Marktberichten. van de Oodshuizen) in Uwe tegen- wacht hadden, al zal er nog wel wat los wuorüigtuiu ncO cnocien pressen om hei couiiaci over de vernuring van hel hui», dal volgens hem bij den nouns was, ie gaan halen. Hei ComraCl werd genaaid en daar uil oiwvK, dat de huui ten einde liep. Ais iK nel coutiaci niet had gevraagd dau was over den duur van den huur leriHijii mei gesproken. Ua neer Tak. Ik was bij de bespre king in de Kaadsvergadering tegen- woui dig en dacni toen reeds, dat deze Oeapic&in^ tol vergissing aanleiding zou ge*en. iJc heer Allard sielde een viaag, welke door den heer Smolders werd Ocamwooid. De neer Atiard heeft echter na die bespreking direct verandering bewerkt. Na deze dtacussie werden door den heer Jansen nog eenige vragen gesteld 1. Waarom is een rekening over dienst 1926 van een der aarmemeis van Ücmcciuewerk nog niet voldaan. Voorzitter. Ik weet niet welke re kening U bcdotlidoch ik zal nel Onderzoeken. 2. Waaiom zijn de naamplaatjes voor de stralen nog niet aangcbracnt. Ze zijn reeds zoo lang geleden aangekocni. De Voorzitter. Mijn plan was eersi een voorstel te doen tot net geven van namen aan eenige nieuwe stralen. Andere zaken moesten echter voorgaan. De aanwezige piaaij-s kunnen worden bevestigd. Verder vraagt de heer Jansen of de Voorzitter leis naders weet omirem een vergoeding die vroeger zou zijn gegeven voor het ondernoud van de Stationswegen. Deze vraag werd in een vorige vergadering gesteld. De Voorzitter deelt rnede, dat hij in verband met deze vraag een en ander heeft onderzocht. Van een vergoeding is niets geoleken. Wel blijkt uit de wet op de spoorwegen, dal wegen door het Rijk of eene spoorwegonderneming aangelegd tot toegang van een station aan de gemeente zijn overgedragen en het onderhoud ten laste der gemeente kwam, Hierna wordt besloten over te gaan tot een vergadering mei gesloten deuren ter behandeling van eenige belasiing- reclamcs. komen aan ons adres Eemgt n spreken van nieuwe directie onderhandelingen, andere van tusschenkomsi der mogend heden. 't Is kalm afwachten en zich maar niet druk maken over geschrijf als b.v. dezer dagen de Mido van Brussel gaf. nl. die ons zoo maar onder den voet wou loopen. De minister van buitenlandsche zaken heeft aan de Koningin ontheffing gevraagd van zijn functie INGEZONDEN STUKKEN 1924. BINNENLAND. Het Verdrag. De Eerste Kamer heeft gister morgen het wetsontwerp tol goedkeu ring van het op 3 April 1925 gesloten verdrag met België en van het op 22 Met 19z6 gesloten verdrag tusschen België, Frankrijk, Engeland en Neder land tot erkenning van het vervallen van de collectieve verdragen van 1839, met 33 tegen 17 stemmen verworpen Tegen heöben gestemd alle Vrijheids- bonders, n.l. de heeren v. d. öcrgh, Koster, Rink, de Murali, v. Nagell v Ampsen en Smeenge; alle C H op één na, n.l. de heeren v d. Hoeven, de Savornin Lohman, de Qnselaar, de Vol van Sieenwijk, .de 'Vries en Verkouteren; 2 van de 3 V D n.l. de heeren Slingenberg en Westerdijk, 9 van de 16 R. K., n.l. de heeren Arntz, Blomjous, tan den Lande, Michiels v. Kessen ck, Verhtyen, de Wil, Fransen, Dubbelman en v. Voorst tot Voorst; 3 van de 7 A. R., n.l de heeren Bdëi, de Veer en Croles; en 7 van de 11 S. D., n 1. de heeren Polak. Mendels, de Zeeuw, Lindeijer, Moltmaker, Ossen- dorp en Danz. Voor stemden de C. H., v. Wasse- Waspik. 