haren gevlogen „Kom", zei de vreemde heer vrien delijk, die belang begon te stellen in de vurige jongens „Kom, vertel me maar eens eerlijk hoe die ruzie ont staan is" En ja wel, daar begonnen beiden om 't hardst te praten. „Neen, neen", zei de heer, „zóó gaat 't niet, jullie maken 'n lawaai als een troep kakelende kippen. Daar kan ik geen wijs uit worden Hoe heet jij daar met je bloedneus, vroeg ie lachend aan Bert, en jij mannetje met je blauw-oog? Zoo, dan ver tel jij eerst eens Karei. En Karei vertelde wat ie er van wist; hoe hij had gezien dat Bert oneerlijk speelde met 't bultje. „En wat deed jij toen, Karei?" „Toen heb ik t zachtjes aan Bert gezegd." „Waarom deed je't zachtjes Karei Karei draaide even met z'n ant woord. Toen zei ie „Bert is m'n vrienden ik wilde'm nie beschame toentoen er anderen en 't bultje bij waren De vreemde heer klopte Karei heel vriendschappelijk op den schouderen zei: „Karei, dat deed je goed, je bent een goede vriend waarop Bert werke lijk trotsch mag zijn. En verder?" Karei verhaalde precies wat er toen verder was gebeurd. „Is dat zoo?" vroeg de heer nu aan Bert. Bert schopte verlegen wat steentjes voor zich weg en draaide zich met gebogen hoofd half om. Eindelijk kwam 't er met schuldbewustzijn zachtjes uit; „ja ja, mijnheer." „Kijk 's Bert, dat Jan Wiegmans leugens van je vader vertelde was héél leelijk van hem. Dat je hem daarvoor een pak ransel gaf is niet zoo erg. Maar. wie was hier de aarleiding tot de ruzie? Dat was jij toch Bert. Jij had eerlijk moeten zijn bij 't spel en dan was er niets voorgevallen. Maar kom. 't is nu gebeurd willen jullie nog vrienden blijven Beiden antwoordden tegelijk ja. ja Daar had de vreemdeling heusch veel pleizier van. „Zoo mag ik 't hoorenKom, geeft elkander maar de hand dan is alles weer in orde". Bert en Karei reikten elkaar de hand en toen ze mekaar een oogenblik aan keken kwam de zon een lachje in beider oogen leggen. „Jullie zijt aardige makkers, maar niet meer zoo driftig worden jongens Hier, pak aan, je moet me beloven nooit meer met elkaar te zullen vech ten en meteen gaf ie de jongens ieder een dubbelije en ging groetend haastig verder. Bert en Karei zagen elkaar sprake loos aan. Toen zij den vreemdeling wilden na loopen ging ie 'juist een def tig heerenhuis binnen. Met 't dubbeltje in de vuist stapten de vriendjes in gedachten zwijgend verder. Toen ze bij 't kappelleken van „Ons Lief Vrouwke" waren gekomen bleef Bert weifelend staan. „Wat is er?" vroeg Karei. Ietwat bedremmeld antwoordde hij „Karei, datdat dubbeltje komt me niet toe. 't Was mijn schuld allemaal Karei, 'k wil dat dubbelije in 't busje doen voor de versiering van't nieuwe beeldeke van Ons Lief Vrouwke" Dat viel bij Karei in goede aarde Samen offerden zij bereidwillig, baden nog een haastig weesgegroetje, sloegen toen een ruw kruiske en gingen zin gend naar huis. Wat een wonderlijk vriendenpaar toch. Misschien hooren we er nog wel meer van. Voor 't eerst van huls. door Lily Consemulder. Daar stonden ze nu, de kleine Tervoortjes, kant en klaar om met Tan te Jo mee te gaan. Toch stonden hun gezichtjes niet zoo erg blij, als wel te verwachten was van kinderen, die voor 't eerst een spoorreisje gaan maken Geen wondei! Hun goede Moe was ziek, zwaar ziek. Oh, 'twas de laatste weken zoo stil en akelig leeg in huis nu Moe te bed moest blijven. De dok ter had gezegd, dat alles heel rustig gehouden moest worden en daarom was Tante Jo nu gekomen om ze mee te nemen naar't dorp waar ze woonde Ze had hun verteld van hun