Marktberichten.
van de Oodshuizen) in Uwe tegen- wacht hadden, al zal er nog wel wat los
wuorüigtuiu ncO cnocien pressen om
hei couiiaci over de vernuring van
hel hui», dal volgens hem bij den
nouns was, ie gaan halen.
Hei ComraCl werd genaaid en daar
uil oiwvK, dat de huui ten einde liep.
Ais iK nel coutiaci niet had gevraagd
dau was over den duur van den huur
leriHijii mei gesproken.
Ua neer Tak. Ik was bij de bespre
king in de Kaadsvergadering tegen-
woui dig en dacni toen reeds, dat deze
Oeapic&in^ tol vergissing aanleiding
zou ge*en. iJc heer Allard sielde een
viaag, welke door den heer Smolders
werd Ocamwooid.
De neer Atiard heeft echter na die
bespreking direct verandering bewerkt.
Na deze dtacussie werden door den
heer Jansen nog eenige vragen gesteld
1. Waarom is een rekening over
dienst 1926 van een der aarmemeis
van Ücmcciuewerk nog niet voldaan.
Voorzitter. Ik weet niet welke re
kening U bcdotlidoch ik zal nel
Onderzoeken.
2. Waaiom zijn de naamplaatjes voor
de stralen nog niet aangcbracnt. Ze
zijn reeds zoo lang geleden aangekocni.
De Voorzitter. Mijn plan was eersi
een voorstel te doen tot net geven van
namen aan eenige nieuwe stralen.
Andere zaken moesten echter voorgaan.
De aanwezige piaaij-s kunnen worden
bevestigd.
Verder vraagt de heer Jansen of de
Voorzitter leis naders weet omirem
een vergoeding die vroeger zou zijn
gegeven voor het ondernoud van de
Stationswegen. Deze vraag werd in
een vorige vergadering gesteld.
De Voorzitter deelt rnede, dat hij in
verband met deze vraag een en ander
heeft onderzocht. Van een vergoeding
is niets geoleken. Wel blijkt uit de
wet op de spoorwegen, dal wegen door
het Rijk of eene spoorwegonderneming
aangelegd tot toegang van een station
aan de gemeente zijn overgedragen en
het onderhoud ten laste der gemeente
kwam,
Hierna wordt besloten over te gaan
tot een vergadering mei gesloten deuren
ter behandeling van eenige belasiing-
reclamcs.
komen aan ons adres Eemgt n spreken
van nieuwe directie onderhandelingen,
andere van tusschenkomsi der mogend
heden. 't Is kalm afwachten en zich
maar niet druk maken over geschrijf
als b.v. dezer dagen de Mido van
Brussel gaf. nl. die ons zoo maar onder
den voet wou loopen.
De minister van buitenlandsche
zaken heeft aan de Koningin ontheffing
gevraagd van zijn functie
INGEZONDEN STUKKEN
1924.
BINNENLAND.
Het Verdrag.
De Eerste Kamer heeft gister
morgen het wetsontwerp tol goedkeu
ring van het op 3 April 1925 gesloten
verdrag met België en van het op 22
Met 19z6 gesloten verdrag tusschen
België, Frankrijk, Engeland en Neder
land tot erkenning van het vervallen
van de collectieve verdragen van 1839,
met 33 tegen 17 stemmen verworpen
Tegen heöben gestemd alle Vrijheids-
bonders, n.l. de heeren v. d. öcrgh,
Koster, Rink, de Murali, v. Nagell v
Ampsen en Smeenge; alle C H op
één na, n.l. de heeren v d. Hoeven,
de Savornin Lohman, de Qnselaar, de
Vol van Sieenwijk, .de 'Vries en
Verkouteren; 2 van de 3 V D n.l. de
heeren Slingenberg en Westerdijk, 9
van de 16 R. K., n.l. de heeren Arntz,
Blomjous, tan den Lande, Michiels v.