24 Maait Mijnheer de Redacteur, Vergun mij s.v.p. een plaatsje voor het volgende, waarvoor bij voorbaat mijn beleefden dank. HET GEVAL SMITS. Met groote veroniwaardiging heb Ik uit uw verslag van j 1. Woensdag kennis genomen van de houding en de handelingen van het lid Smits Als we nagaan de gronden waarop de meerderheid van den Raad een verlenging van de steunregeling ver wierp, dan botsen we direct legen de oorzaak van dit betreurenswaardig besluithet lid Smits. Immers de Raad sprak zich voor een sreunver- leening uit, maar terecht zooals de heeren de Hondt, v. d. Rijken c a. opmerkten, mits steun werd verleend daar waar 'i ook werkelijk noodig is. En nu vraag ik U mijnheer de Redacteur, is het niet diep en diep treurig dat door de houding van een raadslid aan tal van werk- looze arbeiders eiken steun wordt ont houden Elk ingezetene van Waspik weet toch, dat de heer Smits heusch wel buiten een steunregeling kan en toch kwam hij nog elke week om van de steunregeling te profi eeren. Beseft hij wel, dat 't alleen zijn schuld is dat aan z'n werklooze collega s de steungeld regeling werd ontnomen Wal een bittere en schrijnende teleur stelling moet dit voorde inede-arbeiders zijn geweest. Tot slot een vraag. Zou de Raad geen aanleiding kunnen vinden om desnoods met uitzondering, jamei buitensluiting van het lid Smits.' de steunregeling voort te zetlen Men zou daardoor heel wat nood kunnen lenigen. M de R. ik hoop ernstig, daj deze regels niet zonder goede gevolgen zullen blijven voor de georganiseerde uitgetrokkenen In onze gemeente. (Uit den hoek) „errebaaijers" niet beter weten of er zijn er maar twee. Mijnheer de Redacteur, de zaak staat zoo Toen de gemeenten werden vereenigd, kregen we drie wachtgel ders. Hiervan aanvaardde de heer v. d. Leiy een betrekking en bleef ge- deelielijx wachtgelder van de gemeente. Ook de heer van Santen aanvaardde CORRESPONDENTIE. Lies je Verste(jnen. Kijk, kijk, m'n kleine Liesje, daar heb ik een aardige ontdekking gedaan. Voor een tijd ont- een betrekking en bleef" voor een ge waarvan ?,e Mijnheer de Redacteur Verzoeke beleefd plaatsing voor onderstaande regelen. Naar aanleiding van het ingezonden stukje van „Eine Haaijstraatse erre- baHjer", acht ik me verplicht enkele opmerkingen te maken. Niet omdat de Echo" schijnbaar zijn kolommen open stelt voor het voeren van verkiezings actie in onze gemeente, niet omdat er voor erjane, jan, janoges, nolleke of koos wordt geijverd, niet om te onder zoeken hoe of die „errebaaijer" weet dat er geen candidatenlijsten zijn ge haald op de Secretarie, maar hierom, omdat men van de wachtgelders- kwestie een verkiezingsleuze schijnt te gaan maken en zich niet ontziet de personen der wachtgelders op een minder mooie manier in het geding naar' v. Catwijk; de A R. Cellijn An erna, Ite betrekken. Het luidt „Dieje Valter", de Vlugt en Diepenhorst; de R. K.. v dat v?°r ecn hoogstaand, onkreuk baar eerlijk man. „Nun van Zante", en dat over een man die heel zijn Lanschot, Steger, Heerkens Thyssen, Janssen, Haffmans, de Jong en Haaze voei; de V D.» van Embden; endeS.D. Wibaut, Rugge, Hermans en mevr. Pothuis-Smit. Hieronder volgt overzichtelijk de tterkie der verschillende partijen in de Eerste Kamer en het aantal vóór en tegenstemmers der ondeischeidcne fracties 3 v.d1 vóór 2 tegen 16 r.k7 9 11 sd4 7 6 v.b0 6 7 ar4 3 7 c.h- 1 6 17 vóór 33 tegen Ziedaar het votum van de Eerste Kamer over hei Nederlandsch Belgisch verdrag, dat Donderdag in onzen Se naat in stemming kwam. De belang stelling voor de vergadering was bui tengewoon groot. Op het Binnenhof •fond een groote menigte om het re sultaat der stemming af te wachten, terwijl in de Kamer de tribunes prop vol zaten. Alle leden der Kamer waren aanwezig, terwijl alle ministers, behalve de heer Waszink, met den minister van Buitenlandsche Zaken achter de regeerlngstafel zaten. Toen het besluit buiten bekend werd, steeg een luid gejuich op. Even twaalf uur konden wij het bericht reeds bulletineeren en belang stellende vragers tevreden stellen. Wat de pers betreft, haar oordeel leven in dienst