boerderij, den boomgaard, de groote velden, waar ze met hun drietjes heerlijk spelen konden, van de koeien en de paarden kippen en eenden en ai 't andere dat bij een boerderij hoort. Nu, daar zou den ze graag heengaan. Nu het echter op een^cheiden stond betrokken de gezichtjes en werd er eve- tjes geschreid Toen echter het afscheid genomen was en ze in de trein zaten, waren ze zoo vol van het nieuwe, wat ze zagen.dat ze hun verdriet gauw te boven waren Ze keken door de raampjes naar builen en wezen elkaar op alles, waar zeals 't ware voorbij vlogen. Toen ze op de plaats van bestem ming waren, bezichtigden ze alles en kwamen maar niet uitgekeken. Oom moest een heel verhaal hooren van al les wat ze onderweg gezien hadden De tijd ging spoedig voorhij en't was bedtijd eer ze 't wisten. De twee zus jes sliepen in een ledikant je op et-nt- mooie ruime kamer en Bennie opeen kleinere daarnaast, ze baden hartelijk voor moeder en tante dekte hen toe. zei dat ze nu wel moe waren en dus maar gauw moesten slapen. Bennie en Mienije sitepen dan ook spoedig in Leni, de oudste van 't drietal, kon echter niet in slaap komen. „Hoe zou 't nu met Moe zijn?" dacht ze „Zou ze nog zoo'n pijn heb ber.?„ „Ik heb nog wel zoo'n plezier gehad Ze zal zeker aan ons gedacht hebben Lief Moedertje, ach en ik heb U van daag haast heelemaal vergeten!' riep ze uit en 't overspannen kind begon te snikken. Zach'jes werd deur geopend en trad Tante de kamer binnen. Ze ging naar 't schreiende meisje vatte haar hand en vroeg wat haar scheelde. Leni ver telde 't haar „Maar, lieve kind", zei Tante, zachtjes haar hand streelend Ben je daarom zoo bedroefd Zoo moet je niet doen, hooi! Moe zal 't juist plezier doen als je vroolijk en blij bent denk je zelf ook niet? Of zou Moe blij zijn als ik naar huis moest schrijden dat je hier altijd met 'n treu rig gezicht rondloopt. Wil je wat voor moeder doen, bid dan nog eens ex-ra voor haar en wees lief voor je broer tje en zusje. Droog dus nu gauw je traantjes en ga maar rustig weer slapen. Tante stopte haar nog eens warm onder en met een geruststellend hartje vol goede voornemens, sliep ze nu ook spoedig in. NIEUWS WTT KAATSHEUVEL Kaatsheuvel, 5 Maart 1927 Nog eens de doktersfondskwestie te Kaatsheuvel. Men zendt ons 't volgende ter op name Jl. Zondag had alhier in de groote zaal van het patronaatsgebouw wel willend daartoe door den ZeerEerw Heer Pastoor afgestaan opnieuw eene enorm drukke vergadering plaats, waar de Hoeren Hendriks en Eykemans nogmaals den stand van zaken zouden uiteenzetten en het goed recht der katholieke arbeiders organisatie in deze zouden verdedigen Achter de bestuurs tafel hadden plaats genomen de vol tallige besturen van de R K. Werk liedenvereeniging en het bestaande Ziekenfonds met hun geestelijken Adviseur Kap. Hoekx In de propvolle zaal waar meer dan 400 personen aanwezig waren, merkten we ook op Wethouder de Weijs. Na een kort openingswoord door den heer Pols, waarin hij de aanwezigen van harte welkom heette, leest de Heer Damen de notulen der vorige verga dering en geeft in 't kort eene uit eenzetting van hetgeen het bestuur na dien tijd nog deed Daarna is het woord aan de Heer Hendriks uit's Bosch. Voorde tweede maal zegt spreker thans in Kaatsheuvel te zijn voor zoo'n massale vergadering Zoo'n vergaderingen, aldus spreker ziet men alleen gehouden worden bij eene grootsche of eene verschrikkelijke gebeurtenis. Het schouwspel dat we hier beleven is niet grootsch. integen deel zeer klein en treurig. Waar deze zaak thans het karakter gaat