Kessen ck, Verhtyen, de Wil, Fransen,
Dubbelman en v. Voorst tot Voorst; 3
van de 7 A. R., n.l de heeren Bdëi,
de Veer en Croles; en 7 van de 11
S. D., n 1. de heeren Polak. Mendels,
de Zeeuw, Lindeijer, Moltmaker, Ossen-
dorp en Danz.
Voor stemden de C. H., v. Wasse-
Waspik. 24 Maait
Mijnheer de Redacteur,
Vergun mij s.v.p. een plaatsje voor
het volgende, waarvoor bij voorbaat
mijn beleefden dank.
HET GEVAL SMITS.
Met groote veroniwaardiging heb
Ik uit uw verslag van j 1. Woensdag
kennis genomen van de houding en
de handelingen van het lid Smits
Als we nagaan de gronden waarop
de meerderheid van den Raad een
verlenging van de steunregeling ver
wierp, dan botsen we direct legen
de oorzaak van dit betreurenswaardig
besluithet lid Smits. Immers de
Raad sprak zich voor een sreunver-
leening uit, maar terecht zooals de
heeren de Hondt, v. d. Rijken c a.
opmerkten, mits steun werd verleend
daar waar 'i ook werkelijk noodig is.
En nu vraag ik U mijnheer de
Redacteur, is het niet diep en diep
treurig dat door de houding
van een raadslid aan tal van werk-
looze arbeiders eiken steun wordt ont
houden
Elk ingezetene van Waspik weet
toch, dat de heer Smits heusch wel
buiten een steunregeling kan en toch
kwam hij nog elke week om van de
steunregeling te profi eeren. Beseft hij
wel, dat 't alleen zijn schuld is dat aan
z'n werklooze collega s de steungeld
regeling werd ontnomen
Wal een bittere en schrijnende teleur
stelling moet dit voorde inede-arbeiders
zijn geweest.
Tot slot een vraag.
Zou de Raad geen aanleiding kunnen
vinden om desnoods met uitzondering,
jamei buitensluiting van het lid Smits.'
de steunregeling voort te zetlen Men
zou daardoor heel wat nood kunnen
lenigen.
M de R. ik hoop ernstig, daj deze
regels niet zonder goede gevolgen
zullen blijven voor de georganiseerde
uitgetrokkenen In onze gemeente.
(Uit den hoek)
„errebaaijers" niet beter weten of er
zijn er maar twee.
Mijnheer de Redacteur, de zaak
staat zoo Toen de gemeenten werden
vereenigd, kregen we drie wachtgel
ders. Hiervan aanvaardde de heer v.
d. Leiy een betrekking en bleef ge-
deelielijx wachtgelder van de gemeente.
Ook de heer van Santen aanvaardde
CORRESPONDENTIE.
Lies je Verste(jnen. Kijk, kijk, m'n
kleine Liesje, daar heb ik een aardige
ontdekking gedaan. Voor een tijd ont-
een betrekking en bleef" voor een ge waarvan ?,e
Mijnheer de Redacteur
Verzoeke beleefd plaatsing voor
onderstaande regelen.
Naar aanleiding van het ingezonden
stukje van „Eine Haaijstraatse erre-
baHjer", acht ik me verplicht enkele
opmerkingen te maken. Niet omdat de
Echo" schijnbaar zijn kolommen open
stelt voor het voeren van verkiezings
actie in onze gemeente, niet omdat er
voor erjane, jan, janoges, nolleke of
koos wordt geijverd, niet om te onder
zoeken hoe of die „errebaaijer" weet
dat er geen candidatenlijsten zijn ge
haald op de Secretarie, maar hierom,
omdat men van de wachtgelders-
kwestie een verkiezingsleuze schijnt
te gaan maken en zich niet ontziet
de personen der wachtgelders op een
minder mooie manier in het geding
naar' v. Catwijk; de A R. Cellijn An erna, Ite betrekken. Het luidt „Dieje Valter",
de Vlugt en Diepenhorst; de R. K.. v dat v?°r ecn hoogstaand, onkreuk
baar eerlijk man. „Nun van Zante",
en dat over een man die heel zijn
Lanschot, Steger, Heerkens Thyssen,
Janssen, Haffmans, de Jong en Haaze
voei; de V D.» van Embden; endeS.D.