der gemeente Sprang heeft gesleten en met meer dan voor- beeldigen ijver deze heeft gediend, een man, die dadelijk na de vereen! ging zich heeft laten benoemen als ont« anger, wat feitelijk geen gelijk waardige betrekking is en die hij dan ook niet had behoeven te aan vaarden, maar waarmee hij nu de gemeente f 1600 per jaar bevoordeelde. Want had hij deze betrekking niet aanvaard, dan hadden wij eten ander moeten benoemen. En nu treedt hierbij een eigenaardigheid aan het licht: dat deze errebaaijer en ook de heer Ver- heijden deze zaak besprekende, altijd over twee wachtgelders spreken, daar- bij vergetende dat ook de heer v. d. Lely oud gemeente-secretaris van Capelle, nog elk jaar f 1300 wacht geld van de gemeente geniet, en als men dan welt eens heeft gesproken over parasiteeren en dan persoren noemde, vergat men v. d Lely en dit heeft nu tot uitwerking dat de in Uw rug, lendenen of spieren. Pijn door rheumatiek, jicht, podagra, ischias, stram heid, stijven nek en rheumatische zenuw- wluro Pj"en- £r.obeer eens Akkers Klooster- is natuurlijk naar gelang haar inzicht -Si?™iïJ'5?akt uTsPiere". le"ig-6eneest voor of tegen 't verdrag. Allen zijn 't ongemakken en lijden, die door boven- er over eens dat met deze verwerping de taak niet uit is, dat men tot nieuwe onderhandelingen moet komen op eer lijke basis en dat het Nederlandsche volk thans zoo noodig tegenover 't buitenland één moet blijven. De Belgische pers voor zoover be kend, vat het kalmer op als wij ver- genoemde ziekten ontstaan. Neem heden eens een proef. Morgen zijt gij verbaasd en tevreden over de uitwerking er van. deelte wachtgelder voor de gemeente, terwijl de heer Valter vooi het volle bedrag wachtgelder voor de gemeenie blcel. Mij is verder bekend dal èn de heer Valler i de beer .van Samen meermalen gesolliciteerd hebben, en nu zou ik er de errebaaijers en alle wcldenkei.de menschen i p willen wij zen, dat geen enkel raadslid ln staal is hieraan een einde te maken Zij kunnen alleen bij sollicitatie verzoe ken om ie benoemen, wat al verschil lende malen door B. en W. van Sprang—Capelle is gedaan, wier ver zoek toch wel evenveel invloed zal hebben dan van een raadslid. Voorts zou Ik er alle weldenkende en Intel lectueele menschen op willen wijzen dal het toch waarlijk geen hoogstaande manier is waarop over de personen der wachigelders in onze gemeenie vaak wordi gesproken en geschreven. Mijnheer de R.dacieur, ontvang mijn naritlijken dank. G.J. VAN WiLLlGENBURG, Wetnouder van Sprang-Capelie. Den geachten inzender, die zooals dat meer geschiedde, weer meent zich even te moeien inlaten met hetgeen der redaciie is, ni. wat zij wenschi of moet opnemen, zij medegedeeld, dat wij in waardeering en respeci vojr den heer Valter, maar op de eerste plaats voor den heer J. L. van Santen bij den geachien weihouder absoluut niet achterstaan, dat weet de heer v. S. zeer go d. Wij zullen uit onszelf wel zorgen dat geen be- leedigingen of onaangenaamheid aan zijn adres wordt gezegd, al wil dit niet zeggen dat wij geen ingezonden stuk mogen plaatsen waarin gespro ken wordt over 't wachigeld en al geschied! dat soms in een eigenaardig taalije en ai weien dan de inzenders zelf niet, dat de raad ais zoodanig niet veel aan deze gelegenheid kan veranderen het is trouwens niet onze taak om ingezonden stukken schrijvers daarop te wijzen RED. onbekend bleef. En nu ik deze week je bijdrage ontving, dacht ik, dat handschrift heb ik meer gezien. En ja wel, toen ik even gezocht had vond ik dat oude ongeteelcende stuk; ik zette m'n bril op en niet één blik zag ik 't: da's ook van Liesje. Toen heb ik in de handen geklapt van plezier. En nou moet je mij eens eerlijk zeggen, net zoo oprecht als Truusje is