aannemen, waarin het thans is gekomen door het uitgeven door de Heeren doktoren ter plaatse van een circulaire, zal soreker zoo noodig zijne komst tot 20 maSl herhalen. Wij zullen langzamerhand moeten gaan overwegen of er aan het befaamde rapport van het R K Werk liedenverbond nog niet eenige blad zijden moeten worden toegevoegd uit Kaatsheuvel zij het dan niet van werkgevers. Nog nimmer zag spreker een dergelijk optreden door Heeren doktoren waarmede hij toch meermalen in aanraking kwam. Hij betreurt het, dat ook het gemeentebestuur van Kaatsheuvel niet op deze vergadering is uitgenoodigd De tijd is daar, dat ook zij dezerzijds behoorlijk hooren te worden ingelicht. Naar aanleiding van het verslag der laatste vergadering op Maandag 21 Februari kwam er een schrijven in van Dr. Huber en Waar denburg, dat zij het met het gesprokene van Dr. de Both geheel en al eens waren. De vergadering weet dus dat zij op hetzelfde heersebzuehtig stand punt staan Van eenige medezegging schap in het fonds der plaatselijke geneesheeren is absoluut geen sprake. Zij alleen bepalen de prémie, zij alleen beslissen over de al af niet toelating, zij alleen benoemen bode en admini strateur. Onze arbeiders hebben niet anders te doen dan te betalen Wij zuilen zegt spreker in Kaatsheuvel ons eigen fonds houden ondanks alle tegenwerking, waarvan al de leden onzer organisatie (en ook niet leden) lid kunnen zijn. Spreker geeft dan een overzicht van het gesprokene op de bijeenkomst van Maandag j I. met de Heeren medici ter plaatse en Dr Pink hof uit Amsterdam. Spreker heeft niets dan lof voor Dr. Pinkhof, die hier in eene moeilijke positie verkeetde, om dat de Heeren doktoren eenvoudig niet van plan waren met onze organi satie nog langer samen te werken die hun zooals de Heer Roestenberg later opmerkte toch steeds tot den laatsteh cent betaald heeft. Spreker heeft hen op die bijeenkomst meer dan eens gevraagd, maar te willen zeggen welk honorarium per verzekerde ver langd werd, dan was daarover te praten. Hierop bleven de Heeren het antwoord schuldig, waaruit wel blijkt, dat het niet alleen om de centen te doen is. De Heeren zeggen thans dat zij andere financieele waarborgen wenschen. Laat hen dan zeggen welke, over de hoegrootheid der premie zullen we zelf wel beslissen. Spreker meent dat het liberale regiem van gedwongen winkelnerirfg hetwelk in deLangsbaat zoo lang regeerde, nog niet overal is uitgestorven. Als altijd zegt spreker zijn en blijven wij tot elk behoorlijk over leg bereid. Waar het er hier evenwel blijkbaar om gaat een fonds dat sinds 1906 reeds bestaat en daarmede onze katholieke werkliedenorganisatie een gevoelige klap toe te brengen, daar vertrouwt spreker dat geen enkel lid onzer organisatie zich als lid van het fonds der Heeren doktoren zal laten inschrijven, maar meer dan ooit als één man achter hun bestuur zullen staan tot verdediging en grootmaking van eigen bond en instellingen. Daarna komt aan het woord de Heer Eijkemans die meer speciaal de waar schuwing der Heeren doktoren zal bespreken. Spreker pakt deze waar schuwing in drie deelen samen, n 1 een uitgesproken tendens van puur Materialisme, misleidend vooi onzt arbe ders en schadelijk voor het pres tige der Heeren medici. Spreker wijs' er op dat van eenig idealisme voor zijn patiënt of eenige christelijk» naastenliefde in de geheele circulaire niets te vinden is. Niets anders dan koud materialisme van geld en nog eens geld. Dat schijnt ^oor de Heerei medict ter plaatse het eerste en voor naamste gebod. Waarom