Wibaut, Rugge, Hermans en mevr.
Pothuis-Smit.
Hieronder volgt overzichtelijk de
tterkie der verschillende partijen in
de Eerste Kamer en het aantal vóór
en tegenstemmers der ondeischeidcne
fracties
3 v.d1 vóór 2 tegen
16 r.k7 9
11 sd4 7
6 v.b0 6
7 ar4 3
7 c.h- 1 6
17 vóór 33 tegen
Ziedaar het votum van de Eerste
Kamer over hei Nederlandsch Belgisch
verdrag, dat Donderdag in onzen Se
naat in stemming kwam. De belang
stelling voor de vergadering was bui
tengewoon groot. Op het Binnenhof
•fond een groote menigte om het re
sultaat der stemming af te wachten,
terwijl in de Kamer de tribunes prop
vol zaten. Alle leden der Kamer waren
aanwezig, terwijl alle ministers, behalve
de heer Waszink, met den minister
van Buitenlandsche Zaken achter de
regeerlngstafel zaten.
Toen het besluit buiten bekend werd,
steeg een luid gejuich op.
Even twaalf uur konden wij het
bericht reeds bulletineeren en belang
stellende vragers tevreden stellen.
Wat de pers betreft, haar oordeel
leven in dienst der gemeente Sprang
heeft gesleten en met meer dan voor-
beeldigen ijver deze heeft gediend,
een man, die dadelijk na de vereen!
ging zich heeft laten benoemen als
ont« anger, wat feitelijk geen gelijk
waardige betrekking is en die hij
dan ook niet had behoeven te aan
vaarden, maar waarmee hij nu de
gemeente f 1600 per jaar bevoordeelde.
Want had hij deze betrekking niet
aanvaard, dan hadden wij eten ander
moeten benoemen. En nu treedt hierbij
een eigenaardigheid aan het licht: dat
deze errebaaijer en ook de heer Ver-
heijden deze zaak besprekende, altijd
over twee wachtgelders spreken, daar-
bij vergetende dat ook de heer v. d.
Lely oud gemeente-secretaris van
Capelle, nog elk jaar f 1300 wacht
geld van de gemeente geniet, en als
men dan welt eens heeft gesproken
over parasiteeren en dan persoren
noemde, vergat men v. d Lely en
dit heeft nu tot uitwerking dat de
in Uw rug, lendenen of spieren. Pijn door
rheumatiek, jicht, podagra, ischias, stram
heid, stijven nek en rheumatische zenuw-
wluro Pj"en- £r.obeer eens Akkers Klooster-
is natuurlijk naar gelang haar inzicht -Si?™iïJ'5?akt uTsPiere". le"ig-6eneest
voor of tegen 't verdrag. Allen zijn 't ongemakken en lijden, die door boven-
er over eens dat met deze verwerping
de taak niet uit is, dat men tot nieuwe
onderhandelingen moet komen op eer
lijke basis en dat het Nederlandsche
volk thans zoo noodig tegenover 't
buitenland één moet blijven.
De Belgische pers voor zoover be
kend, vat het kalmer op als wij ver-
genoemde ziekten ontstaan. Neem heden
eens een proef. Morgen zijt gij verbaasd
en tevreden over de uitwerking er van.
deelte wachtgelder voor de gemeente,
terwijl de heer Valter vooi het volle
bedrag wachtgelder voor de gemeenie
blcel. Mij is verder bekend dal èn de
heer Valler i de beer .van Samen
meermalen gesolliciteerd hebben, en
nu zou ik er de errebaaijers en alle
wcldenkei.de menschen i p willen wij
zen, dat geen enkel raadslid ln staal
is hieraan een einde te maken Zij
kunnen alleen bij sollicitatie verzoe
ken om ie benoemen, wat al verschil
lende malen door B. en W. van
Sprang—Capelle is gedaan, wier ver
zoek toch wel evenveel invloed zal
hebben dan van een raadslid. Voorts
zou Ik er alle weldenkende en Intel
lectueele menschen op willen wijzen
dal het toch waarlijk geen hoogstaande
manier is waarop over de personen
der wachigelders in onze gemeenie
vaak wordi gesproken en geschreven.