waarvan Lily zoo mooi weet té vertellen, heb jij die versjes heelemaal alleen gemaakt? Heelt vader en moeder en niemand ge holpen? Jij hebt er in elk geval wel slag van hoor! Maar je moet vooral duidelijk blijven en Liesje, je wilt toch wel een goed nichtje van me worden he! Welnu, al mijn nichtjes en neefjes doen hun best om een goeden indruk bij Oom Wim te vestigen en daarom schrijven ze zoo mooi als ze maar kunnen. Nog mooier als op school. Wil jij dat ook eens proheeren Liesje? Natuurlijk he! En dan zal Oom Wim nog menig stukje van z'n lieve Liesje plaatsen. Wanneer er plaats ruimte is, zal ik de volgende week een versje van je laten afdrukken. Je doet toch ook mee aan den raadselwed strijd! Ja, laat je vriendinnetje Betje mij ook maar eens- schrijven. Iedereen is welkom. Dag Liesje! WAT ZAL HET ER SPANNEN! Lily. Hartelijk dank voor je brief. Beterschap met moeder. Blijf maar Hink, juist in deze dagen is het zoo noodig om geestkrachtig te zijn. Spoe dig meer. Vele groetjes, ook aan alle huisgenooten. Spoedig kom ik naar Kaart ontvangen, maak je maar geen zorg over Leiden. Ik schrijf nog heden naar O. W. WAAR? ONDERWIJS. PrakiijK-cXdtnens v/u K. K. MtüUcn stariüDunu atgenomen door de R. K Vtreenigmg v. Leeraren tot bevorde ring v/h Handelsonderwijs. De gelegenheid tot het afleggen van de PraKiijK- examens in Boeknuuden, Ned Fiausche, Duusche, en tngeische Handelscorrespondentie worat weder om voor onze R.K. Candioaien open gesteld tegen 29 en 3Ü |uni e. k.; aan gifte uiteiiijk begin Juni. Deze examens staan met de beste prakiijk-txamens van ncuirale vereeni- gingen op dezeitde hoogte en kunnen wat beirctl opgaven, correctie enz. de vergelijking met andere examens glansrijk doorslaan. Toen zijn er nog tal van R.K. can- didaicn, die zich alzijdig houden en deelnemen aan de examens van neu trale vereenigiiigeu. Het aantal canüi- daten bij de txamens der K. K. Ver* eeniging van Leeraren neemt jaarlijks toe, doch de wasdom kon nog sneller en grooler zijn ais alle R. K. Leeraren en caudidaten het hunne ertoe bijdroe gen. Moge daarom du 8 ste Praktijk- txamen alle vorige ln deelname over- tretlen laat ieder het zijne doen tol groei en bloei der R.K. zaak op alle gebied. De aangifte kan geschieden bij den algemeenen admimsiraieur, den Heer A. J. Sprierings. Ververstraat 9 den Büsch.i ischiijtgeld 1 5,— en nog 110, bij slagen. Voor Stenografie en Machine-schrij ven kunnen ie allen tijde op aanvra ge examens gehouden worden tei plaaise van de opleiding. Hiervoor 15,— inschrijfgeld en f 1,—bij slagen. De R K Vereeniging van Leeraien. RECHTSZAKEN. De rechibank uitspraak doende ver oordeelde W. M. van B. geboren te Baardwijk, thans gedetineerd, wegens diefstal van een jas, eigendom van L A. v d. Wetering, ie Waalwijk gepleegd, en ter zake van het lichten mei braak van een offerblok In de kerkte Eersel tot 10 maanden gevangenisstraf. De eisch was 1 jaar en 6 maanden. Waalwijk. 25 Maart 1927. Eieren 5 6 cent. Varkens f 13 f 16. Eierveiling Amsterdam. Gehouden op 21 Maart, en 24 Maart. '27. Kipeieren: Hoogste prijs f 6 70 Middel prijs f 5.00—5.25 Laagste prijs f 4.00 Eendeieren f 4 30—5.00. Totaal aanvoer 550 000 stuks. Handel vlug. ABONNEERT U op dit Blad, dat U het nieuws uit de Lang straat en Omgeving het UIT- VAN TRUUSJE EN WAT DE STROOPPOT AAN HAAR VERTELDE. Door Lily. (Slot) „Nu Trussje", zegt moeder, „zou je niet eens in het leghok gaan kijken of er soms niet een eitje ligt. Ik heb straks liet witte kippetje hooren ver tellen dat ze een ei gelegd had". Truus is al weg. Voorzichtig doet ze het leghok open en jawel, een klein wit eitje Aiet een heel teer schaaltje ligt op haar te wachten. Juichend komt ze er mee binnen. „Dat is het eerste eitje