zegt sprekei waarborgen Die waarborg geven wij in het batalen door eenige honderden arme arbeiders van hunne wekelijksch» premie. Daarenboven heeft onze katho lieke arbeiders beweging als zoodanig ook nog eenig prestige op te houden, al is het van een ander gehalte al- van sommige anderen Overigens wijst ook hij er op, dat zij nimmer naar eenige waarborg vroegen. Spreker wijst er op, dat Dr. de Both zich eerst nog meende te kunnen vastklampen aar. het Bisschoppelijk Comm., waarin vol gens hem niet stond, dat wij dokters fondsen mogen stichten Spreker vraag' zich af, of een dergelijke wijsheid soms te vinden is in de Telegraaf? Nu zoekt men een andere uitvlucht en vraagt men waarborgen. De waarschu wing der Heeren is ook misleidend Men tracht daardoor de menschen bang te maken door het te willen doen voorkomen, dat onze organisatie straks tegenover hen niet aan hare verplich tingen zal kunnen voldoen. Wij zouden willen vragen of de Heeren kunnen zeggen, dat onze organisatie ooit tegenover hare leden zijne verplichtin gen niet nakwam? Hij kan daarin niets anders zien, dan eene poging om onze leden van onze katholieke orga- nisatie's bang en los te maken. Daar tegen moet met alle kracht worden opgekomen door elk weldenkend mensch. Op de derde plaats vraagt spreker zich af al hebben wij dat niet ter onzer verantwoording of op een dergelijke wijze, met het uitgeven van dergelijke pamfletten het prestige van hen en hun geheelen stand wel is ge diend. Spreker meent als we hiervan een exemplaar aan hun vertegenwoor diger te Amsterdam opzenden, dat Z Ed. hiervan vreemd zal opzien. Tot slot dringt ook hij er op tan, dat allen lid zullen worden van ons eigen doktersfonds, hetwelk eerlang zal gerugsteund worden door een te stichten Diocesaan doktersfonds. Zorgt zegt spreker dat hier in den kortst mogelijken tijd een 3 k 400 tal huis gezinnen lid zijn van ons eigen fonds, dan zullen wij wel eens zien met een inkomen van f 6000 k f 7000.— per jaar wat wij te Kaatsheuvel te doen hebben. De zaak heeft en houdt de volle belangstelling van het Diocesaan bestuur en wij zullen al het mogelijke doen om een aanslag op deze wijze op onzen bond en zijn instellingen af te weren. Alsnu vraagt de geestelijke Adviseur het woord. Spreker zegt dat hem onze katholieke werkliedenvereniging zeer sympathiek is. Hij brengt een woord van warme hulde en dank aan den Heer Eijkemans. die van den beginne ai later bijgestaan door een te dezer zake meer deskundige deze zaak tot zijne groote tevredenheid heeft verdedigd en bïtnrtigi Sinker zegt dat op den tweeden Paaschdag het nieuwe vaandel voor onze werkliedenvereniging zal worden gewijd. Hij noopt en vertrouwt onder dat vaandel onze werklieden vereniging en ons eigen doktersfonds zal mogen greeien en bloeien. Wethouder de Weijs. zegt aan den Heer Hendriks dat hij ongenoodigd zeer gaarne naar deze vergadering is gekomen Hij geeft de verzekering, dat de kwestie al reeds in hun college ter sprake is geweest. En al kan hij er niet verder over uitweiden, gaarne geeft hij de verzekering dat het college van B en W. zeer s-y.npathiek tegen over ons streven staat en er van hunne zijde op zijn voorzichtigst gezegd zeker geen tegenwerking is te verwachten. 