Mijnheer de R.dacieur, ontvang
mijn naritlijken dank.
G.J. VAN WiLLlGENBURG,
Wetnouder van Sprang-Capelie.
Den geachten inzender, die zooals
dat meer geschiedde, weer meent zich
even te moeien inlaten met hetgeen
der redaciie is, ni. wat zij wenschi
of moet opnemen, zij medegedeeld,
dat wij in waardeering en respeci
vojr den heer Valter, maar op de
eerste plaats voor den heer J. L. van
Santen bij den geachien weihouder
absoluut niet achterstaan, dat weet
de heer v. S. zeer go d. Wij zullen
uit onszelf wel zorgen dat geen be-
leedigingen of onaangenaamheid aan
zijn adres wordt gezegd, al wil dit
niet zeggen dat wij geen ingezonden
stuk mogen plaatsen waarin gespro
ken wordt over 't wachigeld en al
geschied! dat soms in een eigenaardig
taalije en ai weien dan de inzenders
zelf niet, dat de raad ais zoodanig
niet veel aan deze gelegenheid kan
veranderen het is trouwens niet onze
taak om ingezonden stukken schrijvers
daarop te wijzen RED.
onbekend bleef. En nu ik
deze week je bijdrage ontving, dacht
ik, dat handschrift heb ik meer gezien.
En ja wel, toen ik even gezocht had
vond ik dat oude ongeteelcende stuk; ik
zette m'n bril op en niet één blik zag
ik 't: da's ook van Liesje. Toen heb ik
in de handen geklapt van plezier. En
nou moet je mij eens eerlijk zeggen,
net zoo oprecht als Truusje is waarvan
Lily zoo mooi weet té vertellen, heb jij
die versjes heelemaal alleen gemaakt?
Heelt vader en moeder en niemand ge
holpen? Jij hebt er in elk geval wel
slag van hoor! Maar je moet vooral
duidelijk blijven en Liesje, je wilt
toch wel een goed nichtje van me
worden he! Welnu, al mijn nichtjes en
neefjes doen hun best om een goeden
indruk bij Oom Wim te vestigen en
daarom schrijven ze zoo mooi als ze
maar kunnen. Nog mooier als op
school. Wil jij dat ook eens proheeren
Liesje? Natuurlijk he! En dan zal Oom
Wim nog menig stukje van z'n lieve
Liesje plaatsen. Wanneer er plaats
ruimte is, zal ik de volgende week een
versje van je laten afdrukken. Je doet
toch ook mee aan den raadselwed
strijd! Ja, laat je vriendinnetje Betje
mij ook maar eens- schrijven. Iedereen
is welkom. Dag Liesje!
WAT ZAL HET ER SPANNEN!
Lily. Hartelijk dank voor je brief.
Beterschap met moeder. Blijf maar
Hink, juist in deze dagen is het zoo
noodig om geestkrachtig te zijn. Spoe
dig meer. Vele groetjes, ook aan alle
huisgenooten. Spoedig kom ik naar
Kaart ontvangen, maak je maar geen
zorg over Leiden. Ik schrijf nog heden
naar O. W.
WAAR?
ONDERWIJS.
PrakiijK-cXdtnens v/u K. K. MtüUcn
stariüDunu atgenomen door de R. K
Vtreenigmg v. Leeraren tot bevorde
ring v/h Handelsonderwijs.
De gelegenheid tot het afleggen van
de PraKiijK- examens in Boeknuuden,
Ned Fiausche, Duusche, en tngeische
Handelscorrespondentie worat weder
om voor onze R.K. Candioaien open
gesteld tegen 29 en 3Ü |uni e. k.; aan
gifte uiteiiijk begin Juni.