Truus, ik denk dat witje het voor jou bewaard heeft. Als jij nu de tafel dekt zal ik koken". O wat is Truus blij. Ze danst de ka mer door. Dan^ieemt ze het tafelkleed van de tafel, vouwt het netjes op en legt een tafellaken over de tafel heen Het vaasje met bloemen zet ze er mid den op. Twee witte horden zet ze op tafel met vorken en lepels, dan haar eigen bordje met de krans voor de roode bloempjes, het roode eierdopje en haar eigen vork en lepeltje. Ze schikt dat alles netjes en dan zet ze vast de stoelen klaar. „Moeke ik ben klaar", roept ze aan de keukendeur. „Goed, wacht dan maar op vader". Truusje gaat voor 't raam zitten op moeders plaats. Hoort! daar blaft een hond. „Dat is Bello", roept Truusje. Vlug loopt ze door den gang naar de buitendeur, doet die open en Bello vliegt naar binnen. Luid blaffend springt hij tegen haar op. Ze laat zich op de knieën vallen en stoeien samen op den grond. Dan staat ze op en rent met Bello 't huis uit en den weg op naar vader toe. De afstand tusschen zijn haas en zijn klein meesteresje rent Bello wel vijf keer op en neer. Met een vroolijken juichkreet be groet Truusje haar vader. Met zijn groote handen omsluit va der Truusjes klein vroolijk gezichtje en kust hij zijn meiske op heide wangen. Dan hangt Truysje aan vaders arm en haar babbelend mondje staat geen oogenblik stil. Zoo slappen zij huis waarts, waar moeder hen wacht. Na de begroeting vlug aan tafel. Want vader heeft grooten honger en Truusje ver langt naar het eitje van haar witje. Moeder knipt de lamp aan. Wat is het nu gezellig. Onder 't eten vertelt vader van alles wat hij gezien heeft en moe der en Truusje luisteren stil. Als het eten gedaan is ruimen moeder en Truusje de tafel af. Moeder wascht in de keuken de horden en Truusje droogt af, want Truusje kan moeder al heel wat hel pen. Vader zit met zijn pijpje en cou rant aan den eenen kant hij de kachel en moeder aan den anderen kant. Truusje zit op een laag bankje er vlak voor met Mies de poes naast haar. Zij breit een mutsje voor haar pop en poes speelt met het kluwen. Zoo zitten zij gezellig hij elkaar tot de klok acht uur slaat en 't voor Truusje bedtijd is. Dan wordt zij door moeder naar bed gebracht en een poos later ligt in een donker kamertje een klein meisje rus tig te slapen, terwijl 't maantje dooi de ruilen tuurt en kijkt, naar een sla pend groen plantje in de vensterbank. Doch niet alle dagen waren voor I ruusje prettig en gezellig. Als moeder ziek op bed lag duurden de vrije dagen lang, heel lang. Dan was het akelig stil in huis en speelde Truusje, om moeder niet te hinderen, in de keuken. Nu dat was wel prettig. Je kon daar van aller lei spelletjes spelen. De roode en witte vloertegels waren een pracht van een hinkhok. Midden door de keuken lag een cocoslooper, een bruine met een roode rand. Je speelde dan zoo fijn, „onbewoond eilandje". De looper was het eiland, en de vloertegels waren het water. Onder de keukentafel legde ze een mat neer en dan had ze een pracht van een huis. Daar woonde ze dan in met haar poppen. Maar toch duurde zoo'n Woensdagmiddag lang. 1 oen zij weer op zoo'n middag haar poppen in slaap had gewiegd en stil naar den strooppot zat te turen, zag ze opeens, de oogen van het appelgezicht, dat op zijn buik geschilderd was, be wegen en hoorde ze een fijnpiepstem- metje zeggen: „Truusje kom je een beetje bij me zitten dan zal ik je wat vertellen. „O lieve strooppot wil je 't heusch", zei Truusje en ze nam haar stoeltje en zette zich bij de keukenkast neer. ertel me dan eerst maar eens waar je vandaan komt". „Ja zie je dat is nou juist niet zoo gemakkelijk. Daar weet ik"zelf haast niets van. Ik hek daar zelf ook zoo dikwijls over nagedacht. Ik moet be