0 Nog werd medegedeeld, dat een schrijven van de Heeren doktoren was ingekomen, dat zij niet ter vei gadering aanwezig zouden zijn, omdat er eene onjuiste en eenzijdige voorstelling van zaken was gegeven in de peisü Wij kunnen begrijpen, zegt de Heer Hen driks nog, dat zij publicatie van een en ander eenigzins onbehaaglijk vinden. Wij hebben evenwel niets te verbloe men en zullen ook voor de toekomst het publiek van Kaatsheuvel en om geving gaarne op de hoogte houden van den gang van zaken. Nadat nog eenige vragen waren ge steld door de aanwezigen, die door den Heer Eijkemans ten genoegen van allen waren beantwoord, wordt de vergadering met een speciaal woord van dank aan den Geestelijken Advi seur en Wethouder de Weijs voor hun moreelen steun, alsmede aan de beide sprekers van dezen middag op de gebruikelijke wijze gesloten. Het fonds der werkliedenvereniging wordt thans met a le kracht voortgezet. De bode van het ziekenfonds is voor- loopig tot bode benoemd, zoodat allen zich bij hem kunnen opgeven of aanmelden, alsook bij alle bestuurs leden. Euphonia. De groote tooneeluitvoering dooi- de Tilburgsche Tooneelvereeniging „Von del" Dinsdag 1 Maart in Euphonia ge geven, is een groot succes geweest. We meldden reeds in ons nummer van voor acht dagen terug, dat „Vondel" over prima krachten beschikte. Zij die het drama „Onder één dak" van deze vereeniging gezien hebben, zullq/i moe ten getuigen, dat we niet te veel schre ven. Er is één roep gegaan over 't keu rige spel, vol gevoel en uitdrukking en toch ongekunsteld vrij. 't Was te zien, de dames en heeren van „Vondel" komen meer voor 't publiek en staan onder goede leiding. Geen pathos in woord of gebaar, doch gemakkelijk heid in geheel 't optreden, beschaafd en van goede, dictie. Vooral het spel van Wolter en Antje de heer J. Jan sen en Mej. A. Liebrchts was keu rig, terwijl ook Jan Smid de heer A. Bolsius onverbeterlijk te noemen was. We noemen hier namen, doch we moesten het eigenlijk niet doen, daar dit den waan zou wekken dat de an dere acteurs en actrices minder vol maakt waren, wat in geen enkel op zicht waar was. We kunnen over allen niets dan lof geven en hopen het ge zelschap spoedig in Kaatsheuvel terug te zien. Industrie. De drukte in de schoenindustrie, die andere jaren deze maanden kenmerkt, laat zich dit jaar nog niet overal gevoe len. Er heerscht een opvallende slapte over 't algemeen. Slechts enkele fabrie ken hebben enorm veel werk en hebben reeds overwerkvergunning gevraagd en verkregen. De toestand van hier wordt ook in andere plaatsen van schoenindustrie waargenomen. Festival. Zondag a.s. om 12 uur zal er een ver gadering gehouden worden van alle sub.comité's die uitgenoodigd zijn voor de organisatie der te'vieren Internatio nale Muziekfeesten op 4, 5 en 6 Juni a.s. mede te werken. NIEUWS UIT HEUSDEN. Heusden, 3 Maart 1927. De sprei, verloot ten bate van het Diaconessenhuis, is ten tweeden male verloot en viel ditmaal op No. 169. De heer A. Vos, die als lid van de Gem. Zangver. „Crescendo" benoemd was tot 2en penningmeester van den Bond van Zang. en Muziekgezelschap pen in deze streken, heeft die benoe ming niet aangenomen. Dinsdagmiddag viel de tienjarige J. M. al spelend van den aanlegsteiger in de Maas. Gelukkig waren een paar menschen bij de hand, die hem grepen, toen hij een keer boven water kwam, zoodat dit ongeval bijzonder gunstig af liep. De V-den der pluimveevereeniging „Heusden en Omstreken" met hunne huisgenooten zijn in de gelegenheid ge steld kosteloos de film te bezoekei*, die a.s. Zondag onder leiding van Dr. Ten Hennepe in hotel „Noord-Brabant te 's.Bosch zal worden vertoond. Bij ge noegzame deelname vertrekt men hier om half één per bus van het vereeni- gingslokaal. ABONNEERT U OP ADVERTEERT IN DIT BLAD. Voor de Mi

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 6