Deze examens staan met de beste
prakiijk-txamens van ncuirale vereeni-
gingen op dezeitde hoogte en kunnen
wat beirctl opgaven, correctie enz.
de vergelijking met andere examens
glansrijk doorslaan.
Toen zijn er nog tal van R.K. can-
didaicn, die zich alzijdig houden en
deelnemen aan de examens van neu
trale vereenigiiigeu. Het aantal canüi-
daten bij de txamens der K. K. Ver*
eeniging van Leeraren neemt jaarlijks
toe, doch de wasdom kon nog sneller
en grooler zijn ais alle R. K. Leeraren
en caudidaten het hunne ertoe bijdroe
gen. Moge daarom du 8 ste Praktijk-
txamen alle vorige ln deelname over-
tretlen laat ieder het zijne doen tol
groei en bloei der R.K. zaak op alle
gebied.
De aangifte kan geschieden bij den
algemeenen admimsiraieur, den Heer
A. J. Sprierings. Ververstraat 9 den
Büsch.i ischiijtgeld 1 5,— en nog 110,
bij slagen.
Voor Stenografie en Machine-schrij
ven kunnen ie allen tijde op aanvra
ge examens gehouden worden tei
plaaise van de opleiding. Hiervoor
15,— inschrijfgeld en f 1,—bij slagen.
De R K Vereeniging van Leeraien.
RECHTSZAKEN.
De rechibank uitspraak doende ver
oordeelde W. M. van B. geboren te
Baardwijk, thans gedetineerd, wegens
diefstal van een jas, eigendom van L
A. v d. Wetering, ie Waalwijk gepleegd,
en ter zake van het lichten mei braak
van een offerblok In de kerkte Eersel
tot 10 maanden gevangenisstraf.
De eisch was 1 jaar en 6 maanden.
Waalwijk. 25 Maart 1927.
Eieren 5 6 cent.
Varkens f 13 f 16.
Eierveiling Amsterdam.
Gehouden op 21 Maart, en 24 Maart. '27.
Kipeieren: Hoogste prijs f 6 70
Middel prijs f 5.00—5.25
Laagste prijs f 4.00
Eendeieren f 4 30—5.00.
Totaal aanvoer 550 000 stuks.
Handel vlug.
ABONNEERT U op dit Blad,
dat U het nieuws uit de Lang
straat en Omgeving het UIT-
VAN TRUUSJE EN WAT DE
STROOPPOT AAN HAAR
VERTELDE.
Door Lily.
(Slot)
„Nu Trussje", zegt moeder, „zou je
niet eens in het leghok gaan kijken of
er soms niet een eitje ligt. Ik heb
straks liet witte kippetje hooren ver
tellen dat ze een ei gelegd had".
Truus is al weg. Voorzichtig doet ze
het leghok open en jawel, een klein
wit eitje Aiet een heel teer schaaltje
ligt op haar te wachten. Juichend
komt ze er mee binnen.
„Dat is het eerste eitje Truus, ik
denk dat witje het voor jou bewaard
heeft. Als jij nu de tafel dekt zal ik
koken".
O wat is Truus blij. Ze danst de ka
mer door. Dan^ieemt ze het tafelkleed
van de tafel, vouwt het netjes op en
legt een tafellaken over de tafel heen
Het vaasje met bloemen zet ze er mid
den op. Twee witte horden zet ze op
tafel met vorken en lepels, dan haar
eigen bordje met de krans voor de
roode bloempjes, het roode eierdopje
en haar eigen vork en lepeltje. Ze
schikt dat alles netjes en dan zet ze
vast de stoelen klaar.
„Moeke ik ben klaar", roept ze aan
de keukendeur.
„Goed, wacht dan maar op vader".
Truusje gaat voor 't raam zitten op
moeders plaats.
Hoort! daar blaft een hond.
„Dat is Bello", roept Truusje.