slist heel lang geslapen hebben, maar toen ik wakker werd, was mijn lijf grijs van kleur en heelemaal zacht. Ik keek natuurlijk dadelijk om me heen en ik zag op een lange tafel allemaal van die zelfde dingen staan zooals ik was. Ik wilde juist een gesprek met mijn huurman beginnen toen er een man kwam met een plat wagentje. Een voor een nam hij de grijze dingen op, deed ze in een witten vorm en stapel de ze op den wagen. Nu zoo'n rijpar- tijtje vind ik wat fijn, maar ach he meltje! We werden naar een andere zaal gereden, daar nam men ons van het wagentje af, stapelde ons op een rek met wielen en toen reden we lang zaam naar een deur. Ik was nieuws gierig wat ik nu weer zien zou. De deur ging open en we reden binnen, 't Was daar vreeselijk donker en, o, ik begon 't zoo warm te krijgen. Langzaam reden we maar voort en benauwd dat ik 't had. 1 oen kwamen we weer hij een deur. Ha! dacht ik. Eindelijk zullen we uit die warmte komen. Maar mis hoor, toen die deur achter ons dicht ging werd het nog veel warmer en ein delijk zoo heet dat ik het niet meer uit houden kon. Toen werd ik kwaad. Ik schreeuwde uit alle macht dat ik er uit wou. Ik perste mij tegen de wanden van den witten vorm, zoo dat ze heele maal gespannen stond. Maar 't hielp me mets. Ik kon er niet uit en 't werd maar aldoor heeter. Ik kon 't niet meer uithouden en .daarna herinnerde ik mij niets meer. Ik kwam eerst weer hij in een heerlijk koele kamer. Ik hekeek me zelf eens en ik vond dat ik er mooi uitzag. Toen kwam er een man met een bundel penseelen. Hij pakte me heet en zei, „Kom maar eens hier strooppot ik zal jou eens mooi maken. Hij schilderde mij mooi geel. Om mijn oogen maakte hij een prachtig appel gezicht. Om de tuit kwam een takje kersen en op mijn deksel een trosje vuurroode hessen. Ik was zeker het mooist van allemaal want iedereen kwam mij bewonderen. Toen ik heele maal droog was, werd ik naar het ma gazijn gebracht en daar naast mijn broertjes neergezet. We hadden een prachtig plaatsje, want we konden het geheele magazijn overzien, 't Was er heel gezellig en we waren altijd druk aan 't babbelen, totdat op een goeden morgen we allen van onze plank wer den gehaald, ingepakt werden in stroo en zoo in groote kisten verzonden. We gingen alle maar wat slapen en toen ik wakker werd stond ik in een groote kast met glasruiten. Er gingen lieel veel menschen langs ons heen. Vlak hij mij stond een prachtig servies. De theepot, melkkan, suikerpot, kopjes en schoteltjes waren wit, maar er waren blauwe bloemetjes op geschilderd. Ik vroeg aan 't kopje dat 't dichst bij mij stond of 't mij ook kon zeggen waar ik was. „O jawel", was 't vriendelijke antwoord. „Dit is de etalage van een winkel. Door de glasruit kijk je op straat. De menschen die je daar ziet komen ons bekijken en als ze ons mooi vinden koopen ze ons. Terwijl we nog aan 't praten waren, zag ik op eens je vader en moeder. Ze stonden naar ons te kijken. Je moeder wees naar liet blauwe servies en naar mij en je vader, knikte lachend van ja. Het kopje fluisterde mij nog toe. ,,'t Zou lijn zijn als we door hen werden ge kocht. Ik wed vast dat ze wel voor zichtig met ons zouden zijn. Doe dus maar je best". We gingen dadelijk flink recht staan. Alle lampen liet ik- in mijn gezicht flikkeren. En jawel va der en moeder gingen den winkel bin nen. Door de winkeljuffrouw werden het blauwe servies en ik uit de etalage gehaald. Je vader en moeder bekeken ons en toen werden we ingepakt en hier naar huis gebracht. Op een goeden dag werd ik vol met stroop gedaan en op een tafel midden tusschen borden I' 1 (Bulteii veraiitwtMirtlelükheid der Redactie.) Voor de jeugd MMMB tOMMUOOU

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 6