Vlug loopt ze door den gang naar de
buitendeur, doet die open en Bello
vliegt naar binnen. Luid blaffend
springt hij tegen haar op. Ze laat zich
op de knieën vallen en stoeien samen
op den grond. Dan staat ze op en rent
met Bello 't huis uit en den weg op
naar vader toe. De afstand tusschen
zijn haas en zijn klein meesteresje rent
Bello wel vijf keer op en neer.
Met een vroolijken juichkreet be
groet Truusje haar vader.
Met zijn groote handen omsluit va
der Truusjes klein vroolijk gezichtje en
kust hij zijn meiske op heide wangen.
Dan hangt Truysje aan vaders arm en
haar babbelend mondje staat geen
oogenblik stil. Zoo slappen zij huis
waarts, waar moeder hen wacht. Na de
begroeting vlug aan tafel. Want vader
heeft grooten honger en Truusje ver
langt naar het eitje van haar witje.
Moeder knipt de lamp aan. Wat is het
nu gezellig. Onder 't eten vertelt vader
van alles wat hij gezien heeft en moe
der en Truusje luisteren stil. Als het
eten gedaan is ruimen moeder en
Truusje de tafel af.
Moeder wascht in de keuken de
horden en Truusje droogt af, want
Truusje kan moeder al heel wat hel
pen. Vader zit met zijn pijpje en cou
rant aan den eenen kant hij de kachel
en moeder aan den anderen kant.
Truusje zit op een laag bankje er
vlak voor met Mies de poes naast haar.
Zij breit een mutsje voor haar pop en
poes speelt met het kluwen. Zoo zitten
zij gezellig hij elkaar tot de klok acht
uur slaat en 't voor Truusje bedtijd is.
Dan wordt zij door moeder naar bed
gebracht en een poos later ligt in een
donker kamertje een klein meisje rus
tig te slapen, terwijl 't maantje dooi
de ruilen tuurt en kijkt, naar een sla
pend groen plantje in de vensterbank.
Doch niet alle dagen waren voor
I ruusje prettig en gezellig. Als moeder
ziek op bed lag duurden de vrije dagen
lang, heel lang. Dan was het akelig stil
in huis en speelde Truusje, om moeder
niet te hinderen, in de keuken. Nu dat
was wel prettig. Je kon daar van aller
lei spelletjes spelen. De roode en witte
vloertegels waren een pracht van een
hinkhok. Midden door de keuken lag
een cocoslooper, een bruine met een
roode rand. Je speelde dan zoo fijn,
„onbewoond eilandje". De looper was
het eiland, en de vloertegels waren het
water. Onder de keukentafel legde ze
een mat neer en dan had ze een pracht
van een huis. Daar woonde ze dan in
met haar poppen. Maar toch duurde
zoo'n Woensdagmiddag lang.
1 oen zij weer op zoo'n middag haar
poppen in slaap had gewiegd en stil
naar den strooppot zat te turen, zag ze
opeens, de oogen van het appelgezicht,
dat op zijn buik geschilderd was, be
wegen en hoorde ze een fijnpiepstem-
metje zeggen: „Truusje kom je een
beetje bij me zitten dan zal ik je wat
vertellen.
„O lieve strooppot wil je 't heusch",
zei Truusje en ze nam haar stoeltje en
zette zich bij de keukenkast neer.
ertel me dan eerst maar eens waar
je vandaan komt".
„Ja zie je dat is nou juist niet zoo
gemakkelijk. Daar weet ik"zelf haast
niets van. Ik hek daar zelf ook zoo
dikwijls over nagedacht. Ik moet be
slist heel lang geslapen hebben, maar
toen ik wakker werd, was mijn lijf
grijs van kleur en heelemaal zacht. Ik
keek natuurlijk dadelijk om me heen
en ik zag op een lange tafel allemaal
van die zelfde dingen staan zooals ik
was. Ik wilde juist een gesprek met
mijn huurman beginnen toen er een
man kwam met een plat wagentje. Een
voor een nam hij de grijze dingen op,
deed ze in een witten vorm en stapel
de ze op den wagen. Nu zoo'n rijpar-
tijtje vind ik wat fijn, maar ach he
meltje! We werden naar een andere
zaal gereden, daar nam men ons van
het wagentje af, stapelde ons op een
rek met wielen en toen reden we lang
zaam naar een deur. Ik was nieuws
gierig wat ik nu weer zien zou. De deur
ging open en we reden binnen, 't Was
daar vreeselijk donker en, o, ik begon
't zoo warm te krijgen. Langzaam reden
we maar voort en benauwd dat ik 't
had. 1 oen kwamen we weer hij een
deur. Ha! dacht ik. Eindelijk zullen
we uit die warmte komen. Maar mis
hoor, toen die deur achter ons dicht
ging werd het nog veel warmer en ein
delijk zoo heet dat ik het niet meer uit
houden kon. Toen werd ik kwaad. Ik
schreeuwde uit alle macht dat ik er uit
wou. Ik perste mij tegen de wanden
van den witten vorm, zoo dat ze heele
maal gespannen stond. Maar 't hielp
me mets. Ik kon er niet uit en 't werd
maar aldoor heeter. Ik kon 't niet meer
uithouden en .daarna herinnerde ik
mij niets meer. Ik kwam eerst weer hij
in een heerlijk koele kamer. Ik hekeek
me zelf eens en ik vond dat ik er
mooi uitzag. Toen kwam er een man
met een bundel penseelen. Hij pakte
me heet en zei, „Kom maar eens hier
strooppot ik zal jou eens mooi maken.
Hij schilderde mij mooi geel. Om mijn
oogen maakte hij een prachtig appel
gezicht. Om de tuit kwam een takje
kersen en op mijn deksel een trosje
vuurroode hessen. Ik was zeker het
mooist van allemaal want iedereen
kwam mij bewonderen. Toen ik heele
maal droog was, werd ik naar het ma
gazijn gebracht en daar naast mijn
broertjes neergezet. We hadden een
prachtig plaatsje, want we konden het
geheele magazijn overzien, 't Was er
heel gezellig en we waren altijd druk
aan 't babbelen, totdat op een goeden
morgen we allen van onze plank wer
den gehaald, ingepakt werden in stroo
en zoo in groote kisten verzonden. We
gingen alle maar wat slapen en toen
ik wakker werd stond ik in een groote
kast met glasruiten. Er gingen lieel
veel menschen langs ons heen. Vlak
hij mij stond een prachtig servies. De
theepot, melkkan, suikerpot, kopjes en
schoteltjes waren wit, maar er waren
blauwe bloemetjes op geschilderd. Ik
vroeg aan 't kopje dat 't dichst bij mij
stond of 't mij ook kon zeggen waar
ik was. „O jawel", was 't vriendelijke
antwoord. „Dit is de etalage van een
winkel. Door de glasruit kijk je op
straat. De menschen die je daar ziet
komen ons bekijken en als ze ons
mooi vinden koopen ze ons. Terwijl
we nog aan 't praten waren, zag ik op
eens je vader en moeder. Ze stonden
naar ons te kijken. Je moeder wees
naar liet blauwe servies en naar mij
en je vader, knikte lachend van ja. Het
kopje fluisterde mij nog toe. ,,'t Zou
lijn zijn als we door hen werden ge
kocht. Ik wed vast dat ze wel voor
zichtig met ons zouden zijn. Doe dus
maar je best". We gingen dadelijk
flink recht staan. Alle lampen liet ik-
in mijn gezicht flikkeren. En jawel va
der en moeder gingen den winkel bin
nen. Door de winkeljuffrouw werden
het blauwe servies en ik uit de etalage
gehaald. Je vader en moeder bekeken
ons en toen werden we ingepakt en
hier naar huis gebracht. Op een goeden
dag werd ik vol met stroop gedaan en
op een tafel midden tusschen borden
I' 1
(Bulteii veraiitwtMirtlelükheid der Redactie.)
Voor de jeugd
MMMB tOMMUOOU